Historisch Archief 1877-1940
27 Maart '20. No. 2231
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
UITBREIDING VAN
STAATSCHBOSCHBEZIT
' Dezer dagen moet het Eindverslag" ver
schijnen voor de Tweede Kamer, betreffende
het wetsontwerp tot aankoop van het land
goed «Het Planken Wambuis", een complex
grond van ongeveer 2000 H.A., gelegen
tusschen Ede en Arnhem. Zoowel voor- als
tegenstanders van aankoop door den Staat
zijn het er over eens dat dit goed behoort
' tot de schoonste streken in ons land, met
een ongerepte Veluwsche
landschapsschoonheld, zooals bijna niet meer gevonden wordt.
Alleen reeds daarom is dit wetsontwerp voor
alle Nederlanders die eenig hait hebben voor
de aesthetlsche waarde van het landschap,
bijzonder sympathiek en in de pers is het
ontwerp daarom aanvankelijk vriendelijk
besproken.
Intusschen is het voor ons volk niet goed
doenlijk om uitsluitend voor behartiging
van sociaol-aesthetische belangen bijna een
millioen guldens uit te geven en zoekt men
dus ook naar economische factoren die dien
aankoop wettigen. Minister van IJsselsteijn
heeft om deze reden in zijn memorie van
Toelichting bij het ontwerp eenlge belang
rijke zaken naar voren gebracht om de te
uitgave in 'slands belang ook in
polltiekeconomischen zin te verdedigen. Kort en
krachtig heeft Z.Ex. in die memorie de
aankoop wenschelQk genoemd o.a. op grond
van belangen van houtproductie, stijgende
grondwaarde en onderwijs aan de Land
bouw Hoogeschool.
En men kon m een en dat deie ideeën in
ons volk voldoende levend waren om te
verwachten dat ook de Vertegenwoordiging
deze zaak spoedig en welwillend zou goed
keuren. Intusschen ontstonden er teekenen
dat ook op dit punt de kritiek niet zou
ontbreken en het was vooral door het zeer
heftige artikel van Prof. Bordewfjk In de
Haagsche Post tegen dit wetsontwerp dat
in deskundige kringen deze zaak weer aan
de orde kwam en gedachtewisseling volgde.
Prof. Bordewfjk gaat uiterst heftig te keer
tegen de z. i. onverantwoordelijke uitgave
van ruim negen ton die opgenomen moet
worden tegen 6% en die in het
boschbedr|f slechts 3°/°laat verwachten.
Speculeerende op het begrip van noodlge zuinig
heid moge des professors artikel bij leeken
succes gehad hebben en zal er wellicht van
oud-liberale zijde verzet ontstaan, hij is er
echter niet in geslaagd argumenten te
noemen die door deskundigen au sèrieux
genomen kunnen worden. Waar Professor
zijn tegenstanders o. a. verwijst naar het
krankzinnigengesticht kunnen wij gelukkig
antwoorden dat slechts de minderheid van
ons volk daar gehuisvest kan worden en
ztja voorstel dus allerminst practisch eco
nomisch uitvoerbaar is.
Professors heftigheid en gebrek aan argu
menten werden vrij wel stil-zwijgend voor
bijgaan. Het bleek echter dat daardoor ver
keerde meeningen gevestigd werden en het
deed dus goed in het Handelsblad een artikel
van prof. te Wechel (wel boschbouwkundlge!)
aan te treffen waarin den aankoop met warmte
verdedigd werd ofschoon de Toelichtings
memorie volgens dezen schrijver juister ge
steld had behooren te zijn. Ten slotte ver
scheen nu in hetTldschrlftderNederlandsche
Heldemaatschappij een knap artikeltje van
den heer Sprangers die het geheele onder
werp nog even in het kort en duidelijk be
spreekt en dat ik zou wenschen dat alle
Kamerleden eens rustig zouden lezen.
De zaak is van te groot en principieel be
lang om haar niet aandachtig te bezien. Ook
voor de lezers van de Groene heeft het
waarde nóg eens de verschillende argumenten
vóór uitbreiding van staatsboschbezit raar
voren te brengen, waarbij blijken kan dat
men allerminst den staat hier vergelijken mag
OUD-ATHEENSCH IMPERIALISME
Reeds tijdens het leven van Perikles be
speurde men in Athene kenmerken v^n die
zuchtnaarveroveringenexpedities, welke den
Atheenschenstaat tenslotte ten verderve voer
de. Piutarchus toch, ia de levensbeschrijving
van Perikles, vertelt ons, dat men reeds in zijn
tijd in Athene droomde van een bezetten
van Tyrrhenië, Kaïthago en Sicilië.
Perikles echter had zijn medeburgers steeds
voorgehouden, dat zij zich met het reeds
verworvene tevreden moesten stellen en zich
van dergelijke avontuurlijke ondernemingen
onthouden. Slechts in dat geval konden xjj
hopen, dat de Atheensche hegemonie in stand
zou blijven.
Na den dood van den grooten staatsman
(429 v. C.), is er van een vaste leiding in
de Atheensche politiek geen sprake meer.
Het volk, opgezweept en aangevuurd door
demagogen Het zich als een willig werk
tuig gebruiken, om aan hun eerzucht te vol
doen.
Wel scheen het, of er bij het sluiten van
den z.g. vrede van Niklas in 421, waarbij
aan de vijandelijkheden tusschen Athene en
Sparta een eind werd gemaakt, een tijd
perk van vrede en rust zou aanbreken,
doch deze pauze in den strijd duurde slechts
kort.
In dezen tijd toch, treedt, na den dood
van Kleon, Alkibiades meer en meer op den
voorgrond; zijn rustelooze roem- en
eerzuchVrachtaatomobielen
Wilt ge de transportkosten In Uw
bedrijf tot een minimum reduceeren,
koopt dan een
2 tons WHITE
Vrachtauto
het meest economische vervoermiddel.
n 2 tons WHITE" doet hetzelfde
werk als 2 menschen m»t 4 paarden
en 2 wagens, hetwelk wtf met bewijzen
en attesten kunnen staven. Maakt Uwe
berekening.
FirmaGebr.NEFKENS,
Filiaal Amsterdam
26 fac. Obrechtstraat Tel. Z. 2507
met den particulier die zijn geld in een onder
neming steekt.
Het brdoelde landgoed wordt gekocht
voor / 923000, terwijl het Staatsboschbeheer
de bedrij fswaarde taxeert op 80 mille lager.
Ik veronderstel dat die bedrijfswaarde is
vastgesteld op grond van een taxatie die
als verwachte rente na de completeering
van het bedrijf aanneemt 3 pCt. Nu is het
bekend dat nooit dergelijke goederen te koop
zijn voor hun bedrijfswaarde en dat Prof.
Bordewfjk daarover valt pleit allerminst
voor zijn kennis en ervaring op dit gebied.
De landgoederen, vooral op de Veluwe in
het hartje van het land, hebben een ver
koopwaarde die meestal het dubbele en
mér bedraagt van de bedrijfswaarde zelfs
voor particulieren en het bewuste goed zou,
in kleinere stukken verkaveld, vél meer
hebben opgebracht. Dat Hdt geen de minste
twijfel. En dat is juist de kanker waardoor
de Veluwe reeds grootendeels vernield is!
Op die wijze kunnen slechts enkele zeer
rijke bezitters genieten van dit landschap.
Onze ttjdstrooming en onze moderne in
zichten verzetten zich daartegen. Men eischt
deze weinig productieve en schoone land
streken op voor het geheele volk, althans
voor dat gedeelte dat voldoende ontwikkeld
is om er van te genieten.
Reeds daarom is de 80 mille
surplus-uitgave alleszins gewettigd, ja, is deze voor
den modernen mensen plicht.
Gaat men door met het Laisser aller dan is
de Veluwe over luttele jaren vernield. En geen
halfslappe wetjes zullen dat voorkomen
kunnen.
Doch ook uit een principe van zuiver
economische houtproductie is het noodza
kelijk dat de staat ingrijpt. De geheele
wereld lijdt onder het tekort van brandstof
en werkhout en er zal niemand zijn die het
mogelijk acht om door particulier initiatief
de hout productie hier te lande noemens waard
te verbeteren. Slechts de Staat kan dat doen.
De particulier moge tijdelijk zóó overdreven
kapitaalkrachtig zijn en zóó idealistisch om
voor zijn kleinzoons bosch te willen aan
leggen, de eind-uitkomst is meestal
verwaarloozing en verbrokkeling van gronden, om
dat dat betere fiaantieele resultaten geeft
en de erfgenamen veelal niet in staat zQn
de geweldige kapitalen in bosch opgehoopt
te ontberen voor hun handel en wandel
daarbuiten. Trouwens verreweg de meeste
staten hebben dat reeds lang erkend en zijn
ons in hun boschbezit verre voor.
Dat de eigenaar in casu zijn bezit in n
gróót complex aan den Staat afstaat voor
een som die niet overdreven is valt dus
toe te juichen en men zou hartgrondig
wenschen dat dat meer gebeurde en dat de
volksvertegenwoordiging, nu het nog tijd
is, op ruime schaal de gelden toestond om
datgene te behouden voor het volk wat nog
te redden is, zoowel uit een aesthetisch
oogpunt als uit een economisch.
Het feit dat in de memorie ook gedoeld
wordt op de stijgende waarde van den
grond voor de toekomst nu het verkeer de
menschelflke ? woning meer verplaatsen
kan buiten de benauwde stadscentra, kan
ook al geen genade vinden bij dezen
bestrfder. Nu ligt dit goed dat ik persoonlijk
wél ken en dat ik dus beoordeelen kan,
aan eenige groote verkeerswegen n.l.
EdeArnhem en Koningsweg-Otterlo, belde uit
stekende, verharde wegen en het is duidelijk
dat een gedeelte dier gronden, vooral na
een goed en mooi boschbeheer waarbij ook
natuurmonumenten gespaard moeten worden,
in de toekomst een hooge waarde zal
krijgen als bouwterrein. Uitgifte in erfpacht
die dan mogelijk is mag toch werkelijk
heden niet uitgemaakt worden voor een
miskende grondspeculatie". Hoe of de Staat
bovendien aan speculatie zou kunnen doen
in dit geval is niet duidelijk.
Prof BordewQk bestrijdt in zijn artikel nog
IIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIII911IIIIIIIIIIMII
tige geest kon in een vreedzame en kalme
politiek geen behagen scheppen. Maar al te
spoedig bood zich de gelegenheid aan
zijn plannen ten uitvoer te brengen.
Op het eiland Sicilië, waar oneenigheden
tusschen de verschillende steden aan de orde
van den dag waren, was in het jaar 416 een
strijd tusschen de steden Selinus en Segesta
uitgebroken. Selinus nu zocht hulp bij Syra
cuse, doch Segesta richtte zich tot Athene.
Het hield, volgens Thucydides, den Atheners
voor, dat Syracuse wellicht alle steden van
Siciliciëzou kunnen onderwerpen en in dat
geval een aanzienlijke hulp aan de tegenstan
ders van Athene, in Griekenland, zou brengen.
De volks vergadering der Atheners, zonder
eenigen twijfel door Alkibiades bewerkt, was
een expeditie naar Siciliëgunstig gezind;
toch besloot men eerst poolshoogte te gaan
nemen. Een gezantschap zou zich in Segesta
gaan overtuigen, of de stad de midde
len bezat, de kosten van de expeditie zelf te
dragen.
Het behoeft geen betoog, dat de Atheen
sche gezanten op luisterrijke wijze onthaald
en gevierd werden. Schitterend aangerichte
maaltijden, waarbij het kostbaarste tafelzilver
gebruikt werd, hadden te hunner eer plaats;
het ontging den kortzlchtigen gezanten echter,
dat steeds hetzelfde zilver dienst deed l Zelfs
werden hun als voorloopige ondersteuning
60 talenten naar Athene mede gegeven.
Opgetogen door den schijnbaar gunstigen
toestand, waarin de stad zich bevond, stemde
de volksvergadering terstond voor de expe
ditie; een eskader van 60 schepen onder bevel
van Nikias, Alkibiades en Lamachos zou
naar Siciliëgezonden worden. Wij kunnen
veilig aannemen, dat Alkibiades vooral op
Nikias als collega bitter weinig gesteld zal
geweest zijn. Waarschijnlijk echter waren
hier invloeden aan het werk geweest, om
de onstuimigheid van den jeugdigen Alki
biades eenigermate door den bedachtzamen
Nikias te temperen.
Vijf dagen later vond opnieuw een volks
vergadering plaats, om de bijzonderheden
voor den tocht nader te regelen. In deze
vergadering trachtte Nikias het volk met
alle macht van het zenden der expeditie af
te brengen. Hij wees op de vele vijanden
van Athene in Griekenland, die slechts op
een gunstige gelegenheid wachtten, Athene
aan te vallen; hij hield het volk verder voor,
dat Siciliëzoo goed als onbekend terrein
voor hen was, ja hij viel Alkibiades zelf aan, en
waarschuwde de Athenert niet een jongeling
te volgen, die om aan eigen eerzucht te
voldoen, het welzijn van het vaderland zelf
in de waagschaal stelde.*)
Hierop bleef Alkibiades het antwoord niet
~*rfhuc. 6, 9-15.
het staatsbedrijf in deze richting omdat de
kapitaal waarde van objecten als het Haagsche
Bosch en de Schoorhche duinbebosschingen
niet door een accountant is vast te stellen.
Neen, dat spreekt van zelf, maar dat Is juist
een zér sterk argument vóór staatsbosch!
Welke particulier zou de kale duinen gaan
bebosschen en daardoor een bedrijf stichten
dat nu reeds voorziet in klein hout behoefte
van tuinders en op den duur dat nóg veel
meer kan doen, en 's winters de arbeids
markt regelt als elders het werk stilligt en
dat van Schoorl maakt een der meest gezochte
touristen-streken ?
De merkwaardige goede invloed die van
staatsbosch uitgaat over de geheele streek
schijnt deze bestrijder niet te kennen en toch
is deze zoo gemakkelijk in economische
richting te onderzoeken.
In het artikel van den heer Sprangers in
het tijdschrift der Ned. Heidemij vind ik nog
een interssant zuiver economisch gegeven
dat door de tegenstanders wel eens over
wogen mag worden.
Deze schrijver die zelf deskundige is en
zelf veel bosch aanlegt geeft als aaniegkosten
op ten hoogste f 300 per H. A. hetgeen met
een rente van 3 pCt. na 40 jaar f 978 wordt,
terwijl de verwachtingswaarde van het hout
dan zeer zeker f 2000 bedraagt, hetgeen een
grondrente van f 1022 overlaat een rente
die voor gronden als hier aangekocht zér
mooi Is! Immers het goed is 2000 H.A. groot
en draagt ook nog eenig bosch, zoodat de
grondwaarde niet hoog is.
Dat Prof. Bordewijk de waarde van een
goed staatsboschbedrijf voor de Landbouw
Hoogeschool onikent is zeer onbegrijpelijk,
vooral waar hijzelf eenige jaren aan die
Hoogeschool doceerde en er dus moet onder
vonden hebben het groote gemis aan zoo'n
bedrijf. De boschbouwstudie aan die Hooge
school heeft door dat gemis vél te lijden
en men heeft wel getracht daaraan tegemoet
te komen door de studenten tijdelijk in
Duitschland, Zweden, Denemarken of Zwit
serland te detacheeren voorzooverre zij later
in staatsdienst komen, maar leder
boschbouwkundige zal het erover eens zijn dat
een leer-houtvesterij nabij de school van
groote waarde is.
Aankoop door den staat is in alle opzich
ten te verdedigen en velen, zeer velen zullen
hartelijk hopen dat in de ie richting worde
voortgegaan.
Moge er op die wijze een mooi en dege
lijk nationaal bezit ontstaan en moge minister
van IJsselstein van dezen maatregel genoegen
beleven. Het is een belang dat boven de
pnrtij inzichten uit een zeer groot gedeelte
van ons volk vereenigt.
P. H. BURGERS
luitlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinmiliyiii
SCHILDERKUNST-KRONIEK
KUNSTHANDEL ARTI, DEN HAAG.
VERZAMELING WISSELINGH. NOTITIES.
Niet de twee stillevens van Fantin
Latour(?) maken de verzameling belang
rijk. In beide vindt ge een gebrek aan
zuiverheid. Vooral is dat gebrek openbaar
IIEIIIMMMIinmillllMIIIIIIIIIIIIIIIllllll
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
CADILLAC
Het Meesterstuk der Autotechniek
Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT
llllllllllllllllllllllllllllffffllflllllllffllllllflflllf
schuldig en hield van zijn kant het volk voor,
dat de eenige weg om Athene groot te ma
ken, hierin bestond, steeds meer landen te
veroveren en te onderwerpen.
Toen Nikias zag, dat al zijn tegenstand
vergeefsch zou zijn, paste hij een middel toe,
dat, volgens hem, de Atheners zonder twijfel
van de onderneming af zou schrikken. Met
opzet toch overdreef hij het gewicht der
expeditie en wees het volk er op, dat de 60
schepen niet voldoende zouden zijn.
Toen een zeker Demostratus hem daarop
aanspoorde het getal te noemen, dat
benoodigd zou zijn, noemde hij een aantal van 100
trieren en 5000 zwaargewapenden, benevens
een groot aantal lichtgewapenden, en voor
raden, welke voor een groot leger noodza
kelijk waren.
Doch ziet, de zaak liep geheel anders dan
hq gedacht had; in plaats toch, dat het volk
zich door deze getallen af liet schrikken,
kreeg het meer vertrouwen in de zaak, nu
de voorzichtige Nikias hun een raad gege
ven had. Indien zij dezen volgden, moest de
onderneming, volgens hen, slagen. Zonder
aarzelen besloot het dan ook tot deze
uitrustingen, Ja, gaf aan de veldtieeren
onbeperkte volmacht, de toebereidselen op
nog grooter schaal te maken.
Onbeschrijflijk was thans in Athene de
geestdrift voor den tocht. Op de scheeps
werven en in de arsenalen heerschte een
koortsachtige bedrijvigheid; bevelen werden
tot de bondgenooten gericht om alles voor
de expeditie in gereedheid te brengen. De
tocht naar Siciliëwas op aller lippen. In
de worstelperken, in de werkplaatsen, op
alle openbare plaatsen der stad zag men
groepjes menschen samenscholen, die de
groote gebeurtenis bespraken. De omtrek van
Sicilië, de ligging van haar steden en
havens beeldde men in het zand af; ja zelfs
in hun gedachten gingen zij reeds naar Italië,
Carthago en Ltbye, tot aan de Zuilen van
Heraklesl Als dat alles onderworpen was,
hoe licht zou het hun dan vallen de
Pelsponnesiërs te overwinnen!
Intusschen scheen het een oogenblik, of
de expeditie toch nog uitgesteld, tenminste
van zfln voornaamsten aanvoerder beroofd
zou worden. Wat toch geschiedde?
Op zekeren morgen zag men in Athene,
dat verscheidene Hermesbeelden verminkt
waren. Al spoedig veibreidde zich In de stad
het gerucht, dat Alkibiades en zijn vrienden
zich aan deze heiligschennis schuldig ge
maakt hadden. Hierbij kwam rog de aanklacht,
dat hij de heilige mysteriën met eenige
vrienden nagebootst had.
Alkibiades was zichtelf volkomen van het
gevaar van deze aanklachten bewust. Steu
nend op den invloed, welken hij bij het volk
bezat, stelde hij voer, deze zaak voor zfln
OM BOVEN TE BLIJVEN ...
Teekenlng voor ,tde Amsterdammer" van Jordaan
Adieu, geliefde ballast l"
IIIIIIIIHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII1I1IIUIII niiMiiimiimiiiiiii IIIIIIH
in een werk uit '64, waar de rooden" meer
dan hinderen, en waar, evenals in het werk
uit 1870, de vorm, het modelé, niet de zedige
vastheid heeft, die een kenmerk is van
Fantin's beste, gteerde werk. Bauer met
zijn tastende maar
atmospherische wijze van zien is opArtibelang
rijker. Het groote bekende schilderij ziet ge
daar, met de gele zonneschermen; architec
tuur en leven uit het Oosten; ge vindt er
een groot-gegeven Overpeinzing, eenvrouw
voor een wemelend licht; een straatje in
Tunis met een ezelrijder en een zittende
man (met g r o e n e s j e r p), ge vindt er
de Indische bergen (11). Het talent van
Bauer (dat is een tegenstelling met vele)
is nog bezig met een ontwikkeling; het
wordt grooter, de kleur meer doortrild.
Boudin's haven van Trouville, met den drie
master, is een ruim blank schilderijtje van
dezen vlotten schilder, bij Breltner's
Houtladen met de drie paarden (het bruine, het
witte, het zwarte) doet het spel der lijnen,
evenwijdig aan de grondlijn, u onmiddellijk
als een blijvend kenmerk aan. Gabriël's
iiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiJifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiingiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
vertrek gerechtelijk te onderzoeken; dit ech
ter wen senten zijn vijanden niet. Zij wilden
hem eerst laten vertrekken, om dan
in zijn afwezigheid hun kuipnijen tegen
hem voort te zetten. Hoewel Alkibiades het
volk bezwoer, hem niet te laten gaan, terwijl
hij onder een zoo zware aanklacht gebukt
ging, werd het proces toch uitgesteld en be
sloot men,dat de vloot zou uitvaren. (Juli 415).
Zeer treffend beschrijft Thucydides ons
dan het vertrek uit de haven. Toen zij reeds
op het punt stonden", vertelt de
geschiedschrijver van wal te steken, kwam bij ieder
der opvarenden de gedachte op aan de ge
vaarlijke onderneming, welke zij thans gingen
uitvoeren. De geheele bevolking uit de stad
liep tezamen om deze vloot, de grootste en
prachtigste, welke ooit door Grieken uitge
rust was, te zien. Waren het tot nog toe
slechts expedities geweest, niet al te ver van
huis, thans kon men rekenen op een lang
durige afwezigheid.
Toen de bemanning aan boord gegaan
was, weerklonk het geschal der trompetten,
het sein voor de gebruikelijke gebeden. Niet
op ieder schip afzonderlijk echter werden ge
beden aangeheven, doch het gezamenlijk
scheepsvolk sprak de woorden van den
heraut na. Uit gouden en zilveren bekers
werd de w|n geplengd en het volk uit de
stad, dat van de uitvaart getuige wilde zijn,
bad vurig met de mannen mede."
Zoo voeren de schepen, waarop Athene
haar hoop gevestigd had, uit, doch geen van
dezen zou ooit het vaderland weer bereiken !"
Het verder verloop der expeditie toont
duidelijk aan, dat Alkibiades de ziel der
geheele onderneming was.
Na het vertrek der vloot wisten Alkibiades'
vijanden te bewerken, dat het proces tegen
hem weer opgevat werd. Het staatsscrrip de
Salaminia werd daarna afgezonden om Al
kibiades naar Athene terug te voeren. Terwijl
deze in het begin het deed voorkomen, of
hij bereid was het bevel te gehoorzamen, wist
hij ongemerkt te ontkomen en bereikte ten
slotte Sparta.
Behaalde in den beginne het Atheensche
leger onder Niklas en Lamachos eeniee
voordeelen en werd de torstand van Syracuse
zelfswneer en meer kritiek, zoo werd door de
aankomst van een Spartaansch hulpleger
onder Gylippus dat succes te niet gedaan.
Niklas (Lamachos was bij een der gevech
ten gesneuveld) verzocht thans de Atheners
van zijn bevelhebberschap ontheven te wor
den, in elk geval aanvulllr gstroepen te zenden.
Nog eenmaal spande Athene zich in, een
beduidende krijgsmacht te zenden, doch deze
ondersteuning kon geen gewicht in de schaal
leggen.
Niet alben waren de Syracusanen door
G ylipp flink geoefend, acch zij hadden
molen aan den plas, zijn opkomende bui,
zijn molen; Lepine's Montmarire ; Rousseau's
Landschap geteekend in bruin, Michel's een
zame landschappen, 't geestige strand van
Weissenbruch (met 2 figuren) de Zwart's
statloneerende Rijtuigen blijken bij deoverigen
te voegen om kracht, juistheid, of ruimte.
PLASSCHAERT
Verbetering: Lees in het stuk over
M. Wiegman niet onrustig", maar
ernstig.
HOEKER & ZOON
"S2T lEODUIttir 435-431
Paarlen - Brillanton
Goutl" en Zilvorwork
iiiiiimiiitiiiiiHiiiiiiimiimiiiiiiiiii
thans ook een vloot weten te bouwen.
Demostbenes.als aanvoeder met de Atheen
sche hulptroepen aangekomen, wist door te
zetten, dat terstond een aanval met het voet
volk zou gewaagd worden, doch deze liep
geheel en al op een nederlaag uit.
Demosthenes wilde thans terugkeeren, doch Niklas,
bevreesd voor de verantwoordelijkheid, nog
blijven.
Eindelijk werd de toestand zoo hopeloos,
dat Nikias er in toestemde, het beleg op
te breken. Doch zie daar trad (het was den
27en Augustus 413) een maansverduisteringin.
De vrome Nikias zag hierin een slecht
voorteeken en verklaarde beslist, dat hij nog
? een maand met het vertrek wilde wachten.
Dit besluit werd den Atheners noodlottig.
In dezen tijd werden zij gedwongen twee
zeegevechten tegen de Syracusanen te leveren,
waarin zij beide keeren verslagen werden.
De schepen werden daarop prijsgegeven en
men besloot vluchtende naar het binnenland
te trekken, om bij bevriende steden opname
te vinden.
Het Atheensche leger splitste zich in twee
afdeelingen, doch beide werden door de
Syracusanen ingehaald.
De beide aanvoerders Demosthenes en Ni
kias werden terechtgesteld ; de meeste Athe
ners in de steengroeven, geworpen, om daar
al* slaven te arbeiden. Sommigen, die vers
regels van Euripides geciteerd hadden, von
den als opvoeder een bestaan, bij
Syracusaaneche families.
De expeditie van Siciliëwas op een groote
mislukking uitgeloopen. De slag aan Athene
toegebracht, is deze stad nooit te boven ge
komen en was het begin van het einde der
Atheensche hegemonie. Zoo eindigde de Im
perialistische droom vaneen volk, dat door eer
zuchtige leiders verblind, zich een heerschappij
had voorgesteld, welke zich overallelanden
der Middellandsche Zee zou uitstrekken. Hoe
zeer was dit volk de Irssen van den staatsman
Perikles vergeten, die zijn landgenooten
steeds tegen die al te ongebreidelde
veroveringszucht gewaarschuwd had!
Dr. J. W. VAN R O O IJ E N
BATENBURG 4 FOIMER
| Den Haag ?:? Hüijpspark 22.
| SPECIALITEIT:
fERHUIZINGEN ONDER GARANTIE-:- -:- -:-
-:?:? ?:? ?:? -:? BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS