De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 17 april pagina 10

17 april 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 April '20. - No. 2234 CHARIVAR1A Peccavi, collega! Wij verheugen ons ten zeerste over die vergissing." (De Journalist) En wij hebben weer wat plezier over deze. , TAALOEFENINGEN VOOR DE JEUGD Tracht nog iets te maken van: Dan zal Duitschland in staat zijn zijn onderteekening gestand te doen. De vraag is maar, of het, als het dat kan, het ook nog wil, terwijl aan den anderen kant, houdt de Ententehetklein, Duitsch land dat niet kan en zij dus, het onder water houdend, daardoor meegetrokken wordt." (N.R.C.) Het Wienerwald bestaat niet meer, omgehakt als het is door van koude zich geen raad^wetende Weeners." (H.P.) De eerste daarvan is een imponderabilium"", het gekrenkte nationale gevoel." Wij knipten dit mirabilium dictu uit een hoofdartikel van de N. R. C. Naar wij vernemen, is de uitslag der enquête uitgeschreven door de algemeene vereeniging van leeraren M. O. omtrent Fransen als leervak als volgt: uitgebracht 318 stemmen, tegen afschaffing 177, voor handhaving 137, blanco 4 stemmen." (Maasb.) Deze 4 waren blijkbaar wel voor afschaf fing, maar toch tegen handhaving, en stem den daarom maar blanco. Majoor Qray zal Dinsdag een dans avond geven in de zaal van Duwaer en Naessens. Aan de piano Renée Muzikant." (Hbl.) Renée is dus niet, zooals men zou meenen, dragonder. Gezien het feit, dat beklaagde zich in de gevangenis, waar niemand haar verstaat, zeer ongelukkig gevoelt, vraagt pleiter oplegging van voorwaardelijke yeroordeeling." (N.R.C.) Wie het ware genoegen van een verblijf in de gevangenis wil smaken, zal dus over eenige talenkennis moeten beschikken. Charivarius ontvangt gaarne knipsels. Adres: Keizersgracht 333, Amsterdam. iiiimmiiiiiiilim OPLOSSING VAN DE SCHENKPÜZZLE. Vul de 13 Liter maat, schenk daaruit de 5 Liter maat vol, dan blijft er 8 Liter over, die in de 11 Liter maat worden geschonken, als aandeel van den eigenaar dier maat. Ditzelfde herhalen, de S Liter, die in de lilllfiimiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiieiiimiiiiliii HOTEL LÜTZELAU. Familie-Pension. Direct aan het meer gelegen. Pension van af fr. 11.50. Eigen. K- DOLDER. Prosp. Int.Verkeersbureau, A'dam, Raadhuisstr. 2 en den Haag, Papestr. 5 ARMOEDE DOOR CORNELIS SPIERLINGS Onder het heel hooge koepelgewelf van den egaalblauwen hemel, strekte zich wijd, heel wijd, zonovergoten en in diep-zwarte schitte ring, het ijsveld uit, zich verliezend In de verte in wittigen nevel. Als 'n zilveren lint kronkelde er zich de baan over, wit van ijspoeder, dat te schitterflitsen lag in de zwakjes warme winterzon. In druk-jolig gejoel warrelden er de donkere menschenfiguurtjes doorheen, met soms 'n fel-scherp opkleuren van 'n rood of paars of hard-geel ijs-costuum van een chique rijderes. Lustig wapperden de vlaggen in den vlagen den noordwind en gonsde zwaar de menigte ; nu en dan hel-opschaterend meisjesgegil, puntig scherp in de ijle vrieslucht. Vroolijkheid was 't, een en al onbezorgde, levenslustige vroolijkheid, met op-zij-zetting van alle zorgen.... Maar aan den hoogen walkant, neerkijkend op al die jolige doening, stond, in bitter-scherp contrast er mee, een zaam en droef Louis Verbunt, star en een zelvig, turend naar ongeziene verten, de lippen vast opeen geklemd, de handen krampig tot vuisten geknepen. Daar binnen in zijn ziel, daar woelden met scherpe, schrijnende zielepijniging, zware zwarte gedachten ; de gedachte aan zijn leven als verschoppeling, van armen jongen. Zeventien jaren was ie, 'n stugge, eenzelvige jongen. Hoog stond hij in beschaving en voelen boven zijn eenvoudige ouders, arbeidersmenschen, die meenden dat hun liefde voor 't kind zich beperkte tot zorg voor voeding en kleeding; maar om 't zieleleven van hun kind bemoeiden zij zich niet. Daar stond ie heel alleen in. Hij had ver driet, er was niemand die hem troosten kwam, hij moest dat opsluiten in zijn eigen ziel'en dagen en nachten mijmerde hij er over in stugge zwijgzaamheid. En hij had veel verdriet, verdriet over z'n Dit merk op Uwe rookartikelen garan deert U kwaliteit. ~ VOOR" ENQROSl Gideptnetrd Hindelsmark IftN UUNKE DEN HAAG 13 Liter maat overblijft zijn voor den eigenaar van die* maat. De rest ad 5 Liter in de 5 Liter maat, en de drie Liter in het vat zijn voor den derde, die zijn vrouw tevens kan verblijden met een vaatje om het volgend najaar zuurkool in te maken, zooals een der oplossers schreef. Goede oplossingen kwamen in van Ds. C. Ph.F.A. teRuurlo, L.v.d. B. te Amsterdam D. H. B. te Leiden, Mevr.J. A. B.?W. te Lnag-Keppel, Jonpenheer G. L. B. te den Haag, W. J. B. te Arnhem, W. v. B. te Sloten, T. G. B. te den Haag, P. v. B. te Rotterdam, H. v. B. te Amsterdam, W. B. te Utrecht, Mej. S. W. B. te Amsterdam, F. B. te Bergen op Zoom, Mevr. K. B. te Laag-Keppel, F. C. C. te Haarlem, H. C. te Rotterdam, J. C. te Amersfoort, Chr. de D. te Brussel, L. M. v. E. te den Haag, C. J. J. E. te R'dam, C. M. v.d. E. te Maassluis, G. F. de V. te Poortugaal.E, M.G.teOssAV. G.teDordrecht Mevr. W. H. te Veenendaal, Mej. M. H. te Haarlem, ter H. te Haarlem, C. H. te Baarn, Mevr. F. v. J. v. 't E te Almelo, H. J. de J. te Haarlem, G. v.d. K. te Alblasserdam, Jongej. K- K. te R'dam, H. K- te Zeist, J. K. te Veenendaal, Ln" te Arnhem, J. M. te Amersfoort, A. S. v. O. te Leysln (Zwitserland), H. O. te Utrecht, J. v. O. te Breda, B. O. te Eetde, Mei. J. M P. te Nunspeet, C. v.d. P. ts Dordrecht, S. R. P. te Baarn, Mej. C. f. M. v. R. te Hilversum, J. R. te Zuid-Scharwoude, Mevr. R. te Amsterdam, fan R. H.B.S." te Alkmaar, L. S. te Leiden, D. S. Jr. te Asdam, J. L. V. te Alkmaar, K. S. te Utrecht, G. G. V. te Alkmaar, Mevr. A. E. M.?V. te Ellecom, H. L. V. te Goedereede, C. W. H. V. te Drie bergen, R. V. te Rotterdam, W. V. te Sloten, ]. H. W. te Groningen, C. Z. te Amsterdam, J. Z. te Venlo. Verschillende oplossers zonden niet on verdienstelijke teekeningen, schetsjes, ge dichten, ja wat niet al. Jammer dat onze plaatsruimte het niet gedoogt er een en ander van op te nemen. Puzzleprijswinnaar is Jan R. H.B.S." scholier te Alkmaar. E. M. H. T. te Englewood N. J. (U.S.A.) zond eene goede oplossing van de leeftijdpuzzle. CORRESPONDENTIE Inzender van de puzzles niet dominosteenen te Amersfoort. Uw brief vermeldt noch uw naam, noch straat en huisnummer. Wilt U die even aan A.B. mededeelen? U ontvangt dan direct bericht. Mej. E. L. te Haag. Weet U iets beters? J. Blans te Asdam. Gaarne ontvangt A.B. Uw gids. A. C. C. C. te L. Merkstreepjes waren niet noodig. NIEUWE PUZZLE Iemand ging in New-York een ' winkel binnen en kocht er ter waarde van 34 cent (Amerikaansch). Toen hij zou betalen, be merkte hij dat hij alleen n dollar had, een drie-centstuk en een twee-centstuk. De winkelier had slechts een halve- en een kwart dollar. Een andere kooper, die ook in den winkel was, bood aan om te helpen, doch hij had niet anders dan twee tien-cent stukken, n vijfcentstuk, n tweecentstuk en een cent. Met behulp hiervan wist de eenzaam leven ; z'n armoede en zijn liefde. Bijna altijd had hij het: daarom was hij ook haast altijd stil; dan scholden ze 'm thuis voor droomer, voor 'n jongen-daarnou-net-niks-aan-is.... Hij was op de H. B. S.; daar leerde hij kosteloos. Eerst had ie dat gevoeld als 'n hooge eer, 'n uitverkoren zijn door zijn verstand, maar langzamerhand met het klimmen der jaren was 't verworden tot schaamte, die hem de oogen neer deed slaan en 't hoofd hoog-rood deed gloeien, als de jongens op school spraken over jongens-die-kosteloos-studeeren. Gebeurde dat, dan was ie weer heel stil en teruggetrokken onder denzwaren druk van zijn armoeds besef. En vervuld was hij dan van een angstig ontzag voor rijkdom. In de klas keek hij dan vol bewondering naar de rijkelui's-kinderen ; die zaten daar zoo mooi en deftig en rustig, zonder zorgen. Hoe zouden die zich toch wel voelen ? Hij trachte zich hun gevoel van onafhankelijk-zijn voor te stellen, maar 't ging zoo moeilijk, zoo vreeseüjk moeilijk voor hem, verstooteling die hij was.... Dat weten, dat hij niet geteld werd, drukte hem zwaar. Uitgezonderd enkelen, die 'm noodig hadden voor de studie, werd hij door allen genegeerd. Ook door haar, waar hij zoo veel van hield. . En vooral daardoor voelde hij zoo pijnlijk zijn armoede, die 'm minderwaardig maakte in haar oog. Zij zat op school schuin voor 'm. Dikwijls zat ie in vervoering te kijken naar haar mooi-regelmatig profiel, dat scherp afteekende, door de zuivere blankheid van haar gezicht, tegen den groenen schoolmuur. Dan leefde in hem zoo'n zalig-wee geluk en kon hij zijn oogen niet afwenden. Dan wenschte hij, dat het altijd zoo blijven zou : Zij zoo rein-mooi, met de blonde haren in gouden golving over den rug, de wangen zacht blozend, als wolken waarachter zon te stralen staat en dan die oogen, die heldere oogen als 'n waterspiegel, onbewogen in stillen nacht, met zachte kaatsing van maanlicht! en hij zoo gelukkig, zoo huiverig-gelukkig. Nu een week ongeveer geleden, had hij een blik van haar opgevangen, juist toen hij weer te staren zat naar haar. 'n Zoete huivering van geluk was 'm door het lijf gegaan ; zijn hart was even stil gaan staan, toen aan 't kloppen met zoo'n felle slagen, dat 't zweet hem opkrieuwelde langs den rug en zijn hoofd rood te gloeien begon. Hij kon het niet bevatten, dat wonder, dat ongelooflijk-groote wonder: hij de arme werkmansjongen 'n vrindelijken blik van haar, het mooie deftige meisje ! 't Kon niet! Maar toch, hij had duidelijk gezien ! en ze had zwakjes geglimlacht ook. Alles om hem heen was weggezonken in 't niet, alleen zij en hij leefden, in 'n groot mooi licht. Toen was zijn stil geluk gebroken door de be! van vieren, maar 's-avonds in bed had hij weer liggen smakken er aan. In 'n goudigen schemer zag ie haar liggen in winkelier den eersten kooper toch te helpen. Hoe deed hij dit? (Een dollar = Holl. waarde pi.m. f 2.50 = 100 cents Amerikaansch. Oplossingen vóór Vrijdag a.s. in te zenden aan het redactiebnreau onder letter A B. HXQHESin VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto Leekenspiegel", en onder opgave van naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd). T. v. A. te D. Kunt u mij opgeven de bijzonderheden van oorsprong, waarde, op schriften enz. van onze gouden rijders en dito ducaten ? Zoo er vreemde of afgekorte inscrip ties op voorkomen, deze gaarne vertaald en aangevuld ook. Het aantal gouden rijders en dukaten door de verschillende provinciën en gewesten in den loop der eeuwen uitgegeven wij vinden ducaten vermeld van 1583, maar ook van 1818 is zóó groot, dat wij, met het oog op de beschikbare plaatsruimte, onmogelijk aan uw verzoek kunnen voldoen. U vindt ze alle, met de afbeeldingen, opgegeven in Verkade's Muntboek, dat in de voornaamste groote bibliotheken voorhanden is. uiliniiiilililiiiiiiitiiiiliiiMlIliiiiliiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiianitiiiliimin NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEN DEK HAAG DELFT VliitiMibiwifl. ItncMichnMrtS. Fynjikibl. Koittuiiil VlOf . VCRSA iiiitttiiiiiiiiiiiiiimiitmiiiiiiiii Nieuwe Uitgaven Gids voor de badplaats Domburg. Uitgegeven docr de vereeniging tot bevordering der belangen van de badplaats Domburg.1 De Burgerwacht. Handleiding ivoor^commandanten en leden der vrijw. burgerwach ten, door G. J. H. Pelt, reserve^! e luit. der infanterie en uitgegeven ,bij J. f J 4 Romen & Zonen, Roermond. 3^».-J'ia4 ?t* Bedrijfsorganisatie, door?J. van Os. Volks bibliotheek i'No. 63. N. V. Uitgevers-Vennoot schap Futura", Leiden. .j millllllllllllMllllllllllUlllllllHMIIIirilllllllllllllllllllllllllllllUNIIIIIIIIIHIIIII J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, HAARLEM Schilderijen - Prentkunst - Boeken over Kunst CATALOGI OP AANVRAAQ lltlHtllllllllllllllllllilIIIIHIIIIIIIIIIIllllllllIlllllllllllllllllllllllllllllllllllll Eigen lieds innigheid Ik was een knaap die alle Joodsche dagen Van vasten en van vreugde eerbiedig hield Zijn dagen veilig voor angstige vragen. Al zijn verlangen door vroomheid bezield. Ik werd een man. Wie kent het zalig dwalen Langs vrije wegen, als ik heb gekend ? Van des ochtends, vóór de open uren stralen Tot de zon zich naar 't weemlend westen wendt. Ik was een man. Ik heb het lied gezongen, Waar de weg rust, dat het rusten verblijdt. Meer dan ns heb ik mijn makkers gedwongen Met de macht van mijn lied tot innigheid. Tot ik bezon van al mijn machtig dwalen. En keerde, eene zware en diep-wroegende keer. Maar zóó vertrouwd als 't eigen ademhalen Bleef mij mijn lied, niet luid, maar mild en teer. En 't eigen land herdacht ik met verlangen, Terwijl mijn zang sterk en bezonnen zwol. Als de duinen, die in zijn gaarden hangen En zetten zich aan al hun ranken vol. Tot ik Holland verliet en de overwinning In onze stad hier eiken dag verwacht. Het Lied van verlangen, 't lied van bezinning, Maar 't overwinnend lied wint meest aan macht. Zeg al wat gij weet van aanminnigheid: Liefde, vriendschap, een moeder met haar kind. Het is alles toch niets bij de innigheid, Die een dichter in het eigen lied vindt. Want het eigen lied is den Dichter nader, Dan het eigen bloed in het bonzend hart. Het leven voert ons langs vriend en verrader, Het Jied verlaat ons niet in schande en smart. O, Lied, dat mij langs verlangen geleidde, Dat mij geleidde langs boetende keer, Zult gij tot mijnen dood mijn hart verblijden Met het wonder van woorden diep en teera? Het eigen lied in 't eigen land te zingen,' -J En zalig zijn bij zijn vertrouwde lust. p.i "''. Eeuwig is het Lied der herinneringen, -jg '1 Van verlangen^van^bezinning^enjjust. '"i* ',. J A'c o's "J I s R'A'ËL D ET H A A'N ClCFVRETTES miiiiiiiiiiiiiiiiiiiii MËERENGK/ICHT 'il'i ZIEKTE VERZEKERINGEN haar bed, op 't kussen; de oogen dicht, ge sloten door de mooie groote oogenschellen; 't mondje half open, de lippen frisch-rood en de tandjes wit schitterend daar tusschen. Haar armen lagen rozig-blank op 't dek, de fijne blanke handen lang uitgestrekt; twee zuivere lelie's aan fijne rankige stengels. Hij was haar genaderd, heel stil en zacht, en had een kus gedrukt op haar hoofdje.... Toen had hij gehuiverd van geluk en had zijn hoofd diep in 't kussen gedrukt, dat weldra vochtig voelde van tranen. Die heele week, die heele lange week, van slapelooze trage nachten, had ie op school vergeefs zitten wachten op 'n blik van haar, die in een speelsch verlangen naar coquetterie hem 't hoofd eens op hol wou jagen. En hij leed stil, in stugge geslotenheid, met knagende hartepijn en soms krieuwelde 'n traan daar boven in zijn neus en uit alle macht moest hij dan voorkomen, dat ie huilen ging.... Zoo ook nu, nu hij weer aan haar en zijn smart stond te denken. .. Lang had ie staan staren, zonder bewust te zien. Toen rilde hem plots een huivering over 't lijf, de lippen ontspanden zich en wijd sperden de oogen in angstige vraging of 't wel waar was wat hij zag. Daar stond zij, frisch en slank, de glinste rende ijzers onder de voeten. Ze stond bij 'n luitenantje, fatterig ventje, met wie ze lacherig te spreken stond, tot deze haar galant den arm bood en zij getweeën wegreden, zij met breed uitzwaaien van haar mooi-gevormde beenen, en even in de maat licht bewegen van 't bovenlijf.... Een paar minuten stond Louis te kijken, zonder bewegen, zonder verder te denken, zoo was ie geschrokken. Maar toen zeeg 't zwaar in hem neer: zij reed niet een ander, dacht niet meer aan hem, die om haar zoo leed.... Ze is me vergeten heeft misschien wel nooit aan mij gedacht Waarom ben ik ook zoo arm?.... Waarom ben ik eigenlijk Louis Vcrbunt?.... Had ie nou maar schaat sen gehad, dan had ie haar op 't ijs quasi iets kunnen vragen over school.... ze zouden dan een praatje hebben gemaakt en heel bedeesd en eerbiedig had ie dan gevraagd of ie 'n baantje met haar maken mocht.... Heerlijk was dat.... zij aan zijn arm, haar lieve lijf tegen hem de mooi-ronde arm vast gekneld tusschen den zijnen en zijn lichaam.. . Maar plots brak ruw zijn mooie droom, her innerde ie zich, dat ie arm was, arm en onge lukkig. En weer vroeg ie zich af: waarom, waarom?.... Hij kon maar niet begrijpen, waarom hij nog moest leven, als hij overal werd verstooten om zijn armoede, als hij altijd arm moest blijven, arm aan geld, maar ook, en dat was 't ergst, arm aan troost en weder liefde ! 'n Walging overviel hem voor 't leven, dat hem dom en onnuttig scheen: en in zijn uiterst groot verdriet, kwam deez' gedachte in hem op : Was ik maar dood ! weg hier van de wereld, die niet voor mij is, waar ik heel alleen sta, zonder iemand die met me mee eeft. Hij trachte die vreeselijk-zwarte wanhoopsgedachten te bannen uit zijn zwaai-denkend hoofd, door zich veel liefs voor te stellen in de toekomst. Maar het ging niet, hij voelde zich zelf te bedriegen door te denken, dat de toekomst hem nog geluk zou brengen. En daarom herrees telkens steeds vaster van vorm en beslister de gedachten aan den dood; den dood, die voor hem.... 'n verlossing zou zijn, 'n bevrijding uit zijn eenzaam leven Onwrikbaar vast stond het ten laatste in zijn denken : ik zal me van kant maken.... Maar hoe moest hij 't doen?.... Ophangen, 'n vreeselijke, afgrijselijke dood was dat.... Verdrinken! dan? Er werd gezegd dat die dood zoo zacht was.... Ja, dat zou ie doen, zich verdrinken. Maar alles was bevroren, zou ie dan toch zich op moeten hangen? Dan flitste het plots door zijn hoofd, dat de haven niet dicht was. En reeds keerde hij zich om, om heen te gaan, toen een hevig verlangen in hem zwellen kwam een verlangen haar te zeggen, hoe hij leed om haar. Resoluut daalde hij den walkant af, ging tusschen de schaatsers door in angstig zoeken. Hij liep heel onbewust, in beslag genomen als hij was door het denken aan haar en het zoeken naar haar. 'n Vaste wilsuitdrukking lag ever zijn ge zicht, fel stonden de oogen te branden in 't hoofd rood van woedend-hevig verlangen en in zenuwige doening liep hij tusschen de menschen door, hen ruw op zij stootend. Hij voelde niet hoe men tegen 'm aan botste, hoorde niet hoe men hem nariep: Hè, ben je gek geworden, lamme kwezel." Hij liep steeds door, angstig te zoeken naar haar.... Eindelijk zag hij haar, heel ver met hem elegant zwierend, met lichte overhellina; naar bezijden van 't slanke lijf, n been liefgebogen achterwaarts geheven. Fel begon hem het hart te kloppen, als in zwijmel liep hij haar tegemoet, met plots een vrees voor wat hij doen ging. Maar energiek schoof hij die vrees van zich af. 't Moest, hij moest haar zeggen, wat hern daar binnen in te branden zat, als een schrij nende wonde. Ze waren vlak bij hem, toen hief hij in stinctmatig den arm op, beduidend, dat hij haar spreken moesten zij, denkend aan school, stond weldra met fel krassende omzwiering, bij hem stil, terwijl de luitenant verder reed en een eindje verder wachten bleef. Louis, hoog-rood, verlegen stamelend, bracht het er moeilijk uit: ,,Ik moet je 'ns wat zeggen." Verwonderd keek ze op, terwijl hij doorging. Ja kijk maar niet zoo.... je weet goed.... wat ik bedoel." Toen bruiste zijn liefde en jalouzie weer op en al woester en woester rolden de woorden. Jij hebt me 't hoofd op hol gbracht met je mooie oogen, Om met me te coquetteeren. Maar later bedacht je je. Ik ben ook zoo arm. en jij zoo rijk. Danrom ga je mou ook met hem mee. Dacht je dat die vent liefhebben kon? Maar hij is rijk en daarom Uit het kladschrift van Jantje ^»J«f^é^f^ C\£ OCaa .feSU "0§& <\ Tb®&s a>k \ ^j i^^ '<fawzz&£lc(. X ^V*( / iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim wil je hem wel en mij niet, die zoo veel van je houd en zoo veel om je lijd. Maar daar trek jij je niks van aan. \Vatksn jou dien armen schooier schelen ! Je houdt veel meer van dien ploerügeu vent ginder.".... Hij haJnogveel meer willen zeggen, maar juist reed ze weg vol schrik voor die vreeselijk-brandcndeoogen van dien jongen. En ze reed weer heen niet den cavalier.... Sidderend stond Louis haar na te zien, de vuisten gebald, zijn verdriet woelde heftig in hem, tranen krituwelden hem in den neus. Maar hij bedwong zich, en met een stamp voet, zvvaar-dof op 't dikke ijs, keerde hij zich om, 'n vloek knarsend tusschen de tanden die in wreede schittering op elkaar geklemd stonden tusschen de opene lippen ; een vloek om zijn armoede, niet alleen materieele, maar ook psychische, die hem het leven ondragelijk maakte : om zijn leven van verstooteling en vereenzaamde. Haastig liep hij 't ijs af, de stad door, was voor hij het wist bij de haven. Daar was 't stil. En nu op 't besliste moment nu hij afscheid nemen ging van 't waardelooze leven, moest hij nog eens aan haar denken.... Hij zag haar weer, in gotidigen schemer als een engel blank liggen in hef wit van haar bed, en weer kuste hij haar. Wat hield hij toch veel van haar. Dan ontwaakte hij met een huivering van geluk uit zijn droomerij, maar dadelijk kwam hierop de verkilling : 't kon niet, 't was on mogelijk dat zij van hem ook houden ging en te vaster stond er zijn zelf-moord-plaïi om. Hij trad naar voren, naar den steilen muur, stond daar te staren in het koel-zwarte water met vuil-gore scherfhoekige brokken ijs. Hij zag niets, dacht alleen maar, dacht aan het leven, dat hij gehad had. En zoo vreeselijk-zwart en afschuwelijk stond dat voor hem, dat een rilling van wal ging over hem heen ging.... Neen, dat niet langer meer, dan liever dood In vast besloten zijn deed hij een stap vooruit, de diepte in Dan een zware doffe plomp met onmiddellijk fel-klaterend opspatten van water toen sloot het zich weer boven hem, heel zwart, afgrijselijk zwart In wijde uitcirkeling kringelde het water na, tot de golfkens zwart schitterend in de zon, zacht kabbelend dood-liepen tegen den haven muur 't was als een zacht gebed, een heel zacht gebed van blijheid om verlossing..,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl