Historisch Archief 1877-1940
20 Maart '20. No. 2230
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R N EDERL AND
TOURNOOIVELD
Restaurant-CaféLa Réserve"
Rembrandtplein 44 bij de Utrechtschestraat
AMSTERDAM.
Weelderig ingericht Restaurant
Afternoon tea- en Apéritif-Concert
Fr
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON N. 5812
HEMDEN
HAAR MAAT
J. S, MEUWSEH
HOFLEVERANCIER
Ammtoi*d*m - Rotterdam
Uldtohntr. 4, Dimrak 71 - Mossiltnp I
0. DMliiiti. 10, Dinutr. t - Boynuitmt l
Gefrankeerd als brief
te verzenden
BON
voor gratis
Monster
E. P.
cacao
in te zenden aan
de E. P.
AMSTERDAM
Naam . . .
Woonplaats
De Amsterdammer
Dames- en
HeerenKoogewall
?14/s-Eravenbage
S6RAV
LVER
ILWEG.TELEfOON.MiO
villlllllllllllllNIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUlHlIlllirillllltlinlIllllllMIIIIIIHItlllllllllllIIIIUIIIHIIIIIIIII- l
STARK'S OXYDOL" II
= (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) £S
iNaaml. Venn. STARK & Co. - Chemischi Fabriek 's-HAOE", 'i-flravtnliage 11
=uimMfM4imHini miiiuiiiiiiiiii i HIIII MIIUI iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiHimiiiHiijiiiHiimiiiiS |
???im^
FJORD-LEVERT R AAN
Prima Medicinale Noorsche Levertraan zonder vlschsmaak is ver
krijgbaar bij H H. Apothekers en Drogisten tot den prijs van
/ 2.75 per halve Literflesch. Deze traan voldoet aan de eisenen
der Nederlandsche Pharmacopee en wordt gegarandeerd door Dr.
J. BLOMBERG, Apotheker en scheikundige, Den Haag, Holland
Import: Handelsvereniging FJORD", Den Haag.
? EENIGE SPECIALITEIT
B$ m BIB
g| KRïMpvRijE il
|| GEZONDHEIDS- *
f ONDERGQEDEREN
Nederlandsch Fabrikaat |g
AMSTERDAM
HAARLEM
Reg. B reestraat 35 Gr. Houtstraat J43
TEU NOORD 5066.
TELEFOON 1465.
i»
1*8
KI
m
P. M. BROEKMANS
MODERNE KUNSTHANDEL
92 Van Baerlestraat Amsterdam
TELEFOON Z. 8 O 8 4
Zoo juist verschenen:
Erich Wichman tot 1920
Afbeeldingen en Geschriften met een inleiding van
Prof. Dr. W. VOGEL ZANG PRIJS 19.5O
Verkrijgbaar in lederen Boek- en Kunsthandel en bij den Uitgever
Jo/nmymao met Mammie uit,
'n zijn wit pakje
vindt ze hem
zoo 'n oolijke
guit.
fANTASIEFABRIEK
/DEDEM3VAARTW107
VRAAGT UW WINKELIER
Piano'sf Viougels en
Kunstsnolniano's door
Huur in eigendom verkrijgbaar,
mits in drie Jaar afbetaald.
Briaven No. 1431, Buriiii vin dit Blad
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te
Lage prijzen, mooie vegen, gas,
electr. licht, water.
K. V, Maatschappij tot Eiploit. van Het Doste ark
Dir.l. I.SMMAHS&01TOSCHÜLZ
Tel. Int. 38 & 48
Snilichrift RlEHTS
Zelfond. 93 Cent fr.
In den Boekh. en na
postw. b? RIËNTS
BALT, Haag. Mond.
en schrift, ond.
Burgemeester en Secretaris zijn bij het
tlicteeren van Notulen en Brieven xeer
tevreden*" (w. g.) G. D. te V.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad vooi Nedetland
kost slechts f 6.25 per half jaar
MICHELIN
BUNIELBlIHDEN
KWALITEIT
BETER
DAN OOIT TE VOREN
PRIJZEN
NAGENOEG ALS VOOR l
DEN OORLOG
Buitenband f 7.50
Binnenband 3.50
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiMiiiiitfiiiiiiniiiiHiiii
w
DROOMERIJ...
DOOR
GUST. DE MUINCK
Op
'n onnoozele voorjaarsdag, als de
lucht nog hier en daar schaapkens- blank
gewolkt zat en de jonge zon, vol grillen
en nukken van verschijnen en zich verbor
gen houen, haar slaperige snoet met 'n
regenbui netjes gewasschen had dat ze
blonk, wist de wind die verloren door het
ruim drentelde, waarachtig niet meer wat
aan te vangen.
Heel de voorbije Herfst door had hij zijn
dolle gang gegaan, kwaadaardig rukkend
en sleurend aan alles wat eenigszins los
hing. De blaren had hij meegevoerd, hoog
en laag, rap en traag, draaiecd en keerend
met korte smakken en vlagen en breede
gulpen van tierend geweld of er de duivel
achter zat.
Als 'n echte, onverbeterlijke kwajongen
had hfj gehold en gedraafd, zonder te weten
waarheen, over velden en bosschen, over
water en land, in dolle vaart door de stede
zwevend, brutaal vrijpostig z'n neus
binnenstekend waar hij 'n spleetje in deur of ven
ster wist, het den menschen drommels lastig
makend als hij in zotte kadans z'n maatjes,
de hagelbollen, knikkerend neer rammelde,
dwaas springen Het in alle richtingen, nijdig
aanbotsend tegen ruiten en lantarens en
kouwelfjke menschentronies. Hij bracht ein
dt looze regen mee, tempeestend in lange
nachten, soms stil, soms hard, al naar ge
lang van zijn stemming.
Dan was hij zuur gaan kijken heel
zuur. Bijtend in der menschen vel, lettterlfjk
het laatste blaadje van de boomen halend.
Vanuit het koude noorden kwam hl
afgezakt, verstflvend, kil en guur. De arme
boomen stonden erg kaal en zwart maar
daar stoorde hij zich niet aan, ze striemend
en zweepend als waren het misdadigers.
Spottend lachte hij met hen die beproefden
hem te ontloopen.
Als zij zich goed ingedoft hadden tot
over hun ooren en dan bedeesd en schuw
hun neus op de straat staken... wip, had
hij ze vut, perste de tranen in de oogen,
gaf 'n goeie neep in hun neus dat hij tin
telde en vuurrood werd en vierde verder
de baan op. Van 't openslaan eener deur
maakt hQ vinnig gebruik om een karrevracht
kou en soms ook wel 'n laag dwarrelsneeuw
binnen te smijten en dan zeiden de menschen:
sneeuw is toch wel 'n vuiligheid...
Razen kon hfl ook, luidruchtig of hij in de
straat 'n dol konserto afgaf, knikkerend met
pannen en uithangborden en losstaande
ruiten, tot 'n verwarde mengeling van klan
ken, vreemd dooreengesleurd en gezwingeld
zonder orde al naar het hem In de klau
wen viel.
ColbertCostumes.90.-naarMaat
SMIT & C0., P. C Hooftstraat 66
Nou had het toch al welletjes geweest
en h| moest nu maar wat anders verzinnen
om zich de tijd te verdrijven en hij zou nu
ook maar goeie vrienden worden met de
zon toch omdat hfj 'n beetje schuw was
van haar overdadige warmte.
H| keek 'ns goed rond. De boomen en
stiuiken naakt geen plantje op de velden
of in de hoven.
Alleen langs de wegen, in de goten, lagen
de doode blaren bQeengetroept tot triestige
hoopen, vuil, kleverig, vergrauwd met de
grond en het slijk.
Neen, hfj had het toch wat bar van de
man gebracht d'r was nou heusch niets
overgebleven van die fiere dingetjes die hfj
zoo dikwijls gezoend en gestreeld had
maar die hij ook zoo ruw had te grabbel
gegooid.
Ineens stqnd zijn plan vast. Van-de-nacht
zou hfj er eens op uitgaan in zijn beste
stemming.
En werkelijk in die nacht scheen hfj
zelf als verjongd. Zoel huiverde hQ door de
boomen, overal verwijlde hfj wat.
's Anderdaags en ook de volgende
dagen kwam de zon hem een flinke hand
toesteken in zijn geheimzinnig gedoe, on
zichtbaar voor de menschen. En onder hun
beidjes hadden ze 't spelletje al klaar aleer
iemand het ffjn gezien had.
En fijn was het innig en teer groen,
ranke, rildegroen dat opborrelde uit schijn
baar dood hout en stomme aarde.
Blaadjes, licht en Jjl-kltuiig en klein als
sprookjes die verdwaald waren, als ver
dwaasd over hun eigen leven; blaadjes van
allerhande vorm maar van een en dezelfde
droomkleur, niet te bepalen, begoocheling
en werkelijkheid beide.
Als alle jaren keken de menschen verbaasd
naar die weelde van teer hoopvol leven dat
daar als voor 't grijpen hing, dat was als
de lach van 'n fee, blond als de lente en
al die dagen kenden ze geen haat en ver
gaten ze hun eng gekibbel... Alleen voelde
ze hoe hun bloed sneller ging en hun hart
open van jong verlangen naar een beetje
van die weelde.
Die eeuwige wisseling: ze gebeurde nu
al zoo oneindig lang en toch was ze altijd
als een verfessing, aangenaam aandoend,
die de menschen uit hun koue onverschil
ligheid wakker schudde, hen opgewekter
praten deed. En uit de boomen en de strui
ken, uit de klare zuiver gewasschen lucht,
't allenkant stortregenden lenteklanken van
allerhand gevogelte neer en weer vatte de
wind ze op in zijn snelle vlucht, kneedde
en vervormde ze, grillig en dwaas, om ze
te gaan nazingen aan de ooren van hen
voor wie de lente de blijde boodschap was
van nieuw leven.
De droom van groen groeide, 't was in
de boomen den godganschendag niets anders
dan zoenen en flirten en fikfakken en ver
tellen en ravotten. De wind hobbelde er
door, liet de blaadjes wiegelen, stoeiend,
zacht en innig, glad vergetend z'n kwade
nukken van het vorige seizoen.
De fruitboomen bloesemden open in de
ranke lenteweelde als 'n droom, 'n
vertelseltje van de zon en in de welden donsden
de witte en gele bloemen als sterren tegen
het frissche dauw-beperelde groen af.
Dat duurde al 'n heele tijd en alle dagen
kwam er wat bij van groenende zonnigheid.
Zoo verging de zomer in blijde dagen
van zonnewarmte. '
's Avonds waren er de maan met haar
vrindelfjke snoet en de pinkelende sterren.
Wat wisten die er te vertellen, wat zagen
die veel leed vanuit hun starre eenzaamheid
ginds hoog... dat ze 't niet meer konden
aanzien en zich verborgen achter wanstaltige
wolken.
IIIIIII1IIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIMII
Nederl, Munt
Holland» meest gewilde sigaar
Als alles stil was kwamen ze kjken
tusschen de blaren door, vertrouwelijk
knikkend en groetend om dan blesker te
worden, ijl en ijler tot de dag in de verte
doorpuntte.
Vanuit de rumoerige hel-verlichte stede
dreef de wind aan met zijn schoot vol
beiaardklanken die htj boven de verlatenheid
der natuur onder hem, los liet, strooiend
in 't wilde weg.
En de klanken vielen... vielen, langs hier,
langs daar, buitelend over en onder mekaar,
rinkelend in de stille lucht, neerdansend in
het water, in welks gladde klaarheid de
maan verwonderd haar goedige snuit bekeek,
in de eindeloosheid van de sterrenacht waar
alleen in de boomen de blaadjes wakker
werden en luisterden naar dat wonnig
getlnkel dat voorbij gleed en hen beroerde
met de Ifjze adem van de wind...
Langzaam aan was het groen der blaren
verdoft en ging over in 'n bonte rijke
kleurenmengellng.
Alsof ze voor de (laatste maal nog eens
al hun weelde wouen uitstallen, tooiden
zich de boomen met brons en goud en
roode vlammen.
Het scheen of de Herfst stil stond en niet
verder te gaan dierf om die kleurenpracht
niet te breken.
Geen fluiten en tierelieren van vogelkens
meer, geen hel-joelende kinderstem men. Van
tijd tot tijd 'n eenzame doolaar, wat
kargedokker en rhythmisch kloppen van paarden
hoeven op de nabije steenweg, wat klingelend
getinkel van elektrische trambellen.
Verder niets... niets dan kleuren en immer
kleuren.
Kleuren van laatste uitbloei, van
zonnewQn ... en ook van vergaan.
En de wind aarzelde en weifelde of hfj
daar wel aan tornen zou.
HQ rukte al eens en had in z|n greep 'n
handsvol blaren die hij achteloos ergens in
een gracht smeet.
De oude vechtlust steeg weer de aan
drang om door die weelde te gaan met
korte nijdige slagen en ze te doen verstuiven.
Zijn bloed woelde heftig en als 'n dronkeman
z wij melde hij tusschen de boomen door,
aanstootend tegen de stammen, zich bezeerend
en zich kwaad makend. En ineens zonder
waarschuwing, zette hij het op een dolloopen
in dwaze jachting sleurend aan de angstige
blaadjes die zich opgelicht voelden in razende
vaart. Als 'n vreemdkleurige sneeuw dwar
relden ze vloksgcwfjs in de lucht, grillige
SPAANSGH, EMGELSCH,
FRAH9CH, DUITSGH eto.
Boriltz-Sohool
Heerengracht 4-51 H* 3286
Pract. Onderwijs door bultenl. leeraren
lllllllllllllllllllllllltlllllilll
buitelingen makend, hard tegen de grond
gesmakt en weer voortgejaagd, zonder op
houden, holderdebolder tot ze afgemat en
moeizaam 'n schuilplaats vonden in de goten,
aan de voeten der boomen en daar, langs
de wegen, hun slaap van vergaan sliepen,
in bange afwachting dat de woedende wind
hen weer zou komen storen met zQn brutaal
geweld.
Hfj hield niet af. Immer weer stoof hrj
voorbij, voor zich uitdrijvend heelderkladden
van blaren en dorre twflgen.
In hoopen lagen ze verspreid op de grond,
als 'n bed vormend voor de anderen die de
wind tot hiertoe gespaard had.
Ruwe menschenvoeten gingen er door,
schoppend en drukkend zoodat ze rulschten
en kraakten van verborgen pijn.
De kale vlekken in de boomen werden
grooter en grooter.
En over dat alles pletste en kletste de
regen, plassen vormend, waarin de droppels
zot zongen, als 'n grfjze nevel in de lucht
slierend. Dat was of de heele wereld wou
vergaan in grauwe weëe vochtigheid.
Als er slechts hier en daar nog een
blaadje te wiegelen hing, als de anderen
doezelig en bevuild bijeengedrumd plakten
tot kleurlooze hoopen als 'n droef na j
aarsbeeld dat doet denken aan sterven, kwam
de sneeuw er haar blanke droom rond
droomen, wevend het kleed dat alle gerucht
verdoft, de sneeuw die zacht stoelend
aandwarrelde, witte kant weefde en de boomen
in pelsmantels stak zoodat ze van ver op
doemden als in bloesemtooi.
Immer meer daalden de vlokken neer,
ongelijkmatig en lijze, zoo spinnend de
IQ kwade van de blaren die hen voorgegaan
waren... En ook de wegen en de velden
stierven onder hen weg als 'n ijle,
vlinderlichte droom...
4-4-4