De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 17 april pagina 3

17 april 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

17 April '20. No. 2234 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DestauraotJeOüdeDoeleo19 TOURNOOIVELD DEN HAAG PLATS DU JOUR - van 12.30 tot 2 «ir ?? vin 7 uur tot 1.30 Restaurant-CaféLa Réserve" Rembrandtplein 44 bij de Utrechtschestraat Familie-Restaurant van den Eersten Rang Zalen voor exrta Diners en Partijen Plano'sf Vleugels en Kunstsnelplano's door Huur in oigondom vorkrijgbaar, mits In drie Jaar afbetaald. Brlmn No. 1431, Bureau vin dit Blad J. S. MEUW9EH HOFLEVERANCIER Antmtei-dmm ? Rotterdam LildHhMtr. 4, Oimnk 73 - Mositltrap l 0. DMlnitr. 20, Damttr. l ? Boyaiistrait l FLICK's BOOMSCHORS Het Ongeëvenaard^ Fabrikaat l CHOCOLADE f is Chocolade in een vorm en van een samen stelling als in geen ander Fabrikaat wordt teruggevonden. OVERHEERLIJK VAN SMAAK! EIVEN CASPAR FlICK ? Opgericht 1145 Hofleveranciers Amsterdam Dames-en Heerenkleeding h Hoogewall! ?14,'s-Gravenbage y /H 'GRAV "VAMDEAH -\ LVERéUn tLWE6.TELEFOON.lliO aBOBBBDaDBBBOOO o.i 'EENIGE SPECIALITEIT OSf :_ . K , KRIMPVRIJE II GEZONDHEIDS- || g ONDERGOEDEREN |g Nederlandsch Fabrikaat |B v» . AMSTERDAM HAARLEM *«g- Sreestraat 35 Gr. Houtstraat 143 TB- NOORD 5O66. TELEFOON 1465. IlflllDIIIIIM -IIIIIIIIIIIIIIIIMUIIIIIIHHIUmilllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIHIIHIIIIIIIIIMlIIIIIIIIIIIIIIMIIlMIIMIIIIIIIIHIUIIHIIIIlllll.l STARK'S OXYDOL" 1! (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) [f Naaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-HABE", 's-Grmnhaga =IHHt«4«»MmiMIIIHIIIHHIIIttltlllHIHHIMIIIIIIIUHIIIIIII||||HllllMlllimi»IIIIIMHIIIII4llllllllinitllllllllltlllllllllllMlllfIII= I Fr SINEMHS 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 5812 HEMDEN MAAR MAAT P. M. BROEKMANS & VAN POPPEL M U Z l E K H A N D E L Van Baerlestraat Amsterdam TELEFOON Z. 8084 hij ook zijn deel voor terugbetaling zou moeten opbrengen. De Amerikaan David A. Wells heeft daarom zeer geestig, doch juist, die Staatsobligatiën, uitgegeven voor improductieve doeleinden, niet een actief, niet effecten, doch bons van vernietiging" genoemd ; voor iederen Staatsburger wordt op het oogenblik van uitgilte van eene dergelijke schuldbekentenis tegelijk de vernietiging ver oorzaakt van een deel van zijn eigen vermogen. Zoo was het tijdens en door den oorlog. In den oorlogsroes werd dit niet zoo duide lijk begrepen ; de bevolking werd gepaaid met beweringen, dat de vijand" alles zou betalen! Niet alleen betaalt de vijand niets, maar eischt hij nog veel meer op van het reeds zoo zeer verminderde vermogen van het verliezende land. Tijdens den oorlog kon men nog spreken van deze geldopnemingen als van een nood zakelijk kwaad ; de voortzetting van dezelfde financieele politiek na den oorlog moest echter noodzakelijk tot een volslagen debacle leiden. Men had den weg leeren kennen om schijn baar gemakkelijk geld te maken door die uitgifte van schuldbekentenissen. De koop kracht, door die schuldbekentenissen gescha pen, was echter volkomen kunstmatig ; dus de koopwaarde van de Kronen was reeds zeer Specialiteit in: Fransche, Russische en Italiaansche Alleenvertegenwoordiging der firma J, W* CHESTER te Londen en van de Monde Musical te Parijs, mmm^mmmmmi^i^m^mm^^^m IIIIIIUIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllllllllt Illtlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 7plfc 7ÜHIP \7Prhnnnfinrr \/QIT l^Aotan nmHaf Vlïi HaarrÏAnr HP Pnt\vprt!ina" W/j dragen \he± L'efséd GEBREIDfKpAKJES FANTASIEFABRIEK DEDEMSVAARTW107 VRAAGT UW WINKELIER RIJWIELBANDEN KWALITEIT BETER DAN OOIT TE VOREN PRIJZEN NAGENOEG ALS VOOR | DEN OORLOG Buitenband f 7.50 Binnenband 3.50 lllllllllllllllll IIIIIIIIIMIIIIIIIItllllllllllMlllllllllllllllllllllllnillllllllllllllllllllllllllllllllllllMllllllllllllllrlllllllllllllllllllllllllllll DENEMARKEN'S STAATSVORM HISTORISCH BESCHOUWD Op het oogenblik, dat ik deze regelen neerschrijf, luiden de berichten omtrent den gang van zaken in Denemarken nog al gerust stellend voor hen, die aanvankelijk vreesden, dat het conflict tusschen den koning en het weggestuurde kabinet Zahle ernstige, zoo niet gewelddadige gevolgen zou hebben. Het is aan anderen nadere beschouwingen aan het conflict zelf en het verdere verloop te wijden. Door een korte schets van de historische (ontwikkeling van Denemark'en's staatsvorm"te geven wil ik hier pogen een steentje bij te dragen tot de verklaring van het voor allen zoo onbegrijpelijk gebeuren, dat in een democratisch land als dat der Denen, in onze dagen nog de mogelijkheid voor een persoonlijk ingrijpen van den koning aanwezig was. De groote macht, die de Deensche vorsten tot in het midden van de vorige eeuw pas in 1849 kwam aan de absolute monarchie een einde bezeten hebben, dankten zij juist, om het eens in moderne termen uit te drukken, aan de democratische elementen. De strijd voor en met de democraten" tegen de oligarchie van den adel gevoerd, heeft het aanvankelijk zeer zwakke koningschap haast ongebreidelde macht bezorgd. De in 1665 door koning Frederik III vast gestelde koningswet (kongeloven) verschaft hem en zijn nakomelingen een volledige onbeperkte alleenheerschappij! Toen deze wet een vijftal jaren later pas, bij detroonsbestijging van zijn opvolger, gepubliceerd verminderd. Zelfs zij, die verhooging van inkomsten in Kronen hadden weten te be machtigen, hadden dit reeds bemerkt; hoeveel te meer dus degenen, die deze verhooging niet verkregen hadden. Derhalve allerwegen een luider roepen om verhooging van sala rissen. Rijk en Gemeenten zijn geneigd, of veelal gedwongen, die te geven. Waar van daan moeten de gelden, hiervoor vereischt, komen? De productieve arbeid is nog niet vermeerderd, nieuwe kapitaalvorming kan nog niet plaats vinden, productiemethoden zijn nog niet verbeterd; de gelden zijn dus alleen te vinden uit het aangaan van nieuwe schulden. Edoch ten laste van wien? Wederom alleen ten laste van de gemeenschap! Na het ingaan van den wapenstilstand hebben verschillende landen hunne schulden last enorm vermeerderd ; zoo ook Oostenrijk ; door steeds verder gaande uitgiften van Staats- en Gemeente-schuldbrieven zijn steeds meer Kronen gemaakt; die Kronen vertegen woordigden echter niet meer waarde dan de vroegere in mindere hoeveelheid uitstaande ; tegenover die meerdere Kronen kregen de Staatsburgers steeds meer bons van vernie tiging in handen. Wie een verhooging van loon of salaris, of van prijs voor producten, machtig werd, verkreeg dit dus ten nadeele van zijne medeburgers, en ten deele op eigen iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiaiiiiiniiii werd, hadden zijn onderdanen zich reeds aan den veranderden stand van zaken ge wend. Zoo hebben de opeenvolgende koningen tot 1849 toe als absolute vorsten kunnen regeeren en had de door Frederik III in 166Üonder nomen staatsgreep, die aan de macht der patricische families een einde maakte en dientengevolge steun vond bij alles wat niet tot den adel behoorde, na de periode van het zwakke koningschap de deuren voor het tijdperk van de onbeperkte monarchie geopend. De kongeloven was de eenige staatsrege ling, die Denemarken tot 1849 bezeten heeft, toen ten langen leste een Grondwet, maar dan nu ook van goed democratisch gehalte, tot stand kwam. Invoering van ministerieele verantwoordelijkheid, benevens onschendbaar heid van den koning; van een Rijksdag bestaande uit een Tweede en een Eerste Kamer, het FDlketing en het Landsting, beide (de een direkt, de ander indirekt) gekozen volgens algemeen mannenkiesrecht. Ziet daar eenige punten van belang uit de constitutie van 5 Juni 1849 vermeld. Welnu, zoo zal men allicht vragen, wanneer in het midden van de vorige eeuwDenemarken aldus gedemocratiseerd werd, wat valt er dan nog aan te voeren, waaruit het korte lings plaats gevonden hebbende persoonlijk ingrijpen van de kroon historisch wel niet te billijken maar toch te verklaren zou zijn? In hoeverre kan er dan zelfs aanleiding bestaan ons met de geschiedenis van vroeger eeuwen lastig te vallen, aangezien alles wat er toen geschied is, sinds 1849 toch zeker tot het grijs verleden is gaan behooren? Zoo kosten, omdat hij daardoor de Entwertung" van de Kroon en de stijging in prijzen van goederen bevorderde. Stel dat alle burgers in gelijke verhouding eene vermeerdering van inkomsten in Kronen hadden kunnen verwerven, dan zou dit inderdaad voor niet n hunner eene werke lijke vermeerdering van inkomsten beteekend hebben ; nu dit niet in gelijke mate heeft plaats gevonden, heeft de vermeerdering voor den n den toestand voor den ander slechts zorgelijker gemaakt, en voor velen den ondergang slechts verhaast. Voor allen tezamen is de toestand echter zeer veel ongunstiger geworden, omdat zij allen tezamen de waarde van de Kroon als betaalmiddel naar het buitenland hebben vermoord ; de verwerving van goederen uit het buitenland is daardoor onmogelijk gemaakt; de prijzen van goederen in het binnenland moeten daarom op den duur nog meer tot een noodpeil stijgen, totdat zij voor velen absoluut niet meer verkrijgbaar zijn en die velen ten ondergang gedoemd zijn, indien geen redding langs anderen weg komt. Oostenrijk geeft dus helaas het meest tastbare bewijs, dat eene voortdurende vermeerdering van uitgifte van Staatspapier voor niet-productieve doeleinden, en eene daardoor veroorzaakte voortdurende verzullen ongetwijfeld sommige lezers prima vista mopperen. Laten zij echter terstond bedenken, dat diezelfde radicale Grondwet een bepaling bevatte - en zij leeft nu nog in het geschreven, zij het misschien niet bepaald in het levend staatsrecht der Denen dat de staatsvorm die van een beperkte monarchie is. Aldus het eerste Grondwets artikel, welks echo men ook nog hoort weer klinken uit den aanhef van artikel 11 : De koning is met de hoogste macht in alle aange legenheden van het koninkrijk bekleed . ..." Duidelijker dan dit alles spreekt echter de historie, die laat zien hoe dezelfde vooruit strevende mannen, die de Juni-cotistitutie tot stand brachten op den duur van hun eigen voortvarendheid terugschrokken en hoe ten slotte de reactie het veld wint en haar streven om in plaats van verder te gaan, wat terug te loopen in 1866 met succes bekroond ziet. De democratie moet het ontgelden, aan haar wijt het door den droevig afgeloopen oorlog van 1864 tot sterken hloei gekomen natio nalisme, de geleden nederlaag. De sporen van een en ander vindt men terug in de Revisie van 1866, dit: tegenover de volks kamer, een nu niet meer volgens algemeen, maar volgens een zeer beperkt kiesrecht samengesteld Landsting, waarvan bovendien voortaan 12 op de 66 leden voor hun leven door den koning benoemd zullen worden, weet te stellen. En wanneer dan ai wat de doorvoering van het parlementaire stelsel voorstaat zich groepeert in de zgn. vereenigde linkerzijde, vangt een kampstrijd aan tusschen hen en degenen, die van een overwicht van het Folketing niets willen weten en opkomen meerdering van circulatiemiddelen, slechts een groot zelfbedrog is; door de steeds scher pere gestelde eischen van vermeerdering van loonen, zonder eerst de mogelijkheid te hebben geschapen die meerdere uitgaven te kunnen bestrijden door toeneming van wer kelijke productie, is ten slotte de levens standaard voor de verwervers dier nominaal hoogere loonen op ernstige wijze achteruit ge gaan, en is die levens-standaard jammerlijk vernietigd voor de velen, die de vermeerde ring voor zich zelven niet konden opeischen. Hooger loon, korter arbeidstijd, dus minder langdurige arbeids-praestatie, kunnen slechts een voordeel opleveren voor degenen, die deze eischen, indien andere factoren eerst zullen werken om de productie te verhoogen, met name verbeterde werk-methoden, meer intensieve arbeids-praestatie, ontginning van nieuwe bronnen van productie en van arbeid. Eerst wanneer deze betere toestanden gescha pen zijn, en tot vermeerdering van productie en van volkswelvaart en volkskracht zullen gevoerd hebben, kunnen de vruchten van die verbeteringen genoten worden. Indien daarentegen de arbeids-praestatie verminderd wordt door korteren duur, zonder equivalent in beter werk, en vooral door opzettelijk gewilde mindere praestatie door het met voorbedachten rade leveren van voor 's konings recht om zijn Ministers te benoemen geheel en al naar vrije keuze. Of de linkerzijde steeds meer zetels door de kiezers toegewezen krijgt, en haar wassende meerderheid ten einde raad tot het verwerpen van de begrootingsvoorstellen overgaat, de koning en zijn Ministers, gesteund door het Landsting, hebben er maling aan en behelpen zich leukweg met het alkondigen van zgn. provisoire wetten, aldus eenvoudig het geheele budgetrecht van het parlement tot een farce makende. De Grondwet bevat n!, een artikel, dat den koning de bevoegdheid geeft derge lijke wetten af te kondigen, in buitengewoon dringende omstandigheden en wanneer de Rijksdag niet bijeen is. Zij moeten dan in de eerstvolgende zitting aan het Parlement worden voorgelegd. Langs dezen weg kon men den eischvan het Deensche Lagerhuis, dat een parlementair Ministerie zou optreden, kalm naast zich neerleggen en langs dezen weg was het, dat het conservatieve kabinet Estrup, (hetwelk zich op dit gebied een naam heeft veroverd), gedurende een periode van negen jaar in staat was de zaken gaande te houden en o.m. op defensiegebied uitgaven te doen, welke het Folketing niet wenschte te bewil ligen. Nadat in 1894 door een compromis met een meer gematigd deel der linkerzijde aan dit systeem voorshands een einde was gekomen, duurde het nog tot 1901 alvorens een Ministerie gevormd werd in overeenstem ming met de regelen van het parlementaire stelsel. Pas in 1915 heeft trouwens een Grond wetsherziening er toe meegewerkt door andere samenstelling de voor het leven door den koning benoemde leden zijn toen afgemindere hoeveelheid werk, dan trachten dege nen, die dergelijke denkbeelden in toepassing willen brengen, in werkelijkheid voordeel" te verwerven uit hun eigen toenemende armoede ; met andere woorden, zij hopen eene vermeer dering te verkrijgen uit eene kunstmatige vermindering ; zij stellen den eisen om meer melk te trekken uit eene koe, die zij beginnen droog te zetten ; zij eischen het tegenover gestelde van hetgeen zij zelven willens en wetens veroorzaken. Alleen eene volkomen ontnuchtering uit dit zelfbedrog zal hen kunnen leeren om de toestanden te zien zooals zij werkelijk zijn ; en aan die ontnuchtering zal eindelooze ellende voorafgaan. Het schijnt, dat men in Duitschland dit reeds is gaan inzien. Deze harde les is thans het deel geworden van Oostenrijk, en in firrancieelen, n in maatschappelijken zin. (Wordt vervolgd) iiittiiiiiimiiiMillliiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiitfiiiiimmiii SPAANSGH, EHGELSOH, FRAHSOH, DUITSGH et o. Berlltz-Sohool Heorengracht 451 M. 3286 Pract. Onderwijs door buitenl. Leeraren IIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllltlllllllllllllllllliiiiHlliillllinilll schaft en door inperking der bevoegdheden het Landsting niet meer geheel en a! voor gelijke van de volkskamer te doen doorgaan. Intusschen, deze hervormingen en de aan vaarding van het parlementaire stelsel zijn van betrekkelijk jongen datum. Daarnaast heeft men nog steeds niet het voorschrift omtrent de provisoire wetten, alias besluiten des konings, geschrapt en evenmin de boven aangestipte artikelen, die de leer der beperkte monarchie huldigen. Men houde voorts it! het oog, dat het gebruik in Denemarken nog steeds in leven is, waardoor voor een nieuw optredend kabinet alleen de medewerking van den nieuwen Premier, in den vorm van het door hem, ook voor zijn eigen benoeming, verleende contraseign, voldoende is. Dit geeft derhalve den koning de gelegenheid een stel Ministers, ook als ze zulks per se niet willen en dus van geen hunner het contraseign voor de benoeming van ook maar n opvolger zal zijn los te krijgen, toch de laan uit te sturen. Welnu, dit alles in aanmerking nemende, geloof ik dat er wel degelijk grond bestaat, om met een verwijzing zoowel naar de ont wikkeling van Denemarken's staatsvorm voor 1849 als na dien, te beweren, dat er, afgescheiden van andere factoren, reeds veel in de historie van het Deensche koningschap is, dat het jongste optredenvanLangenChristiaan ook al bestond in zijn land het parlementaire stelsel, wel niet verontschuldigt, maar toch minder verrassend, minder onverklaarbaar maakt. Mr. E. VANRAALTE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl