De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 1 mei pagina 12

1 mei 1920 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l Mei '20. No. 2236 CHARIVARIA La France, wright or wrong ?" vraagt het Vaderland. Wrong! TJZT HEET Het niet-nieuwe geluid. , De oude stem en het nieuwe geluid." ('O. Gr., Vrouwenrubriek) De gretigaards. ^' ? ??* "'"~" ""^ De NederlandersTbeschouwen deze belofte gretig als een^verplichting." (N. R. C.) ? Er is om beide stukken met gretig heid gelachen." (N. R. C.) Het N. v. d. D. is in zijn weervoorspellingen^van een voorbeeldige voorzichtigheid: Verwachting. Zwakke tot matige zuidelijke wind, meest uit zuidelijke richtingen." :' Daar is mr. Wijtema zeer korten \ tijd werkzaam geweest, daar hij zich f verloofde met de dochter van den burf gemeester." (U. D.) Ja; dan wordt 't gewoonlijk lummelen. De bacteriën, die onze keel hebben aangetast, gaan nu via de bloedsbaan door ons geheele lichaam en probeeren hier of daar te landen en ontsteking te verwekken. Natuurlijk zal hun dit lang niet overal lukken, doch waar zij komen op een voor hen gunstig terrein, daar zullen zij hun tenten opslaan." (L. D.) Lukt het niet dan met de kous op de kop via de bloedsbaan terug! Li, Onze merkwaardige badplaatsen. Bezoekt de badplaats Callantsoog. Gezond en rustig buitenleven. Mooi strand. Gelegenheid tot baden." i (Adv. H. P.) Charivarius ontvangt gaarne knipsels. Adres: Keizersgracht 333, Amsterdam. PUZZLE VOOR GROOTE REKEN MEESTERS. We hebben thans een aardig vraagstuk voor groote rekenmeesters. Ook zij moeten nu en dan een kans hebben. Hoe kan men 45 van 45 aftrekken en toch nog 45 overhouden ? Oplossingen voor Vrijdag a.s. onder letter A. B. OPLOSSING VAN DE DOLLAR-PUZZLE. 1. De kooper geeft zijn Dollar en twee cent-stuk aan den winkelier en zijn driecent-stuk aan den vreemdeling. 2. De winkelier geeft zijn halven dollar aan den kooper en zijn kwart-dollar aan den vreemdeling. UIT OUDEN TIJD p-1 DOOR CHRISTINE MORESCO-BRANTS Buiten bulderde de wind ; de schonkige takken van de oude boomen kraakten. Dan kwam er een gierende vlaag met slierten van regen, die kletterden tegen de ruiten ; door den schoorsteen klonk een langgerekt gejammer, aanzwellend tot een angstig gillen.... dan ras verstervend in een zucht. De drie oude vrouwen keken elkander aan en huiverden. En ik zeg je," zei de oudste : ik zeg je dat het hier tocht." Dat kan niet, alle deuren zijn toe." En toch is het zoo, en ik kan maar niet begrijpen, waarom je hier blijft zitten en niet liever vóór gaat huizen !" Ik heb hier al die jaren met mijn man ge zeten Het is nu de eerste winter " Haar stem stokte ; zij stond op om naar de kachel te kijken en voor de thee te zorgen. Zus Jo, drink je kopje eens leeg." Zus Jo ze was de jongste van de drie hief het hoofd met het grijze golfjes-haar op van haar naaiwerk en keek haar zusters om beurten aan. Eerst de eene zuster, die, maar eenige jaren ouder dan zij zelve, in haar jeugd de liefste speelgenoot was geweest, en de vertrouwelinge van haar meisjesvreugd en leed, en later in de moeilijke jaren haar hulp en haar troost; de zuster, voor wie zij nu de troost en de steun moest zijn. Dan keek zij naar Katrien, de oudste, die nog zoo parmantig rechtop in haar stoel zat, en toch allang de tachtig voorbij was. Alleen het gezichtje, het was, alsof dat in den laatsten tijd te verschrompelen begon, en de handjes, die werden wasachtig teer.... die verrieden wel den hoogen leeftijd Katrien," zei zij glimlachend : ik geloof, dat je je meisjeshandjes weer terugkrijgt" Het oude vrouwtje wreef de handen over elkaar: Dat is de ouderdom, ja, we worden oud. En nu zitten we weer samen net als toen we jong waren.... Maar nu is het leven voorbij, nu zijn we alle drie oude vrouwen...." Menschen van den dag, die geen toekomst meer hebben." Jij niet, zus Jo, jij niet jij leeft voort in je kinderen, in je kleinkinderen, maar Nella en ik niet. Die gaan dood en we laten geen spoor, geen herinnering na." Als ik nu maar de eerste mag zijn van ons drieën Nu mijn man er niet meer is, ben ik tot niets nut meer." Och, we kunnen nu eenmaal niet doodgaan, wanneer wij willen, en dat is maar goed ook. Als ik eens bedenk hoe ik achterbleef,toen mijn man stierf; en dat is nu al ruim dertig jaar geleden Als ik jou toen niet had, Nella, jou en je man, wat had ik dan moeten be ginnen? Wat al hebben jullie niet gedaan voor mij en de kinderen! Jij, Katrien, woonde iiiiiiiimiiiniiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiin UMI int III iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiHimiii miiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimii J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, HAARLEM Schilderijen - Prentkunst - Boeken over Kunst CATALOQI OP AANVRAAG 3. De vreemdeling geeft zijn twee tiencents-stukken en zijn cent aan den kooper, terwijl hij zijn vijfcent-stuk en zijn tweecentssluk aan den winkelier geeft. Toen had ieder wat hem toekwam. Goede oplossingen zonden : F. B. te Bergen op Zoom, J. C. te Amersfoort, Chr. de D. te Bruxelles, jsngej. Fr. v. D. te Bussum, C. M. v. d. E. te Maassluis, C. J. J. E. te Rotterdam, W. B. G. te Haarlem, J. W. 't H. te Amsterdam, R. J. H. te den Haag, J. A. H. te R'dam, A. J. H. te Brielle, mevr. F. v. J. 't E. te Almelo, G. v. d. K- te Alblasserdam, J. K- te Veenendaal, J. M. te Harderwijk, P. W. M. te Haarlem, J. ter M. te Ellekom, A. S. v. O. te Leysin, C. v. d. P. te Dor drecht, A. v. R. te Harlingen, H. S. v. R. te Hoogewoud, P. S. te Amsterdam, Y. L. S. te Bussum, G. v. T. te Aerdenhout, B. U. te Groningen, G. G. V. te Alkmaar, H. L. V. te Goerlereede, J. C. V. te Hilversum, mevr. J. A. B.-W. te Lasg-Keppe!, A. C. W. te Amsterdam, H. W. te Middelburg en C. Z. te Amsterdam. Mevr. J. A. B.-W. te Laag-Keppel won den puzzleprijs. Nieuwe Uitgaven Prometheus van Carry van Bruggen, Het boek van mevrouw Carry van Bruggen ziet er ontzagwekkend uit. Het vereischt moed en onderneemingsgeest, om zulk een werk aandachtig door te ieezen en te bespreeken. Wij zijn met de beste voorneemens daaromtrent begonnen, want het boek was door een leezer als zeer belangrijk aangeduid. Maar ziet, toen bleek het, dat in het tweede deel de pagineering geheel in de war was. Alles staat door elkaar. Wij schreeven aan den uitgeever om opheldering en zoo moogelijk een ander exemplaar. Hierop ontvingen wij geen antwoord. MISS QLRNCHE ClCF\RETTES iiitiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimi IIIIIIIMI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIH SLUITUW LEVENSVERZEKERING' B U oeAMSTERDAMSCHE VERZEKERD BEDRAG 65 MILLIOEN In het belang van de schrijfster en haar werk meenen we goed te doen dit te publiceeren. F. VA'N E'EDEN Op weg naar den Hoofdcursus, door M. W. M OOK. 3e dr. Uitg. Duwaer en van Ginkel, Amsterdam. Een geschrift over theosofie. De. Rol der Meetkunde in de Beeldende Kutsten, door dr. H. A. Naber. Uitgave Theosofische Uitg.-Vlij., Amsterdam. Een Voirdracht, gehouden voor de academie van beeldende kunsten en technische wetenschap pen te Rotterdam op 25 Januari 1919. Idiomatische Vertaaloefeningen (HollandschDuitsch) door W. Uittenbogaard; 2e druk, uigave van J. B. Wolters, Groningen. Handleiding bij de verzorging van den zuiseling, een gids voor moeders, samengesteld jh opdracht van den Nederlandschen Bond tot Bescherming van Zuigelingen en de Nederlandsche Vereeniging van Kinderartsen; uitgave W. Leijdenroth van Boekhoven, Utrecht. Linschoten-Vereeniging, Naamlijst der leden en lijst der uitgaven, uitgave der Vereeni ging, 's Gravenhage, Lange Voorhout 9. iiimimiitiiifiiii iiiiniii'/iiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiii IIIIIM toen in Utrecht: je was toen juist voor de tweede maal getrouwd." Toen dronken zij zwijgend hun thee en luisterden weer naar het loeien van den storm. Zus Jo boog aandachtig het hoofd over haar werk, Katrien trok haar zwart wollen sjaaltje wat strakker om haar schouders en Petronella nam de krant,die ze naast het thee blad gelegd had, weer op. Ze beleven in de Betuwe een bangen tijd met dien hoogen waterstand," zei zij; hebben jullie het gelezen, de krant is er vol van, de polders staan blank, het water stroomt de huizen r binnen als de dijken het maar houden !" Maar die zijn hooger en sterker dan in onzen tijd, geloof dat maar," zei Katrien op stelligen toon. Maar als de wind zoo blijft aanhouden en het water opzwiept.... van alle kanten komen de berichten over een angstig hoogen water stand. ... Ik zou het toch nog wel eens willen zien, die wijde watervlakte met de boerderijen als halfondergeloopen eilandjes midden in die zee...." Maar angstig was het wel, vooral als er een doorbraak dreigde. En als het ijs kruide, en de klokken uit al de dorpen uit den omtrek begonnen te luiden...." Dat deden ze alleen maar, als er een door braak was, Sjoke, om de boeren te waarschu wen, dat ze hun huizen moesten verlaten." Ons huis lag hoog, nog hooger haast dan de kerk, maar onze kelders liepen toch wel onder. Dan moesten we allemaal helpen om de aardappelen te bergen " Door den schoorsteen huiverde een klagend steunen.... het vuur flikkerde knetterend op. Weet je nog dat eene jaar, toen wij ook ons huis uit moesten? Het was in April...." Niet waar, het was in Maart " Nee, je vergist je.... ik geloof dat liet April was...." Ik weet het zeker van niet, Neeltje, het was in Maart, ik stond op trouwen met mijn eersten man; ik was bijna achttien...." Ja, jij was er vroeg bij, Trijntje !" Het had dan ook heel wat moeite gekost om het van Pa gedaan te krijgen dat hij zijn toestemmng gaf voor mijn huwelijk." Nu bleef het weer even stil tusschen hen ; Sjoke had haar naaiwerk neergelegd ; ook de beide anderen zaten rustig; ze staarden langs elkander heen.... En aan de tuindeur rameide de wind met wilde rukken en door de stille kamer sloop zoetjes het verleden.... Weet jij het nog, Neeltje? Nee, Sjoke, jij kunt het niet weten, je was nog een kind ; je bent vijf jaar jonger dan ik ! Weet je het nog, Neel, hoe een dag of wat voor de doorbraak mijn trouwjapon was thuisgekomen ? Hij lag op het logeerbed, uitgespreid.... en in een doos, tusschen blauw papier was de sluier en de oranjebloesem." Maar die was niet echt.... de knoppen waren van was.... maar mooi was ze. Ik herinner me alles nog ; en ik weet ook nog, hoe ik stilletjes met Sjoke 's avonds iaat nog ben gaan kijken, want we wilden allebei zoo graag de japon eens aanraken om te voelen of de zij wel echt was. Weet je het nog, zus Jo, en hoe Trijntje er achter kwam?.... En wat ze kwaad was.... Zij heeft toen de kamer afgesloten en droeg den sleutel in haar zafc, en 's nachts had ze hem onder haar kussun ; ik sliep toen samen met haar in het oplamertje. Ja, Trijn, je bent altijd een baas ge weest !...." Dat moest ik wel, want jij zou in staat zijn geweest de japon aan te trekken, al was het alleen maar om mij te plagen !" Zij lachten alle drie Onwillekeurig noemden zij elkaar bij de namen, die «e als meisjes gevoerd hadden. Ik herinner mij die doorbraak nog heel goed," zei Sjoke : het was een barre winter geweest, met veel sneeuw, en ijs; zoo'rj winter zooals je ze tegenwoordig niet meer bebt.... Ik heb het de kinderen wel honderdmaal verteld : de dooi was plotseling ingevallen.... de ijsschollen dreven door de rivfcr.... ik hoor nog het donderend geraas, waarmede ze op elkander stootten.... En wat een vaart hadden ze, en hoe vernielden ze al/es, en sleur den van alles mee, planken en boomstron ken. ..." En huisraad uit de verlaten boerderijen.." En het verdronken vee !.... Er zijn toen ook nog menschen bij omgekomen." Ja, en Pa wqs den heelen dag weg om hulp te verleenen, en moe zat alleen met de meiden en de kleine kinderen ! Jij, Trijntje, was de oudste...." Maar de jongens waren niet thuis.... Die lagen op school in Tic!." En weet je nog, hoe ze ons 's morgens vroeg kwamen waarschuwen, dat er een door braak dreigde? Vader ging er dadelijk heen en hij zei, dat wij niet moesten wachten tot er geschoten werd.... we moesten het huis maar bijtijds verlaten... .Als de dijk bezweek, zou ons huis ook onderloopen en dan waren we niet veilig. ..." De zwakke plek in den dijk was zoowat een half uur van ons af, maar de wind was onzen kant uit; het pad naar ons huis stond al blank...." En 's morgens om half tien steeg het water tot aan onze vensters. . . .' Pa kwam nog even terug met den knecht en den arbeider " In de roeiboot, maar pa moest dadelijk weer weg,hij kwam medicijnen halen.... Toen moesten wij op zijn bevel het huis uit.... Wat was mot angstig, en wat haastte zij ons voort, wij moesten zoo maar weg en alles laten zooals het was." ,,lk vond het toen wel aardig : het was een avontuur, het brak de sleur Wij hadden het saai daar op het dorp." Nou, Neeltje, jij wist anders we! afleiding te zoeken ; al die kwajongensstreken, die jij hebt uitgehaald ! En je sleepte Sjoke altijd mee, ik was al veel te oud om aan die mallig heid mee te doen " Jij hadt al vroeg de vrijers in het hoofd.. " Weer een stilte ; maar Katrien keek genoeg lijk ; haar heele lieve rimpelgezichtje was een en al glimlach. Sjoke's oogen keken ern stig : Ik vond alles toen heel gewichtig," zei zij : rnaar ik was een beetje bang voor de boot ; we moesten uit het venster erin stap pen. Eerst ging moe met het kleine broertje op den arm, het is me alles zoo bijgebleven. . De meid nam Kiekje op schoot, en jij was weer nergens te vinden, Neeltje....' Petronella lachte en haar bruine oogen straal den als in haar verre jeugd. 5n de kamer begon het al zoetjes aan te schemeren ; de storm was wat bedaard, maar dt regen droop nu gestadig neer.... Moe stuurde me weg," zei Katrien, ,,om jou te zoeken, en toen ik je riep, kwam je holder de bolder de zoldertrap afrennen en was met n sprong in de boot,die overhelde.... Sjoke begon te gillen.... Toen roeiden we weg en toen ik eens goed naar je keek, begreep Ik wat je zoolang boven gedaan had." Nella lachte, dat haar de tranen over de oude wangen liepen. Ik had twee jurken over elkaar aangetrokken ; eerst mijn zondagsche, en omdat die langer was dan mijn daagsche, had ik hem rond mijn midden opgesjord met een stuk gordijnenkoord ; ik was wel tweemaal zoo dik als gewoonlijk en jullie begonnen allemaal te lachen en het speet jou en Sjoke, dat je ook niet zoo bij de hand geweest was." Toen we doornat bij oom Kees uit de boot stapten, was daar het huis al vol vluchte lingen. Ze zaten in de keuken, waar een groot vuur brandde.. Ze hadden ook niets mee kunnen nemen.... hun huizen waren ondergeloopen.. ze praatten met elkaar over hun narigheid.... Van den een was het varken verdronken, van een ander de geit.... ze wisten niet, hoe ze hun boeltje zouden terugvinden. ... Er waren er bij die wel drie uur ver kwamen.... van uit den polder...." ,,Ja, en toen ik hun ellende zag, schaamde ik me vreeselijk voor die zondagsche jurk. Ik had wel weg willen kruipen van schaamte.. ik voelde me zoo ijdel en zondig. ..." Katrientje lachte en knikte parmantig met haar ronde hoofdje : Maar ik was ook niet mal geweest, want ik had mijn trouwjapon in een pakje onder mijn arm." ,,Je was even zondig en ijdel als ik !" Nee, het was niet hetzelfde ! Wat zeg jij, zus Jo?" Het was niet hetzelfde.... Een trouwja pon is heel iets anders dan een zondagsche jurk het is iets plechtigs... . ietsheiligs.." . Zij zweeg, want in haar verbeelding zag ze een heele reeks van trouwjaponnetjes.... van zichzelf.... en van haar dochters. En ik was pas achttien, en hoe had ik kunnen trouwen, als mijn trouwjapon ver loren was gegaan? En herinner jij je nog, Jo, wat jij in de haast had meegepakt?" ,, Ja zeker. Ik had juist het een of ander avontuurlijke boek gelezen over jongens, die dagen lang in een roeiboot hadden omgezwalkt en zoo'n honger hadden gehad ! Dat spookte mij door het hoofd en ik had gauw, gauw, een roggebrood en een paar zoute haringen in een doek geknoopt. Maar ik hield het bundel tje goed verborgen onder mijn wijden mantel, want ik was veel te bang, dat Nella me uit zou lachen." Wat die dingen je toch lang bij blijven Er is een menschenlevcn over heengegaan.." En bij oom Kees was je dadelijk naar boven geloopen met je buit en je hadt de nichtjes meegetroond. Later naar je zoekend, vond ik jullie in een hokje op zolder, kluivend aan een haring...." Dat wist ik niet meer." Nu was het weer het ruischen van den regen, dat de stilte verbrak. Een windstoot trilde door het oude klimop, dat den tuinmuur geheel en al bedekte ; een vogeltje piepte angstig, zoekend naar een schuilplaats voor den naderenden nacht En in de kamer was het in de hoeken al donker geworden ; langs het plafond gleden schaduwen Alleen Zoo menig uur alleen, als we onzen trots i.' vergeten, Als kinderen verdwaald in 't groote leven ? -??i, staan, Is het, alsof we alleen dit klein verlangen weten : Tezamen door een menigte steeds voort te gaan. En dan, met menschen luid rondom, met hen te stijgen Naar 't rnensch'lijk, gulzig hart der dicht bevolkte stad, Te luist'ren naar haar stem als onze stemmen zwijgen In de vergetelheid, die elk verworven had. Dan, plotseling, in leven fè! en diep-opstandig, Hervinden wij den trots, de glorie van ons 4' "? hart, Gaan wij den weg terug, der massa weer losbandig, De blijde ziel nog vrij van ar.d'rer vreugd en ?i smart, En streelen langs het veld de halmen weer - -j " ; biij-handig, Gelukkig en bewusl, dat alles schoonheid werd. JAN J. Z t; i. D E N T n u i 5 Maar wat ik n§g wel weet,en wat me maan den lang, ja misschien wel jaren is bijgebleven, dat was het plotseling luiden van de dorpsklok... . Een angstig wild gelui., dra gevolgd door het luiden van alle klokketorens van de dorpen uit den omtrek. We vlogen allen naar buiten.... de dijk was bezweken.... de doorbraak.... O, God, die armen!...." Maar ons huis was vrijgebleven, de door braak was een uur hooger op gebeurd, en 's avonds keerden we te voet naar huis terug." En vier dagen later trouwde ik," zei Katrien zachtjes. De gestalten van de drie vrouwen doezelden weg in de schemering ; alleen de handen, die bleekten op, waar ze rustig gevouwen lagen in hun schoot. En tegen de donkere stoel leuningen plekten wit de gezichten, het grijze haar van zus Jo zilverig glanzend in den gloed van het haardvuur. Het verleden hadden zij opgeroepen.... het verleden was herleefd.... zij waren het ver leden zelf.... Toen plotseling werd de kamerdeur open gegooid : een geur van frissche jeugd woei naar binnen en een jonge helle stem riep : Zoo tantes, zoo in het donker! Grootmoeder, is u daar ook? Ja, ik zie u wel, u zit als in een krans van licht. Zaten jullie zoo een beetje te dommelen?" Nee, we spraken over vroeger, over den tijd toen we nog jong waren...." Hoe lief! Daar had ik wel graag bij willen zijn. Maar wat is het hier donker ! Zal ik eens licht maken?" Even een knakkend geluidje en het licht uit deelectrische lamp overstroomde de kamer. De schaduwen van het verleden doken haastig weg in de uiterste hoeken. Maar hel bestraald door het licht, stond daar het meisje, blond en blank, in de heerlijkheid van haar jonge leven.... het beeld van de toekomst. En waarover spraken jullie wel? Grootma kijkt zoo ernstig." Het praten over het. verleden, kindlief, stemt weemoedig." ,,En," zei tante Katrien : we spraken over watersnood en trouwjaponnnen !" Wat een grappige combinatie ! Over watersnood kan ik niet meepraten, en over trouwjaponnen.... Weet u, waarom ik hier gekomen ben?" Zij nam een stoel en schoof dichterbij : Het zal zoo lang niet meer duren of ik schaf' me ook een trouwjapon aan .... Eer de winter voorbij is...." Jij, trouwen? Zoo'n kind nog?" Toen tante Katrien trouwde, was ze pas achttien, en ik ben al twintig." Grootmoeder zuchtte : Ach, nu begrijp ik pa,s hoe oud ik wel ben ; een kleinkind, dat over trouwen praat." Zoo herhaalt zich alles.... zoo keert alles terug.... Wat voor ons het verleden was, is voor haar de toekomst !" Het is van alle tijden...," n de oude gezichten bogen zich naar het meisje, dat tot hen opkeek met lachende oogen. Ouderdom en jeugd ontmoetten elkander in innig begrijpen..,, verleden en toekomst smolten ineen....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl