De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 20 maart pagina 2

20 maart 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

11 f l ? J..LU.J.J i.o.i. (".U-U..j j-' >.u 11 -i * DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 20 Maart '20. No. 2230 OUDE LIEFDE Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan Er, der Herrllchste von Allen. .1" ?IMHIIIIMIIIIIItlHIIIIIIIIIItllllHflllllllllllllllllllllllllllllllllllHlimilllllllll neer men het gemiddelde loon wil regele» ?aar de kosten van een grooter gezin) om zQn doel te bereiken een belastingaftrek moeten toepassen die zoo buiten alle ver houding tot het loon staat dat dit practisch nimmer uitvoerbaar zal zQn. Ook wQ .voelen" het meest voor het absolute gezinsloon. Maar de nuchtere praktik houdt geen reke ning met ons gevoel. Een eenvoudige bcsomming wijst aan dat men langs dezen weg nimmer den al te zwaren druk van bet gezin zal kunnen afnemen. Men zal nimmer op een loon van b. v. ?3000. een belasting kunnen gaan heffen van ? 1000,?. Toch zal, wanneer een ongehuwde ?2000, loon ontvangt en een gezin met zes kinderen uit hetzelfde milieu ?3000,?de bestaansiiiiiiiiimitiiiiiiiiiitiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitn Op aanvraag zenden wij gratis onzen grooten 6EÏLLUSTRCEROEN CATALOGUS Ten gerieve onzer expeditie, gelieve men vooral den naam van dit blad te vermelden DE BIJENKORF AMSTERDAM i intimi lummii V1ZIOEN VAN SIRIUS (fragment uit het dtrde deel van Sirius en Siderius") Het gedruisch op straat bleef aanhouden, en nam toe teegen bet bleeken van den dageraad. Toen had Sirius een helder en angstwek kend visioen. Het moet maar kort geduurd nebben, want vooraf zag hq al het vale, strenge daglicht achter de zware gordijnen, en hoorde hQ een enkel vbogelkQn buiten schuchter ijilpen. En toen kwam het. Een hoog, ontzaglijk vertrek, een koepel vol zwaar en Qzlg-helder licht. De koepel spanten steegen met een angstig stoute wel ving naar het zenlth op, ooveral schuifelden zachte, beschroomde voeten, en midden in, midden in het harde, koude, kwaadaardigscherpe licht zag Sirius eea geweldige kaerel zitten. Het was een in leelQke vent, maar niet ruig of ruuw, geen naakte barbaar, geen bergreus of wildeman maar een nette, welgekleede meneer, met lakschoenen en witte slobkousen, met een glimmende hooge hoed en een wit vest met zware gouden borlogeketting. Hf had sterke, lange grijpbanden, waaraan veel juweel-ringen fonkel den, zoodat Sirius verblind werd en den schavuit niet in het gelaat kon kfjken. Maar dat het een schavuit was, dat wist hQ al eer hfj opkeek. Langen tQd weifelde Sirius en als hfj zich inspande om maar eren den schurk in het gelaat te zien, dan voelde hfj een heftige weerstand in den nek, waardoor zQn rug geboogeo bleef, en hQ kon van den leelQkert niets waarneemen als een onrustig schom melend been, dat oover de knie was geslagen. Rondom klonk nu jutch-geruisch, heilroepen en vereerend gemompel en het onderbeen met lakschoen en slobkous schommelde heftiger. Toen brak Sirius den ban en hfj zag den kaerel in het gelaat. Het been hield stil. Het gelaat was niet oud en niet ruig of woest. Het was zorgvuldig geschooren en bad vaste, scherpe trekken. De kin was groot en zwaar, het hoofdhaar was gemilimeeterd, de oogen waren onbestemd van kleur en hun blik was hard koud en valsch. De mond had bleeke, dunne lippen en daarachter kwamen tanden met veel goud te voorschQn. HQ was wat vrouwen een mooyen man noemen en had het gezicht van iemand mogelijkheid voor den eerste nog veel gun stiger zin dan voor bedoeld gezin. Bovendien werkt men aldus op zeer on gelukkige wij ie de duurte" in de hand waar het gezin dan weer het meeste van te Uden heeft. De levensstandaard in eiken kring wordt In groote mate bepaald door de loonen Het maakt in de praktijk een groot verschil of het algemeen loon eener groep f 2000.?is en alleen hoofden van grootere gezinnen doorverhooglngen kunnen stQgen tot/3000. dan wei of eenieder/3000.?ontvangt, ook ai wordt dan van ongehuwden enz, een zware belasting geheven. Ten siotte zal gezien de verhoudingen in dezen die zware belasting dan van het overgroote deel moeten worden geheven; men zou dan dus den belastingdruk op zeer ondemocra tische wijze gaan verleggen. Maar wQ her halen : nimmer zal men deze belastingaftrek zoo kunnen regelen dat de groote gezinnen in de beoogde verhouding tot kleinere ge zinnen en ongehuwde komen te staan, welke voor hun bestaan noodig is. Op deze bestaansmogelijkheid legt vooral de tweede groep sterken nadruk, die de invoering van gezinsloon vraagt. Sterker nog: zQ stelt voorop dat het een recht van ieder mensch is om, wanneer hij dat wenscht, een gezin te kunnen vormen. De staat, de gemeenschap of ook de particulier -r- b| wie h| in dienst is en die dus voor hem verantwoordelijk is heeft niet het recht hem dit onmogeUk te maken. Dat dit thans geschiedt kan niet worden ont kend. Men vrage slechts na bQ arbeiders, ambtenaren enz. en men zal in korten tijd schrQnende bewijzen krijgen van den moreelen druk waaronder bij de vigeerende loon en salarisregelingen talloozen gebukt gaan; van den dwang tot kinderbeperking, en tot een tegennatuurlijk leven. De positieëischen die geslaagd is in een groot misdrijf en zich nu toch niet zeeker voelt. Wat kom je doen?" vroeg de Groote Bedrieger. Sirius kon even niet spreeken, hfj rilde en moest zich met inspanning vermannen; toen bedaarde het in hem en h| sprak kalm: Ik kom jou vangen". De ander lachte luid op. Goed zool", riep hij, en waarmee?" Met deezen lasso" zei Sirius, en hQ be merkte, dat hl] in zfjn hand een lange op gerolde leederen riem hield, zooals de koedrQvers die gebruiken in het verre Westen. Best l", zei de Ander, waarvan is die gemaakt ?" Van Vreugde en Geloof" zei Sirius. De Ander lachte weer uitbundig: Ja" zei Sirius, met rustigen ernst, en als ik je gevangen heb, dan sluit Ik je in een gouden kooi op wielen, en dan moog je mee bij mijn intocht, vlak achter mijn witte paard". Je bent zeer vermakelijk", zei de Bedrie ger. Maar hij huiverde toch wat, en trok zij n zware, purperroode, fluweelen, met wit bont gezoomden mantel in groote plooyen oorer zijn schouders. Het was hermelijn bont, met zwarte staartjes, koooings-bont. Let nu eens op" zei het monster, en hij wenkte met zfjn gouden staf. Die staf was een scepter, met een gouden handje, met twee opgestooken vingers als in eede. Maar onder dat gouden handje bungelde een groene beurs met goudstukken. Het zwoer op de geldzak. Op den wenk vloogen vreemde voogels ijverig af en aan, grauwe kraayen, ra ven en bruine fladder-beesten. ZQ gingen op hoofd en schouders van den Bedrieger zitten, hem berichten brengend of met zijn opdracht weer wegvliegend. Toen hoorde Sirius het beschroomde voetgeschuifel naderbij koomen en hij zag hoe rondom in den hel verlichten koepel wach tenden stonden. Daar kreegen ze bevel te naderen en een groote kreet van hulde en blijdschap galmde door de ruimte. Eerst kwamen vrouwen aantrlppelen, met hoog getoorend kapsel, met listiglfjk b lootgelaten hals, met volle boezems, wijde heu pen, korte rokjes met kant, doorschijnende witte mouwen, doorschijnende zwarte kou sen, en puntige schoenen met hooge hakken. ZQ lachten en lonkten en deeden beschroomd VRAAGT GRATIS TOtlEHOIIG AAN "VAN DER HOOP's MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM levestigd: TELEFOON PROSPECTUS h. Trompstraat 2195 ZUID worden opgedreven door de ongehuwden en kinderloozen omdat zQ het gros voimen. De gezinnen delven onderspit in dezen wedstrijd". Nog eens: men ga slechts objectief op onderzot k uit; de feiten spreken een taal die aan duidelijk heid niets te wenschen overlaat. Hier wordt het eerste en voornaamste recht van lederen mensch geschonden, en bovendien een der voornaamste belangen van den staat geschaad, De tQd van het absolute geiinsloon is voorbij. men eischt relatief gezinsloon om bedoeld recht te handhaven. Een grondsalaris worde ieder gegeven, dat voldoende is om aan alle billjke eischen die ieder stellen mag te voldoen. DaarbQ komen dan (behalve andere verhoogingen die ook thans worden toege kend) verhdbgingen b| huwelijk en per kind. Ziehier het principe in onsland sedert eenige jaren door de Nederlandsche Vereeniging van Ouders en Gezinshoofden voorgestaan. In den laatsten tijd is hiertegen een scherpe oppositie ten tooneele verschenen, voor namelijk van feministen en socialisten. Hierbij praat men echter gedeeltelijk langs elkaar heen en wordt het principe van gezinsloon onjuist of onvolledig weergegeven. Het adres van de Feministische Partij b.v. verwerpt gezinsloon als zijnde loon naar behoeften: voorts ziet zij daarin een bevoorrechting van enkele categorlën boven het overige deel der bevolking: om ten siotte inplaats daarvan z.g.n. Moederschapszorg" aan te bevelen. Deze in ons land nog nieuwe vorm van .gezinszorg" vormt de derde door mQ hierboven bedoeida soort. Wij willen de tegenwerpingen tegen gezinsloon kort na gaan om dan ia een volgend artikel onze bedenkingen tegen de voorgestelde Moeder schapszorg" niteen te zetten. Bfl de veroordeeling van gezinsloon stelt men loon naar behoefte" tegenover loon naar prestatie" of ook loon naar arbeid". Op de eerste jaarvergadering der Vereeniging van Staatsburgeressen is deze zaak bespro ken en door eenige spreeksters betoogd dat alleen loon naar prestatie goed en recht vaardig is. In het adres der Fem. Partij is zeer typeerend de veroordeeling van salarieering naar behoefte niet gemotiveerd. In bedoelde vergadering (ik volg het verslag in dit blad van 3 Jan. 1920) geschiedde dat o.a. op grond van deze overwegingen dat die behoeften slechts kunnen zijn vermeden behoeften, dat stijging en daling van het loon onmogelijk is in te voeren met ver meerdering en vermindering van behoeften en dat op deze wijze zQ die minder be hoeften hebben de anderen dreigen te ver dringen. De arbeid z| dus maatstaf niet de arbeider; gelQk loon voor gelijken arbeid zij de leuze. iiHiiiiliiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiimuittiiiiiiiiiiiiiiiiiitfiMiiiiiiiimiiiiiiiiiiii N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -c BETIMMERINGEN Rokln 128 Telef. 4541 l en preutsch, en boogen voor den snooden kaerel, die hem met genoegelQke zelf-vol doening en een smakelijk lippen-smakken liet naderen. Toen sloeg hl] zfjn hermelfjnmantel oopen en noodde er een met (rossig geel haar en dikke armen om bQ hem een schuilplaats te zoeken. T rotsen en trlomfant kroop de gevraagde onder den mantel en lachte hoonend de andere vrouwen uit, die verbleekten van nijd, maar toch boogen tot den voet-kus. Toen kwamen de heeren, de rijken met hun bont-jassen en weldoorvoede buiken, hun diamanten ringen en dikke portefeuilles. Zq boogen voor den bedrieger en knip oogden teegen hem. Daarna voerden zij de vrouwen ten dans en speelden eenwulpsch dans-spel, met hoekige beweegingen en knieinzakkingen, bij brutaal vleyende, hartstoch telijke strijkmuziek. Toen kwamen de staats lieden in rijke uniformen, geheel bedekt met rinkelende ridderorden. Ook zij boogen correct en statig. Samen met hen kwamen de generaals en het was een en al goud en galon wat men zag. Eerst na de generaals kwamen de erfelijke keizers, keizerinnen, koonlngen en kooninginnen, prinsen, vorsten, hertoogen, graven en baronnen en zfj gingen allen eerbiedig tot den Grooten Snoodaard en boogen voor hem de knie. En eindelijk kwamen de priesters, de Paus met zfjn kardinalen en de bisschoppen en abten en dominees. ZQ kwamen vol waar digheid en een weinig weifelend en langzaam. Maar de snoode kaerel glimlachte nu vriendelijker dan ooit. Hij kwam een weinig naar vooren en stak mintaam de hand uit. En allen kusten die hand en werden door een schouderklop en een groenen buldel beloond. Men zag de goudstukken door de mazen. * Wat zeg je nou?" vroeg de Snoode aan Sirius. En die dan daarbuiten ? vroeg Sirius terug. Want daarbuiten woelde en golfde een groote meenigte in duisternis. Digtbfj de vensters en poorten zag men hun bleeke gezichten grel bescheenen door 't electrische licht in de groote zaal. ZQ keeken hunkerend naar binnen, half in bewondering, half in bittere afgunst. Die daar?" zei de Bedrieger, wel die komen binnen als ze mijn macht erkennen. En ook niet allen, want daarvoor is geen plaats. Enkel de giadsten, de slimsten en Terstond blijkt hoeveel misverstand hier heerscht; gezinsloon" beteekent heelemaal niet dat men als principe van alle toon regeling vooropzet: loon naar behoefte. Ner gens zal men dat in de publicaties van de Ned- Ver. van Ouders en Gezinshoofden kunnen vinden. De arbeid die gepresteerd wordt zal steeds een belangrQke factor blfjven bQ de bepaling van het loon. Vandaar ver schillende loonschalen voor verschillende groepen van personen. Maar en dat is bet groote verschil dit kan nimmer de eenige factor zijn, en Is ook thans niet de eenige factor. Voor de overheid reeds lang doch ook voor den particulieren werk gever steeds meer behoort het koopen van menschelflken arbeid als koopwaar tot het verleden. In de plaats daarvan is getreden een doelbewuste en planmatige regeling der dienstvoorwaarden met erken ning van de plichten en behoeften van gees telijken en stoffelQken aard van den werk nemer als mensch. Laten zij die zoo luide het principe van loon naar prestatie als het eenige juiste en rechtvaardige verdedigen eens eerlijk nagaan waartoe de algeheeie toepassing van dtt beginsel reeds thans zou moeten leiden. De alom vigeerende rege lingen die in den ouderhoudszorg van den ambtenaar voorzien bij ziekte, ter recreatie (vacantie) bij opheffing van werkkring (wacht geld) bfj invaliditeit en ouderdom (pensioen ook voor weduwen en weezen) ja zelf» bij zwangerschap der ambtenares, zfj zijn alle in flagranten strijd met bedoeld principe. Eischt men ook daarvan de afschaffing? Immers neen men beschouwt ze algemeen veeleer als verbiedende verschijnselen van een beteren tQd, een juister sociale voorzorg van den werkgever, hetzij staat, hetzij par ticulier. Een regeling alleen gebaseerd op loon naar arbeid (gesteld al dat men ten allen tijde den arbeid rechtvaardig zou kunnen taxeeren en dus een ambteta r die een geheelen dag luiert ook niet evenveel geeft als zQn collega die onafgebroken hard werkt) is in deze maatscbappQ niet door te voeren, zou tot de schromelQkste onrechtvaardig heden moeten leiden, Uitnemende maat regelen die in de laatste jaren in het belang der volkswelvaart genomen zijn zou men moedwillig moeten prijsgeven. Nog eens niemand denkt daaraan. Maar het doet dan toch wel wat heel naïef aan bfl bedoelde tegenstanders het principe van loon (ge deeltelijk) naarbehoefte zonder meer te zien verwerpen als onbillijk en onrechtvaardig. Het bestaat goddank overal. Wat de voorstanders van gezinsloon nu vragen is dat men bij de bepaling van het loon naast de factor loon naar arbeid", de tweede, reeds bestaande faktor loon naar behoefte" aanpasse aan de veranderde tijds omstandigheden. Meer niet. ZQ erkennen als de meest fundamenteeie der plichten en behoeften van den werknemer, waarmede dus de werkgever in de allereerste plaats rekening heeft te houden, het recht op, en de plicht tot ge zinsvorming. Derhalve is de voornaamste der dienstvoorwaarden: de mogel(kheid tot gezinsvorming en gezinsonderhoud. Deze grondvoorwaarde wordt als zoodanig erkend door eiken deskundige in dezen, zoowel uit zuiver materialistische motieven door b.v. Marx (in zijn Lohnarbeit und Kapital" en zijn Lohn, Preis und Profil") en v.d.Goes (?De Arbeidskracht") als op geestelijke «ronden zooals b.v. in de Encycliek R er u m Novarum. Tegenstanders dezer regeling moeten dus aantoonen of dat de gezinsmogelQkheid geen hoofdvoorwaarde of zelfs voorwaarde is, of dat deze regeling niet beter maar slechter aan die hoofdvoor waarde voldoet. Wat het eerste betreft: in dien er mochten wezen die dit zouden willen ontkennen, dan meenen w| dat ons uitgangs punt zoozeer verschilt dat verdere discussie toch nimmer tot meer overeenstemming zal kunnen leiden. Maar laten zQ dan ook nim mer (zooals thans zonder uitzondering ge schiedt) bij het opstellen hunner eischen om loonsverhooglng in de allereerste plaats zich beroepen op den nood der gezinnen l! Wat het tweede betreft wij vertrouwen dat een korte bespreking van de voorgestelde UUIIIIIHIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIMIIIinlIIIIIIIIIIIIIIIII ook de allerdomsten. ZQ moeten voor me buigen uit slimheid of uit domheid. De eigenwijze middelsoort kan Ik niet ge bruiken". Je bent toch voor de haayen, kaerel l" zei Sirius. Dacht je die allen daar buiten te houden en hen baas te blQven ? Nee hoor. Je gaat er aan!" En nQ zwierde met zfjn lasso booren het hoofd, zoodat het gierde door de gansche zaal. Maar alle vrouwen, heeren, diplomaten, generaals, kooningtn en priesters begonnen luid hoera! hoera t te roepen en tn hun handen te klappen, zoodat het gieren werd overstemd. Ga je gang maar!" zei de Snoode. Ze zQn toch veel te slap en te slaafs." En alle aanbidders en hoera-roepers vormden een grooten kring, waardoor Sirius niet heen kon dringen. De reuzen-gestalte van den Bedrieger kwam booven alles uit, maar buiten Sirius' bereik. Het bleeke hoonende gelaat knikte tegen Sirius met valsche zelf-voldoening. Ik heb wat nieuws bedacht, Sirius! een prachtig vuurwerk, dan krijgen die daar buiten ook wat te zien. Het gaat oover de heele waereld. Schitterend wordt het. Schoon van kleuren en geuren. Let maar eens op." Toen nam de leelQkert een zwart ding uit de zak van een van rfjn generaals, het geleek een kleine bleiflesch, en de generaal deed wat onthutst en bedremmeld. Maar de Snoode geneerde zich niet en keilde het zwarte ding door een oopen venster naar buiten. Nog eenige minuuten en toen volgde een heevige korte ontploffing, zoodat de gansche zaal trilde en schudde en de gor dijnen hoog opwoeien. Daarbuiten volgde nu een geweldig gekraak, geratel en ge donder, terwijl aan alle zijden vuurigeboogIfnen met gesis en geraas langs den heemel werden getrokken. Vuurpijlen reezen ruischend omhoog, met rood, groen, blauwen geel vuur. Ze ontploften, spatten uiteen en lieten met zacht gepaf een reegen van kleurig lichtende tranen neerzfjgen. Het knetteren, kraken en donderen nam zóó toe, dat er niet te spreeken vlei. Maar de groote bedrieger zat wel vol daan te kijken en wees telkens met zQn bejuweelde hand naar elk nieuw en onver wacht vuurverschfjnsel. Maar toen werd het erger, en al de prinsen en pootentaten, die tot nu toe gejuicht hadden DADAÏST Als een doodgewone snuiter Als een melkboer of drogist Gaan de oogjes 's morgens open Van den bleeken Dadaïst. Eerst de sokjens aangeschoten Dan een slokje chocola... Zoo alleen en zonder bijval Denkt de knaap niet aan Dada. Met zijn doorgerookte vingers Jeukt hij in zijn kappershaar, Met zijn verzen-spuwend mondje Geeuwt hij als een ambtenaar. Na er niemand naar hem luistert Dien hij overbluffen kan, Is hij weer het zoetje ventje En de soepjes-jongeman. Heelemaal niet Dadaïstisch Praat hij met zijn huisjaffroaw, En bekent haar dat hij gaarne Weer eens zuurkool eten zou. Plotseling schiet hem te binnen Da, da, didel, dom, da dal" En hij krijgt 't weer te pakken Fal, de, ri, re, ? al, de ra l" Onweerstaanbaar wordt de aandrang Naar een druk bezocht café, Om weer even uit te spreken Al zijn: Da, da, di, del, dcf' Nee, hij kan 't niet meer torschen . Al die da-da-poëzij En hij gaat reclame maken Met wat kunst-aanstellerij. Maris is een reuze-niks-naks Israëls een klodderaar, Querido een prullen-schrijver Mengelberg een lammelaar. Met zijn ooren ziet hij klanken Met zijn oogen hoort hij kleur, Met zijn lippen spreekt hij lijnen Met zijn handen proeft hij geur. Brullend jammert hij zijn verzen Dynamiet en bessenvla", Kreunend zakt hij in elkander Hij is Meerenberg-da-da. J. H. SPEENHOFF DEVO Gourtfjo Sigaar FABRIKANT! N. V. DIEVENBACH's ?olL «larufabrtek ffTREBHT itllllllllllllltllllllllllllllllllllllllHlllltllllllllllllllllllllllllllllllllllll Wit» Moederschapszorg duidelijk zal kunnen ma ken dat niet deze gezinszorg maar allee* geiinsloon ons het beoogde doel naderbQ kan brengen. Wij zullen das tevens de ge legenheid hebben eenige andere bezwaren die tegen gezinsloon worden ingebracht, te weerleggen. Dr. C. P. G u N N l N G en gezongen, verstomden en keeken bezorgd naar buiten. Want een geweldige, dreigende rookmassa rolde in dikke wollige ballen va» ver af naar den troon des Euvelen toe. En een giftige stank begon zich door de zaal te verspreiden. Ooveral zag men gezichten bleeker worden, maar de Bedrieger lachte hard en hatelijk en riep: Lekker vindenl Alles lekker vinden! Heerlfjk ruikt het, heer lijk t" En al de vrouwen, vorsten en machtigen riepen uit al hun macht: Lekkerl Heerlijk!" Maar onderwijl zag Sirius hoe ze bij dozijnen tegelijk bezwijmden. Het vuurwerk werd stiller, het geraas werd enkel gesis en geknetter, maar met een ver vaarlijk loeyend en gierend gerucht kwam een onstuimige storm-zee op het paleis des booten af. Als een hcoge wal kwam zQ aan, en haar kleur was donkerrood, terwijl de toppen der golven bekroond waren met lichtroze schuim. Een bloedzee was het, en allen zagen het schrikkelijk opbruischen en uitspreiden der bloed-golven die een lauwe, walgelijke damp uitzonden. Nu begonnen de vrouwen luid te gillen en het hoera-geroep verstomde. Nu ga je er aan!" riep Sirius. Nog lang niet, jochie!" riep de Snoode Reus. Het begon er toch wel ongunstig uit te zien. Het bloed stroomde de paleisdeuren binnen en bedekte de vloeren meerdere voeten hoog De aanbidders schreeuwden van angst en ze greepen elkander vast om niet meegesleurd te worden. Mantels en kroonen, portefeuilles met bankpapler, hypotheeken en dividenden alles werd door de roode vloed meegespoeld en ooverstelpt. Nu trachtte Sirius door te dringen tot den Geweldige, om hem de lasso oover het hoofd te slaan. Maar de groote kaerel riep: Volhouden l" en begon een hoonend lied te zingen, waaraan alle zijn volgelingen meedeeden. Sirius gooide den lasso, maar hij kon hem niet ver ge noeg krijgen, want de vijand haalde een reusachtige schaar voor den dag, een couponschaar. Daarop stond het woord suggestie" en daarmee knipte hij een groot stuk van den lasso af. Een schaterend hinnikend ge lach deed Sirius ontwaken. Hef was nu scheemering, daarbuiten op straat was het nog leevcndlg. Sirius hoorde nog het schaterlachen en het gezongen lied. FREDERIK VAN EEDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl