De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 20 maart pagina 8

20 maart 1920 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND' 20 Maart '20. -vNo. 2230 SCHILDERKUNST-KRONIEK HOLLANDSCHE KUNSTENAARSKRING De Hollandsche Kunstenaarskring is een vereeniging waar sommige der talenten volgroeid zijn, sommige volop in ontwikke ling, andere hopeloos, weer andere verdoold, verstard in te theoretische overwegingen. ten tentoonstelling van deten kring is door dit alles, n door een beperking in het aan tal der tentoonstellenden, steeds een leer zaam iets; de beperking toch geeft gelegen heid aan de schilders zich op voldoende wijze te laten zien. Alma zond drie werken, die onmiskenbaar herinneringen vertoonen aan langgeleden kunst; zijne vereenvoudigingen zfn tot werken van vroeger en zeer vroege periode terug te voeren. Hl is dus archaïseerend, zooals feitelijk er veel oudeeuwsch In het tegenwoordige der kunsten Is (dit is geen fout; beter traditie dan .anarchie, bandeloos heid, onmogelijkheid). Eén opmerking moet na deze bepaling, onmiddellQk gemaakt worden. Er zijn in Alma mogelQkhedea tot dewandverslering, mogelijkheden om een muurschildering te maken. De kleur is helder, niet zwaar, vlak en toch fijn genoeg levend; de oplossingen van vormen (en symmetrie in de Zang") is nog niet geheel zeker, maar op den goeden w gWaren er vroeger te weinig associaties, ook hierin is meer rijkdom te erkennen. Breitensteia is nog steeds geen schilder; Elsa Berg uitte zich voor mi] 't eenvoudigst, het zekerst in haar zwart-en-wit. Romantisch-tragisch heb ik indertijd aangegeven als een kenmerkende eigenschap van velen der tegenwoordige schilders. Opnieuw blfkt te Amsterdam deze bepaling juist. E e k m a n CRÊMEM BEAUT om. C«RMB« iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin Nieuwe Engelsche Woordenboeken Kramen' Nieuw Engelsch Woordenboek. Tweede deel. Ned.-Engelsch, 8ste druk, bewerkt door Dr. F. P. H. PRICK VAN WELY en J. H. VAN DER VOORT. Gauda G. B. van Goor en Zonen. Compleet ? 4.75. Eng.-Ned. ? 2.?, Ned.-Eng. ? 3.25. Engelsch Woordenboek. 1ste deel Eng.Ned., 2de Deel Ned.-Eng., 8ste verb. en verm. uitgave, door K. TEN BRUGOENCATE. L B. Wolters' Ultg.-MQ. Groningen-Den Haag. 2 dln. of l dl. in linnen ? 5.60, crisistoeslag inbe grepen. Ziezoo, het staat er. De titels van de te bespreken boeken zQn alvast opgeschreven. Ia een onbewaakt oogenblik heb ik me laten verleiden de bespreking op me te nemen. Met meer dan mannenmoed hoop Ik me er door heen te slaan. De hemel weet hoeveel ditjes en datjes ik heb uitgespookt voordat het zoover was. Het is een vrij ondankbaar werk. Velen zullen zich niet verwaardigen dit artikel te lezen, vooral als ze weten dat schrijver ervan geen anglist, maar classicus is. Maar misschien slaat de aanhef een beetje in, waardoor geprikkeld men verder gaat lezen. Ook kan men het zoo moeielQk anderen naar den zin maken. SchrQvers zQn eigenaardige wezens. Als men er een van te na komt recalcltrat undique tutus". En bevat het volgende versje van Huygens niet veel waar s? De klnd'ren van den geest, de vodden die wQ schrijven, Behagen ons nog meer dan die van onze lijven; 't Is of hQ ons aan 't herte raekt Die ze op het alderminste laekt. Niettegenstaande dit alles: ik heb de taak op me genomen, en wil die ook ver vullen. Het is wel geen minderwaardig, maar toch een minder aardig werk, en ik ging veel liever zitten lezen in Lafcadio Hearn of Pallieter of Buddenbrooks of een ander aantrekkelQk boek waaraan ik bezig ben. Toch troost ik me met de opmerking van dien Franschman (Napoleon was het niet, al heeft die veel op zQn geweten), die het zoo buitengewoon interessant vond in een woordenboek te bladeren. Maar er in bladeren en er over schrQven zQn twee. Intusschen, alea iacta estol In het nummer van 8 Sept. 1917 besprak ik Kramers' Isten druk, Eng.-Ned. Sedert dien tijd, en ook wel daarvóór, hebben de heeren lexicografen ten Bruggencate en Prlck van Wely elkander in voorberichten en brochures.op tekortkomingen gewezen, zoedat ik daaraan niet meer hoef te beginnen, en niet, zooals een Grleksch spreekwoord zegt, een gevllden hond nog eens behoef over te villen. Zeer terecht verklaart ten Bruggencate in zQn Voorrede tot dl. II: Dat hier veel ruimte blijft voor verschillende opvattingen, is duidelijk. Ik vlei mQ dan ook volstrekt niet met de hoop, het allen naar den zin te hebben gemaakt. Wel heb ik ernstig ge streefd voor hetgeen ik als het ideaal van een woordenboek beschouw, maar niemand is beter overtuigd dan ik, dat ik het op verre na niet bereikt heb Nog te dikwfIs blfft men zoeken en tasten, overge leverd aan eigen vinding en aan goede vóórwerkers". Merkwaardig is ook zQn meedeeüng, dat hQ uit Engeland verschillende opmerkingen kreeg van correspondenten, die beweerden dat bepaalde woorden en uit drukkingen on-Engelsch waren, terwijl hQ ze toch bfj Dickens, Saintsbury, Mrs. Humphrey Ward e.a. had gevonden. Ten slotte verwQst hQ nog naar het woord van H. T. is dat in zQne symboliek, in rijn figuren (36, 37, 33), Colnot is dat in landschap (16, 17) en In stilleven (18), in 22, 24; in het rose- groene werk, met een gevoel der volte er in (27). Van de twee grootste schilderijen (16 en 17) is het werk Land schap (17) beter dan de BoschvQver (17). In den Vijver" hindert het rood der brug op het voorste plan, in het Landschap is het blauw der lucht eveneens niet zuiver op zQn plaats, maar toch is hier, goed ge noeg, het gevoel gegeven van een weg met de innigheid der schaduwen daarop. Filarski's Zonnebloemen (45), Kuyt's Kasteel te Valere zQn te vermelden, Maks' Atelier (57), zQn HoogeschoolrQders (61) zijn Circuspaard 63). Ernst Leyden, vlot, is te ccquet in zQn portret; Piet Mondriaan's Compositie" mij te simplistisch; Schumacher is meer vol van invloeden dan van persoonlijkheid... Jan Sluyters, de schilder en soms meer de schilder dan de kiesche geest, zond acht werken. Als geheel gezien treft dadelijk de kleur: verfijnd in Schemering", in het stilleven met de rose cyclamen (92) een uiting in rose-en-grQs; bruut-sterk in de Negerin (94a). Er zijn omtrent deze reeks vele opmerkingen, in het kort zelfs te maken. De vrouw in Scheme ring" is, ik zou het zoo willen dcfinieeren, mondain-archaïseerend; krachtig is het por tret van mevrouw T. M. de Legende (90) een voorstelling van een negerin (toegekeerd) en een roodharige (afgewead) is merkwaar dig door den gevoeligen eenvoud en zeker heid van den toegekeerden rug. Iets anders is gezocht, maar niet gevonden, in de Drie Vrouwen (rose, groen, bruin-rose). De drie figuren zfjn als vlakken vorm en als lijnen spel niet genoeg verbonden. Het negatief (de ruimten tusschen de figuren) is geen schoon iets. Charley Toorop's vrouw in de Kamer (100), haar ietwat helsche kermis in de duinen (96) en haar bloemen (zwart t) zQn het meest verantwoord. Matthieu Wieg man is een talent vol ernst (1C4, 105, 110) Nog In volle ontwikkeling, is er toch omtrent hem geen onzekerheid. Niet alleen het sterke stilleven (105), spaarsch van sobere kracht, bewQst dit, niet alleen zQn zonnebloem, maar ook zfjn Sint Willibrord. Ook deze voorstelling is bedoeld als een vlakke muurversiering, als iets dat vlak moet en wil aandoen; het werk is vol onrust, zwaarte, en de wezenlQkheid der sensatie wordt gevoeld. Er is een merkwaardig ver schil van temperament tusschen Alma's zang (meer yle blijheid) en Wiegman's zekere, trage, plechtige romantiek. Een bezit van twee schilders van zoo verschillenden aard maakt een periode al niet arm. Minder bePrice, die zich als volgt uitliet: "But lexicographlcal work is of all tasks man undertakes, the hardest of perfection." En met niet minder recht en niet minder waar zegt Prick in het Voorbericht van zijn Dl. H: (want het woordenboek is voor 99 % zfjn werk): Een goed woordenboek maken kan geen sterveling, en ook geen combinatie van stervelingen, al zijn die Immoriels bovendien. Immers bQ zQn verschQnen is elk woordenboek om te be ginnen al niet meer up to date. Het zal dan ook geen kunst zijn ook voor ons zelf niet om al spoedig voor den dag te komen met nog een stel addenda en corri genda, want in de léxicographle is nu een maal het laatste woord nooit gesproken, omdat de taal met den dag verandert". En ook hQ geeft een Engelsche aanhaling ten beste, n 1. dat "the so-called finished book is really but a book just begun, a proper basis, that is, for a start, rather than a perfected product." De geduldige lezer ziet hoe de schrijvers zelf er van overtuigd zijn, dat zij de vol maaktheid niet hebben bereikt, en ik ben volstrekt niet van plan "to cook their goose for them", maar aarzel niet te verklaren, dat de beide woordenboeken zeer bruikbaar zijn, en getuigen van buitengewone vol harding, studie en opgewektheid om een zware en zoowat den heelen mensch eischende taak met goed gevolg en eervol ten einde te brengen. Wie maar eenigszins beseft wat er aan zulk een werk vastzit, zal het m.i. na kennismaking met de woorden boeken, willen beamen. De volgende op merkingen, die ik voor beter geef, mogen een bewQs zfjn van mQn welgemeende belangstelling. In het hierboven genoemde nummer van 8 September 1917 gaf ik bQ de bespreking van Pricks 1ste deel verschillende woorden en uitdrukkingen (die ieder ter zake kun dige, ik zou haast zeggen ad infinitum, kan vermeerderen) ter completeering. BQ onder zoek is me gebleken dat ze zoo wat allemaal evenmin bQ ten Bruggencate gevonden worden, hoewel deze nogal eens Amerika nismen geeft. Ook is het geven van bepaalde technische termen heel dikwijl* een kwestie van persoonlQken smaak en subjectief inzicht. In 't algemeen zou ik zeggen dat Br. uitgebreider is dan Pr. en vaak meer voor beelden geeft (nu en dan geeft hQ teekenende voorbeelden zonder ze te vertalen), maar dat Pr. meer streeft naar een scherpere (Pr. klinkt ook scherper dan Br.) en meer karakterlzeerende beteekenis-weergeving; verder is Pr. met name in het 2de dl. ruimer met populaire uitdrukkingen, colloquiallsmen, vulgarlsmen en neologismen. Verder vind ik de technische teekentjes van Pr. een voordeel; men kan zeggen, dat er toch niet naar gekeken wordt, maar ze dienen dan toch om wél naar gekeken te worden, en men mag de voordeelen ervan niet weg cijferen. MQn bezigheden lelden er toe mfj meer bepaald bezig te houden met het deel Eng,Ned., en dientengevolge kan ik ook daar over het meest zeggen. In het hier volgende zal ik, zonder bepaalde alfabetische volg orde, eenvoudig mijn aanteekeningen raad plegend, enkele opmerkingen maken. Br. mist stlngo; geen van beiden kent dry States (tegenover wet States), de staten in Amerika, die verbod van sterken drank hebben; (s. v. wet geeft Pr. a wet town, Br. niets van dien aard). Bij wench geeft Br. nog de Amerikaansche beteekenis negerin. Flre-stick vinden we wel bQ Br., niet bfl Pr. Dikwijls heeft Br. allerlei aardige Ned. parallellen, zoo bijv. wet the other eye, op n been kan men niet loopen, wat hier intusschen misschien te deftig is; Pr. heeft volkstUmlicher: er nog eentje nemen (pakken of vatten zeggen ze ook wel). In Schiedam hoorde ik dikwijls de vraag: Willen we een beetje nemen" ?, wat dat beetje" belangrijk is Piet Wiegman. Toch is er n schilderij, Interieur (132), dat tot de beste op den Hollandschen kunstenaarskring hoort. Er is ruimte en vastheid. Er is een haast oneindig lijkende afstand tusschen dit Binnen huis en die der Haagsche school; deze in tiem, beweegiqk, Wiegman's stijgend, vast, statig. Wol t er is het gevoeligst in de kleinere schilderijtjes. 144, Zeeuwsch boeren huisje, in 151 Oude Werf, in 141, hetArnemuldensch meisje. ZQn lumlnisme staat hier afzonderlijk, vergeleken met de meeste an dere wQzen van voordracht. Het ontbeert het decoratieve. En nog iets is te noteeren. Een kunst als de zijne, moet óf uitbundig zich geven of teeder zfjn als teederste lichtvlaag. Dan is zf, zooals zij zijn k a n l En vindt ge dit hier genoeg, een van deze twee, of beide? PLASSCHAERT min in HET M. O. EN DE DOCTORSTITEL De heer Vegter te Scheveningen maakt er m| attent op, dat de voorrechten door het bezoldigingsbesluit aan den doctorstitel' verbonden, nog gunstiger zijn, dan door mij in No. 2228 van dit Weekblad werd voor gesteld. Ik heb niet gedacht aan de bepa lingen van het Besluit, dat de verhoogingen van f250 telkens den doctor reeds na 16 en 18 werkelljte dienstjaren worden toegekend, daar het bezit van. den doctorstitel bQ de berekening van het salaris voor 2 dienstjaren telt, wat feitellk neerkomt op een 9de ver hooging na 18 werkeljjkt dienstjaren. Elke verhooging wordt daarenboven door den dokter 2 jaren genoten, voordat de werkelijke dienstjaren verloopen zijn. Ik dank er den heer Vegter voor, dat hQ mQ de gelegenheid heeft gegeven, om de voorrechten door het genoemde Besluit aan den doctorstitel verbonden, in haar juisten en vollen omvang te noemen. Waarom, zou ik willen vragen, kunnen soortgel|ke voorrechten wat de dienstjaren betreft, ook niet toegekend worden aan leeraren, die, na eenigen tijd bQ het lager onderwijs werkzaam te zQn geweest, met lliiiiiiiiiiimi iiiiiiiiiiiiimiii liiiin Hm, teekent, zal iedereen in dit verband best begrijpen. Dit in verband met a wet, waarbij geen van beiden een spatje of een taaie noemt. Bij hlggledy-piggledy geeft geen van beiden hudje en mudje. Geen van belden geeft t haf s that, dat is je ware, nog al glad, nog al wiedes. Geen van beiden heeft topscorer (Cricket); s. v. score geeft Br. wel run up a score, ook in de bet. van veel punten maken bij Cricket. In full pontiflcals vertalen Br. en Pr. in pontificaal", heel vaak zeggen wij daar ook voor in groot pontifi caal; Pr. geeft ook: In vol ornaat; ook zeggen we wel in gro»t gala. Pooh-pooh a thtng Br. en Pr.: met verachting van zich werpen (veel te deftig), Pr. geeft ook: z'n neus voor iets ophalen; misschien beter iets van nul en geener waarde beschouwen, er zooveel om geven als om een rotte kool bij een groentevrouw, zijn laarzen aan iets lappen. Voor every sorrow fias its twln joy (de uitdrukking komt bQ Pr. niet voor) vertaalt Br.: de tweeling der smart is de vreugde; beter zou m. i. zQn: ieder verdriet heeft als tegendeel zfn vreugd, de daaraan beant woordende vreugd. Voor catch-word (van acteurs) is de technische term bij ons wacht" (wat Pr. heeft en Br. niet), bQv. geef me mQn wacht". Br. heeft tompion in dezelfde bet. als tampion; Pr. geeft deze variant niet. I would go through flre and water for you vertaalt Br. alle gevaren trotseeren; wjj zeggen toch evengoed: ik zou voor je door 't vuur gaan. Geen van beiden heeft blimp (een klein luchtschlp om de kust te ver kennen, a coast scout), evenmin duck-boaras (van smalle plankjes met korte tusschenruimten vervaardigde ladderachtige getim merten om op drassig terrein te leggen voor de stevigheid, eendenrennen") en dud in de bet. van niet-ontplofte granaat. Pr. geeft dud alleen = lor, prul, en duds vodden, spullen, spulletjes. S. v. fling (subst.), dat Pr. niet als zoodanig vermeldt, heeft Br. blijkbaar niet gedacht aan Tennysons Glve me my fling, and let me say my say". Voor bombinate in the void (de uitdr. komt bij Pr. niet voor) had Br. liever moeten ver talen : gonzen, kletsen, daien of zwammen in de ruimte. Ik vermoed samenhang met Gr. Poppew, gonzen, zoemen, ook weergalmen. Geen van beiden heeft subst. pull in de bet. van zwaai, uithaal, slagwfjdte, vooral in Cricket gebruikt, b|r. a h i «er (striker) with a long pull". Voor pitch and toss geeft Br. kop of leeuw (het gewone jongens-slang is kop of kont, netter kruis of munt); eigenlijk is het ook meer het opgooien zelf van de munt. Kruis of munt heet gewoonlijk heads or tatts. Bij pitch heeft geen van beiden de sp«rt-beteekenis van het woord (Cricket); evenmin heeft Br. popping crease, wat Pr. wél heeft. Daarentegen geeft Br. destrier (strijdros) en Pr. niet. Geen van beiden vermeldt dlngo, "wild dog of Australia, very destructlve for the sheep" (Adam Lindsay Gordon: "T was here we ran the dingo down"). Hoewel Pr. nogal eens slang-uitdrukkingen heeft, mis ik bQ hem (wat Br. wél heeft) sling onëshook: er van door gaan, er tusschen uit gaan (trekken), 'm smeren, enfiler la venelle. Br. vertaalt hèslang hls hook hij schuurde zQne plek. Geen van beiden heeft het wel is waar veroudeide, maar toch in de oude literatuur nog al voorkomende tlre-tnan; Br. geeft wél atHre-woman. Br. vertaalt hèttpped the llquor ff nQ gooide 'm om, ook dikwijls sloeg 'm om. Geen van beiden heeft tip-and-run (Cricket). Sacker in de bet. van zuigvisch vindt men wél bij Pr., niet bij Br., daaren tegen carlbou wél bij Br. en niet bij Pr. Evenzoo vindt men bQ Br. en niet bij Pr. het ww. dree, dulden (tweemaal in de ge dichten van Ad. Linds. Gordon). BQ ranch is Br. uitgebreider dan Pr. Naast straddlelegged komt ook straddled als patt. voor, bijv. thelr hlnd legs straddled akwardly" (Chas G. D. Roberts Neighbours Unkno wn" *) Puffin (i.q. sea-parrot) geven beiden paDE CONTRA-REVOLUTIE IN DUITSCHLAND Teekening voor ,de Amsterdammer" van Qeorge van Raemdonctt Michel: .Opstaan. Zitten. Opstaan. Zitten. Opstaan...!" IIIMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII een middelbare acte naar het M. O. over gaan? Dit zou voor hen reeds een salarisverhooging beteekenen en alleszins billijk zijn. Wat het bedrag der salarissen der leeraren bij het M. O. betreft, past de uit spraak: dankbaar maar nog niet voldaan. Ook zou voor leeraren met middelbare acte pegaaiduiker, aak beiden alk, maar hierbij geeft Pr. ook pap.duiker; bQ Roberts zijn het twee verschillende soorten van vogels. Voor saddleback, wat Roberts verder op "black-backed gull" noemt, geeft Pr. mantel meeuw, Br. heeft het woord niet. Bulbul heeft Pr. niet, Br. vertaalt zanglijster; inde poCzie staat het ook wel voor nachtegaal en voor zangvogel in 't algemeen. Yowl (gil of gehuil van katten en wilde dieren), vgl. ons juilen, joelen, komt wél bQ Br. voor, niet bl Pr. Bij Roberts vond ik naast mew ook meow van katten (geen van belden). Criss-cross hebben zij beiden, maar niet in de verbale beteekenis, waarin ik het bQ Roberts vond. Shlner komt bij beiden voor, maar niet in de bet. van glimvisch(P), "Neighb. Unkn." p. 139. B. heeft crotch, Pr. niet; bij Br. is s.v. croupier niet vol doende de speelbank of -tafel beteekenis gegeven. Pr. geeft wél cruet, maar mlrabile dictu niet cruet-stand, een van die onver klaarbare slips" that will occur, Néd.-Eng. héft hij hét toch óók wel ónder olie- n azfjnstel. De beteekenissen van f all foul of zQn bij Br. niet volledig. Als Br. vertaalt "it is an ill bird that fouls its own nest", wie zfjn neus schendt, schendt zQn aan gezicht, dan lijkt me dat niet drastisch genoeg, wij kennen toch ook de uitdrukking z'n eigen nest bevuilen. Geen van beiden heeft goose-tongue, een compositae-plant, verwant met yarrow, duizendblad (achlllea millefolium, Eng. ook mil/oil geheeten). Zou het geen aanbeveling verdienen vooral bij de minder bekende namen van planten tot beter begrip ook zooveel mogelijk de wetenschappelijke namen te geven, zoo bijv. bQ tlmothy (grass'), Timothee- of Tlmothygras, phleum pratense? Naast tltlvate be staat ook de spelling tltt,, niet vermeld door Pr. Catches zQn ook o.a. de tusschenpoozen in de ademhaling, bijv. 'the catches in the Queen's brealh grow fewer" (tooneelaanwQzing bQ Lord Dunsany) bQ geen van keiden duidelijk aangegeven. S. v. take-off geeft Br. niet af iet (bQ een sprong), Pr. wél; Br. geeft ook moord, maar deze bet. is mij alleen bekend van taking-off (Macb. I, 7, 20; Lear V, l, 65). Overigens heeft noch Br. noch Pr. take off (verb.) in de bet. van vermoorden. Beetle is in Amer.-Eng. ook bettle; dat bQ geen van beiden voorkomt. Rasper komt niet voor bij Pr.; Br. geeft ook den sport- en jachtterm: moeielfjk te nemen hek (*She raced at the rasper, I feit my knees grasp her", Ad. Linds. Gordon "How We Beat the Favourite"); evenmin slag en slogging gebakkelei, kloppartfj. Fuddle geeft Pr. o.a. zich besassen (Lim burgsen?), hier In Holland zeggen we gewoonlijk bezatten of besissen. Bij profiteer (ww.) had Pr. ook moeten geven O.W. maken en bij profiteer (zelfst. nw.) ook O.Weeër, vooral omdat hij juist in deze dingen min of meer specialist is. BQ lord heeft Pr. niet de ww. bet., die we o.a. vinden in Keats' versregel "There are who lord it o'er their fellow men". Geen van belden heeft perfect lady, i.q. tank. Pr. mist the Die-Har ds, soldaten van het Middlesex Regiment (Br. geeft het 57ste Regt. maar dat is misschien hetzelfde.) Geen van belden heeft power-egy, air-scoop, bombtrap. Br. kent sllencer niet, Pr. breather, waarvoor bQ Br. niet voorkomen de bett. mensch of sterveling (driemaal bQ Shakespeare) en ventilator. Hog In a blanket (Pr., niet bQ Br.) is niet heelemaal hetzelfde als Jan in den zak, V. Slang-Dictionary. He has a slate loose, Br.: hQ is niet recht snik, Pr.: het scheelt hem in zQn boven kamer; misschien beter: er is er een (er zijn er een paar) bQ hem op den loop. Cabbagetree komt niet voor bQ Pr., Br. geeft koolpalm, evenmin strlngy-bark, Br. soort van eucalyptus, ook niet cushat (voorkomend in de gedichten van Walter Scott), Br.: ring- of woudduif (Webster: ring-dove or wood pigeon). het promoveeren tot doctor gemakkelQk gemaakt kunnen worden voor zoover er in hunne vakken doctoraten bestaan.Uitbreiding der wetenschappen, waarin een doctoraat verworven kan worden, is meermalen bepleit. Den Haag Dr. J. E. ENKLAAR iiliiiiiiiiiiiiiiimiiiliMiliiiiiiiiiiliiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimliiiiiiiiitiiiliiiiiii Paravane, een buiten de schepen stekende Inrichting om mijnen onschadelijk te maken, komt bQ geen van belden voor, maar het is mogelijk, dat tQdens de bewerking van de P dit werktuig nog niet was uitgevonden. BQ to glve one the slip zfjn ze beiden on volledig, want het kan ook beteekenen iemand ontloopen. Zoo vond ik het ten minste gebruikt door Lord Dunsany. Over het tweede deel moet ik kort zQn; zooals ik hierboven al zei, heeft Pr. meer ; volksuitdrukkingen, termen van dagelQksch gesprek en uitdrukkingen, die in verschillende soorten van jargon of argot worden gebruikt, en ook meer wporden van den nieuweren l tijd, oorlogswoorden en dgl. Bij de afkorting ; O.W. teekent hQ aan: zie ook O.W.er", maar dat heb ik nergens kunnen vinden. i Maar hierin is het ook onmogelijk volkomen volledig te zijn, want Pr. geeft bijv. wel ' belazeren, bedonderen, bedotten, beduivelen '. (meestal beduvelen), verlakken, verneuken en verneuriën, maar niet belatafelen (wél belatafeld), besjoechemen en vernachelen; wel mesjogge, maar niet gesjochten. BIJ Br. komen er nog minder hiervan voor. Br. en Pr. geven wel klabak en smeris, maar niet sjQn en knolsmeris (agent te paard). Pr. geeft zich sjakes houden, Br. niet. Voor lijntrekker (niet bQ Br. voorkomend) geeft Pr. o.a. shlrker, maar zou dit niet meer ongeveer gelijk embusquézijn, iemand die er zich heelemaal uitdraait of er zich aan onttrekt, heelemaal wegblijft, en lijntrekker meer dawdler of slacker? Fuut, grutto en stern vindt men niet bQ Br. (bQ vischdlef geeft hQ tern) wél bQ Pr. Geen van beiden hebben zQ klult(vogel). Verder missen we bQ Br. achtergalerQ, bellenbaan, bontste!, roomhoren, roomsoes en vagevuur. Pr. heeft ook al weer uitveteren, niet de variant, uitfoeteren, wél weer uitvloeken (ook Br) niet uitvunzen. BQ uiterwaard vertaalt Br. tract of land without the rlverdlke, Pr. geeft fore-lands, haugh; In Eng.Ned. heeft Br. voor haugh laag gelegen, vruchtbaar oeverland, Pr. haag, uiterwaard. Fore-lands vermeldt Pr. niet in dl. I, wel foreland, landpunt, voorland; Br. landtong, kaap, ruimte tusschen vestingmuur en gracht. Om niet \ te uitvoerig te worden, moet ik 't hierbij laten. Nu ik klaar ben, is 't alweer meegevallen. Ik hoop even-handed justice" te hebben beoefend, en te hebben aangetoond, dat er is good in every thing". Beklage men zich niet over den onmerkbaar uitgedijden omvang van dit artikel; het zou makkelijk genoeg geweest zQn me er af te maken met een pluimpje en een paar bleeke weinig zeggende woorden, maar ik wil graag, dat men werkelijk iets aan zoo'n bespreking heeft. Eigenlijk kan men pas hij voortdurend gebruik de waarde door en door leeren kennen. Drukfouten zQn er voor zulke uitgebreide werken betrekkelijk weinig; bQ Pr. vindt men behalve de vroeger vermelde, Eng.-Ned. blz. 16 ggravation. 58 blakguard, 82 muziekportefeulle, 167 twisgesprek, 355 hospis, 533 proot-text, 553 Resquiescat, 564 nieuw heid; bij Br. Eng.-Ned. blz. 55 blarncy, 90 ceve, 97 cincrary (alle drie In de op schriften van de bladzQden), 200 felf, 525 hoogeplaatst. Den Haag EDWARD B. KOSTER *) Ik neem de gelegenheid te baat op te merken, dat deze Roberts dezelfde Canadees is, wiens dichtbundel Songs of the Common Day ik besprak in mijn Studiën in Kunst en Kritiek", en dat zijn prozabundels over het dierenleven evengoed verdienen vertaald te worden als de boeken van London, Curwood, Long e. a.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl