Historisch Archief 1877-1940
l
17 April '20. No. 2234
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
MINISTER AALBERSE EN DE STAKING
Teekenino voor de Amsterdammer' ran Juli. Braakensiek
(Bijstander)
Bolsjewisme in de Kinderkamer.
De man van de geallieerde begrafenis:
Die Turk schijnt evenveel levens als vrouwen te hebben!"
(Bijstander)
D (Te t o r Aalberse: Ik zou die menschen wel willen helpen, maar ze moeten eerst bij mij komen aanbellen."
'n Mésalliance.
IIIMIIIIIIIIIIIIIlmillllHIHIIIttlllllltHIIHIItlllmlIltllllllllll
II1IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De voorsprong, die Off ZE
rijwielen door hun bouw,
constructie, kwaliteit en
eigenschappen hebben ver
kregen, is thans grooter dan
ooit te voren.
De motieven, die tot de
keuze van een
FONGERS
leiden, zijn derhalve thans
nog sterker dan voorheen.
Ditroningarlijwi8linfiiiriil[i,FOI6EIS
uMHiiiiiiiitwiMiniiiiiiimiiiiuiiiinii
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
A. R. Falckstrart 5, Utrecht
Alle berichten, deze rubriek betreffende, gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres
17 April 1920
VERBETERING PROBLEEM No. 122
VAN J. R. NEUKOMM TE BUDAPEST
ZWART
Wit: Kei, Df4, Td6, Tg8, Lh2, Pf6, Ph8,
pionnen b6, d2, e5 en g7.
Zwart: Kh6, Lc8, Lg5, pionnen b7, d3,
<17, e2 en h3.
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossing in volgende rubriek (8 Mei).
17e Jaargang 17 April 1920
Redacteur: K- C. DE JONGE
Van Woustraat 112-, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten
BERICHT
Zeer tot ons leedwezen moeten wij
mededeelen, dat de Redacteur door ongesteldheid
niet in de gelegenheid is als Jury-lid aan
den problemen wedstrijd deel te nemen. Daar
toe werd een ander aangezocht. De Redac
teur had gehoopt deze maand in samen
werking met de andere Jury-leden den uit
slag bekend te kunnen maken, maar dat
ging helaas niet.
Hadden wij maatregelen getroffen het
resultaat van den wedstrijd thans te kunnen
mededeelen, ook dit faalde, daar de Jury
ons nog geen bericht van den uitslag heeft
gezonden.
De deelnemers zullen begrijpen dat onder
de gegeven omstandigheden den uitslag zeer
belemmerd wordt, doch hoopt de Redactie
dat zij in de gelegenheid zal zijn in de
volgende rubriek deze volledig te kunnen
berichten.
(i. A.
PARTIJFRAGMENTEN
I Buitenkant
Zwart (10 schijven)
l
6
11
16
21
26
31
36
41
461
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (10 schijven)
W. van der Vliet
Stand Zwart: 3, 7, 12, 13, 15, 17/19, 23,25.
Wit: 16, 27, 28, 32/34, 38,'40, 42, 45.
In deze stelling maakt wit als volgt remise|:
Wit: 27-21, 16-11, 28-22, 32:21, 34-40,
Zwart :
17:26,
27-31,
7:16,
7-2,
31-37,
18:27,
42:31.
26:37!
16:27,
remise:
25:34,
J. GrofirktenJHui Jr.
Zwart (11 schijven)
21
26|
31
36
41
461
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (11 schijven)
W. van der Vliet
Stand Zwart: 3, 6, 12, 13, 16, 18, 19, 21.
23, 24, 26.
Stand Wit: 25, 27, 28, 31/33, 36/39, 45.
Wit speelt als lokzet:
39-34
Wit: 33-29, 29-24, 28:17, 25:43!
Zwart: 24-30? 30:39, 19:30, 2l7Ï2^
met 2 schijven winst voor zwart.
AMST1ZRDAMSCHE DAM SOCIËTEIT
V IER K AM P
f Op 3, 4 en 5 April heeft te Amsterdam
een vierkamp plaats gehad tusschen de
Heeren B. Springer, H. de Jongh, L. Prijs,
allen te A'dam in A. K- W. Damme in
R'dam. Eerstgenoemde speler moest zich
door familie-omstandigheden terugtrekken.
In diens plaats nam de heer J. de Haas
deel.
De uitslag was: J. de Haas Ie aanko
mende, daarna H. de Jongh, L. Prijs en
A. K. W. Damme.
Er werden gespeeld n/, partij per dag.
Van bevriende zijde ontvingen wij den
navolgenden stand:
H. de Jongh
Zwart (15 schijven)
l
6
11
16
21
26|
31
36|
41
461
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (15 schijven)
L. Prijs
Stand Zwart: 3, 5, 6, 10, 11, 13/14, 17/20,
23, 24, 26, 29.
Stand Wit: 22, 25, 27, 28, 30, 32/35. 38/40,
42, 43, 45.
Wit is in deze stelling aan zet, maar heeft
niet veel keus. Hij maakte nu den navolgen
den damzet:
27-21 1. 18:16
32-27 2. 23:21
34:23 3. 19:28
30:8 4. 3:12
33:22 5. 17:24
28:48
48:30
38-32 6.
39-34 7.
35:4 8.
De partij werd verloren.
TYPESLAG
Wij meenen dat onderstaande typeslag tot
heden nog nergens is gepubliceerd. De slag
is uitgevoerd deer den heer S. Abram, A'dam
bij een gehouden Simultaan Seance.
Zwart (14 schijven)
l
6|
11
1&!
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (14 schijven)
Stand Zwart: l, 3, 7'14, 17, 19, 20, 24.
Wit: 27/29, 32, 33, 35, 36, 38, 39,
42/44, 48, 49.
Wit aan zet speelde in deze stelling de
navolgende zet.
27-22
waarop zwart meende te kunnen antwoor
den met 12-18
een vrijwel voor de hand liggende zet, om
af te ruilen naar liet centrum of naar 17.
Wit speelde mi
29-23
aan zwart de keus latende hoe deze zal slaan.
18:27
op 18:29 volgt 35:30, 33:4!
32:12
35-30
33:4!
Een niet diepe, maar wel oorspronkelijke
typezet.
7:29
24:35
Talent en Verwildering
In de Amsterdammer van 13 Maart jl.,
komt een artikeltje voor, Talent en Ver
wildering" van den heer van Eeden. Het is
hoognoodig dat van den kant van de schilders
zelf eens geprotesteerd wordt tegen een der
gelijke wijze van critiseeren. In de eerste
plaats vraag ik mij af waarop de heer Van
Eeden het recht grondt op te treden als voor
lichter van het publiek in zake de
hedendaagsche schilderkunst. Op de hoogte is
hij blijkbaar in 't geheel niet. Anders zou hij
toch weten dat die hem onbekende schilder,
een der stichters van de Hol!, kunsten.kring'
gansch geen onbekenden naam heeft in de
kunstenaarswereld. Wie nu op een tentoon
stelling van jongeren alleen het meest ver
ouderde weet te waardeeren en zich van de
rest afmaakt met wat groote woorden over
manie en decadentie en wat oppervlakkig
geschreeuw zonder zelfs te vorschen naar de
oorzaken van di| verwildering en decadentie,
en de drijfveren van den kunstenaar te door
gronden, dat hij zwijge. Waarlijk de
critiek verkeert ook wel in een verval-stadium
waar psychiaters zich met haar bemoeien
enkel en alleen op grond van een zekere auto
riteit. En wat moet het publiek denken van
het inzicht van een psychiater die bij ver
schillende uitingen van het zelfde demoni
sche element in het ene geval van De Winter
dit werk als een ontdekking bekend maakt
en in het andere geval het publiek dat zoekt
te begrijpen uitscheldt. Zoo iemand is gevaar
lijk omdat hij misschien au sérieux genomen
zou kunnen worden. Terwijl de oude
maatschappij verkeert in het laatste stadium
van de uiterste decadentie en de nieuwe
geboren wordt te midden van bloedige wor
stelingen, terwijl Europa uiteen gereten wordt
door burgerkrijg en revolutie, terwijl alle
vastheden en tradities die vroeger het
menschenleven beheerschten wegvallen, alle er
kende begrippen over godsdienst, moraal en
staat wankelen, van hoe bitter weinig inzicht
getuigt het dan om zuiverheid, blijheid en
harmonie te vragen van een kunstenaar van
dezen tijd. De hedendaagsche kunst kan niet
anders zijn dan decadentie sensueel en
gemeen" het laatste stadium van het
individualisme aan den eenen kant en een
weerspiegeling van de rauwe worsteling om
het nieuwe, en smachtend verlangen naar de
komende orde uitgestameld in gebroken
kleuren en gebroken vormen aan den anderen
kant. De heer Wolter en de anderen zijn
niet van n tijd" dat is een zeer juiste
opmerking van den heer van Eeden. De eerste
behoort in mentaliteit tot de periode vóór
den wereldoorlog waar het evenwichts cheen
te bestaan (van Gogh zij het ons anders),
de anderen staan in het teeken van den strijd
De heer van Eeden deed beter de houding
van het publiek dat hij zoo zeer beschimpt
te volgen en zich te onthouden van beoor
deeling en afkeuring waar hij niet begrijpt.
E E K M A N, Kunstschilder.
Deurne *)
Wanneer ik drbornen mag, zie 'k weer de linden
voor 't oude landhuis, door de zon beglansd
en volt; het rhythme van den tak, die danst,
en liedjes van den zomer mag ik vinden.
Dit plekje op aard is wel het meest beminde,
huis, hof en haard is heilig mij en dier,
hier is muziek, zang, bladerengezwier,
een heiligdom voor waarlijk-welgezinden.
En verder zie 'k het kerkje met den hof,
treurpeppcls klaatren, nu de wind ging spelen,
't klimop-begroeide muurtje wijkt in kring.
Hier denk ik stil, vanaf het uchtend-gelcn,
aan woord-van-wonder, dat mijn hart diep
trof
en juichend zing ik, Lieve Zuster, zing !
J o A N N E s REDDINCIUS
*) Uit een bundel Zonnegoud", ter perse
bij J. M. Meulenhoff.