De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 17 april pagina 5

17 april 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

17 April '20. - No. 2234 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EÏT ZLrEUSTTE "W E E L 3D E Teekening voor de Amsterdammer" van Annie Leusink In de mode van voorjaar en zomer 1920 zal de jeugd-silhouette domineeren. De rokken zijn kort, maar zullen "weer langer worden. Van Vrouwelijk Doen en Denken ! Al blijft aan Hirsch de eer, dat hij de ,,tea's select" heeft ingevoerd om zijn nieuwe modellen te lanceeren", andere modehuizen hebben al heel gauw deze geste" overge-, nomen en ingevoerd. Zoo brachten de Qebr. Gerzon hier in den Haag ons heden een verrassing. Er kwam bij hun mode show" een mannequin als bruidje gekleed, de sluier slippen werden gedragen door twee kleine meisjes. Het bruidstoiletje was geheel van kant met tulle overwaasd, het lijfje was niet hoog aan den hals gesloten, doch liet een klein encoeur. Op de heupen waren door laiton gesteund opstaande vleugeltjes van kant, die iets vlinderachtigs aan 't geheel gaven. We zijn de wat stijve, zedige bruidies uit onze kinderjaren, bruidjes die de bedeesde ernst en de plechtstatigheid zelve schenen, reeds geheel ontwend. Alles is luchtig en vluchtig in dezen tijd, ook het bruidskleed. Er was nog een nouveauté". Het mannequin kind, een hummeltje van 4 jaar, dat in tel kens wisselende kinderkleedij aan de hand van een mannequin-?tante" langs de tafeltjes meeliep, af en toe een knieks" maakte of een kushand uitdeelde, al naarmate tante daartoe een zacht bevel gaf. Gelukkig was de hum mel nog te klein OIB er iets van te begrijpen, en 't is maar te hopen, dat het kind niet in dit vak wordt opgevoed. Een paar jaar verder en 't zou zeer bedenkelijk worden. We hebben meer dan tachtig modellen mogen bewonderen, bijna alle van Parijsche huizen; enkele waren pas Zaterdags tevoren aangekomen. De overheerschende kleuren zijn donker blauw, voor mantelcostuums, en beige voor lange mantels. fcr De voornaamste ga:neering van gekleede en gedecolleteerde avondtoiletten is goudbor duursel, van af 't zeer smalle gouden bandje naar de schouders tot de zeer breede volant onder aan den korten rok. Sleepen worden wei nig gedragen, zijn niet meer dan twee slippen, leelijk en onhandig, om telkens over te vallen. De modellen zijn voor de tailleur-mantels glad en nauw en zeer streng van lijn, de zoogenaamde wraps" wijd en breed, over dadig van garneering, met veel bent, nauw van onderen. Mantelcostuums zeer streng tailleur, eenvoudig, weinig getailleerd, veel leergarneerkig, ook veel aardige knoopjes. Voor zomertoiletjes veel schots in ruiten en streepeh, overigens veel gedurfde kleuren tegen elkaar. Wij zagen paars en rood. blauw en roze, geel en roestkleur, groen, geel, rood. Alles hangt af van de wijze, waarop zij bij SCHUILVINKJE Wie nu rondwandelt in een streek, die behoorlijk rijk is aan vogels, voelt overal angst en onrust en verzet. Een klein groen grijs vogeltje vliegt telkens om u^heen, iiiiiiiiiMiiiiiniiiiiiiiiin IMIIIII elkaar verwerkt zijn. De hoeden zijn meestal klein met losse lange voiles, die het gelaat slechts gedeeltelijk bedekken. De groote hoeden zijn eenvoudig van garneering, weinig bloemen, alles lint of veeren, helaas enorm veel aigrettes. Er was onder 't vele bont ook «tot mijn grooten spijt een avondmantel van breitschwanz; 't duurste bont dat er is, om dat het komt van ongeboren lammeren. Ik betuigde den heer Gerzon mijn verwondering dat een modehuis meehelpt dergelijke wreed heden te bevorderen, En hij gaf mij gelijk maar... haalde tegelijkertijd de schouders op. Que vóulez vous"? Zoolang er vrouwen zijn, die 't koopen en dragen Men ziet veel tuniques, ook gedofte paniers aan de heupen, uitstaande zijde baantjes, rnet baleintjes wijd gehouden. De terugkomst van de crinoline? Oogenschijnlijk zou men zeggen dat een dergelijke mode zeer onflatteus is voor breedgeheupte vrouwen. Toch niet. De gedofte panier, of de uitstaande stof verbergt de zware heuplijn en doet daardoor de taille slanker schijnen, vooral omdat de rokjes van onderen nauw en kort zijn. Pas op voor de leelijke beenen! Kousen worden in passende kleur bij het toilet gedragen, niet bij de schoenen. Een rose toilctje vraagt bijv. rose kousen in beige suède schoentjes. Er wordt zeer veel gewaste satijn gedragen, zoowel voor hoedgarneering als voor japonnen. Het hard glimmende is volkomen in harmonie met onzen tijd, die voelt voor alles wat uiterlijk is. Glimmende stoffen, metalen bor duursels, die schitteren, gekleurde flonkerende steenen, harde felle kleuren. De decolletés zijn laag en onzedig, de kostbare.stoffen druk en voor mantels ruim en wijd. : Wie zich zou willen kleeden volgens de eisenen Van een rnode show", zou per jaar de ? 1000 ver te boven gaan. Maar wie handig is met de naald en veel smaak heeft kan van de minder strenge modellen aller aardigste [copies maken, daar de wijde japonnen gemakkelijk zijn na te maken en de strookjes geen moeielijke coupe vereischen. De Gebr. Gerzon hebben alle eer van hun werk; het was hun début op dit gebied. De organisatie was alleszins te loven. Voor oude dames zagen wij geen nieuwigheden en 't was jammer, dat de avondtoiletten allén op 't eind kwamen. « E. C. v. D. M. ItllllHIIIIIIIIIIII Babbeltjes ONS KIND EN HET GELD Ze was een fiksche blondine, en ik ver meld 't met trots .... een Hollandsche! Pas terug uit Midden-Amerika met man en kroost. Ze was twaalf jaar geleden, allén overgesto ken als assistente in een moestuin-kweekerij ; ginds getrouwd in 't hartje" van de Vereenigde Staten, en had 'r haar kinderen alles zelf moeten leeren. We leerden den kinders ook de waarde miiiiiiiiiimiiiiiiiuiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiii strijkt eventjes neer op een tak, roept klagend oewiet" en fladdert dan weer voor uw voeten; dat is een tjiftjaf, die ergens in de thuja's een nest heeft. Dan weer schettert en kettert het, nu rechts dan links en eindelijk barst achter u een daverend gezang los, dat is de winterkoning, wiens gebied ge doorkruist hebt en die nu triomfeert omdat ge de onvei lige zone hebt verlaten. Een groote lijster ratelt zijn alarmroep, een koolmees schatert en ge hoort nog allerlei geluid, dat minder gemakkelijk te ontcijferen i?, en dat alles afkomstig is van vogels, die hier hun nesten hebben. Deze hebben de gewoonte, hun angst uit te bazuinen, maar er zijn er ook, ?l Broedende Watersnip Uil Burdet's^stercüscoop-Hpnunicii van het geld" op de wijze die bij vele^Ameri"kaansche vaders en moeders in gebruik is, zei ze. En dat ging zoo .?Zoodra de kinderen vijf of zes jaar zijn, krijgen ze in de week, nu, laten we voor hier zeggen, een dubbeltje. Wordt er een of andere 'ongehoorzaamheid begaan, of een boodschap vergeten, dan wordt er boete geheven van dit dubbeltje. Vader legde dan den kinderen uit, dat ais hij zelf zijn zaakjes veronachtzaamde op hun" manier, er geen geld voor kleeren en eten zou zijn". Zoo begrijpen de kinderen al heel vlug een der belangrijkste wereld-rege len ; voelen wat luisteren naar opdrachteji beteekent, en welk een verlies het verzuim van een boodschap zou kunnen veroorzaken. Als de kinderen ouder worden, geven vele Amerikaansche ouders hun niet meer een dubbeltje, maar laten we zeggen zestig cent in de week. Daarvan moeten ze hun potlooden, pennen, kleurkrijtjes en dergelijke kleinigheden koopen. En ge begrijpt, dat ze zoo al heel gauw spaarzaamheid leeren. De ouders zelf staan soms 'Iprbaasd er over, als ze zien, met hoeveel betfid en goede zorg de kinderen hun schriftert en potlooden ver plegen". Ze leerden in'dit opzicht, dat hoe beter ze de voorwerpen verzorgen, hoe meer zij van de duitjes voor hun genoegen over houden. Werden nieuwe kleerefl gekocht, dan volgde van ons, 'n uitlegging van den prijs van zulke stoffen, en ook 'n beetje van hun geschiede nis. Zie je, zö, en zè-is het geweven ; daar en daar komt het van daan. En een heeleboel vlijtige mensctten hebben er aan gewerkt Daarom is de prijs:éok!.$5ooveel". In zoo'n Amerikaansch blok^i^h temidden van de natuur, is 't. net ei je*öit,diage!n veel makke lijker en mooier veitëfaf, dan in zoo'n roezemoezige stad 'tïn-j'dan zegt vader b.v. ten slofte nog .... ;,ZijKJe, Bob, als je nu eens bedenkt, hoeveel je zou moeten sparen van je mooie kwartjes, om heel langzamerhand geld genoeg te hebben, om zoo'n matrozenmuts te koopen ; hoeveel weken achter een ; dan kan je begrijpen hoeveel waarde eigenlijk zoo'n muts heeft!" t.. Natuurlijk ... moet de noodige tact* aanwezig zijn, om de kinderen niet gierig te-m-aken, -of hun 't gevoel te geven, dat ze voorde ouders een last zijn. Allengs toch, gaan de. kinderen zelf wél aan 't berekenen". Alleen in 't begin is -het vertellen van déwaarde van een en ander noodig geweest. Het telkens herhalen van alle onkosten is natuurlijk een zwaarmoe dige dwaasheid". Uit zich zelf zei m'n kleine jongen, als hij een paar nieuwe handschoentjes, die b.v. ? l .50 kosten aankreeg al ; moes, nu heb ik eigenlijk vier weken sparen aan mijn vingers". Hij was al de gewoonte rijk geworden, om over geld te deuken, als een middel; niet als een doel. En die ge woonte, is de beste, voor alle kleine en groote menschen. we moesten haar allemaal leeren. die doodstil neergedrukt blijven op het nest, die hun tegenwoordigheid niet verraden en hun laktiek is misschien wel de beste. De broedtijd is voor de vogels wel het gevaarlijkste tijdperk van hun bestaan. De gure winter vergt veel slachtoflers en trekkende troepen hebben dikwijls groote rampen te verduren, maar dat is allemaal slechts toevallig en tijdelijk. Maar het broeden bindt de vogels weken lang nacht: en dag aan hun nest en de jongen en eieren vormen een zeer begeerde prooi voor allerlei gedierte. Daaronder tel ik den mensen niet mee, want die betert mettertijd zijn leven. Maar hetzij een vogel zijn rest "maakt in 't water of in het gras, op de heide, in het struweel, hoog in de kronen der hoornen of in holten van velerlei soort,?overal vindt hij belagers,zoodat het werkelijk verwonderlijk schijnt, d?t er nog vogels bestaan. Soms krijgen die belagers inderdaad de overhand en dan zien we, dat plaatselijk de een of andere vogelsoort wordt uitgeroeid. De gevaren komen van den arond en uit de lucht: slangen, ratten, otters, wezels, herme'ijnen, marters, bunsings, vossen, das sen, eekhoorns, katten en kraaien, eksters, gaaii:n, kauwtjes, sperwers, kiekciulievcn, ooievaars, meeuwen. Al die dieren zijn verzot op eieren en jonden van vogels en alle zijn ze min of meer ervaren in het zoeken van nesten. De slachtoffers zelf hebben wel middelen van verweer. Soms plaatsen ze geweld tegenover geweld. l£en merclpaar jaagt wel menigmaal een rondsluipende kat op de vlucht, een groote lijster durft het wel tegen den gaai aanbinden en oude koeten ot eenden die rond zwemmen met hun jongen weten te water de aanrandingen der kiekendieven wel af te slaan. Ook vereenigen de zwakkeren zich en zoo weten troepen van vischdieijes wel dikwijls de roovers uit hun gebied te houden en gemengde benden van kleine zangvogeitjcs kunnen een uil, een sperwer of een gaai terdege belemmeren bij de nestenzoekerij. Maar het meest doelmatig is,toch maar de taktiek van het schuilvinkje spelen, het onopgemerkt blijven. Naarmate de Amerikaansche' kinderen op groeien, krijgen ze meer weekgeld ; en in vele gezinnen mogen zij werken, om meer te kunnen verdienen. De .meisjes bijvoorbeeld staan vroeger op, om het (uitgebreide) ontbijt klaar te maken, of de',,'teefjes", voor het middagmaal. Een uur werk brengt dan zoo veel" vergoeding, en overwerk" krijgt ook heel zeker zijn bescheiden extra-loon. Op die manier leeren de kinderen om zoo te zeggen van hun prilste jeugd, wat juist omgaan met geld wil zeggen en wat de waarde is van spaarzaamheid. Geloof me, het practische, ordelijke nadenken, dat daarbij te pas komt, werkt natuurlijk ook terug op den geest.... Zij leeren concentratie. Een Amerikaan zegt: als elk dwaas, nutteloos, dom woord een mensen een kwartje deed verliezen, dan zou hij wel verstandig, scherp zinnig, leeren zijn." , Y v o N N ,&..'? D E T f. s s A N Van Kinderen DE EERSTE PIANOLES Pallieter, zoo noemen wij het blije elfjarige kereltje met z'rïblozende wangen -en z'n felblauwe oogen, Pallieter zou pianoles geven. Natuurlijk houdt hij zelf dol:van muziek! Muziek is z'n leven! Hooren we niet vroeg in den morgen z'n muziekdoosje boven ons hoofd z'n rolletjes aftjingélen? Z'n ontwaken is vroolijk, gauw een vroolijk deuntje onder het aankleeden en dan daalt hij heel stil, in 't schemerlicht naar beneden en gaat piano studeeren. Nooit hoeven we hem aan te manen om te spelen, te studeeren. Ach, het halve uurtje is hem veel te kort! Daar zit hij, daar tok kelt hij op 't-geliefde, uiterst geliefde, instru ment. Eerst zacht, hij hoort 't immers altijd: zacht spelen, vooral zacht spelen Pallieter!" Maar dat kan hij niet lang volhouden; als hij 't deuntje zoo lekker goed kan spelen, o, dan gaat 't vanzelf steeds harder, steeds juichcnder. Tot 'n stem hem van boven weer terugbrengt tot 't zachte" zacht spelen, vooral zacht spelen". Deze Pallieter die met z'n smakelijk ver zorgde handen zoo goed 't deeg voor 'n zandtaart weet te kneden, wiens fijn-speurend neusje zoo zalig geniet van 't gouden taartje in de oven, die 't leven weet te genieten, die kleine pakjes opsmukt met lintjes en tierlantijntjes, dat ze groote verrassingen worden, die smult van kleur en bloemen in je kamer, die je 's avonds zoo warm goeden nacht komt kussen, deze Pallieter wil pianoles geven. Hij, die de muziek zoo hartstochtelijk liefheeft, hij denkt dit van de heele wereld dus ook van zijn leerling. De leerling die 'n paar jaar jonger is, zet zich met niet al te veel ijver aan de piano. O, hoe brandt Pal lieter, hoe vurig is hij, al z'n liefde, z'n kennis wil hij den leerling wel overgieten. De nooten, In dit opzicht vinden we in de vogelwereld wonderschooue aanpassingen ; dikwijls vertoonen het nest, de eieren of de broedende vogel kleuren en teekeningen, waardoor ?e volkomen schuil gaan in de omgeving. De waardeering van deze aanpassingen is bij verschillende kenners zeer uiteenloopend. Sommige geleerden zijn er zelfs toe gekomen, om de hei eekenis van deze aanpassingen geheel te ontkennen, andere weten de belang rijkheid var, zelfs zeer minitieuse bijzonder heden nog aan te toonen. Men moet zelf veel nesten gezocht en broedende vogels gezien hebben, om over deze dingen een oordeel te vormen en dan nog loopt men het gevaar van verkeerd te oordeelen doordat de aanpassingen zich niet ontwikkeld hebben in verband met vervolgingen door den mensen maar ten opzichte van de boven genoemde dieren. Men zou dus, om een goed inzicht in die verschijnselen te krijgen, moeten weten, hoe een kraai of een kiekendief zien en ook hoe hun hersenen fimctionneeren, want vee! hangt er bij dergelijk zoeken van af, of men gepreoccupeerd is of gemakkelijk wordt afgeleid. Nu is zoo iets natuurlijk niet te bereiken en het eenige wat wij met zekerheid zouden kunnen constatecren is de meerdere of mindere veiligheid die bedreigde soorten genieten in het jachtgebied van den een of anderen roover. Zoo weet ik onder anderen dat de hierbij afgebeelde watersnip zijn broedsel veilig groot heeft gekregen in een kleine duinvallei waar lederen dag een bruine kiekendief kwam jagen en het is dus wel zoo goed als zeker dat die kiekendief het nest of den broedenden vogel niet heeft opgemerkt. Wanneer wij nu dien snip bekijken C'nerbij bedenken dat die vogel onovertroffen is in de kunst van stil te zitten, dan gelooven wij graag, dat de kiekendief hèmover riethoofd zag. Het nest lag op een nat plekje tusschcn knopbies en zeggen, met veel doode stengels van het vorig jaar en welig groen van het nieuw;', l lier en daar blonk tusschen de polier, een kldn waterloopje en het zonlicht tooverde tusschen de planten groene ^scha de houding'vanjde |hand i'tlzijn allemaal belangrijkheden n o! welke moeilijkheden. De leerling met z'n donkere oogen die overal ronddwalen is er niet bij. Pallieter ziet't wel. Kijk naar je handen, kijk naar je boek, laat je nergens door afleiden," waarschuwt hij. De leerling rekt zich uit, gooit zich ach terover, trapt opeens op 't pedaal, allerlei dingen die niet mogen. Pallieter kijkt ernstig, z'n wangen zijn strak, hij wordt gerukt uit z'n sfeer van vroolijkheid. Opletten," gilt hij telkens en je handen meer laten rusten. Ik heb juist gezien, zegt de leerling,dat je de handen heel los moet houden, zoo hoort het." Nee, nee, haast Pallieter, niet zoo los je handen houden; als je nu later op concerten speelt, een lang stuk, dan word je toch moe, dan moeten je handen een steuntje hebben." Ze vinden het beiden niet onmogelijk, nu reeds, te zeggen dat de leerling op con certen zal spelen. Helaas 't wekt zijn ijver niet op, er is te veel verstrooidheid bij den leerling. Nu trappelt hij met de voeten. Wacht even," zegt Pallieter en .leest uit zijn boek: Wanneer de voeten van de leerling niet tot den grond reiken, dan bedient men zich van een voetbankje, waarop de voeten geplaats kunnen worden." Overal dwalen nu Pallieters oogen de ka mer rond, een voetenbank zou uitkomst brengen, maar nergens is er een te vinden. Laat je voeten dan stil hangen, doe net of ze op een voetenbankje staan". Alles denkt hij uit om den leerling er maar in te brengen, hij redeneert, hij smeekt, hij dreigt, z'n roode wangen gloeien, z'n smake lijke handen doen 't telkens weer voor. ./t Is t ij dl', en de leerling springt op. Denk er om," roept Pallieter hem nog na, dat je studeert, eiken dag hoor!" De donkere jongen lacht, loopt weg naar buiten. Pallieter zet zich weer voor de piano, alle hindernissen, moeilijkheden opeens ver dwenen. Zacht begint hij zijn geliefde wijsjes te spelen, hij kijkt naar de bloemen op de piano,hij kijkt naar de bloemen op 't tafeltje, overal ziet hij bloemen. Dat maakt hem warm, hij vindt 't gezellig, 't ruikt zoo lekker! En steeds harder gaan z'n deuntjes, steeds vlugger z'n loopende vingers. Hij moet 't toch uitspelen z'n levenslust, z'n groote levensblijheid! E. TlERIE-HOGERZEIL :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J. VflN SCHAICK BOOTHSTRHRT UTRECHT "in i nu UMI iiimin duwholten en gele lichtflitsen die wisselden als de wjnd de halmen bewoog. Dit heele moeraslandschap is weer te vinden in het gevederte van den snip, dat gekleurd is met iriseerend groen en bruin en randen van b'.eekgeel. De veeren liggen zoo, dat lichte randen zich aaneensluiten en zoo ontstaan op het lichaam en op den kop lengtestrepen, die overeenkomen met de dorre stengels, temeer doordat zij een gebroken patroon vormen. Zeli's op onze foto, die toch eigenlijk genomen is om een duidelijk beeld van den vogel te geven, komt die schuilteekening goed tot haar recht, van menige lichte streep kunt ge op het eerste gezicht niet eens uitmaken of zij al of niet tot den vogel behoort en ook zijn er een paar mooie voorbeelden te zien van dorre stengels die net in het verlengde van lichte vederstrepen liggen. Ook moet ge niet vergeten, dat onze lens den vogel vrijwel gelijkvloers heeft bekeken op een afstand van ongeveer een meter, terwijl de kiekendief een meter of vier hoog vliegt en den vogel heeft te zoeken onder het wirwar van doode stengels en in den groenen schemer van jonge bladeren. En nu is het ook ongeloofelijk mooi hoe de iriseerende kleuren van den snip passen bij het spel van licht en schaduw over waterplas en zeggepol. Zoolang hij dergelijke landschappen vindt om te broeden zal deze prachtige en interessante vogel ons dan ook niet in den steek laten en kunnen wij ons in den tijd der zomervre.ugd ook verlustigen aan het blatend geluid dat deze dieren al rondvliegend voortbrengen. Op iederen anderen bodem zou de broedende vogel door zijn kleur en teekening juist in het oog vallen en daarom zult ge ze er ook niet licht aantreffen. Want wie, zich er aan wagen, gaan dood. Willen wij deze dieren in het land houden, dan moeten wij er dus voor zorgen, dat er genoeg moeras- en water-wilder nissen blijven bestaan. Een enkel Naardermeer of Korenburgervcen is niet voldoende. J A c. P. r n ij s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl