Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
8 Mei '20. No. 2237
DE WILDE HAREN
VRAAGTs
SI-FA-KO
SiGAREH
Het voornaamste Soriemerk
Nog een tikje rechtzinniger, Jean, denk aan m'n nieuwe missie!"
IIIIIIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIH1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIHIIMIIIMII IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIIIIIIIHIIIIIlllllllllllllllllllllllllllll
zoo bestreden stukloon. Erkend wordt thans,
dat het loon in overeenstemming met de presta
tie behoort te zijn.
Een andere opmerkelijke conclusie zou ik
nog gaarne onder de aandacht der lezers
brengen. Het rapport, sprekend over het op
voeren der productie, zegt: Dit zal echter
nimmer mogelijk zijn, indien niet, behalve
aan de arbeiders, ook aan de lagere en hoogere
technici, ingenieurs, en dergelijke, en met
name ook aan de.eigenlijke bedrijfsleiders,
een aantrekkelijke positie in het gesociali
seerde bedrijf verzekerd wordt. Wij zijn er
ons ten volle van bewust, dat wij de volledige
toewijding der huidige technici niet minder
noodig hebben dan de volledige toewijding
der arbeiders. Wij zullen hun daarom een plaats
in het bedrijf moeten verschaffen, waarin
zij hun technisch kunnen volkomen kunnen
uitleven, zonder de schadelijke beknelling
eener belemmerende bureaucratie en ook zon
der een even schadelijke
dagelijkschejnmenging van onbevoegden."
Ziet hier, scherp en duidelijk geformuleerd,
de juiste aanwijzing van de grootste fout der
tegenwoordige overheidsbedrijven, waarbij den
leidenden ambtenaren een dergelijke positie
wel allerminst verschaft wordt.
Ik zal thans niet uitweiden over de door de
oorlogsduurte zeer onvoldoende geworden
bezoldiging, doordat de salarissen van de
hoogere ambtenaren meest slechts met 10
30 % zijn verhoogd, terwijl zeker de
duurtestijging 100 % bedraagt. Ik wil alleen de
aandacht vragen voor de ideëele belangen
der leidende ambtenaren. Meer en meer, de
laatste jaren in een snel tempo, is de invloed
der leidende ambtenaren afgenomen, naar
mate de macht van het lagere personeel door
hun vakvereenigingen, die steun vinden bij
de geheel verpolitiekte bestuurslichamen,
toenam. Wij zijn de eersten om te erkennen,
dat vroeger de arbeidsvoorwaarden en de
rechtstoestand van het lagere personeel onder
autocratische directeuren vaak veel te
wenschen overlieten, en voor zoo ver zij hiervoor
OELOF OITROEN
Kalverstraat t l Paarlen, Brillanten
- Opgericht 1850 - ?_? Goud, Zilver en Horloges
TELEFOON 658 N
Uitsluitend eerste kwaliteit
opkomen, is het optreden der vakorganisa
ties alleszins toe te juichen, doch hiervoor is
geenszins noodig, dat den leidenden ambtena
ren ieder gezag wordt ontnomen. Toch is dit
langzamerhand practisch het geval geworden.
Door commissies voor overleg en
scheidsgerechten heerschen de groote vakbonden
over de directies. Als voorbeeld diene, de wijze
waarop in N.-Holland het nieuwe ambtena
ren-reglement door de daartoe benoemde
commissie is ontworpen. Dit reglement geldt
voor alle provinciale bedrijven, dus ook voor
dejbeide provinciale ^krankzinnigengestichten.
In de genoemde commissie, waarvoor vol
gens het besluit der proviciale staten slechts
de algemeene, landelijke vakbonden verte
genwoordigers mochten aanwijzen, hadden
de gestichtsgeneesheeren dus geen afgevaar
digde, doch ook hadden de directeuren der
beide gestichten er geen zitting in. Geen
wonder dus, dat het ontwerp talrijke bepa
lingen bevat, wier toepassing zal blijken
hoogst nadeelig te zijn voor den goeden gang
van zaken in den verplegingsdienst der ge
stichten Van overdachte zijde wordt ons nu
door het socialisatie-rapport der S. D. A. P.
bevestigd, dat een dergelijke uitschakeling
van de bedrijfsleiding funest voor den
bedrijfsdienst is. De rapport-commissie heeft volko
men juist begrepen, dat wil men werkelijk een
ernstige poging doen om een socialisatie-proef
te doen slagen, men den leidenden ambte
naren zeker niet minder zeggingschap moet
geven dan den werknemers in engeren zin.
Dit klinkt heel anders dan 't geen men nu
nog geregeld in de organen der gewone
ambtenarenvereenigingen leest, waarin het per
soneel steeds tegen zijn superieuren wordt
opgezet en men het voorspiegelt, dat deze
eerlang niets meer te zeggen zullen hebben.
Het socialisatie-rapport stelt dan ook voor
om den leidenden ambtenaren gelijkelijk met
het lagere personeel (en de overheid en de
consumenten) vertegenwoordigd te doen zijn
zoowel in de Raden van beheer der bedrijven
als in den Algemeenen Economischen Raad
die het noodige verband tusschen de verschil
lende bedrijven tot stand zou moeten brengen.
Hiermee is de weg gewezen, waarlangs ook
de reorganisatie van de overheidsbedrijven
zal moeten gaan om de bovengeschetste ge
breken te herstellen. Wil men het personeel
medezeggingschap geven, best, doch dan
erkenne men ook naast de vakvereenigingen
van de gewone ambtenaren die der leidende
ambtenaren.
De commissies van overleg behooren dan
samengesteld te worden uit een gelijk aantal
afgevaardigden van de drie partijen (gewone
ambtenaren, leidende ambtenaren en de over
heid), die uiteenloopende belangen bij het
bedrijf hebben. Eigenlijk behoorden hier nog
als vierde partij bij de consumenten (voor de
gestichten dus de patiënten of hunne families).
Hetzelfde geldt voor de scheidsgerechten.
De Vereeniging van gestichtsartsen heeft het
laatste jaar zoowel aan verschillende gemeen
telijke en provinciale besturen als aan de
rijksregeering de toepassing van bovengenoemd
beginsel gevraagd, echter tot nog toe tever
geefs. Wij schrijven dit gemis aan succes in
de eerste plaats toe aan de gebrekkige orga
nisatie der leidende ambtenaren. De meeste
van hunne vereenigingen hebben zich tot nu
slechts bezig gehouden met wetenschappelijke
of maatschappelijke werkzaamheden. De enke
le, uiteraard numeriek steeds kleine vereeni
gingen , die tot nu toe als werkelijke vakver
eeniging zijn opgetreden, hebben nog weinig
kracht kunnen ontwikkelen. Dit zal eerlang
wel veranderen. Geleidelijk beginnen de ver
schillende catagorieën van hoogere ambte
naren te beseffen, dat wie in den
tegenwoordigen tijd niet ageert, onherroepelijk in een
hoek wordt gedrongen. Onze vereeniging
doet thans pogingen om de verschillende orga
nisaties van leidende ambtenaren tot samen
werking te brengen.
i In de tweede plaats is de tegenstand, die
ons streven bij de bestuurscolleges onder
vindt toe te schrijven aan de politieke con
stellatie der gemeentelijke en provinciale
besturen. De politieke partijen hebben er
belang bij de groote vakbonden, die in ons
land politiek gekleurd zijn, te, steunen. Dit is
ten zeerste te betreuren, doch hieraan valt
heel moeilijk iets te veranderen. Van dit poli
tiek gedoe zijn ook de zuivere vakvereenigin
gen, de zg. categorale vereenigingen (d. w. z.
die, welke slechts beroepsgenooten als leden
aannemen) de dupe geworden. Vrijwel overal
zijn deze vereenigingen, die toch in de eerste
plaats voor het geven van adviezen in aan
merking hadden behooren te komen, van
het georganiseerd overleg uitgesloten. Jk noem
als voorbeeld de verpleegsters-vereeniging
Nosokomos", waarin het grootste aantal
verplegenden georganiseerd is en deze ver
eeniging komt niet in aanmerking voor het
georganiseerd overleg bij de ziekenhuizen.
Onze hoop is, dat de billikheid van onze
wenschen, de noodzakelijkheid van de door
ons gevraagde erkenning tenslotte ook de
meest verpolitiekte staten en kamerleden
tot betere gedachten zal brengen. Inmiddels
wilde ik gaarne deze quaestie onder de aandacht
van de lezers van dit weekblad brengen.
Santpoort Dr. F. J. STUURMAN,
Secret, der Nederl. Vereen, van
gestichtsartsen
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHMimiiiiiiMiiiimiiiiiimiillilllliiiiiiimiii
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEEKING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 H
?IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIIIIII
Levenswee
Op een bank in 't plantsoen zit bij avond een
vrouw,
In haar omslagdoek houdt ze iets verborgen.
Haar gezicht is vaalWeek en ze rilt van de kou,
En haar trekken, die spreken van zorgen.
Soms van onder haar doek klinken kreetjes
heel teer,
Van een wezentje, nauw'üjks geboren,
Dan verzacht haar gelaat en ze deint heen en
weer
't Wicht door welk ze eer heeft verloren.
Eindlijk, moeizaam, staat ze op, want haar
voeten doen zeer,
Zijn vol Waren van urenlang loopen.
Wijl ze komt van heel ver, en ze zoekt het
tehuis,
Waar men zegt: Wie hierklopt doen we open!"
Een politieagent, met een hart van goed
mensen,
Wijst den weg haar door stegen en straten,
En ze voelt, nu ze nadert het doel van haar
wensen,
Zich iets minder vermoeid en verlaten.
En hij belt voor haar aan. In haar plunje zoo
kaal,
Blijft ze staan met haar hoopje ellende.
Aan degeen,dic er opent begint ze een verhaal,
Droevig lid van het oude bekende".
MARS DOOF
Mars wil ons geen antwoord geven,
Alles is vergeefs gedaan,
Zeker staat de kennismaking
Daar de heer en niet meer aan.
Hebben andere planeten
Iets gemeens van ons verteld ?
Of is het verkeerde nummer
Door Marconi opgebeld?
Doch we blijven dapper draaien
Dwars door de oneindigheid,
Met ons Aardetje tevreden
Hebben we nog al den tijd.
En we kunnen het beproeven
Met een andere planeet,
Met Mercurius bij voorbeeld;
Die staat wel voor ons gereed.
Dadelijk zou men ons seinen
Hoe of daar de handel gaat,
En we wisten onder beurstijd
Hoe er de valuta staat.
Ook met Venus is te praten
In den vorm van een gedicht,
Deze schoone houdt haar ooren
Niet voor lieve woordjes dicht.
Wat zou die ons al verhalen
Over liefde, leed en trouw ....
De Marconi-man kreeg kussen
Een een standje van zijn vrouw.
En al is het minder vleiend
Dat die Mars zich zoo gedroeg....
Zijn er vóór ons op den Melkweg
Nog geen kennisjes genoeg ?
Wat kan Mars ons verder schelen ?
Nu de oorlog is gedaan
Doet hij om ons bang te maken
Of hij niets meer kan verstaan.
J. H. S PEEN HOF F
iiiittiiHUiiiiMM minimum HiiimiMiiifiiiiiimiiiMiiiiiini
DEVO
Gouriffo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigarenfabriek UTRECHT
IIIIIMHHIMHIMMIHIIIMHIIIIIIHIIIIIItlllnlIIIIIMIIIItflKUMIMMIfMHmMM
Liefdrijk neemt men haar op in dat vriendlijk
gezin
Dat niet vraagt: Ben je in schande geboren?"
Of : Wat is je geloof? en hoevee! breng je in?"
Maar dat opheft al wie gaat verloren.
En ze voeren haar weer als uit donkeren nacht
Naar een leven van lieven en hopen,
Wijl ze spreken van Hem, die het lijden
veizacht
En gezegd heeft: Wie klopt doe ik open."
R E R T A VELDEK.MAN
iiiiiiiiimiiiiimitiiiiiitiiii
IIIIIMIIIIIII1IUIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIII1IIIIII1IIIIMI1IIII1IIIIIII
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIItllllllMIIMIMHIlllllllllllllllllllllltlllln
Vrijwel over de heele wereld is de eerste
Mei, ondanks alle sombere voorspellingen,
in alle kalmte voorbijgegaan ; alleen in Parijs
is het anders geweest. Wel is ook daar van
omwentelingspogingen of iets dergelijks geen
sprake geweest, en hebben de troebelen zich
beperkt tot relletjes, maar er is dan toch
geschoten en er heef t bloed gevloeid. Bovendien
is in Frankrijk de eerste Mei het begin ge
worden van een stakingsbeweging met poli
tieke oogmerken die misschien van zelf weer
verloopen zal, misschien ook het voorspel kan
zijn van gewichtiger gebeurtenissen.
Het is inderdaad een wonderlijke en voor
ons niet goed begrijpelijke historie, die van
de staking der cheminots : wij wisten wel dat
na de mislukking der beweging van enkele
weken geleden, de lucht niet gezuiverd was
en dat de extremisten", dat zijn de
revolutionnair gezinden, min of meer zuivere commu
nisten, die de baas zijn in hun vakvereeniging,
het er niet bij zouden laten zitten, maar wij
hadden verwacht, dat als zij hun poging her
haalden, dit geschieden zou in overleg met
andere vakvereenigingen en in elk geval met
het bestuur van het centrale lichaam der
Fransche vakbeweging, de C. O. T. Want zelfs
een goedgelukte spoorwegstaking ontwricht
het economisch leven van een land, dat op
de mogelijkheid voorbereid is, niet dermate
dat de heerschende klasse" zich gewonnen
moet geven, tenzij ze leidt tot een algemeene
staking over de gansche linie. Zoo is het
evenwel niet gedaan: de spoorwegarbeiders
hebben met kleine meerderheid besloten tot
staking op l Mei, maar de C. O. T. was daar
tegen, steunde niet, en pas toen de staking
begon met een mislukking in dien zin, dat het
overgroote deel der mannen aan het werk
bleef en de meeste treinen bleven rijden, heeft
zij het roer omgegooid en een staking der haven
arbeiders geproclameerd, die o wonder, veel
beter slaagde dan die van de spoormannen.
Bovendien zijn de mijnwerkers opnieuw voor
een deel in staking gegaan en derhalve is nu
dit het resultaat der beweging: dat de bedrij
van die Frankrijk op 't oogenblik het* meest
noodig heeft voor zijn herstel havenbedrijf
en mijnen stil liggen, terwijl de ontwrich
ting van het verkeer welke tot revolutionaire
schokken aanleiding zou kunnen geven, uitge
bleven is. Het politieke doel van de staking
zal dus naar alle waarschijnlijkheid niet
bereikt worden, maar wel kan zij de econo
mische misère waaronder Frankrijk gebukt
gaat vermeerderen, de genezing van
Frankrijk's gapende wonden" tegenhouden.
Mij dunkt, zelfs wie sympathiseert met
revolutionnaire ondernemingen, kan voor deze
weinig deelneming en bewondering voelen.
Hier ontbrak zoo ten eenenmale de leiding
die noodig is om welk doel ook te bereiken,
het was zoozeer een wilde staking", dat er
in geen geval goeds, alleen verwarring en
achteruitgang uit kon voortkomen. De leuze
van den strijd is nota bene die van bestrijding
der duurte en verbetering der
productievoorwaarden, maar hoe dit doel langs dezen weg
bereikt zou kunnen worden, het is en blijft
een raadsel. Inderdaad bestaat de mogelijk
heid, dat,als de inscrits maritimes" langen
tijd blijven weigeren goederen naar Fransche
havens te brengen of vandaar naar de centra
binnenslands te vervoeren, en als mijnwerkers
overgaan tot een algemeene staking van langen
duur, de toestand zoo slecht zal worden dat
de extremisten hun doel bereiken, maar ten
eerste is dit niet waarschijnlijk, en ten tweede,
gesteld dat het geschiedde, dan zou de uit
voering van het mooie program der Q. O. T.
(bevattend onder meer : reorganisatie van de
nationale productie onder leiding ,van een
nationaal comité, vestiging van een interna
tionaal consortium om de grondstoffen te
verdeden e.d.) vermoedelijk een droombeeld
blijven, en inplaats van verbetering der pro
ductie en opheffing uit de ellende zou er veel
kans bestaan op ararchie. De voorbeelden
elders liggen voor het grijpen.
Blijkbaar heeft de opperleiding van het
Fransche syndicalisme haar leger allerminst
in handen en waarlijk, we kunnen er ons niet
over verbazen : stakingen zijn na het einde
van den oorlog iets als natuurrampen gewor
den, die niet ontstaan en voorbijgaan op een
na verstandelijk overleg gegeven bevel van
leiders, maar die gehoorzamen aan wetten
en regelen waarop de mensen weinig invloed
kan uitoefenen.
In de Duitsche republiek is de eerste Mei
officieel erkende feestdag geworden, zooals
vroeger de Sedan-dag op 2 Sept., of 's Keizers
verjaardag. Maar begrijpelijkerwijze is op
dézen Mei-dag de stemming maar weinig
feestelijk geweest, al schijnt er dan sinds San
Remo een weinig licht door de donkere
wolken. Natuurlijk heeft men den uitslag
der bespreking aldaar in Duitschland met
groote voldoening begroet, vooral toen Lloyd
George's lagerhuis-rede kwam bevestigen dat
de Britsche premier althans vast besloten is
voort te schrijden op den ingeslagen weg.
Zijn verklaring dat kanselier Mueller in Spa
niet opliet beklaagdenbankje zitten zal, maar
als gelijkberechtigde aan de groene tafel, en
voorts dat er in uitschland honger geleden
wordt en een eerste zorg moet zijn om daar
aan een einde te maken, wekt schoone ver
wachtingen van de komende beraadslagingen.
Maar met dat al is men nog niet gerust, en wij
schreven het de vorige week reeds daar is
reden voor, want de kloof tusschen het
Fransche en Britsen-Italiaansche standpunt
is uiterlijk wel, maar innerlijk niet overbrugd
en uit Frankrijk blijven de Duitschers gansch
andere tonen vernemen dan die in George's
rede weerklonken, terwijl bovendien een groot
deel der machtige Britsche pers den Franschen
bondgenoot tegenover den eigen minister
steunt. Vooreerst was het reeds een bittere
droppel in den beker, dat San Remo het einde
van de bezetting van Frankrijk niet bracht,
ofschoon de Duitsche troepenmacht in het
Roer-gebied weer op 17000 man is gebracht,
maar de Franschen zullen blijven totdat het
aanta! eenheden" hersteld is op den ouden
voet. Dat beduidt namelijk een vermindering
der gevechtskracht van de regeringstroepen,
en de regeering durft klaarblijkelijk niet tot
zulk een vermindering over te gaan. omdat
het in het industriegebied nog niet veilig is
en men zich nu zelfs genoopt heeft gevoeld
om troepen in het zuidelijk deel daarvan te
laten binnenrukken, Dusseldorp te bezetten.
Bovendien spreekt de Fransche pers nog
immer zeer duidelijke taal en in 't bijzonder
is oud-president Poincaréeen soort van
campagne tegen de tegemoetkomendheid
jegens Duitschland begonnen in de,,Revue des
deux Mondes" en Matin" en dit alles ver
hoogt de waarschijnlijkheid dat in [Spa van
Franschen kant'fel verzet zal rijzen tegen maat
regelen, gunstig voor Duitschland's economisch
herstel, die wellicht door kanselier Mueller
voorgesteld en door Engeland en Italiëge
steund zullen worden. Het kan daar in Spa
derhalve een felle strijd worden over de her
ziening van het verdrag van Versailles
want daarom gaat het, al wil men aan
Ententezijde van dit woord niets weten en omdat
Engeland en Italiënu eenmaal nog immer
Frankrijks' bondgenooten zijn c:i nog zoo
kort geleden de vijanden van Duitschland,
laat het zich hooren dat men er daar niet
gerust op is, dat de uitslag in Duitschland's
voordeel zal uitvallen. Intusschen, Lloyd
George en vooral Nitti schijnen voor 't oogen
blik nogal vast in hun schoenen te staan, en
nu San Remo geslaagd is, mogen we het
beste hopen van Spa, d.i. we mogen verwach
ten dat het ook daar weer lukken zal de
Entente bijeen te houden en intusschen, door
fixeering der schadeloosstelling en door goede
bepalingen omtrent troepental en
economischfinancieele vraagstukken, den Duitschers in
staat te stellen rust in hun land te houden en
aan'den arbeid te blijven. Ook voor den afloop
der Duitsche verkiezingen, die (5 Juni, dus
vlak na Spa, gehouden zullen worden, zal
dit van groot belang zijn.
De verrassende gebeurtenis van de
afgeloopen week is geweest : de nederlaag, door
de Bolsjewiki tegen de Polen geleden, ten
gevolge waarvan Polen en Oekrajiners tot
vlak bij Kiëf zijn opgerukt. Polen en Oekraji
ners, men weet het, zijn onderling vijanden,
niet sinds vandaag of gisteren, maar zoolang
er sprake van hen is in de geschiedenis, en
ze waren vijanden gebleven totdat de gemeen
schappelijke vijandschap tegen
Sovjet-Rusland hen bijeenbracht. De troepen van Lenin
en Trotsky immers hebben sinds eenige maan
den de Oekrajine volledig onder hun heer
schappij gebracht en hun macht uitgebreid
tot aan de Krim ; noch Petjloera rnet zijn
Oekrajiners, noch Denikin met zijn Tsaristisch
officierenleger (dat op zijn beurt weer bestookt
werd door de Oekrajiners !) was bestand tegen
den aandrang der Roode troepen. Of de Polen
nu, gelijk de Japanners aan den anderen kant
van het Sovjet-rijk, uit vrees voor de te groote
macht der Bolsjewieken den aanval ontketend
hebben, dan wel of hun offensief slechts een
antwoord was op een aanvallende beweging
der Rooden, zeker is dat de vredesonderhan
delingen die tusschen Lenin en de Polen
hangende waren, plots gestoord zijn door een
zeer krachtig Poolsch offensief en dat
Pilsoedski de Pool en de Petjloera, de Oekrajiner,
elkander de hand hebben gereikt en een
gevoeligen slag hebben toegebracht aan de
macht der heerschers in Moskou.
Men zou nu verwacht hebben dat over deze
nederlaag van communistisch Rusland een
groot gejuich was opgegaan in de
West-Europeesche pers, maar dit is allerminst het geval
geweest: men ziet hierin niet het begin van
't eind der Sovjet-macht, maar vreest integen
deel dat de aanval van buiten de trouw aan
het nieuwe regime in Rusland versterken zat ;
dat de Roode legers zullen groeien in kracht
en geestdrift en dat Sovjet-Rusland voor zijn
buren nog gevaarlijker zal worden dan het
reeds was. Anderen weer, die zich al verzoend
hebben niet het denkbeeld om het met de
Bolsjewieken op een accoordje te gooien, zijn
er nog minder over gesticht en waarschuwen
tegen herhaling der pogingen orr. de Russische
communisten met wapenen te bedwingen,
want, zeggen zij, wat Denikin en Koltsjak
met sterken Entente-steun niet gelukt is, dat
zal ook Pilsoedski en Petjloera niet gegeven
zijn tot stand te brengen. Zoo hopeloos is het
Russische probleem geworden voor de
WestEuropeesche diplomatie, dat onverschillig of
de Sovjet-troepen winnen of verliezen, men
het Russische gevaar vergroot acht!
Wat ons bij dit alles het sterkste treft is,
dat die Russische, Poolsche en Oekrajiensche
legers altijd weer in staat zijn tot nieuwe
krijgsverrichtingen over zoo grooten afstand.
Wij weten nu, door aanschouwing gedurende
vijf jaar, wat oorlogvoeren beteekent, welk
een voortreffelijke organisatie en welk een
bovenmenschelijke inspanning daarvoor noo
dig is. En nu lezen we daar over volken, die
volkomen gedesorganiseerd zijn, die zelfs in
vrede hun economisch leven niet kunnen vol
houden, en die toch in staat zijn tot het voeren
van een oorlog op zeer groote schaal. Vanwaar
komt het oorlogstuig ? Hoe worden die strij
ders gevoed ? Wij begrijpen het niet en we
kunnen moeilijk gelooven dat deze
OostEuropeesche oorlog van allen tegen allen in
de verste verte te vergelijken valt met den
grooten oorlog, d.i. dat hij iets anders zou
kunnen zijn dan een faze in de anarchie die
de volkerenworsteling in het Russische land
heeft achtergelaten.
Tot slot: de verkiezingen in Denemarken
hebben den Koning lichtelijk in 't gelijk ge
steld : de kiezers hebben hun trouw aan de
radicalen opgezegd en de staatsman
Neergaard (van de linker Boeren-partij") zal
nu de politiek leiden. Of hij trachten zal
Flensburg toch nog voor Denemarken te
winnen ? J. C. v AN O v E N