De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 3 april pagina 5

3 april 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

3 April '20. No. 2232 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DEN JUBILARIS HEIL l Zestig jaar! Als men jong is, voelt men zich oud. Als men oud is, voelt men zich jong. Wat is jeugd? Wat is ouderdom? Frederik van Eeden viert, als dit week blad verschijnt, zijn zestigsten verjaardag. Jong is zijn veerkrachtige tred, jong zijn geest, jeugdig vuur spreekt uit zijn denken en werken. Hij, de man van het idealisme ziet in heden en toekomst het" licht. Dat licht, 't ideaal van vrede, verdraagzaamheid en broeder schap, zal hem jong en blijmoedig houden tot zijn ontwaken. Moge die dag nog zér verre zijn! E L i s. M. R o o G E lllllllllllllIlllllllllllllllllllllltlllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Aan Frederik van Eeden Van Eeden gaf als zijn nndrukkelijken wensen te kenden, dat er op 3 April Stille Ziterdag -- niet gejubileerd zal worden en dat o k verder van alle festiviteit of huldebetoon zal worden afgezien. Van alle huldebetoon zal worden afge zien .." Ik peinsde er over in mfln stille kamer. Het was bijna avond. Grijze schemer zweefde om mij heen, onttrok langzaam alles aan mijn oog. Van alle huldebetoon.. zal worden afgezien." Hos moest ik nu mijn kleine nederige hulde brengen in de Groene", het blad van Fredenk v. Eeden zelf, waarvan de redaktie der Vrouwenrubriek mi] zoo vriendelijk verzocht had iets te schrijven"? Mocht ook dat niet? Weer keek ik de krant in, maar de letters waren niet meer te onderscheiden, al brandde er buiten vlak b IJ mijn raam een lantaarn. De schemering en dat rossige llchtgespeel waren anders wel verlokkend tot gepeinzen, wel verlokkend de breiden op te roepen uit Van Eeden's Kleire Johannes, uit Ellen, uit Het Lied van Schijn en Wezen.. Maar Van alle huldebetoon zal worden afgezien" zoo stond het immers in de krant. Nu ja, de krant! Een krant in de schemering, het fei tenmateriaal, de proza in de stille betoovering van den laten dag, met het zacht gouden oog van een licht buiten l Het was heel stil om m IJ heen, droomerig stil, werd de sche mering niet tot avond ? Zie, daar werd de deur geopend, zacht heel zacht, en iemand trad nader. Het leek een statige verschijning in zwarte ritselende zijde. Twee korte stijve krullen omsloten het fijne bleeke gelaat, een kanten muts dekte het hoofd en twee paarsche linten hingen haar over de schouders. Het was Tante Serénal Tante Seréna uit de Klettie Johannes, tweede deel! Tante Seréna zette zich kalm over mg neer; zQ haalde een borduurwerk uit hare reticule en begon tot mijn verbazing in het lichtstrookje van de lantaarn met haar fijne blanke handen te borduren. Wel ? vroeg Tante Serëna, ik hoor dat je zoo over mijn Johannes gaat schrijven?" Zij zag mij even aan en ik bemerkte dat de kleine Johannes waarlijk gelijk had gehad toen hij opmerkte dat het grlaat in het spionnetje van Vredebest" twee heldere vriendelijke, ernstige oogen" had. Uw Johannes?" zeide ik, dus dr. Frederik van Eeden..?" Ja, ja, dat is mijn Johannes, natuurlijk." 't Was of de zachte stem van zooeven een weinig ongeduldig klonk, ongeduldig over mijn vraag die zeker coo menschelQk was, zoo naar het grove toe. En wat ga je nu over hem schrijven? Ik voelde me heel klein, heel onzeker, heel ver en vreemd van kleinen Joha nes af, terwijl daar bij m| zat Tante Serëna zelf. Tante Seréna die maar borduurde wonderlijk vlug en netjes in het grfjs-gouden schemer licht, die sprak van .Mijn Johannes" en hem immers zooveel nader stond dan ik., boven dien, alle huldebetoon zou toch niet plaats hebben l IIII1IIIIIIIIIIIIIHMII VOORJAARSKLEUREN Gedurende den winter hebben de boomen niet gerust; in 't binnenste van hun knopprn heeft onophoudelijk celwerkzaamheld geheerscht, maar die maakt in 't eerst naar bulten niet veel indruk. Enkele soorten echter geven reeds vroeg veranderingen te zien; veel wilgen werpen meestal reeds voor nieuwejaar de schubben af, die de bloeikatjes beschermden en van dien dag af zijn er dan zilverwitte poesjes aan de wilgen te zien. Spoedig daarna komt het bloeien van hazelaar en elzen en daarmee de eerste voorjaarskleuren van belang: heldergele verticale streepjes van de hazelaarkatjes tegen den donkeren boschachtergrond en zware gordijnen van bronzig bruingelen elzenbloei langs den waterkant. Dan meestal tegelijk met den eersten algemeenen zang lijsterjubel werpen de iepen de schut blaadjes van hun bloemknoppen af en een week of zoo daarna zien we de iepekronen als wol ken van paars en sneeuwwit tegen de blauwe lucht. Nu volgt van eind Februari tot midden Mei een rijke afwisseling van allerlei kleu renpracht, die eigenlijk voor de veel ge roemde herfsttinten niet onder behoeft te doen, maar misschien minder indruk heeft gemaakt, doordat de roode kleuren er een ondergeschikte rol spelen. Het komt maar zelden tot kleurengedaver, en dikwijls Is het schoon van zeer subtielen aard. Vooral geldt dit voor de kleuren van takken en twijgen. De beuken, berken en linden gaan alle drie tegen de komst van Nu, vroeg Tante Seréna, vind je 't niet prettig over hem te schrijven ?" Prettig? IK vind 't heerlijk, ik vind 't een eer," hier keek Tante Seréna mij weer met haar heldere oogen aan en ze lachte mij toe. Ze voelde zeker hoe echt ik het meende en er zal ook zeker wel iets in mijn stem ge klonken hebben dat haar tantehart goed deed. O Tante Setéaa," zei ik, want ik voelde dat ik haar opeens veel nader kwam, Tante Seréna, ik zou juist xoo graag iets over uw Johannes willen schrijven, iets heel moois, en innlgs, iets dat was als een kleinood vol diepen glans, of als een bloem die wijd uit spreidt 'r bladen, of iets dat zeggen kon wat al zijn werk voor mij en voor anderen geweest is, ons leven lang; van den tijd af toen mijn meisjesoogen de eerste bladzijden van de Kleine Johannes" indronken, tot nu, nu mQn eigen oogen zooveel geilen hebben in de wereld, nu jeugd verre heen is en de wereld m| dikwijls donker en ellendig leek, was ieder boek van van Eeden ?." Johannes" fluisterde tante. Van Johannes, mij een lichtstraal." Dat komt, zeide tante Seréna's zachte stem omdat alles wat er in dat eerste boek van mijn Johannes" staat, waar is. Hoe kon hij licht ontsteken als hij zelf niet wist wat duisternis was? Johannes heeft waarlijk Windekind gekend en ook Wistik en ook Pluizer en alles wat er in het eerste deel gebeuit, het eerste deel, je weet wel, waar ik nog niet in voor kom, Is als een voor spelling geweest voor Johannes'verder Ie ven en al de boeken die hfj geschreven heeft, de droomerige en zachte, de sterkeen donkere, zfln bloemen, geplukt aan het stille vijvertje btj het huis van zijn vader, waar kleine Johannes naar de wolkengrot zat te kijken." Tante Seréna borduurde verder. Ik ver wonderde mi] sterk over haar woorden. Hoe wist Tante Seréna zoo van de wolken grot en het stille vijvertje? Wie had haar daarvan verteld? Hoe kwam Tante Seréna zoo poëtisch? Ik wist wel van haar innerIflke goedheid, van haar diepe liefde die den kleinen Johannes ondanks den ver stij venden invloed van ds. Kraalboom, on danks de christelijke argusoogen van Daal j e, gesteund had, gevoerd had naar het goede en ware, maar dat Tante Seréna over haar borduurwerk heen, achter haar spionnetje ooit gepeinsd had over wezens als Winde kind en Wistik en Pluizer dat zij wist van het droomvijvertje en de wolkengrot, dat verwarde mij en ik wilde vragen, toen Tante Seténa mfl voorkwam en met iets ondeugends in haar oogen zeide: Je dacht zeker dat ik alleen af wist van de beddekwast, die eenleeuwcnstaart was?" Ik knikte. Inderdaad tante Seréna, hoe komt het dat u...?" Tante Seréna boog zich wat naar mij over, zoodat er n paarscti lint over haar schou der viel en ze zeide: Dat komt omdat ik nu een veranderd mènsch ben, een geheel ver anderd mènsch." Zou Daatje u nu zoo noemen ?" vroeg Ik. Veranderd, in een anderen zin dan Daatje bedoelde. Ja ik ben nu een veranderd mènsch, en dat heb ik aan mijn Johannes te danken," zeide tante, haar borduurwerk weer op nemend. Als u zooveel weet, Tante Seréna, kunt u mi] dan ook iets zeggen van al dat heer lijke aan het eind van het boek? U spreekt van Windekind en Wistik en Pluizer, weet u ook iets van den Goeden Vriend die tot Johanneskwam op de golven vandeavondree?" Tante Seréna hief haar bleek sprekend gelaat op en zQ antwoordde zacht. Ge vraagt naar bekende dingen. Die Goede Vriend nam mijn Johannes mede naar de Menschhed. HQ ging met zijn begeleider den killen nachtwind egemoet." Het bleef stil, heel lang stil in mijn kamer. Tante Seréna borduurde voort. Na een poos waagde ik te zeggen. En het eiland, Tante Seiéna, uit het derde deel, het sprookjeselland met zijn zuilen en terrassen, zijn tempels en palmen en bosschages ?..," Tante Seréna legde het werk in haar schoot. Waarlijk haar oogen waren nu schoon en diep! Dat is de Lichtstad van mijn Johannes," zeide zfj, maar dat is nog te schoon en te ver voor ce menschheid. Johannes moet daar nog niet over spreken, och ! hij ziet nog zoo dikwijls beddekwasten voor leeuwenstaarten aan, geloof me." Maar Tante!" Ja, ja het is zoo, zeide Tante Serëna. De beddekwasten vinden dat alles te mooi, te ver en daarom is het ook te mooi en te ver." Als ze eens leeuwenstaarten werden?" Ja juist, als ze veranderd zijn, als de Kleeding van de maand Teekening van Roos/e Bakhuis Een coquet rokje van fluweel of taf tijde en een jumper van kleurige crêpe Georgette met franje en Hntgarneering vormen een modieus toiletje voor een Intieme tea". llllllllllllllIlIIIIIlllllllllIlItlllllllllHHlIIllMllllltlllllllllllllllllllllllllllIII menschen veranderd zfjn, dan kan de Licht stad van mrjn Johannes verrijzen." Maar juist om de menichen te veranderen wil uw Johannes de Lichtstad bouwen" waagde ik weer. Dan zal het moeilSk zijn er te komen, zeide Tante Seréna peinzend, en voor velen moeilijk er aan te gelooven." Maar u gelooft er toch aan Tante Seréna?" Ik geloof er aan. Ik zeide je immers dat alles wat mijn Johannes in zfjn eerste bock schreef waar is?" Tante Seréna, nu moet ge mij raad geven. Mij is verzocht over uw Johannes te schrijven t n .?." Welnu?" En hoor, luister cu eens naar wat er in de krant staat. Van Eeden gaf als zijn nadrukkelijken wensch te kennen dat er op 3 April niet gejubileerd zal worden en dat ook verder van alle festiviteit of huldebetoon zal worden afgezien. Huldebetoon daar onder versta Ik ook alle geschreven woorden aan hem gewijd." Tante Seiéna knikte. Ja, ja dat is zoo. Van alle huldebetoon wordt afgezien, daaraan herken ik mijn Johannes. Neen dat wil hij niet en kan men een mènsch ook huldigen voor dat wat hij gezien heeft in em wolkengrot, voor dat wat de zee hem toefluisterde bij zonsondergang, kan men hem huldigen om etgen Innerlijk geluk, om eigen diep en r(|k leven? Johannes heeft gelijk. Breng hem geen hulde." Dus maar niet schrijven, Tante Seréna?" N-en, schrijf niet of... schrijf dat ik er geweest ben, als een veranderd mènsch, mis schien doet hem dat plezier. Schrijf: tante Seténa was hier en groet Kleinen Johannes." Haar stem beefde licht en toen zij heen was gegaan, de statige kleine figuur van Tante Seréna, schreef ik i i den avond mijn hulde die geen hulde mag zQn, de boodschap uit verre landen, gebracht in een stille, in schemering droomende kamer, aan Frederik van Eeden. M. C K ooi j?v. ZEGGELEN llmmlIlllllllmmlIllllllllgmlIIIIMlmillltllmlIIIIIMIIlmlIlllllllmmlII De oude stem en het nieuwe geluid Mina Krüseman heeft een oproep in 't licht gegeven: Appel a toutes les femmes du monde entier". Een geschrtftje van 16 bl. druks, prijs 25 centimes, alle rechten van de lente hun schors rood kleuren. Eerst worden ze glimmend, misschien, doordat de twijg iets toeneemt in dikte en dan komen kleurige sappen in de schors der eenjarige twijgen en dan worden die van de linde dikwijls haast vuurrood, die van den beuk blauwachtig rood, rerwjjl de berk meer in bronzen tinten speelt. Het eene jaar is dat duidelijker dan het andere; de meerdere of mindere hel derheid van de lucht en de temperatuur hebben hierbij veel Invloed. Met dat al ziet in dezen Paaschtfjd de beu ken wan d mooi violetpurper en geeft een beerlijken ach tergrond voor de jonge hei dergroene bladeren van vogelkers of meidoorn, 't Is een van de mooiste tafereeleh van dezen tijd: de beuken of eiken nog geheel stug van knop, maar reeds leven toonend en hun schors, daar tusschen vogelkers, meidoorn, lijster bes in helder, fleurig blad en daaronder weer in 't zonlicht, dat thans nog tot den bodem doordringt het geel van het speenkruid, het wit en goud en paars van de anemonen en de melig lila wolken van de helmbloempjes, van de familie van de aardrook." De struikwilgen hebben in dezen tijd veel meer te ver tellen dan in den herfst, want ze stralen nu met hun goud gele katjes, dat gevolgd wordt door helder groen blad. De meest gewone, de grijze waterwilg vormt in al onze moerassen groote kogels van helder geel, mijlen ver te zien. Die struiken hebben een zeer typischen groeivorm, ze groeien altijd even snel in de. breedte als in de hoogte en blijven zoo steeds min of meer bolvormig. Andere soorten, zoo als de gewone witte wilgen en de Ontluiken van den Absel LAUSANNE-PALACE FAMILIE-HOTEL VAN DEN ALLEREERSTEN RANG Prosp. Int. Verkeersbur., Amsterdam, Raadhuisstr. 2 Den Haag, Papestr. 5 1 overdruk, vertaling en koop door de schrijf ster ... vrijgegeven! Een jaar geleden verzamelden enkele Nederlandsche vrouwen een eeregave voor de tachtig-jarige, wier bescheiden materieel bezit door de oorlogs-toestanden te sterk was aangetast. Een warmere ouden dag" dat werd haar toegewenscht. Is die warmte alleen het hart ten goede gekomen? heeft de oproep in tienduizend exemplaren ver spreid haar opgezogen? en moet 't oude fysieke lichaam maar zien hoe het er komt, zooals het er altijd gekomen is ? Dat dwingend bevelschrift van de strijd ster aan zich zelf lijkt me voorwaar niet onmogelijk. Drie motieven stijgen uit den oproep op en slingeren zich om elkander. De stijl is meesleepïnd; als fluiüonen soms en dan weer als trommelslagen galmt 't geluid. De fluittoncn zijn voor de vrouw: Vrou wen, gij zflt een nheid, staat op in massa, laat u gelden, spreekt: dit zij de laatste oorlog. Als g| wilt is oorlog voorbij. Zweert bfj 't hoofd van uw kind. Draagt minachting, schande, schandaal zoo 't moet, maar redt. Roept neen". Geeft der menschheid een hoogere moraal; g| zflt de as waarom de wereld draalt. Gfj zijt la femme". La femme! tooverwoord voor poëtiseerende dichters in la douce France! maar haar macht schijnt toch niet volkomen, want aldus zet de tegen-zang in mineur in: Vrouwen; ook gQ draagt de schuld aan dei oorlog, toont u meerderjarigen. Schudt af uw mis dadige lusteloosheid. Helaas, gij zfjt ontaard en vergroeid tot onderworpen schepsels. Waar is uw eigenwaarde? schaduwen z|t ge, echo's. Men heeft u bedrogen l" Men ? wie is die men ? de man! Om zijn ooren dreunen de trommelslagen: het al gemeen verval van den man; ifln heerschappij uit zich in diefstal, tyrannle en corruptie. De mannen-staten hebben misdadig bankroet gemaakt. De man met zijn hinkende moraal leeft naast leven, hfj onderscheidt goed noch kwaad". Hoe herkennen we de weerbare amazone van een halve eeuw geleden! Toen meer spot in de stem, nu sterker tragiek, maar het veroordeelend vonnis spreekt ook nu: schul dig. En schuldig zonder verzachtende om standigheden. Dat er wisselwerking bestaat tusschen man en vrouw, dat haar verwording tot echo tot slaaf" zeker niet zijn schuld allén is, dat la femme" van haar macht een hooger gebruik had kunnen maken en ruimer gebieden van leven overllchten ... de vraag zal niet wórden gesteld! Ten op zichte van den man is de voorvechtster zich gelijk gebleven. (Van den man als theore tisch object", wel te verstaan; ik hoorde verhalen van een zeldzaam gelukkig, harmonisch huwelijksleven); ten opzichte van de vrouw heeft haar gezichts kring zich verwijd. De Mina Kiüseman van plm. 1875, die haar landje door duif en moed, door aantasten en omverhalen, door geest, welsprekendheid en volkomen gemis aan tact opjoeg en in twee ongelflk-groote partijen verdeelde; voor en tegen mijzelf" toornde op de vrouw al even heftig als op den man; voelde zich individualistevol bloed, zij alleen tegen allen, geen bonden; geen samenwerking C'est moi." De Mina Krüseman van heden roept de vrouw op over de geheele wereld als n geheel, vast en ondeelbaar, om te strijden tegen den man; nu goed, we zullen ook positievere klanken hoortn. Want waarom strijd tegen den man? om het kind te redden: de man heeft 't recht op uw vertrouwen verloren: hij heeft uw kinderen vermoord, onthoudt dat. De bankroete mannen-staat kon wel eens, moet misschien ten slotte, in een nieuwen oorlog afleiding zotken, nog een kansj: wagen om er boven op te komen. Gehoorzaamt niet langer de mannenwetten, geeft uw kind niet af, sluit het gordijn om de wieg van uw kind." Van uw kind! 't Zij dochter of zoon! Zie hier de mannen-haatster, die den mènsch lief heeft, die voor hem strijdt met durf en moed, want hoort 't nieuwe geluid in het Frankrijk, rui 't trotsche Frankrijk van na de overwinning: Oorlog is slachten. Ook van den over winnaar xijn de handen bloed-rood. Glorie n i i M amandelwilgen schieten hoog op en groenen en bloeien tezelfder tijd. In dit merkwaardig voorjaar zien we haast alle wilgen nog te gelijk bloeien Het mooist zijn de waterwilgen en de kruipwilgen langs de vennen, die bloeien daar tegen een donkeren achtergrond van grove dennen en naar den waterkant worden zij begeleid door de gagelstruiken, die bloien in brulnbrons en rood. Men zou er apart een reisje voor maken naar de vennen van Oisterwijk. Naar mijn zin worden altijd de populieren te weinig geprezen, zie maar eens de zwarte peppels en de Canada's, hoe fraai ze bloeien in dezen tijd, vooral die met de mannelijke bloemen, de purperroode, lange zware meeldraadkatjes. Ge hebt ze kunnen genieten op het Frederiksplein te Amsterdam en er zijn ook heel mooie in het Oosterpark, maar mooier nog zfjn ze buiten, waar ze in rijen staan langs de wegen en langs de slooten heel hoog, en sparrig vertakt en met een gloed van purper in de avondzon. Wanneer ze uitgebloeid raken en de afgevallen katjes den grond bedekken, dan gaan de spitse bladknoppen zich openen en dan zien wel dra die boomen groengeel door de nog niet geheel ontplooide, gebundelde glanzige bla deren. De ontluikende knoppen zijn geurig, vooral die van den Balsem-populier; een zoo'n boompje is voldoende om de heele buurt te vervullen van een fijn aromatische doordringende hoogst aangename eneenigzlns geheimzinnige geur; een wierook van het voorjaar. Een andere populiersoort, de abeel, heeft misschien een minder indrukwekkenden bloei, maar een des te fraaier blad-ontlulking. Hfl bereikt ook zijn hoogte in deze week. De blaadjes, die uit de knoppen puilen zijn door schubben en haren spierwit en zoo wedijvert thans de abeel in blad met den bloei van peren of pruimen, ja eigenlijk is de abeel veel mooier. Hij is in Kennemerland veel aangeplant en mocht ge met de en eer ... vreten menschen. Qloric en eer zijn woorden, dood en verwoesting zijn tastbare werkelijkheid. Praat nooit oorlog goed, geeft hem blaam altijd. Oorlog breekt de schoonste intelligenties, demoraliseert de edelste harten. Laat de mannen maar schreeu wen van glorie en eer; laat ze blfj zijn met ordeteekentjes en lintjes. Bewlerookt ze niet, kust ze niet. Kiest een eerlijk, eenvou dig man boven den oorlogsheld: gedeco reerden moordenaar." De oproep werd in Frankrijk uitgegeven, Mina Kiüseman woont in Frankrijk. Sans peur et sans reproche". En dan vernemen we de argumenten van de vredes-beweging, ook weer spontaan uit dit hart opgekomen: Eerst na lange jaren van leugens en slimmlgheden door de diplomaten der wereld rondgestrooid zijn de bedrogen volken er in geloopen; de hooge politiek speelt met de onderdanen als de kat met de muis. Eer tijds was soldaat-zfln een beroep, nu, met algemeene dienstplicht, is 't een slavern|. 't Leger vecht zoogenaamd voor vrijheid, en het vernietigt haar; het duldt geen on afhankelijk oordeel in woord noch schrift noch daad. Oorlog ruïneert all.n, ook den overwinnaar. Uit oorlog komt oorlog, hij loert al: hongerende begeerten, haat-broedsels sluipen rond en roepen den dood aan." Hoort de boet-profetes:,.Oorlogverwoest niet alleen de generatie van het heden, hij besmet, hij breekt ook de arme wezens, gewekt, geboren, opgevoed tijdens zijn ge weld. In de Vereenigde Staten van Amerika dooddeden jaar na den oorlog met't Zuiden een blank jongetje een neger door geweer slagen. De rechters spraken hem vrij: een oorlogskind, niet ten volle toerekenbaar voor zijn daden". De rechters van de toekomst zullen een zelfde oordeel heb ben uit te spreken. Deze vaders konden geen gezonde kinderen wekken, en deze moeders, verarmd, lijdend, onrustig en smartenvol kunnen hen alleen vrees en levensafkeer ingieten. O, men zal alles doen om den oorlog te vergeten, maar hfj vergeet ons niet. Hij zij vervloekt." Dasrom vrouwen op! vereenigt u in een wereldbond." Goddank, hij is er al! n van vrouwen alleen, n van mannen en vrouwen samen. Moge hf alle goede krachten tot zich nemen, die pal staan in den strjd tegen 't slechte in ons zelf, dat oorlog aantrekt, oorlog brengen kon. Zal ook deze oude, jonge stem, zullen deze klaroen-stooten en trommel-slagen 't goede mee wekken en kracht geven in 't land dat door bloedmenglng en traditie zich 't sterkst Overwinnaar voelt ? W|, moderner vrouwen, zouden zachter tonen gewenscht hebben, meer aanpassings vermogen, teerder tact, die milde, heilende woorden vond en gebogen gezichten lang zaam oprichtte in vertrouwend luisteren. Zouien we gelijk hebben? Wie heeft de Idee hier van noode? de zachte, die lief spreekt, maar waar langs heen de jachtende menigte onopmerkzaam voorbij loopt... of de trommelsjaagster, die opschrikt als in Holland een*halve eeuw geleden die wel zal gehoond en verworpen worden, maar die dwingt tot stilstaan door haar felheid en tot luisteren door haar waarheid. Eerbied voor de oude wakkerroepster met de ongebroken kracht W. VAN ITALLIE VAN EMBDEN Ik ontving 200 cxempl. van dezen oproep gratis, wilde die verkoopen tegen 25 cent 't stuk en't bedrag opzenden aan de schrijfster In Parijs. Na ontvangst van postwissel a28 et. zend ik franco Adres: Plantage 12, Leiden. IIIMMIIIMIIIIIIIIIIHIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllMIIMIIIIIIIIIIIIII (KONINKLIJKE KWEEKERIJl j nOERHEW" f (B. RUYS - Dedemsvaartj j 26 Hectaren met vaste planten, Rozen, f ! Rhododendrons, Coniferen, Heesters l l Catalogus 1920 la zoo juist verschenen | | en op aanvrage verkrijgbaar TIIIIIIIIII iliiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ iiiiiiiiiiuiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii IMII IIIIIIIIMIIIIIII immuun i IMIIIII ' Paaschdagen uw bollen-pelgrimstocht hou: den verzuim dan niet om op Duin en Daal j of in het Bloemendaalsche Park de abeelen op te sporen en te zien welk een prachtig figuur die witte kronen maken tegen den ; blauwen hemel of tegen den achtergrond van de donkere dennen op den duinrug. Wel een paar weken lang b i ij ven die abee len zoo mooi, later wordt de bovenzijde van de bladeren donkergroen en dan moet de wind er bij te pas komen, om bij vlagen d n witten onderkant der bladeren te voor schijn te halen. Als het zoover is, dan heeft ook de beuk zfjn beurt gekregen, eerst is hfj wollig bruin geweest gedurende den tijd dat zijn knoppen zich strekten en dan op eens nebben sommige boomen hun helder groene bladeren, dun en doorzichtig, glad uitgebreid, zoodat ze fel afsteken tegen de dennen. Het groen van de larixtn is mis schien nog krachtiger van toon, maar we hebben helaas geen larven genoeg, om er een verschijnsel van te maken. Dennen des te meer en het ontluiken van de dennen is een verschijnsel, dat wel in het oog valt, doch eer om zijn vreemdsoortigheid, dan om zijn kleurenpracht. Elke twijg kr(gt een kaarsje, een aan vankelijk loodrecht lot, dat dicht bezet is van met de korte naalden nog ge h eel omgeven vliezige hulsels. Daaruit komen ze te voor schijn en zoo is dan binnen enkele dagen het oudere dennegroen overdekt met een laag van jongen frisschen groei. Met de sparren gebeurt iets dergelijks, maar daar kruipt een heel jonge tak tegelijk uit het hulsel, dat als een soort van slaapmutsje wordt afgeworpen. Het zal mfj benieuwen of dat nu dit jaar allemaal nog vóór l Mei is afgeloopen. Het ziet er wei naar uit. JAC. P. THYSSE uur fiiiiiMimiii ColbertCostumesj90.-naa.Maat SMIT & C°, P. C. Hooftstraat 66

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl