De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 24 april pagina 2

24 april 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 24 April '20. No. 2235 HEEMSKERK'S REVOLUTIE-WETGEVING Teekening voor \,de Amsterdammer" van Jordaan ^?^ J? A v' // <i ?" x i J u s >' \ \tt M i^ 'J k-. ,V IIIIIMIIIIIIMIIIIIIIIMII De Verkeersagent Illllllllllllllllllllllllltlllllillllllllllllllll Een en ander kan natuurlijk niet in een handomdraai bereikt worden, oprechte en aanhoudende toewijding zijn daarvoor noodig. Het eerste punt zal het moeilijkste zijn; im mers de kas is leeg, en men moet toch de amb tenaren, de politie, enz. blijven betalen, anders kunnen deze hun werk ook niet verrichten. Hetjzal echter absoluut noodzakelijk zijn om tot zeer belangrijke bezuinigingen in uitgaven te komen, en verhoogingen van loonen of kosten-berekeningen niet toe te staan dan in dringende gevallen; immers anders zullen die verdere uitgaven toch tot nieuwe weder verder gaande Entwertung" leiden, waardoor de schijnbare vermeerdering toch tot niets wordt..terug gebracht. Met den meest ernstigen en krachtigen wil moet Oostenrijk dus eerst die twee wijzi gingen ter hand nemen ; doet het dit niet, dan is de toestand reddeloos ; het buitenland zal Oostenrijk dan niet willen, maar^iok niet kunnen helpen,; de inwoners, de steden, het geheele land zullen dan eenvoudig kapot gaan. Het zal diep te betreuren zijn, maar het heeft geen verder nut dan over wijziging van den toestand te overleggen. Aannemende dus, dat die twee wijzigingen met allen ernst worden ter hand genomen,dan kan men nader het herstel van het muntwezen ter hand nemen. Dan moet men zich realiseeren, dat Oosten rijk thans eene uitgifte heeft van ongeveer 62 milliard aan zeer entwertete" papieren kronen, in biljetten en tegoed in rekening Courant bij de O. H. Bank en dat het noodig heeft eene rekenings-eenheid en waardemeter met volle intrinsieke waarde voor verreke ning met het buitenland. Die twee staan zóó ver van elkander af, dat zij als twee geheel afzonderlijke grootheden beschouwd moeten worden. Er valt niet aan te denken die twee tot elkander te brengen, alvorens de toestanden, waaruit de eerste ontstonden, en de tweede alsnog kunnen ontstaan, zeer veranderd zijn ; en hiervoor is noodig veel tijd en veel werk. Als grondslag voor het toekomstige munt wezen zal men dus moeten aanvaarden die in omloop zijnde papieren kroon, en daar naast eene eenheid voor verrekening met het buitenland, welke ik gemakshalve met den naam van export-kroon" zou willen betitelen. Op deze laatste kon ik nader terug. Indien de uitgifte van papier-kronen niet verder opgevoerd wordt, zal deze geldsoort vermoedelijk zijn laagste punt bereikt hebben ; de papieren kroon zal dan eene iets standvas tiger waarde in het land kunnen verkrijgen, en voor binnenlandsch betaalmiddel ook ver der benut kunnen worden, oederen-prijzen, loonen, huren, spoorwegtarieven, zullen zich dan geleidelijk kunnen aanpassen aan die nieuwe waarde, natuurlijk met dien verstande, dat deze in een veelvoud van papieren kronen tegenover de vroegere werkelijke goudkroon genoteerd zullen zijn. Oostenrijk zal dan van zelf een nieuw muntstelsel verkregen hebben, steunende niet op eenige wettelijke regeling, doch alleen op de praktijk. De depreciatie van de papieren kroon tegenover de vroegere kroon zal dan in den regel niet zoo onbillijk behoeven te zijn, omdat de tegenwaarde dan gegeven zal zijn óf op gelijken voet, óf tegenover een veelvoud van kronen Dit laatste mag ik wel even verduidelijken. Op gelijken voet bijv. de schuldbrieven van staat en Gemeente van de laatste jaren; bij die uitgifte ontvingen Staat of Gemeenten een aantal kronen, die op dat oogenblik reeds gedepreciëerd waren ; rente-betaling en af lossing dier stukken behoeft dus in geen andere waarde dan in papieren kronen te geschieden. Een veelvoud van kronen daarentegen zullen N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERINQ -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 H ifiiimffiiiiimiiifiiificiiiifHHiiiiiiiiHiififfffrfftifmiiuifmiHiiiiHffuiiH verkrijgen degenen, die hun arbeid slechts tegen een verhoogd bedrag in kronen hebben verbonden, of die hunne goederen van de hand hebben gezet tegen een hooger aantal kronen dan waarvoor zij dit vroeger gedaan zouden hebben. Slachtoffers zullen zijn zij, die voor hun arbeid niet meer kronen konden eischen, gepensionneerden, en crediteuren, die hunne vorderingen niet in goudkronen geldend kunnen maken. N:, Indien de toestanden in Oostenrijk wat meer tot rust zullen zijn gekomen, zal dat teveel aan kronen-biljetten vermoedelijk op betrekkelijk eenvoudige wijze kunnen weggewerkt worden. Ontegenzeggelijk worden vele biljetten vastgehouden zonder dienst te doen als circulatiemiddel; voora! in het verarmde Oostenrijk zal eene .zoo groote circulatie niet noodig zijn, zelfs in die gedeprecieerde bil jetten. Zoodra zich dus eene gelegenheid voor doet om die biljetten in betaling te geven, zal van die gelegenheid stellig gebruik gemaakt worden. De tijdens den oorlog uitgegeven schuld brieven zullen zoo spoedig mogelijk geamortiseerd moeten worden, ten einde dien druk voor den Staat weg te nemen. Om tot die amortisatie te komen, zal de Regeering zware belastingen moeten heffen van de inwoners, misschien wel eenige heffing van het kapitaal. Die heffingen kunnen voldaan worden, hetzij door afgifte van Kriegs-Anleihe-stukken, het zij door betaling in gedeprecieerde kronen. In beide gevallen zal de betaler dier stukken welbeschouwd niet verarmen ; immers als Staatsburger van den oorlog gevoerd hebbenden Staat heeft hij feitelijk reeds zijn aandeel in die Staatsschuld gekregen op het oogenblik van de uitgifte dier leening ; indien de Staats burger zijn balans van bezittingen en ver plichtingen volkomen juist had willen op maken, dan zou hij onder zijne schulden reeds hebben moeten opnemen hetgeen hij in afzienbaren tijd aan den fiscus zou moeten afdragen als zijn aandeel in de amortisatie van die niet-productief aangewende oorlogsleeningen ; als hij zelf eigenaar van die oorlogsobligatiën gev/orden was, zou hij inderdaad voorzichtig" gehandeld hebben die ten beloope van zijn quota pars in de amortisatie als bons van vernietiging te boeken, en dus als reserve te houden als middel van betaling van zijn aandeel in de te amortisecren oorlogs-schuld. . Voor iemand, die zijne balans in deze rich ting reeds juist zou hebben opgemaakt, zou dus die extra-belasting betaling of afgifte van kapitaal feitelijk .geen verandering in zijn vermogen hebben gebracht ; voor hem zou slechts een nadeel kunnen zijn, dat hij zijne voorhanden kasgelden, of zijne nog voor leening geschikte obligatiën, zou moeten afgeven, waardoor zijne ruimte van beweging in geldelijken zin zou worden ingekrompen. In ieder geval zal stellig een belangrijk bedrag der uitgegeven kronen-biljetten langs dezen weg in handen van den Staat kunnen komen, die ze terug stort bij de OostenrijkschHongaarsche Bank tot aflossing van zijne schulden aan de circulatiebank. Die amor tisatie van oorlogs-schuld en de terugbrenging van vele der kronen-biljetten bij de Oostenrijksch-Hongaarsche Bank zou althans de balansen n van den Staat, n van de cir culatiebank, n van velen der Staatsburgers zeer kunnen verbeteren door het tegen elkaar doen wegvallen van activa en passiva, welke deze balansen hadden geïnfleerd, en daardoor aan dezen een onwaren schijn hadden ge schonken. iiiiiiiliiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiimMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMMmii miiiMHHiiiiiiiiii iitiiiiiiiniiiiiiiiiiiiciilii OELOF AITROEN Kalverstraat 1 - Opgericht 1850 TELEFOON 658 N Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit Het zal stellig zijn nut hebben, dat menige balans op die wijze tot zijne juiste proportiën zal worden terug gebracht, en dat ge realiseerd wordt welke verliezen de oorlog ten slotte aan de particulieren als burgers van den Staat heeft gebracht. t Na eene dergelijke Sanierung zal het bedrag aan! uitstaande biljetten der circulatiebank reeds aanmerkelijk geslonken zijn. Er zal dan echter nog een belangrijk bedrag blijven berusten jn handen van personen, die niet verplicht zijn bij te dragen in de amortiseering van de oorlogs-schuld ; onder deze per sonen zijn vooral te rekenen bezitters in het buitenland. De biljetten, die naar het buiten land zijn gegaan, hebben natuurlijk voor het grootste gedeelte gediend voor betalingen van leveringen door het buitenland ; die schuld aan het buitenland moet dus eerlijk voldaan worden; dat de tegenwoordige houder der biljetten niet de leverancier der goederen zal zijn, doet niet ter zake, omdat dan toch de leverantie aüeen mogelijk is geweest door verhandelbaarheid dier biljetten in het buitenland. Die biljetten zullen op den duur het herstel van het muntwezen in Oostenrijk zeer be lemmeren, daar zij het herstel van de kroon op de internationale geldmarkt zullen tegen houden. Niet alleen het fatsoen, doch ook het belang van Oostenrijk zullen dus medebrengen om die biljetten tegen eenig equivalent naar de kassen der ostenrijksch-Hongaarsche Bank te trekken. Dit zou kunnen geschieden door ze op te roepen ter inwisseling tegen afgifte eener lang-loopende leening, bijv. met eene amor tisatie in 60jaren entegen een lagen rentevoet, bijv. 2 J %. Daar de biljetten geen ren te d ragen, zullen" houders allicht geneigd zijn deze tegen eene verhandelbare Staats-obligatie in te ruilen. Die Staats-obligatie zou moeten betaalbaar gesteld worden voor rente en af lossing in dezelfde papier-kronen, of in de toekomst in de nieuwe geldsoort, welke voor de papierkronen in de plaats mocht komen, en dan natuurlijk in dezelfde verhouding waarin die papier-kronen in de nieuwe geld soort zouden worden omgewisseld. Voor den Oostenrijkschen Staat zal dan geen ongnnstigerpositie geschapen worden, behalve zijne toe zegging om 21% rente jaarlijks te vergoeden ; en de Sanierung van het muntwezen en van de buljetten-circulatie zal stellig dit offer waard zijn. De kronen-biljetten, welke aldus uit het buitenland naar Oostenrijk zullen terugvloeien, moeten dan door den Staat wederwm gestort worden bij de Oostenrijksch-Hongaarsche Bank tot verdere vermindering van zijn debet. Bij die teruglevering van biljetten uit het buitenland kan Oostenrijk natuurlijk voorde onaangename ervaring komen te staan, dat biljetten, die tot Steuerflucht hebben gediend, door den Staat gehonoreerd zullen worden. Daaraan zal evenwel niets te doen zijn ; de welgelukte Steuerflucht was toch reeds een feit geworden, waartegenover de Staat toch machteloos staat, indien hij zich niet in het land zelf op andere wijze op den Steuervluchteling zal kunnen verhalen. Er bestaat een groote kans, zoo niet bijna de zekerheid, dat de emissie der kronenbiljetten van de Oostenrijksch-Hongaarsche Bank langs die verschillende wegen zeer zal inkrimpen ; indien de vorderingen der Oosten rijksch-Hongaarsche Bank op den Staat ten bedrage van 43 milliard kronen (balans Oostenrijksch-Hongaarsche Bank 15 November 1919) zouden zijn terug betaald uit de uit gifte dier 2.',% 60- jarigen obligatiën, zouden de dadelijk'opvraagbare obligo's der-Oostenrijksch-Hongaarsche Bank van (M) milliard ook tot ongeveer 18 müliard zijn terug geloopen. Natuurlijk zou alleen om die reden de kroon weder zeer in waarde zijn gestegen, en daarmede het crediet van Oostenrijk reeds worden verbeterd. Nadat een en ander volbracht zal zijn, en Oostenrijk door hard werken zich weder ten deele zal hersteld hebben van deze inzinking, zou in overweging te nemen zijn of de papieren kroon geheel ingetrokken zou kunnen worden tegen eene nieuwe geldeenheid op volle intrinsieke waarde in eene verhouding als dan billijk en praktisch zal blijken ; als voor beeld noem ik slechts eene verhouding van drie papier-kronen tegen n nieuwe geldeen heid ter waarde van den ouden goud-kroon. De middelen voor die conversie zouden dan te vinden zijn ten deele door eene leening, welke Oostenrijk mogelijk weder zou kunnen sluiten door zijn verbeterd crediet, en ten deele door medewerking van de nieuwe circulatiebank, waarover ik hieronder zal spreken. Nog een delicaat punt moet ik hier even MET MARS Van de verre Mars-bewoners Vangen we berichten op. Zeker sturen ze die teekens Ons niet zoo maar voor de mop. Wat ze ons berichten willen Zoekt Marconi voor ons uit. Hij verstrekt ons de verklaring Wat dat seinen wel beduidt. Letten ze met groote kijkers Op ons mieren en gewroet"? Zullen zij ons eens vertellen Hoe het mcnschdom leven moet? Seint de bond van keukenmeisjes Willen worden afgehaald" Hier nog voorraad, komen over" Als de reis maar wordt betaald" Laai een bankinstelling weten Dat ze zaken wil gaan doen : Dat ze de Zaandamsche leening Overneemt voor een millioen. Schrijft een Marsche politieker Ons misschien een soort van brief Jullie revolutionairen" '?Noemen wij conservatief" Hier op Mars" seint weer een ander Zijn we allen millionair" Blijft dus vechten voor uw rechten" Wij zijn met je solidair!" Komt naar Mars toe, aardbewoners" Roept een huizen-eigenaar In de Pieter Jacob dwarsstraat" Heb ik zeven panden klaar" Plotseling werd er een einde Aan de seinen-reeks gemaakt ---En het laatste der berichten Was: Personeel aan seindienst staakt!" J. H. S P E E N H O F F iiiiimiiMiiiiiiii ..... DEVO Geurige Sigaar FABRIKANTE N. V. DIEVENBACH's Holl. Sigarenffbriek UTRECHT iimiiiiiimmi'"" ..... iiinniniiiiiinilii ..... iHiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiimiil"" aanroeren. De oude Staatsleningen, de hy pothecaire obligatiën, enz. van Oostenrijk, hadden indertijd een zeer goeden roep, zij werden grifweg in groote getalen door het buitenland opgenomen. In het vredes-verdrag is bepaald, dat deze schulden aan houders in Entente-landen op den duur in goud-waarde moeten voldaan worden. Het zou het crediet van Oostenrijk zeer ten goede komen, indien ook elders deze verplichtingen op den duur weder op de oude basis werden nagekomen. Zouden die definitief in papier-kronen betaal baar zijn, en ten slotte op den voet van papier-kronen in eene nieuwe munteenheid geconverteerd worden, dan zou in het oog van beleggers dit een vlek op Oosten rijk blijven. De beleggers, waaronder vele weezen, weeshuizen, liefdadigheids-stichtingen, spaarbanken, hebben die indertijd op goud waarde gekocht, n betaald op grond van het onbeperkte vertrouwen in de soliditeit en fairheid van den Oostenrijkschen schuldenaar. (Wordt vervolgd) iiiiiiiiiiiiiiiiiiinii 1789?1918 DE VORST Opmerkelijk is het verschil tusschen 1789 en 15)18 in de verhouding van vorst en revo lutie. Na den grooten oorlog beginnen Rusland en Duitscnland met de verdrijving van den koning. Tsaar Nikolaas is bij het eerste gerucht heengegaan en de revolutie in Duitschland is eigenlijk pas begonnen, toenmenzich tegen Wilhelm II richtte. Zelden is een vorst met stiller trom uitgeknepen dan deze laatste Hohenzollern. De man van het groote la waai, die door schetterende redevoeringen en kletterende sabels zoo vaak de aandacht op zich vestigde, die zoo graag paradeerde als de verpersoonlijking van het Duitschland na 1871, zooals hij het zag : militair sterken zichzelf bewonderend om de grootheid van zijn industrie, dit symbool móest vallen met die militaire macht en economische luister. Het lijkt ons even van zelf sprekend als de val van den Tsaar, den autocraat, aan wiens stelsel, misschien ook aan wiens persoon de ellende en de ontevredenheid in Rusland moest worden geweten. Dat was de fout van de revolutie van 1905, dat men vertrouwde op vadertje Tsaar", totdat van uit zijn paleis de geweren op die vertrouwende menigte werden gericht. Te laat, de reactie had gezegevierd en kon, door dat vertrouwen in den vorst, de volgende jaren het regeeringssysteem zijn oude kracht hergeven. Een nieuwe revolutie profiteerde van deze ervaring en begon met den Tsaar zelf, om aan allen duide lijk te maken, dat met het oude was gebroken. Thans kunnen velen met deernis vervuld zijn over zijn dood, zou er iemand nog aan de mogelijkheid van terugkeer der Romanofs gelooven? En in Duitschland? Sterk wordt daar weer met de keizervereering gepropageerd, krachtig zal daar nog de iliiiiiiilmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiliiiiiiiit'11111111 eerbied voor Wilhelm zelf leven, die immers vereering was van eigen grootheid en voor wat zoo sterk bij alle Duitschers schijnt: militaire eigenliefde, zou het werkelijk nog eens mogelijk zijn, dat de keizer uit zijn ballingschap terugkeert? Het zou een te verschrikkelijke reactie zijn, dan dat ik het menschdom ertoe in staat acht. Wij vinden dezen snellen val der Romanofs en Hohenzollerns vanzelfsprekend. Toch leert ons de geschiedenis der Fransche Revolutie geheel het tegengestelde. In alle opzichten. Was ook daar niet, ja nog meer, den koning het zinnebeeld van het ancien régime", dat culmineerde in de absolute macht vanden vorst en de gehechtheid aan de overgeleverde privileges. Geen enkel voorrecht zóó oud en zoo traditioneel als dat van den vorst om over zijn onderdanen vrij te beschikken ; van hem alle macht, die hij niet om verstandelijke overwegingen, maar door ods willekeur bezit. Stel daartegenover hoe onvolkomen zelfs Wilhelm I! de verpersoonlijking was van het regeringssysteem en de cultuur van Duitschland en Pruisen vóór 1914. En toch moest de laatste verdwijnen vóór dat het nieuwe gevestigd kon worden, terwijl Lode wijk XVI bijna vier jaar lang zich heeft staande gehouden temidden der revolutie. Frappanter nog : de drager van de groote macht 'in het 18e eeuwsche Frankrijk, dat zinnebeeld van het ancien régime" was een onbeteekenend mensen, die in goede noch in kwaden zin vee! van zich had laten spreken. De goedige, weinig bekwame koning slotenmaker had hoogstens ergernis gewekt doordat hij de man was van Marie Antoinette. De populariteit, die hij zich verworven had door Turgot tot minister te nemen, was reeds lang verdwenen. Lodewijk hield zich op den achtergrond, men kende hem niet en dat was juist we! het allerergste verwijt: iedereen verlangde naar daden van hervorming en de koning deed niets. Heeft daarentegen niet Wilhelm II den indruk gevestigd, dat hij energie bezat (de brieven van Willy" aan Nicky" wajcn toen nog iv.et bekend!) en dat hij veel gedaan heeft in de richting waarin ieder meende, dat Uuitschland groot was? De keizervereering gold niet allén de kroon, ook de persoon van den keizer stond bij de massa tioog aangeschreven. Lodewijk was onschuldiger, maar ook minder beteekenend dan zijn lotgenoot in de 19e eeuw! En toch,de laatste verdwijnt zonder eenig wapenge kletter, waarin hij anders zoo'n held was, en de eerste blijft aan, hoewel hij heelemaal geen held was en brengt het zelfs in dien strijd met het volk nog tot een voor hem on egrijpelijkenpersoonli j ken moed en stand vastigheid. ,,Les idees marchent"! Er ligt een eeuw tus schen hun beider val en dat verklaart alles. Want die 19e eeuw heeft veel traditioneel? aangetast en wel allereerst de traditie van het koningschap. De 20e eeuw is republikeinsch. De verstgaande concessie aan de traditie is voor haar een gekroonde president in een wat monarchaal getinte republiek. Maar de glans is van het koningschap af. In de 18e eeuw is men nog door en door monarchaal en zelfs royaiistisch. Noch de persoon noch de macht van het koningschap durft men aantasten, totdat landverraad de band tus schen vorst en volk verbreekt. De Revolutie is daarvan de geschiedenis, zij geeft het bewijs hoe moeilijk het was zich te ontworste len aan de opvatting, dat de persoon van de koning bij de gratie ods onschendbaar is, terwijl het in 1918 zoo dood eenvoudig ging om een krachtig, eigenzinnig man ais Wilhelm kwijt te raken! De Revolutie van 1789'oeJintmetdenkoning meer populair te maken. Het volk zoekt een idool en Lodewijk XVI heeft immers de Staten-Generaal bijeengeroepen! Men is de koning dankbaar gezind en niemand, die hem eenige schuld geeft, als het hof zich tegen de revolutie en de Staten-Generaal keert. De ongelukkige : hij is het slachtoffer van intriges en valsche inblazingen! Niet tegen hem, maar tegen het stoffelijk symbool van het gehate staatsgezag keert zich de woedende en wan trouwende menigte ?. de Bastille wordt het slachtoffer, en als Lodewijk dan de populaire Bailly en Lafayette tot burgemeester van Parijs en commandant van de garde natio nale'' maakt, clan is alles weer heelemaal pais en vree." Als hij dan later aarzelt de Verklaring van de rechten van de mensch" te onderteekenen, dan wendt zich het volk wel togen hem, maar slechts om hem aan den verderfelijken invloed van het hof teonttrekken : 6 Óctober wordt hij gedwongen naar Parijs te verhuizen. Weer geeft hij toe en hij teekent de verklaring. Ook dat is een reden van zijn lang aanblijven : zwakheid en sentimenteele gevoelens voor het volk, zijn kin deren, deden hem telkens weer alle reactie verloochenen. Hij komt zelfs tot zeerpatriottische uitlatingen en'4 Febr. 1790gaathijnaar de Constituante om te verklaren, dat hij zijn zoon zal opvoeden voor de nieuwe omstan digheden! Die vergadering vindt dan ook geen enkele reden om hem in de grondwet niet een uitgebreide macht te geven. Zelfs de meest 'geavanceerd-democratiscrie club, de Cordeliers, is monarchaal, met nog maar af en toe een repnb'.ikeinsche neiging. Maar Lodewijk was door zijn zwakheid niet te vertrouwen en Lodewijk was oprecht en haast fanatiek katholiek. Op deze beide is hij gevallen. Zijn zwakheid deed hem open lijk "de revolutie beamen en in 't geheim met hof, geëmigrserden adel en buitenland onder handelen. Zijn vroomheid deed hem heil zoeken bij de geestelijkheid, die de noodge dwongen door hem geteekende constitution civile du clergè" Destreed. Zóó sterk echter was de loyauteit der Franschen, dat ook na de vlucht van de koning naar de grens (Jun' 1791) alleen de Cordeliers republikeinsch werden ; de Jacobijnen blijven monarchaal. In lllimilllllll iiiiiiiliniiiiiiiiiiiiilllllliiiliiiilH»»»»»* de Wetgevende vergadering", die in Sept. 1791 bijeenkomt verzetten noch Girobijnen noch Ja'cobijnen zich tegen het koningschap, zoolang het slechts in de constitutioneele banen blijft. Tweemaal kan Lodewijk zijn sympathie van migré's en onwillige priesters -'- de leiders der contra-revolutie betuigen door zijn veto uit te spreken tegen maat regelen, die hen moeten treffen en noggeen republikeinsche'fractie van beteekenis ontstaattDe tweede maal alleen een lichte aanval op de Tuilerieën. Maar als dan kort daarna duide lijk blijkt, dat hij heult met den vijand, valt plotseling alles weg. Het koninklijk paleis wordt bestormd, Lodewijk moet vluchten, de Wetgevende vergadering schorst hem en hij wordt gevangen gezet. Dan heeft hij ook heelemaal geen kans meer. Voor de Conventie gedaagd, vindt hij daar geen enkelen afge vaardigde, die hem onschuldig durft ver klaren; een kleine meerderheid durft voor la mort sans condition" te stemmen. En toch wederom, zóó sterk was het royalisme in Frankrijk, dat ook na het verraad wel het koningschap wordt afgeschaft, maar geen enkele spreker heeft het woord republiek uitgesproken op dien 21 September 1792. De hoofdstad durft dit pas te doen. Zij haalt de Republiek met klokgelui en zang en dans in, zij dwingt de Conventie die te erkennen. Dan is echter het koningschap zoo definitief gevallen, dat het nooit meer dan tijdelijk in Frankrijk is hersteld! H. A. ENNO VAN GELDER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl