De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 27 maart pagina 1

27 maart 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N . 2831 * Zaterdag 27 Maart A9 1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP Redactewen: Prof. Dr. H. BRUGAIANS, Mr. E. S. OROBÏO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën f 0.60 per regel plus 10 cent dispositiekosfen | INHOUD: Bladi 1: Burgeroorlog in Duitschland, dcor prof. dr. G. W Kernkamp. Tijdgenooten, door dr. G. W. C. Byvanck. -^ Mr. J. A. Levy, door prof. mr. D. Simons. 2. Plaatselijke Keuze, door prof. Ant. van Gijn. Dienstweigeraars, door N. C. S. Krekel zang, dozc J. H. Speenhoff. Gezinsloon en Moederschapszorg, door dr. C. P. Gunning. 3: Bij de latellectueele Communisten door dr. E. Bonebakker. 5: Voor Vrouwen (red. Kis. M. Rogge) J. P. Reynvaao -Jdoor L. de Bnssy-Kruyse. Vronwenbelangm, door C. S. Groot Breien, door G. Carelsen. Uit de Natuur: Oe Sachem, door Jac. P. Thijsse. 7: OberAmmergau niet in 1920, door dr N. J Singels. Zij, door M.?Boekbespreking,door prof.dr. J Prinsen J.Lzn. ft Uitbreiding van Staatsboschbezit door P. H. Burgers Schilderkunst-Kroniek, door Plasschaert. Om boven te blijven, teekeuing van Jordaan. Oud-Atheensch Imperialisme door dr. J W. van Rooyen. 10: Muziek in de Hooflttad, door H J. den Hertog. Op den Economiscben Uitkijk, door jhr. mr. H Smissaert. In Duitschland, teekening van lieorge van Raemdonck. Tecfcn. Rubriek, door dr. J. F. van Oss. 12: Uit het Kladschrift van Jantje. Chsmvaria. Biljartsport, door B. Onze Puzzlo.?Boeketjes Solistiek, door Gerb. van Dijk. Feuilleton' De G juden Snuifdoos van broeder Simplicius, doot dr. Andre Sehill'Dgs. 13: Amerika verwerpt het Vredesverdrag, teekeuing van Joh. Braakensiek. Hofstad en Hofstedeliogen, door Nuehterling. Spreekiaal. Kiekjes uit Kafferland. Leekeaspiegcl. Bijvoeg-el: Duitcchland in brand, teekening van Joh. Braakensiek. BURGEROORLOG IN DUITSCHLAND De staatsgreep van Kapp en von L ttwitz heeft in Nederland een slechte pers gehad. Ook bij velen, die zich er in ver kneukeld zouden hebben, indien hij met succes bekroond was. Dan zou menigeen gedacht of gezegd hebben: nu komt er weer orde in Duitsch land ; onder het regiem van de revolutie is het er altijd een janboel geweest; dat zal anders worden, nu het bewind weer in handen van mannen is geraakt, die gewoon zijn te bevelen en zich te doen gehoorzamen. Want zelfs bij. Nederlanders, die in hun eigen land niet gediend zouden zijn van Pruisische regeeringsmanieren, vindt men het geloof, dat een Duitscher de Zuid-Duitscher moet het zirJh nu eenmaal laten welgevallen, dat hij met den Pruis over n kam geschoren wordt zich alleen behagelijk gevoelt, wanneer hij in het gareel van de tucht loopt en zich eerst dan behoorlijk gedraagt. Maar wie om deze of soortgelijke redenen geneigd waren hun zegen te geven op de onderneming van Kapp en consorten, zullen allicht een vloek ge preveld hebben, toen zij bemerkten wat de gevolgen ervan waren: een burger oorlog, feller dan er nog ooit in Duitsch land heeft gewoed; een vloedgolf van Spartacisme en bolsjewisme, die reeds het geheele industriegebied van Westfalen en de Rijnpiovincie en een groot deel van Thüringen heeft overstroomd. De voorzichtigen, die aanvankelijk ge zwegen en de kat uit den boom hadden gekeken, zingen nu luidkeels mee in het koor van afkeuring: hoe onverantwoor delijk van die fanatieke conservatieven om Duitschland weer in beroering te brengen, juist nu het tot rust scheen te willen komen l Maar zij bedoelen eigenlijk: hoe stom van dien Kapp om niet te zorgen dat hij de macht in handen kon houden l dan zouden er betere tijden zijn aangebroken, zoowel voor Duitschland als voor zijne buren. Zou dat inderdaad het geval zijn ge weest ? Wij gelooven het niet. Noch in eco nomisch, noch in politiek opzicht zou 'Duitschland gebaat zijn bij een herstel van het oude régime. En zeker niet op dit oogenblik. Men behoeft geen groot bewonderaar van de regeering Ebert-Bauer-Npske te wezen om te erkennen, dat zij onder buitengewoon moeilijke omstandigheden groote diensten aan haar land heeft be wezen. Voor de arbeidsschuwheid en de tallooze werkstakingen kan men haar niet verantwoordelijk stellen: zij waren het gevolg van den oorlog en van de in alle landen zich openbarende begeerte der arbeiders en ambtenaren om betere levensvoorwaarden te verkrijgen. Men mag en men moet haar verwijten, dat zij de belangen der intellectueele werkers heeft achtergesteld bij die van de arbeiders met de handen; maar men erkenne tevens, dat zij het hare ertoe heeft bijgedragen om dezen arbeiders den plicht tot ver meerdering van de productie in te scher pen. Juist in de laatste maanden viel er in dit opzicht verbetering te bespeuren. Tegen de revolutionaire pogingen der Spartacisten is zij, na aanvankelijke aar zeling en zwakheid, ten slotte met kracht opgetreden. Niet tegenover de uiterste partijen naar links heeft zij zich het meest toegevend getoond, maar die naar rechts ontzag zij te veel. Want zij kon zich alleen staande houden met hulp van troepen, die grootendeels werden aangevoerd door officieren van het oude leger. Toen deze zich onmisbaar begon nen te gevoelen, staken zij hunne poli tieke meening niet langer onder stoelen of banken en deden haar ook ingang vinden bij hunne manschappen. Maar, welke fouten de regeering Van Ebert en de zijnen ook moge hebben begaan, zij was de eenige, die zich in het Duitschland van na de revolutie kon handhaven. Een regeering, die steunde op de partijen van: meerderheidssocialisten, centrum en democraten, was ook in overeenstemming met den bij de ver kiezingen voor de Nationale Vergadering gebleken wil van het volk. Meenden de conservatieven en nationaal-liberalen wij zullen deze partijen maar bij haar ouden naam noemen dat de samen stelling der volksvertegenwoordiging niet langer beantwoordde aan de inmiddels gewijzigde gezindheid der kiezers, zij be hoefden niet langer te wachten dan tot den aanstaanden herfst om de proef op de som te trekken. Zoo lang reikte hun geduld echter niet. Althans dat van de meeste conservatieven niet. De nationaal-liberalen schijnen bij den staatsgreep van Kapp niet in het vertrouwen te zijn genomen; zoo hij echter gelukt ware, zouden zij zich zeker aan de zijde der overwinnaars hebben geschaard. TIJDGENOOTEN GEHEIME GESCHIEDENIS I Wilfrid Scawen Blunt. My Diaries, being a personal narrative of events 1888 1914. Zooveel menschen zijn er zeker niet in Holland die zich den naam van Scawen Blunt zullen herinneren! Of die zich zullen wagen aan de lectuur van een dagboek over personen en gebeur tenissen in een vreemde wereld, laat ons zeggen, wat hier het geval is: in vreemde werelden. Het dagboek van een ander, dat zijn fragmenten van dingen en personen die in een willekeurige orde voor ons oog pas seeren. De man die het heeft bijgehouden, o, voor hem vormt het een geheel, maar wQ die niet deelen in de occupaties en preoccupaties van zQn bedrijf en zijn geest, wQ krQgen van zQn leven slechts een ver zameling scherven met de taak daaruit zijn bestaan op te bauwen. Het mag dikwijls een belangrQk werk zQn. Maar wie getroost zich gaarne die moeite met twee compres gedrukte groote deelen, meer dan duizend bladzijden te zamen? Voor Scawen Blunt toch mogen wQ wel iets over hebben. Er zijn twee soorten van Engelschen; de eene soort is vooruitgekomen en in de wereld geslaagd, voor zoover men kan slagen in de wereld; de tweede is eigenIQk heel of half mislukt; deze menschen hebben hun grieven, hun stokpaardjes en hun oordeel over het leven. Met de eersten kan men vrQwel overweg, maar onder de twee den heeft men adorabele exemplaren. Scawen Blunt behoort tot die Engelschen, Waarom dan de conservatieven en Al-Duitschers hun toevlucht hebben ge nomen tot geweld? i Vermoedelijk omdat zij zich vergist" hebben in de berekening van de bestaande j machtsverhoudingen. Overschat moeten zij hebben de wijdte l van den ommezwaai, die er in de poli tieke gezindheid van het Duitsche volk onder den indruk der gebeurtenissen van het laatste jaar had plaats gehad; onder schat daarentegen den afkeer van het j oude régime en eveneens de kracht van ! den tegenweer, dien een militaire over rompeling zou uitlokken. Zulk een vergissing schijnt althans een aannemelijker ;verklaring van den staatsgreep, dan die, welke de Berlijnsche correspondent van de Times oppert. Volgens hem was het complot reeds lang beraamd; de uitvoering ervan zou echter eerst over eenige maanden ge schieden, maar werd door een toeval verhaast: een officier van de Rijksweer, die diende bij de troepen, waarmede de staatsgreep zou worden ondernomen, werd overgeplaatst naar een verafgelegen garnizoen; hij weigerde aan dit bevel te voldoen, uit vrees zoo zal men er dan bij moeten denken dat hij op het oogenblik van den opmarsen tegen Berlijn niet van de partij zou kunnen zijn. Die weigering veroorzaakte dat de regeering onraad bespeurde; om haar de gelegenheid te ontnemen zich op de komende dingen voor te bereiden, moest toen snel worden gehandeld. Niet onthullingen van deze soort bren gen onze kennis van de voorgeschiedenis van den staatsgreep iets verder; er zijn andere, die ons wijzer maken. Wij gaven de vorige week reeds te kennen, dat wij Kapp en von Lüttwitz moeilijk voor de voornaamste aanleggers van het complot konden houden; achter hen vermoedden wij de figuren van Helfferich en Ludendorff; die moesten hen erop uit hebben gestuurd. Sedert is dit vermoeden vrijwel tot zekerheid geworden. Omtrent het aandeel van Helfferich lekte nog niet veel uit. Wel werd mede gedeeld dat men hemeenige malen heeft gezien in het gebouw, waar Kapp, in de luttele dagen van zijn rijkskanselierschap, troonde. Maar bepaalde bewijzen van zijne medeplichtigheid schijnen niet te kunnen worden aangebracht. Anders staat het met Ludendorff. Niet alleen moet hij naar Berlijn zijn gekomen om de nieuwe regeering met raad en daad te steunen, maar bij wordt met name genoemd als de eigenlijke leider der contrarevolutie. In de bijeenkomst, die de Nationale Vergadering op Donderdag 18 Maart te Stuttgart hield, heeft de rijkskanselier Bauer hem aangewezen als den man, die Kapp en von Lüttwitz tot het spelen met vuur heeft aangezet. Op Ludendorff is de verantwoordelijk heid gelegd voor het allergevaarlijkste plan van de kortstondige regeering: het voorbereiden van den revanche-oorlog. Over de uitvoering van het vredes verdrag had die regeering in ne van hare proclamatiën gezegd: wij zullen het waarvoor men, zonder er zich volle reken schap van te geven, liefde gevoelt. H|j is een landheer en een hartstochtelQk liefhebber van paarden, hQ is een dichter en een kunstenaar en heeft eea onbedwing bare behoefte gehad om landen en volken te kennen. Met zijn vrouw, een kleindochter van Lord Byron, heeft hQ door de wilde streken der wereld gezworven en vriendschap gesloten met al wat oorsproakeigke vormen van een primitief leven had behouden. Hij heeft zijn landgoed in Egypte en zijn be zittingen in Engeland, hQ verkeert in de beste kringen van de Oostersche en Westersche wereld, en hij haat de veinzerQ van de maatschappij, het bedrog der politiële, de fanatieke bekrompenheid van den godsdienst. Ja, om het met een enkel woord te zeggen, ondanks al het goede dat hem te beurt is gevallen, en ondanks al zQn gaven om van dat goede te genieten, is hQ een opstandige natuur. Scawen Blunt heeft leercn wantrouwen den mooien kant dien de groole wereld den menschen wil toekeeren, hQ heeft zich naar zijn aard aangetrokken gevoeld tot verdrukte menschen en volken; hij heeft de partQ erkozen van wat de voorname memchheid gering hèft geacht. De ervaring met zijn tochten opgedaan, de ruimere sympathie voor het lot van stervelingen, gevoeld door den man die op velerlei plaatsen en ia aller lei betrekkingen met anderen hreft samen geleefd, hebben hem zQn eigen blik geschon ken op den gang dtr zaken in wat men gewoonlijk geschiedenis noemt. Zijn over tuiging is dat hij van veel dingen het gehelm weet. In een van zijn boeken heeft hQ de geheime geschiedenis van Arabi Pacha's opstand ia Egypte behandeld, hQ is daarbij getuige geweest; in een ander bespreekt hij den toestand van Engelsch-Indië, in nog een dien van Ierland; de uitgaaf van zQn dag boeken over de jaren 1888 tot 1914 moet strekken tot ten bijdrage voor de geheime geschiedenis der laatste jaren. Eigenlijk een heerlijke, een alleraantrekkelrjkste man. Hij vliegt op in een toorn wanneer hQ denkt aan de huichelarij van zijn volk dat, al door bewerend maar tijdelijk in Egypte te zQn, zich dtar duurzaam heeft genesteld. HQ vergeef t den Engelschen nimmer hun gedrag tegenover de Boeren en de Ieren; hq verwenscht Kltchener, haalt zQn schouders op over Gladstone, scheldt Qrey uit, gelooft zelf niet aan de deugd en dege lijkheid van John Morley. Daarentegen moest ge hem eens hooren als hQ een gelukten aanslag op een Russischen groothertog of op een Engelsen-Indische autoriteit verneemt! HQ wrijft zijn handen van genoegen, alsof zulke menschen er expres voor waren aangesteld om op ge schoten te worden. In een oogenblik van neerslachtigheid schrijft hQ in zQn dagboek: Ik zie niet duidelQk in welke richting nog het goede ligt. Van de beschaafde menschheld heb ik genoeg en de wilde menschheld, dat is een verloren zaak geworden. Ik heb er voor gedaan wat menschen mogelijk was. Egypte heb ik toch, voor een poos naar ik meen, gered van opsiurping door Europa. Maar den tocht van den .Vooruitgang" kan ten slotte niets neerslaan, en het ouderwetsche idee der rechten van de onbeschaafden sterft geheel uit. Zelfs in Ierland trekt de nationale zaak n IQn met de gedachten van de 19e eeuw. De bandieten en veeschenders en rebellen van alle kaliber verdwijnen, en in plaats daarvan manoeu vreert Parnelle"... En hQ een Zuid-Afrikaansche voorstelling in 1899 te Londen verkondigt hQ luid: de meerderheid van den zwarten man in zijn waardigheid boven den blanken windmaker". Ik kies een paar pagina's van het Dagboek uit om een idee te geven van den man en van de manier zijner voorstelling. Naar aanleiding van den dood van Paus Leo XIII vertelt hij van zijn eenigen onder houd met dien Kerkvorst. Het was in de dagen dat hQ zich zeer gedrukt gevoelde en zijn weg in de wereld geheel scheen te hebben verloren. HQ had voor Ierland willen werken en was in de gevangenis gesloten; zQn verkiezing voor het Parlement was onwettig verklaard, de politieke loopbaan was afgesneden. ZQn activiteit waar hQ voortwou, was versperd. vredesverdrag naleven, voor zooverre onze eigen economische behoeften dit toelaten en de bepalingen ervan niet in strijd zijn met de eer van het Duitsche volk. Niet in strijd met de eer in den mond van menschen als Ludendorff en von Lüttwitz waren dit onheilspellende woorden. Indien zij de macht hadden om het vredesverdrag slechts uit te voeren, voor zooverre naar hunne mee ning de eer van het Duitsche volk daar door niet werd gekrenkt, zou er dan nog wel ne bepaling van dat verdrag door hen worden nageleefd? Maar zij hebben bovendien ook uit drukkelijk te kennen gegeven intusschen waren zij zoo verstandig, dit niet in een proclamatie te doen welke be palingen zij in de eerste plaats wenschten te schrappen: die, waardoor aan Duitsch land de gelegenheid werd ontnomen om een 'sterk leger op de been te brengen en dit te voorzien van het daarvoor noodige wapentuig. Zoo blijkt de poging om in Duitsch land een regeering van de daad" aan het roer te brengen, dus tevens en misschien wel allereerst een poging te zijn geweest om aan Duitschland zijn militaire macht terug te geven. In zoo verre kon Bauer spreken van: het voor- < bereiden van den revanche-oorlog. Volgens den heer Wibaut die te Berlijn een internationale conferentie van sociaaldemocraten was gaan bijwonen, waarop men een verzoening tusschen de Duitsche meerderheids-sociaaldemocraten en de onafhankelijker! hoopte tot stand te brengen zou Ludendorff er zelfs geen bezwaar tegen hebben gehad, voor den staatsgreep de hulp te aan vaarden van de uiterste partijen van links. Dit is niet zoo ongelooflijk als het op het eerste gehoor klinkt. Bij een samen gaan van conservatieven en onafhankelijken zouden de eersten natuurlijk groote concessies aan de arbeiders hebben moeten doeo. Maar zij zouden in het bezit van enkele ministerzetels gekomen zijn en in «Ik geval de leiding der mili taire aangelegenheden aan zich hebben getrokken. Bij den burgeroorlog, die ook dan op den staatsgreep zou zijn gevolgd, zouden zij een deel der arbeiders tot bondgenooten hebbe^ gehad. Lang zou dat bondgenootschap vermoedelijk niet geduurd hebben; maar Ludendorff en de zijnen moeten er op gerekend hebben, ?dat zij ondertusschen vast in het zadel zouden zijn geraakt. Want in tijden van burgeroorlog en anarchie pleegt ten slotte de meerderheid van het volk de zijde van hen te kiezen, die over de macht beschikken om ordelijke toestan den te herstellen. Voor Duitschland's toekomst is het te hopen, dat de gematigde democratische partijen de noodige macht zullen kunnen ontwikkelen om een einde aan den bur geroorlog te maken. Moet de binnenlandsche vrede echter worden gekocht door een compromis met de uiterste par tijen van links, dan zal dit slechts uit stel van executie wezen. Het bolsjewieksche gevaar zal dan tijdelijk zijn afgewend, maar vroeg of laat in ver scherpten vorm terugkeeren, zooals het thans reeds veel grooter is dan een jaar geleden. Wij, Nederlanders, hebben alle reden den loop der gebeurtenissen in Duitsch land met aandacht te volgen. En wij moeten meer doen, dan met de handen in den zak naar den brand van buurmans huis staan te kijken. Want ook bij ons is ontplofbare waar opgestapeld. KERNRAMP miiiiiiitimiiiiiiliiiii iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimmiimiiiiiiiii In die stemming trok Scawen Blunt naar Rome als op een pelgrimstocht. HQ had introducties van kardinalen en moDsignorl In de hooge geestelQke wereld, en zelfs zweefde het idee voor hem in een orde te gaan Was h IJ maar niet getrouwd geweesr. Aan een bekeering dacht hQ wel. HQ legde een algemeene biecht af. Een particuliere audiëntie bQ den Paus werd hem verschaft. HQ ging naar het Vaticaan in een ouden diplomatieken uniform, en naar hQ dacht om zQn kleedrj werd hQ met bflzonderen eerbied ontvangen, omdat men in hem den drager van een politieke zending zag. Hoe het zQ", noteert Scawen Blunt, toen ik de deur achter mQ hoorde sluiten en ik volstrekt alleen stond tegenover een bQna goddelijk persoon, wanneer er van eenige goddelijkheid op aarde sprake kan zijn, verkeerde ik in een groote verlegenheid. Het visioen dat ik voor me had was van een kleinen ouden man vol waardigheid, gekleed in het wit en gezeten op een lagen troon, zQn gelaat bleek maar met lichtende donkere oogen, waarin alle wijsheid van deze wereld en van de andere was gevat, de gestalte van een Heilige en tegelijkertijd van een die de menschen en de wereld kende. HQ deed mQ denken aan die wondere beeltenis van Voltaire in zQn armstoel van het Theatre Francais, want de houding was d-zelfde, maar hQ boog zich tot me met een blik van onderzoekende tegemoetkomst. Toen ik zQn voeten bad gekust, deed hQ mQ opstaan', ofschoon ik bleef knielen, en op zijn verzoek vertelde ik hem van Ierland; maar de persoonlijke belangstelling welke hQ voor mQ scheen te hebben, want hQ hield mQn linkerhand met zQn rechter j vast en drukie haar tegen zQn knie,?>,af mg den moed om over mQn eigen gekstelijke omstandigheden als in een biechtstoel te spreken en zijn hulp te vragen. Hij kon mQ niet geven al wat ik vroeg, maar bij het heengaan was ik in tranen. Ik was meer dan twintig minuten met hem samen, en de kamerheeren buiten de audientiekamer keken mij met afkeurende blikken aan, omdat <k er zoo lang was geweest, en naar zij schenen te raden, met Mr. J. A. LEVY door prof. mr. D. SIMONS Nu bQna 36 jaar geleden, in 1884, het eerste jaar, waarin ik de vergadering van de Juristen Vereeciging bijwoonde, mocht ik met Levy kennismaken. In dien goeden ouden tij 4 bestond nog de gewoonte, dat de Juristen- Vereeniging drie dagen achter een vergaderde. Levy, voor wien het een levensregel geworden was, op die vergade ringen over eik onderwerp het wooid te voeren, meerendeels als eerste spreker, had dus toen gelegenheid driemaal de aanwezi gen te boeien door de kracht van zQn woord. Ik herinner mij die bQeenkomst van 1884 en het optreden van Levy nog zeer goed; elke van de drie redevoeringen, toen door hem gehouden, lieten een leveodigen indruk na. BQ de bespreking van het onderwerp van het wettelijk erfdeel trof hQ door den scherpen spot, waarmee hQ enkele bestrQders van de legitieme te IQf ging en door de wQze, waarop hQ een werk van Lassalle over het eif deel bij de vergadering inleidde. Zijne beschouwingen over de wettelQke re geling van het bedr|f der levensverzekering gaven aanleiding tot een geestig dispuut tus schen hem en Mr. Knottenbelt. De laatste had, Levy's betoog vergelQkende met de beschou wingen van de door hem bestreden adviseurs, herinnerd aan de woordenguit Faust: Ungefahr sagt das der Pfarrer auch"; onmid dellijk kwam Levy met het antwoord, dat hQ niet .der Pfarrer" wilde zQn, doch er prijs op stelde gerekend te worden onder hen, die zich wQden aan den dienst van het recht. Het wederantwoord van Knottenbelt was, dat de adviseur als der Pfarrer" gold; LevQ was de Fausfc,, der alles durchstudiert". Op den derden dag was aan de orde de vraag: Is vereenvoudlng van het strafgeding voor den Kantonrechter wenflchelflk? Aan vankelijk bleef Levy in zQn tent Doch onder de vraagpunten was ook deze vraag opgenomen: of het wenschelQk was aan den gewonen wetgever door wQziging van artikel 156 der Grondwet de bevoegdheid terug te geven uitzonderingen op het motlveeren der vonnissen in strafzaken toe te laten. Over die vraag liep Levy warm en in eene gloedrQke improvisatie bestreed hQ de meening van hen, die de opheffing vanden motiveerlngsplicht wilden mogelQk maken. Nog hoor ik van hem de uitspraak: er zQn op het gebied van het recht principieele, geen bagatelzaken; nog hoor ik hem toornen tegen mannen als de Pinto en Pols, die aan het stellen der vraag mede schuldig waren, of baar bevestigend wilden beantwoorden. De toen door Mr. Levy uitgesproken rede geeft een sterk beeld van zQn betoogtrant en van den aard zQner welsprekendheid ;zQ doet hem kennen als den man, die in elke quaestie het groote beginsel zoekt, dat er in kan zQn betrokken, en die, dat beginsel vooropstellende, oog en ooren sluit voor bQoverweglngen, die zich bQ de beslissing zouden kunnen doen gelden. Na 1884 heb ik Levy bQna elk jaar, op iiillilimlllilliiiiiiiiiiiiiiimilliiiiiimiliimiiiiiiiiiiiiii,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, zoo weinig resultaat voor de algemeene zaak". Daarop volgt in het dagboek een gesprek over godsdienst met den Mufti van Egypte, een ander wQs en heilig man. Maar ik kies liever een karakteristieker aanhaling. Er leefde nog gedurende de eerste jaren dezer eeuw in Engeland een onbekende dichter, Francis Thompson, thans erkend als een der grootste katholieke dichters der eenw. HQ was aan de ellende van het armoedige Londensche straatleven overge laten, omdat hQ was mislukt en zich niet kon opheffen uit de miserie en verlatenheid van zQn laudanumbedwelming en zQn ledig heid. Overigens in zQn soort een wonder lijke heilige en een mystiek genie. Een vriend van Scawen Blunt, die werk zaam was om den dichter te redden, bracht hem op het landgoed van den vriend der wilden en verdrukten. Enkele regels mogen bier slechts staan als het begin eener schets van wat in het dagboek van het geheime leven van onzen tQd, over Thompson voorkomt: HQ is uitgemagerd meer dan zich laat denken, een puur skelet zQn arme kleine wezen. ZQn hoofd en zQn gezicht zijn niet grooter dan van een kind, en zoo kleurloos en zonder teekening. Of het moest sQn de scherpe IQn van de neus die het licht vangt en de heldere, verwonderde oogen. Het is bijna het uirerlflk van een stervenden jongen of van een 16e eeuwschen Spaanschen heilige. Ik tippelde een beetje met hem den tuin rond; maar hQ kende de eene bloem niet van de andere. HQ is een gansch jaar niet buiten Londen geweest." Den volgenden dag: Thompson is vandaag bepaald beter. Ik haalde hem af en wQ hadden samen een lang gesprek. Ons beider haat van de Europeesche beschaving en het gevoel voor de vernietiging die zQ heeft gebracht over al wat mooi en gelukkig was van de geluk kiger volken in deze we-eld, deed de aan raking tusschen ons ontstaan" Maar er zijn meer en belangwekkender dingen uit het dagboek te halen. W. G. C. B Y v A N c K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl