Historisch Archief 1877-1940
3 April '20. No. 2232
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DEN JUBILARIS HEIL l
Zestig jaar!
Als men jong is, voelt men zich oud.
Als men oud is, voelt men zich jong.
Wat is jeugd? Wat is ouderdom?
Frederik van Eeden viert, als dit week
blad verschijnt, zijn zestigsten verjaardag.
Jong is zijn veerkrachtige tred, jong
zijn geest, jeugdig vuur spreekt uit zijn
denken en werken. Hij, de man van
het idealisme ziet in heden en toekomst
het" licht. Dat licht, 't ideaal van
vrede, verdraagzaamheid en broeder
schap, zal hem jong en blijmoedig
houden tot zijn ontwaken.
Moge die dag nog zér verre zijn!
E L i s. M. R o o G E
lllllllllllllIlllllllllllllllllllllltlllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Aan Frederik van Eeden
Van Eeden gaf als zijn
nndrukkelijken wensen te kenden,
dat er op 3 April Stille
Ziterdag -- niet gejubileerd zal
worden en dat o k verder van
alle festiviteit of huldebetoon
zal worden afgezien.
Van alle huldebetoon zal worden afge
zien .." Ik peinsde er over in mfln stille
kamer. Het was bijna avond. Grijze schemer
zweefde om mij heen, onttrok langzaam
alles aan mijn oog.
Van alle huldebetoon.. zal worden
afgezien."
Hos moest ik nu mijn kleine nederige
hulde brengen in de Groene", het blad van
Fredenk v. Eeden zelf, waarvan de redaktie der
Vrouwenrubriek mi] zoo vriendelijk verzocht
had iets te schrijven"? Mocht ook dat niet?
Weer keek ik de krant in, maar de letters
waren niet meer te onderscheiden, al brandde
er buiten vlak b IJ mijn raam een lantaarn.
De schemering en dat rossige llchtgespeel
waren anders wel verlokkend tot gepeinzen,
wel verlokkend de breiden op te roepen uit
Van Eeden's Kleire Johannes, uit Ellen, uit
Het Lied van Schijn en Wezen.. Maar Van
alle huldebetoon zal worden afgezien" zoo
stond het immers in de krant. Nu ja, de
krant! Een krant in de schemering, het fei
tenmateriaal, de proza in de stille betoovering
van den laten dag, met het zacht gouden
oog van een licht buiten l Het was heel stil
om m IJ heen, droomerig stil, werd de sche
mering niet tot avond ?
Zie, daar werd de deur geopend, zacht
heel zacht, en iemand trad nader. Het leek
een statige verschijning in zwarte ritselende
zijde. Twee korte stijve krullen omsloten
het fijne bleeke gelaat, een kanten muts
dekte het hoofd en twee paarsche linten
hingen haar over de schouders. Het was
Tante Serénal Tante Seréna uit de Klettie
Johannes, tweede deel!
Tante Seréna zette zich kalm over mg
neer; zQ haalde een borduurwerk uit hare
reticule en begon tot mijn verbazing in het
lichtstrookje van de lantaarn met haar fijne
blanke handen te borduren.
Wel ? vroeg Tante Serëna, ik hoor dat
je zoo over mijn Johannes gaat schrijven?"
Zij zag mij even aan en ik bemerkte dat
de kleine Johannes waarlijk gelijk had gehad
toen hij opmerkte dat het grlaat in het
spionnetje van Vredebest" twee heldere
vriendelijke, ernstige oogen" had.
Uw Johannes?" zeide ik, dus dr. Frederik
van Eeden..?"
Ja, ja, dat is mijn Johannes, natuurlijk."
't Was of de zachte stem van zooeven een
weinig ongeduldig klonk, ongeduldig over
mijn vraag die zeker coo menschelQk was,
zoo naar het grove toe. En wat ga je nu
over hem schrijven?
Ik voelde me heel klein, heel onzeker,
heel ver en vreemd van kleinen Joha nes af,
terwijl daar bij m| zat Tante Serëna zelf.
Tante Seréna die maar borduurde wonderlijk
vlug en netjes in het grfjs-gouden schemer
licht, die sprak van .Mijn Johannes" en hem
immers zooveel nader stond dan ik., boven
dien, alle huldebetoon zou toch niet plaats
hebben l
IIII1IIIIIIIIIIIIIHMII
VOORJAARSKLEUREN
Gedurende den winter hebben de boomen
niet gerust; in 't binnenste van hun knopprn
heeft onophoudelijk celwerkzaamheld
geheerscht, maar die maakt in 't eerst naar
bulten niet veel indruk. Enkele soorten
echter geven reeds vroeg veranderingen te
zien; veel wilgen werpen meestal reeds voor
nieuwejaar de schubben af, die de
bloeikatjes beschermden en van dien dag af zijn
er dan zilverwitte poesjes aan de wilgen te
zien. Spoedig daarna komt het bloeien van
hazelaar en elzen en daarmee de eerste
voorjaarskleuren van belang: heldergele
verticale streepjes van de hazelaarkatjes
tegen den donkeren boschachtergrond en
zware gordijnen van bronzig bruingelen
elzenbloei langs den waterkant. Dan meestal
tegelijk met den eersten algemeenen zang
lijsterjubel werpen de iepen de schut blaadjes
van hun bloemknoppen af en een week of
zoo daarna zien we de iepekronen als wol
ken van paars en sneeuwwit tegen de blauwe
lucht. Nu volgt van eind Februari tot midden
Mei een rijke afwisseling van allerlei kleu
renpracht, die eigenlijk voor de veel ge
roemde herfsttinten niet onder behoeft te
doen, maar misschien minder indruk heeft
gemaakt, doordat de roode kleuren
er een ondergeschikte rol spelen. Het
komt maar zelden tot kleurengedaver, en
dikwijls Is het schoon van zeer subtielen
aard.
Vooral geldt dit voor de kleuren van
takken en twijgen. De beuken, berken en
linden gaan alle drie tegen de komst van
Nu, vroeg Tante Seréna, vind je 't niet
prettig over hem te schrijven ?"
Prettig? IK vind 't heerlijk, ik vind 't een
eer," hier keek Tante Seréna mij weer met
haar heldere oogen aan en ze lachte mij toe.
Ze voelde zeker hoe echt ik het meende en
er zal ook zeker wel iets in mijn stem ge
klonken hebben dat haar tantehart goed deed.
O Tante Setéaa," zei ik, want ik voelde
dat ik haar opeens veel nader kwam, Tante
Seréna, ik zou juist xoo graag iets over uw
Johannes willen schrijven, iets heel moois,
en innlgs, iets dat was als een kleinood vol
diepen glans, of als een bloem die wijd uit
spreidt 'r bladen, of iets dat zeggen kon
wat al zijn werk voor mij en voor anderen
geweest is, ons leven lang; van den tijd af
toen mijn meisjesoogen de eerste bladzijden
van de Kleine Johannes" indronken, tot nu,
nu mQn eigen oogen zooveel geilen hebben
in de wereld, nu jeugd verre heen is en de
wereld m| dikwijls donker en ellendig leek,
was ieder boek van van Eeden ?."
Johannes" fluisterde tante.
Van Johannes, mij een lichtstraal."
Dat komt, zeide tante Seréna's zachte
stem omdat alles wat er in dat eerste boek
van mijn Johannes" staat, waar is. Hoe kon
hij licht ontsteken als hij zelf niet wist wat
duisternis was? Johannes heeft waarlijk
Windekind gekend en ook Wistik en ook
Pluizer en alles wat er in het eerste deel
gebeuit, het eerste deel, je weet wel, waar
ik nog niet in voor kom, Is als een voor
spelling geweest voor Johannes'verder Ie ven
en al de boeken die hfj geschreven heeft,
de droomerige en zachte, de sterkeen donkere,
zfln bloemen, geplukt aan het stille vijvertje
btj het huis van zijn vader, waar kleine
Johannes naar de wolkengrot zat te kijken."
Tante Seréna borduurde verder. Ik ver
wonderde mi] sterk over haar woorden.
Hoe wist Tante Seréna zoo van de wolken
grot en het stille vijvertje? Wie had haar
daarvan verteld? Hoe kwam Tante Seréna
zoo poëtisch? Ik wist wel van haar
innerIflke goedheid, van haar diepe liefde die
den kleinen Johannes ondanks den ver
stij venden invloed van ds. Kraalboom, on
danks de christelijke argusoogen van Daal j e,
gesteund had, gevoerd had naar het goede
en ware, maar dat Tante Seréna over haar
borduurwerk heen, achter haar spionnetje
ooit gepeinsd had over wezens als Winde
kind en Wistik en Pluizer dat zij wist van
het droomvijvertje en de wolkengrot, dat
verwarde mij en ik wilde vragen, toen
Tante Seténa mfl voorkwam en met iets
ondeugends in haar oogen zeide:
Je dacht zeker dat ik alleen af wist van
de beddekwast, die eenleeuwcnstaart was?"
Ik knikte. Inderdaad tante Seréna, hoe
komt het dat u...?"
Tante Seréna boog zich wat naar mij over,
zoodat er n paarscti lint over haar schou
der viel en ze zeide: Dat komt omdat ik nu
een veranderd mènsch ben, een geheel ver
anderd mènsch."
Zou Daatje u nu zoo noemen ?" vroeg Ik.
Veranderd, in een anderen zin dan Daatje
bedoelde. Ja ik ben nu een veranderd mènsch,
en dat heb ik aan mijn Johannes te danken,"
zeide tante, haar borduurwerk weer op
nemend.
Als u zooveel weet, Tante Seréna, kunt
u mi] dan ook iets zeggen van al dat heer
lijke aan het eind van het boek? U spreekt
van Windekind en Wistik en Pluizer, weet u
ook iets van den Goeden Vriend die tot
Johanneskwam op de golven vandeavondree?"
Tante Seréna hief haar bleek sprekend
gelaat op en zQ antwoordde zacht.
Ge vraagt naar bekende dingen. Die Goede
Vriend nam mijn Johannes mede naar de
Menschhed. HQ ging met zijn begeleider
den killen nachtwind egemoet."
Het bleef stil, heel lang stil in mijn kamer.
Tante Seréna borduurde voort. Na een poos
waagde ik te zeggen. En het eiland, Tante
Seiéna, uit het derde deel, het sprookjeselland
met zijn zuilen en terrassen, zijn tempels
en palmen en bosschages ?..,"
Tante Seréna legde het werk in haar schoot.
Waarlijk haar oogen waren nu schoon en
diep!
Dat is de Lichtstad van mijn Johannes,"
zeide zfj, maar dat is nog te schoon en te
ver voor ce menschheid. Johannes moet daar
nog niet over spreken, och ! hij ziet nog zoo
dikwijls beddekwasten voor leeuwenstaarten
aan, geloof me."
Maar Tante!"
Ja, ja het is zoo, zeide Tante Serëna. De
beddekwasten vinden dat alles te mooi, te
ver en daarom is het ook te mooi en te ver."
Als ze eens leeuwenstaarten werden?"
Ja juist, als ze veranderd zijn, als de
Kleeding van de maand
Teekening van Roos/e Bakhuis
Een coquet rokje van fluweel of taf tijde
en een jumper van kleurige crêpe
Georgette met franje en Hntgarneering
vormen een modieus toiletje voor een
Intieme tea".
llllllllllllllIlIIIIIlllllllllIlItlllllllllHHlIIllMllllltlllllllllllllllllllllllllllIII
menschen veranderd zfjn, dan kan de Licht
stad van mrjn Johannes verrijzen."
Maar juist om de menichen te veranderen
wil uw Johannes de Lichtstad bouwen"
waagde ik weer.
Dan zal het moeilSk zijn er te komen,
zeide Tante Seréna peinzend, en voor velen
moeilijk er aan te gelooven."
Maar u gelooft er toch aan Tante
Seréna?"
Ik geloof er aan. Ik zeide je immers dat
alles wat mijn Johannes in zfjn eerste bock
schreef waar is?"
Tante Seréna, nu moet ge mij raad geven.
Mij is verzocht over uw Johannes te
schrijven t n .?."
Welnu?"
En hoor, luister cu eens naar wat er in
de krant staat. Van Eeden gaf als zijn
nadrukkelijken wensch te kennen dat er op
3 April niet gejubileerd zal worden en dat
ook verder van alle festiviteit of huldebetoon
zal worden afgezien. Huldebetoon daar
onder versta Ik ook alle geschreven woorden
aan hem gewijd."
Tante Seiéna knikte. Ja, ja dat is zoo.
Van alle huldebetoon wordt afgezien,
daaraan herken ik mijn Johannes. Neen dat
wil hij niet en kan men een mènsch ook
huldigen voor dat wat hij gezien heeft in
em wolkengrot, voor dat wat de zee hem
toefluisterde bij zonsondergang, kan men
hem huldigen om etgen Innerlijk geluk, om
eigen diep en r(|k leven?
Johannes heeft gelijk. Breng hem geen
hulde."
Dus maar niet schrijven, Tante Seréna?"
N-en, schrijf niet of... schrijf dat ik er
geweest ben, als een veranderd mènsch, mis
schien doet hem dat plezier. Schrijf: tante
Seténa was hier en groet Kleinen Johannes."
Haar stem beefde licht en toen zij heen was
gegaan, de statige kleine figuur van Tante
Seréna, schreef ik i i den avond mijn hulde
die geen hulde mag zQn, de boodschap uit
verre landen, gebracht in een stille, in
schemering droomende kamer, aan Frederik
van Eeden.
M. C K ooi j?v. ZEGGELEN
llmmlIlllllllmmlIllllllllgmlIIIIMlmillltllmlIIIIIMIIlmlIlllllllmmlII
De oude stem en het nieuwe geluid
Mina Krüseman heeft een oproep in 't
licht gegeven: Appel a toutes les femmes
du monde entier". Een geschrtftje van 16 bl.
druks, prijs 25 centimes, alle rechten van
de lente hun schors rood kleuren. Eerst
worden ze glimmend, misschien, doordat de
twijg iets toeneemt in dikte en dan komen
kleurige sappen in de schors der eenjarige
twijgen en dan worden die van de linde
dikwijls haast vuurrood, die van den beuk
blauwachtig rood, rerwjjl de
berk meer in bronzen tinten
speelt. Het eene jaar is dat
duidelijker dan het andere;
de meerdere of mindere hel
derheid van de lucht en de
temperatuur hebben hierbij
veel Invloed. Met dat al ziet
in dezen Paaschtfjd de beu
ken wan d mooi violetpurper
en geeft een beerlijken ach
tergrond voor de jonge hei
dergroene bladeren van
vogelkers of meidoorn, 't Is een
van de mooiste tafereeleh van
dezen tijd: de beuken of eiken
nog geheel stug van knop,
maar reeds leven toonend en
hun schors, daar tusschen
vogelkers, meidoorn, lijster
bes in helder, fleurig blad en
daaronder weer in 't zonlicht,
dat thans nog tot den bodem
doordringt het geel van het
speenkruid, het wit en goud en
paars van de anemonen en
de melig lila wolken van de
helmbloempjes, van de familie
van de aardrook."
De struikwilgen hebben in
dezen tijd veel meer te ver
tellen dan in den herfst, want
ze stralen nu met hun goud
gele katjes, dat gevolgd wordt
door helder groen blad. De
meest gewone, de grijze
waterwilg vormt in al onze
moerassen groote kogels
van helder geel, mijlen ver
te zien. Die struiken hebben een zeer
typischen groeivorm, ze groeien altijd
even snel in de. breedte als in de
hoogte en blijven zoo steeds min of
meer bolvormig. Andere soorten, zoo
als de gewone witte wilgen en de
Ontluiken van den Absel
LAUSANNE-PALACE
FAMILIE-HOTEL VAN DEN ALLEREERSTEN RANG
Prosp. Int. Verkeersbur., Amsterdam, Raadhuisstr. 2 Den Haag, Papestr. 5 1
overdruk, vertaling en koop door de schrijf
ster ... vrijgegeven!
Een jaar geleden verzamelden enkele
Nederlandsche vrouwen een eeregave voor
de tachtig-jarige, wier bescheiden materieel
bezit door de oorlogs-toestanden te sterk
was aangetast. Een warmere ouden dag"
dat werd haar toegewenscht. Is die warmte
alleen het hart ten goede gekomen? heeft
de oproep in tienduizend exemplaren ver
spreid haar opgezogen? en moet 't oude
fysieke lichaam maar zien hoe het er komt,
zooals het er altijd gekomen is ?
Dat dwingend bevelschrift van de strijd
ster aan zich zelf lijkt me voorwaar niet
onmogelijk.
Drie motieven stijgen uit den oproep op
en slingeren zich om elkander. De stijl is
meesleepïnd; als fluiüonen soms en dan
weer als trommelslagen galmt 't geluid.
De fluittoncn zijn voor de vrouw: Vrou
wen, gij zflt een nheid, staat op in massa,
laat u gelden, spreekt: dit zij de laatste
oorlog. Als g| wilt is oorlog voorbij.
Zweert bfj 't hoofd van uw kind. Draagt
minachting, schande, schandaal zoo 't
moet, maar redt. Roept neen". Geeft der
menschheid een hoogere moraal; g| zflt
de as waarom de wereld draalt. Gfj
zijt la femme".
La femme! tooverwoord voor poëtiseerende
dichters in la douce France! maar haar
macht schijnt toch niet volkomen, want aldus
zet de tegen-zang in mineur in: Vrouwen;
ook gQ draagt de schuld aan dei oorlog,
toont u meerderjarigen. Schudt af uw mis
dadige lusteloosheid. Helaas, gij zfjt ontaard
en vergroeid tot onderworpen schepsels.
Waar is uw eigenwaarde? schaduwen z|t
ge, echo's. Men heeft u bedrogen l"
Men ? wie is die men ? de man! Om zijn
ooren dreunen de trommelslagen: het al
gemeen verval van den man; ifln heerschappij
uit zich in diefstal, tyrannle en corruptie.
De mannen-staten hebben misdadig bankroet
gemaakt. De man met zijn hinkende moraal
leeft naast leven, hfj onderscheidt goed noch
kwaad".
Hoe herkennen we de weerbare amazone
van een halve eeuw geleden! Toen meer
spot in de stem, nu sterker tragiek, maar het
veroordeelend vonnis spreekt ook nu: schul
dig. En schuldig zonder verzachtende om
standigheden. Dat er wisselwerking bestaat
tusschen man en vrouw, dat haar verwording
tot echo tot slaaf" zeker niet zijn schuld
allén is, dat la femme" van haar macht
een hooger gebruik had kunnen maken en
ruimer gebieden van leven overllchten ...
de vraag zal niet wórden gesteld! Ten op
zichte van den man is de voorvechtster zich
gelijk gebleven. (Van den man als theore
tisch object", wel te verstaan; ik hoorde
verhalen van een zeldzaam gelukkig,
harmonisch huwelijksleven); ten opzichte
van de vrouw heeft haar gezichts
kring zich verwijd. De Mina Kiüseman van
plm. 1875, die haar landje door duif en
moed, door aantasten en omverhalen, door
geest, welsprekendheid en volkomen gemis
aan tact opjoeg en in twee ongelflk-groote
partijen verdeelde; voor en tegen mijzelf"
toornde op de vrouw al even heftig als
op den man; voelde zich individualistevol
bloed, zij alleen tegen allen, geen bonden;
geen samenwerking C'est moi."
De Mina Krüseman van heden roept de
vrouw op over de geheele wereld als n
geheel, vast en ondeelbaar, om te strijden
tegen den man; nu goed, we zullen ook
positievere klanken hoortn.
Want waarom strijd tegen den man? om
het kind te redden: de man heeft 't recht
op uw vertrouwen verloren: hij heeft uw
kinderen vermoord, onthoudt dat. De
bankroete mannen-staat kon wel eens, moet
misschien ten slotte, in een nieuwen oorlog
afleiding zotken, nog een kansj: wagen om
er boven op te komen. Gehoorzaamt niet
langer de mannenwetten, geeft uw kind niet
af, sluit het gordijn om de wieg van uw
kind."
Van uw kind! 't Zij dochter of zoon!
Zie hier de mannen-haatster, die den mènsch
lief heeft, die voor hem strijdt met durf
en moed, want hoort 't nieuwe geluid in
het Frankrijk, rui 't trotsche Frankrijk van
na de overwinning:
Oorlog is slachten. Ook van den over
winnaar xijn de handen bloed-rood. Glorie
n i i M
amandelwilgen schieten hoog op en groenen
en bloeien tezelfder tijd. In dit merkwaardig
voorjaar zien we haast alle wilgen nog te
gelijk bloeien Het mooist zijn de waterwilgen
en de kruipwilgen langs de vennen, die
bloeien daar tegen een donkeren achtergrond
van grove dennen en naar den waterkant
worden zij begeleid door de gagelstruiken,
die bloien in brulnbrons en rood. Men zou
er apart een reisje voor maken naar de
vennen van Oisterwijk.
Naar mijn zin worden altijd de populieren
te weinig geprezen, zie maar eens de zwarte
peppels en de Canada's, hoe fraai ze bloeien
in dezen tijd, vooral die met de mannelijke
bloemen, de purperroode, lange zware
meeldraadkatjes. Ge hebt ze kunnen genieten op
het Frederiksplein te Amsterdam en er zijn
ook heel mooie in het Oosterpark, maar
mooier nog zfjn ze buiten, waar ze in rijen
staan langs de wegen en langs de slooten
heel hoog, en sparrig vertakt en met een
gloed van purper in de avondzon. Wanneer
ze uitgebloeid raken en de afgevallen katjes
den grond bedekken, dan gaan de spitse
bladknoppen zich openen en dan zien wel
dra die boomen groengeel door de nog niet
geheel ontplooide, gebundelde glanzige bla
deren. De ontluikende knoppen zijn geurig,
vooral die van den Balsem-populier; een
zoo'n boompje is voldoende om de heele
buurt te vervullen van een fijn aromatische
doordringende hoogst aangename
eneenigzlns geheimzinnige geur; een wierook van
het voorjaar.
Een andere populiersoort, de abeel, heeft
misschien een minder indrukwekkenden
bloei, maar een des te fraaier blad-ontlulking.
Hfl bereikt ook zijn hoogte in deze week.
De blaadjes, die uit de knoppen puilen zijn
door schubben en haren spierwit en zoo
wedijvert thans de abeel in blad met den
bloei van peren of pruimen, ja eigenlijk is
de abeel veel mooier. Hij is in
Kennemerland veel aangeplant en mocht ge met de
en eer ... vreten menschen. Qloric en eer
zijn woorden, dood en verwoesting zijn
tastbare werkelijkheid. Praat nooit oorlog
goed, geeft hem blaam altijd. Oorlog breekt de
schoonste intelligenties, demoraliseert de
edelste harten. Laat de mannen maar schreeu
wen van glorie en eer; laat ze blfj zijn met
ordeteekentjes en lintjes. Bewlerookt ze
niet, kust ze niet. Kiest een eerlijk, eenvou
dig man boven den oorlogsheld: gedeco
reerden moordenaar."
De oproep werd in Frankrijk uitgegeven,
Mina Kiüseman woont in Frankrijk. Sans
peur et sans reproche".
En dan vernemen we de argumenten van
de vredes-beweging, ook weer spontaan uit
dit hart opgekomen:
Eerst na lange jaren van leugens en
slimmlgheden door de diplomaten der wereld
rondgestrooid zijn de bedrogen volken er
in geloopen; de hooge politiek speelt met de
onderdanen als de kat met de muis. Eer
tijds was soldaat-zfln een beroep, nu, met
algemeene dienstplicht, is 't een slavern|.
't Leger vecht zoogenaamd voor vrijheid,
en het vernietigt haar; het duldt geen on
afhankelijk oordeel in woord noch schrift
noch daad. Oorlog ruïneert all.n, ook den
overwinnaar. Uit oorlog komt oorlog, hij
loert al: hongerende begeerten,
haat-broedsels sluipen rond en roepen den dood aan."
Hoort de boet-profetes:,.Oorlogverwoest
niet alleen de generatie van het heden, hij
besmet, hij breekt ook de arme wezens,
gewekt, geboren, opgevoed tijdens zijn ge
weld. In de Vereenigde Staten van Amerika
dooddeden jaar na den oorlog met't Zuiden
een blank jongetje een neger door geweer
slagen. De rechters spraken hem vrij: een
oorlogskind, niet ten volle toerekenbaar
voor zijn daden". De rechters van de
toekomst zullen een zelfde oordeel heb
ben uit te spreken. Deze vaders konden
geen gezonde kinderen wekken, en deze
moeders, verarmd, lijdend, onrustig en
smartenvol kunnen hen alleen vrees en
levensafkeer ingieten. O, men zal alles doen om
den oorlog te vergeten, maar hfj vergeet
ons niet. Hij zij vervloekt."
Dasrom vrouwen op! vereenigt u in een
wereldbond."
Goddank, hij is er al! n van vrouwen
alleen, n van mannen en vrouwen samen.
Moge hf alle goede krachten tot zich nemen,
die pal staan in den strjd tegen 't slechte
in ons zelf, dat oorlog aantrekt, oorlog
brengen kon.
Zal ook deze oude, jonge stem, zullen
deze klaroen-stooten en trommel-slagen 't
goede mee wekken en kracht geven in 't land
dat door bloedmenglng en traditie zich 't
sterkst Overwinnaar voelt ?
W|, moderner vrouwen, zouden zachter
tonen gewenscht hebben, meer aanpassings
vermogen, teerder tact, die milde, heilende
woorden vond en gebogen gezichten lang
zaam oprichtte in vertrouwend luisteren.
Zouien we gelijk hebben? Wie heeft de
Idee hier van noode? de zachte, die lief
spreekt, maar waar langs heen de jachtende
menigte onopmerkzaam voorbij loopt... of
de trommelsjaagster, die opschrikt als in
Holland een*halve eeuw geleden die wel
zal gehoond en verworpen worden, maar
die dwingt tot stilstaan door haar felheid
en tot luisteren door haar waarheid.
Eerbied voor de oude wakkerroepster met
de ongebroken kracht
W. VAN ITALLIE VAN EMBDEN
Ik ontving 200 cxempl. van dezen oproep
gratis, wilde die verkoopen tegen 25 cent
't stuk en't bedrag opzenden aan de schrijfster
In Parijs. Na ontvangst van postwissel a28 et.
zend ik franco Adres: Plantage 12, Leiden.
IIIMMIIIMIIIIIIIIIIHIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllMIIMIIIIIIIIIIIIII
(KONINKLIJKE KWEEKERIJl
j nOERHEW" f
(B. RUYS - Dedemsvaartj
j 26 Hectaren met vaste planten, Rozen, f
! Rhododendrons, Coniferen, Heesters l
l Catalogus 1920 la zoo juist verschenen |
| en op aanvrage verkrijgbaar
TIIIIIIIIII iliiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
iiiiiiiiiiuiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii IMII
IIIIIIIIMIIIIIII immuun i IMIIIII
' Paaschdagen uw bollen-pelgrimstocht
hou: den verzuim dan niet om op Duin en Daal
j of in het Bloemendaalsche Park de abeelen
op te sporen en te zien welk een prachtig
figuur die witte kronen maken tegen den
; blauwen hemel of tegen den achtergrond
van de donkere dennen op den duinrug.
Wel een paar weken lang b i ij ven die abee
len zoo mooi, later wordt de bovenzijde
van de bladeren donkergroen en dan moet
de wind er bij te pas komen, om bij vlagen
d n witten onderkant der bladeren te voor
schijn te halen. Als het zoover is, dan heeft
ook de beuk zfjn beurt gekregen, eerst is
hfj wollig bruin geweest gedurende den tijd
dat zijn knoppen zich strekten en dan op
eens nebben sommige boomen hun helder
groene bladeren, dun en doorzichtig, glad
uitgebreid, zoodat ze fel afsteken tegen de
dennen. Het groen van de larixtn is mis
schien nog krachtiger van toon, maar we
hebben helaas geen larven genoeg, om er
een verschijnsel van te maken. Dennen des
te meer en het ontluiken van de dennen is
een verschijnsel, dat wel in het oog valt,
doch eer om zijn vreemdsoortigheid, dan
om zijn kleurenpracht.
Elke twijg kr(gt een kaarsje, een aan
vankelijk loodrecht lot, dat dicht bezet is
van met de korte naalden nog ge h eel omgeven
vliezige hulsels. Daaruit komen ze te voor
schijn en zoo is dan binnen enkele dagen
het oudere dennegroen overdekt met een
laag van jongen frisschen groei. Met de
sparren gebeurt iets dergelijks, maar daar
kruipt een heel jonge tak tegelijk uit het
hulsel, dat als een soort van slaapmutsje
wordt afgeworpen. Het zal mfj benieuwen
of dat nu dit jaar allemaal nog vóór l Mei
is afgeloopen. Het ziet er wei naar uit.
JAC. P. THYSSE
uur fiiiiiMimiii
ColbertCostumesj90.-naa.Maat
SMIT & C°, P. C. Hooftstraat 66