De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 8 mei pagina 2

8 mei 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Mei '20. No. 2237 DE WILDE HAREN VRAAGTs SI-FA-KO SiGAREH Het voornaamste Soriemerk Nog een tikje rechtzinniger, Jean, denk aan m'n nieuwe missie!" IIIIIIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIH1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIHIIMIIIMII IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIIIIIIIHIIIIIlllllllllllllllllllllllllllll zoo bestreden stukloon. Erkend wordt thans, dat het loon in overeenstemming met de presta tie behoort te zijn. Een andere opmerkelijke conclusie zou ik nog gaarne onder de aandacht der lezers brengen. Het rapport, sprekend over het op voeren der productie, zegt: Dit zal echter nimmer mogelijk zijn, indien niet, behalve aan de arbeiders, ook aan de lagere en hoogere technici, ingenieurs, en dergelijke, en met name ook aan de.eigenlijke bedrijfsleiders, een aantrekkelijke positie in het gesociali seerde bedrijf verzekerd wordt. Wij zijn er ons ten volle van bewust, dat wij de volledige toewijding der huidige technici niet minder noodig hebben dan de volledige toewijding der arbeiders. Wij zullen hun daarom een plaats in het bedrijf moeten verschaffen, waarin zij hun technisch kunnen volkomen kunnen uitleven, zonder de schadelijke beknelling eener belemmerende bureaucratie en ook zon der een even schadelijke dagelijkschejnmenging van onbevoegden." Ziet hier, scherp en duidelijk geformuleerd, de juiste aanwijzing van de grootste fout der tegenwoordige overheidsbedrijven, waarbij den leidenden ambtenaren een dergelijke positie wel allerminst verschaft wordt. Ik zal thans niet uitweiden over de door de oorlogsduurte zeer onvoldoende geworden bezoldiging, doordat de salarissen van de hoogere ambtenaren meest slechts met 10 30 % zijn verhoogd, terwijl zeker de duurtestijging 100 % bedraagt. Ik wil alleen de aandacht vragen voor de ideëele belangen der leidende ambtenaren. Meer en meer, de laatste jaren in een snel tempo, is de invloed der leidende ambtenaren afgenomen, naar mate de macht van het lagere personeel door hun vakvereenigingen, die steun vinden bij de geheel verpolitiekte bestuurslichamen, toenam. Wij zijn de eersten om te erkennen, dat vroeger de arbeidsvoorwaarden en de rechtstoestand van het lagere personeel onder autocratische directeuren vaak veel te wenschen overlieten, en voor zoo ver zij hiervoor OELOF OITROEN Kalverstraat t l Paarlen, Brillanten - Opgericht 1850 - ?_? Goud, Zilver en Horloges TELEFOON 658 N Uitsluitend eerste kwaliteit opkomen, is het optreden der vakorganisa ties alleszins toe te juichen, doch hiervoor is geenszins noodig, dat den leidenden ambtena ren ieder gezag wordt ontnomen. Toch is dit langzamerhand practisch het geval geworden. Door commissies voor overleg en scheidsgerechten heerschen de groote vakbonden over de directies. Als voorbeeld diene, de wijze waarop in N.-Holland het nieuwe ambtena ren-reglement door de daartoe benoemde commissie is ontworpen. Dit reglement geldt voor alle provinciale bedrijven, dus ook voor dejbeide provinciale ^krankzinnigengestichten. In de genoemde commissie, waarvoor vol gens het besluit der proviciale staten slechts de algemeene, landelijke vakbonden verte genwoordigers mochten aanwijzen, hadden de gestichtsgeneesheeren dus geen afgevaar digde, doch ook hadden de directeuren der beide gestichten er geen zitting in. Geen wonder dus, dat het ontwerp talrijke bepa lingen bevat, wier toepassing zal blijken hoogst nadeelig te zijn voor den goeden gang van zaken in den verplegingsdienst der ge stichten Van overdachte zijde wordt ons nu door het socialisatie-rapport der S. D. A. P. bevestigd, dat een dergelijke uitschakeling van de bedrijfsleiding funest voor den bedrijfsdienst is. De rapport-commissie heeft volko men juist begrepen, dat wil men werkelijk een ernstige poging doen om een socialisatie-proef te doen slagen, men den leidenden ambte naren zeker niet minder zeggingschap moet geven dan den werknemers in engeren zin. Dit klinkt heel anders dan 't geen men nu nog geregeld in de organen der gewone ambtenarenvereenigingen leest, waarin het per soneel steeds tegen zijn superieuren wordt opgezet en men het voorspiegelt, dat deze eerlang niets meer te zeggen zullen hebben. Het socialisatie-rapport stelt dan ook voor om den leidenden ambtenaren gelijkelijk met het lagere personeel (en de overheid en de consumenten) vertegenwoordigd te doen zijn zoowel in de Raden van beheer der bedrijven als in den Algemeenen Economischen Raad die het noodige verband tusschen de verschil lende bedrijven tot stand zou moeten brengen. Hiermee is de weg gewezen, waarlangs ook de reorganisatie van de overheidsbedrijven zal moeten gaan om de bovengeschetste ge breken te herstellen. Wil men het personeel medezeggingschap geven, best, doch dan erkenne men ook naast de vakvereenigingen van de gewone ambtenaren die der leidende ambtenaren. De commissies van overleg behooren dan samengesteld te worden uit een gelijk aantal afgevaardigden van de drie partijen (gewone ambtenaren, leidende ambtenaren en de over heid), die uiteenloopende belangen bij het bedrijf hebben. Eigenlijk behoorden hier nog als vierde partij bij de consumenten (voor de gestichten dus de patiënten of hunne families). Hetzelfde geldt voor de scheidsgerechten. De Vereeniging van gestichtsartsen heeft het laatste jaar zoowel aan verschillende gemeen telijke en provinciale besturen als aan de rijksregeering de toepassing van bovengenoemd beginsel gevraagd, echter tot nog toe tever geefs. Wij schrijven dit gemis aan succes in de eerste plaats toe aan de gebrekkige orga nisatie der leidende ambtenaren. De meeste van hunne vereenigingen hebben zich tot nu slechts bezig gehouden met wetenschappelijke of maatschappelijke werkzaamheden. De enke le, uiteraard numeriek steeds kleine vereeni gingen , die tot nu toe als werkelijke vakver eeniging zijn opgetreden, hebben nog weinig kracht kunnen ontwikkelen. Dit zal eerlang wel veranderen. Geleidelijk beginnen de ver schillende catagorieën van hoogere ambte naren te beseffen, dat wie in den tegenwoordigen tijd niet ageert, onherroepelijk in een hoek wordt gedrongen. Onze vereeniging doet thans pogingen om de verschillende orga nisaties van leidende ambtenaren tot samen werking te brengen. i In de tweede plaats is de tegenstand, die ons streven bij de bestuurscolleges onder vindt toe te schrijven aan de politieke con stellatie der gemeentelijke en provinciale besturen. De politieke partijen hebben er belang bij de groote vakbonden, die in ons land politiek gekleurd zijn, te, steunen. Dit is ten zeerste te betreuren, doch hieraan valt heel moeilijk iets te veranderen. Van dit poli tiek gedoe zijn ook de zuivere vakvereenigin gen, de zg. categorale vereenigingen (d. w. z. die, welke slechts beroepsgenooten als leden aannemen) de dupe geworden. Vrijwel overal zijn deze vereenigingen, die toch in de eerste plaats voor het geven van adviezen in aan merking hadden behooren te komen, van het georganiseerd overleg uitgesloten. Jk noem als voorbeeld de verpleegsters-vereeniging Nosokomos", waarin het grootste aantal verplegenden georganiseerd is en deze ver eeniging komt niet in aanmerking voor het georganiseerd overleg bij de ziekenhuizen. Onze hoop is, dat de billikheid van onze wenschen, de noodzakelijkheid van de door ons gevraagde erkenning tenslotte ook de meest verpolitiekte staten en kamerleden tot betere gedachten zal brengen. Inmiddels wilde ik gaarne deze quaestie onder de aandacht van de lezers van dit weekblad brengen. Santpoort Dr. F. J. STUURMAN, Secret, der Nederl. Vereen, van gestichtsartsen iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHMimiiiiiiMiiiimiiiiiimiillilllliiiiiiimiii N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEEKING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 H ?IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIIIIII Levenswee Op een bank in 't plantsoen zit bij avond een vrouw, In haar omslagdoek houdt ze iets verborgen. Haar gezicht is vaalWeek en ze rilt van de kou, En haar trekken, die spreken van zorgen. Soms van onder haar doek klinken kreetjes heel teer, Van een wezentje, nauw'üjks geboren, Dan verzacht haar gelaat en ze deint heen en weer 't Wicht door welk ze eer heeft verloren. Eindlijk, moeizaam, staat ze op, want haar voeten doen zeer, Zijn vol Waren van urenlang loopen. Wijl ze komt van heel ver, en ze zoekt het tehuis, Waar men zegt: Wie hierklopt doen we open!" Een politieagent, met een hart van goed mensen, Wijst den weg haar door stegen en straten, En ze voelt, nu ze nadert het doel van haar wensen, Zich iets minder vermoeid en verlaten. En hij belt voor haar aan. In haar plunje zoo kaal, Blijft ze staan met haar hoopje ellende. Aan degeen,dic er opent begint ze een verhaal, Droevig lid van het oude bekende". MARS DOOF Mars wil ons geen antwoord geven, Alles is vergeefs gedaan, Zeker staat de kennismaking Daar de heer en niet meer aan. Hebben andere planeten Iets gemeens van ons verteld ? Of is het verkeerde nummer Door Marconi opgebeld? Doch we blijven dapper draaien Dwars door de oneindigheid, Met ons Aardetje tevreden Hebben we nog al den tijd. En we kunnen het beproeven Met een andere planeet, Met Mercurius bij voorbeeld; Die staat wel voor ons gereed. Dadelijk zou men ons seinen Hoe of daar de handel gaat, En we wisten onder beurstijd Hoe er de valuta staat. Ook met Venus is te praten In den vorm van een gedicht, Deze schoone houdt haar ooren Niet voor lieve woordjes dicht. Wat zou die ons al verhalen Over liefde, leed en trouw .... De Marconi-man kreeg kussen Een een standje van zijn vrouw. En al is het minder vleiend Dat die Mars zich zoo gedroeg.... Zijn er vóór ons op den Melkweg Nog geen kennisjes genoeg ? Wat kan Mars ons verder schelen ? Nu de oorlog is gedaan Doet hij om ons bang te maken Of hij niets meer kan verstaan. J. H. S PEEN HOF F iiiittiiHUiiiiMM minimum HiiimiMiiifiiiiiimiiiMiiiiiini DEVO Gouriffo Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH's Holl. Sigarenfabriek UTRECHT IIIIIMHHIMHIMMIHIIIMHIIIIIIHIIIIIItlllnlIIIIIMIIIItflKUMIMMIfMHmMM Liefdrijk neemt men haar op in dat vriendlijk gezin Dat niet vraagt: Ben je in schande geboren?" Of : Wat is je geloof? en hoevee! breng je in?" Maar dat opheft al wie gaat verloren. En ze voeren haar weer als uit donkeren nacht Naar een leven van lieven en hopen, Wijl ze spreken van Hem, die het lijden veizacht En gezegd heeft: Wie klopt doe ik open." R E R T A VELDEK.MAN iiiiiiiiimiiiiimitiiiiiitiiii IIIIIMIIIIIII1IUIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIII1IIIIII1IIIIMI1IIII1IIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIItllllllMIIMIMHIlllllllllllllllllllllltlllln Vrijwel over de heele wereld is de eerste Mei, ondanks alle sombere voorspellingen, in alle kalmte voorbijgegaan ; alleen in Parijs is het anders geweest. Wel is ook daar van omwentelingspogingen of iets dergelijks geen sprake geweest, en hebben de troebelen zich beperkt tot relletjes, maar er is dan toch geschoten en er heef t bloed gevloeid. Bovendien is in Frankrijk de eerste Mei het begin ge worden van een stakingsbeweging met poli tieke oogmerken die misschien van zelf weer verloopen zal, misschien ook het voorspel kan zijn van gewichtiger gebeurtenissen. Het is inderdaad een wonderlijke en voor ons niet goed begrijpelijke historie, die van de staking der cheminots : wij wisten wel dat na de mislukking der beweging van enkele weken geleden, de lucht niet gezuiverd was en dat de extremisten", dat zijn de revolutionnair gezinden, min of meer zuivere commu nisten, die de baas zijn in hun vakvereeniging, het er niet bij zouden laten zitten, maar wij hadden verwacht, dat als zij hun poging her haalden, dit geschieden zou in overleg met andere vakvereenigingen en in elk geval met het bestuur van het centrale lichaam der Fransche vakbeweging, de C. O. T. Want zelfs een goedgelukte spoorwegstaking ontwricht het economisch leven van een land, dat op de mogelijkheid voorbereid is, niet dermate dat de heerschende klasse" zich gewonnen moet geven, tenzij ze leidt tot een algemeene staking over de gansche linie. Zoo is het evenwel niet gedaan: de spoorwegarbeiders hebben met kleine meerderheid besloten tot staking op l Mei, maar de C. O. T. was daar tegen, steunde niet, en pas toen de staking begon met een mislukking in dien zin, dat het overgroote deel der mannen aan het werk bleef en de meeste treinen bleven rijden, heeft zij het roer omgegooid en een staking der haven arbeiders geproclameerd, die o wonder, veel beter slaagde dan die van de spoormannen. Bovendien zijn de mijnwerkers opnieuw voor een deel in staking gegaan en derhalve is nu dit het resultaat der beweging: dat de bedrij van die Frankrijk op 't oogenblik het* meest noodig heeft voor zijn herstel havenbedrijf en mijnen stil liggen, terwijl de ontwrich ting van het verkeer welke tot revolutionaire schokken aanleiding zou kunnen geven, uitge bleven is. Het politieke doel van de staking zal dus naar alle waarschijnlijkheid niet bereikt worden, maar wel kan zij de econo mische misère waaronder Frankrijk gebukt gaat vermeerderen, de genezing van Frankrijk's gapende wonden" tegenhouden. Mij dunkt, zelfs wie sympathiseert met revolutionnaire ondernemingen, kan voor deze weinig deelneming en bewondering voelen. Hier ontbrak zoo ten eenenmale de leiding die noodig is om welk doel ook te bereiken, het was zoozeer een wilde staking", dat er in geen geval goeds, alleen verwarring en achteruitgang uit kon voortkomen. De leuze van den strijd is nota bene die van bestrijding der duurte en verbetering der productievoorwaarden, maar hoe dit doel langs dezen weg bereikt zou kunnen worden, het is en blijft een raadsel. Inderdaad bestaat de mogelijk heid, dat,als de inscrits maritimes" langen tijd blijven weigeren goederen naar Fransche havens te brengen of vandaar naar de centra binnenslands te vervoeren, en als mijnwerkers overgaan tot een algemeene staking van langen duur, de toestand zoo slecht zal worden dat de extremisten hun doel bereiken, maar ten eerste is dit niet waarschijnlijk, en ten tweede, gesteld dat het geschiedde, dan zou de uit voering van het mooie program der Q. O. T. (bevattend onder meer : reorganisatie van de nationale productie onder leiding ,van een nationaal comité, vestiging van een interna tionaal consortium om de grondstoffen te verdeden e.d.) vermoedelijk een droombeeld blijven, en inplaats van verbetering der pro ductie en opheffing uit de ellende zou er veel kans bestaan op ararchie. De voorbeelden elders liggen voor het grijpen. Blijkbaar heeft de opperleiding van het Fransche syndicalisme haar leger allerminst in handen en waarlijk, we kunnen er ons niet over verbazen : stakingen zijn na het einde van den oorlog iets als natuurrampen gewor den, die niet ontstaan en voorbijgaan op een na verstandelijk overleg gegeven bevel van leiders, maar die gehoorzamen aan wetten en regelen waarop de mensen weinig invloed kan uitoefenen. In de Duitsche republiek is de eerste Mei officieel erkende feestdag geworden, zooals vroeger de Sedan-dag op 2 Sept., of 's Keizers verjaardag. Maar begrijpelijkerwijze is op dézen Mei-dag de stemming maar weinig feestelijk geweest, al schijnt er dan sinds San Remo een weinig licht door de donkere wolken. Natuurlijk heeft men den uitslag der bespreking aldaar in Duitschland met groote voldoening begroet, vooral toen Lloyd George's lagerhuis-rede kwam bevestigen dat de Britsche premier althans vast besloten is voort te schrijden op den ingeslagen weg. Zijn verklaring dat kanselier Mueller in Spa niet opliet beklaagdenbankje zitten zal, maar als gelijkberechtigde aan de groene tafel, en voorts dat er in uitschland honger geleden wordt en een eerste zorg moet zijn om daar aan een einde te maken, wekt schoone ver wachtingen van de komende beraadslagingen. Maar met dat al is men nog niet gerust, en wij schreven het de vorige week reeds daar is reden voor, want de kloof tusschen het Fransche en Britsen-Italiaansche standpunt is uiterlijk wel, maar innerlijk niet overbrugd en uit Frankrijk blijven de Duitschers gansch andere tonen vernemen dan die in George's rede weerklonken, terwijl bovendien een groot deel der machtige Britsche pers den Franschen bondgenoot tegenover den eigen minister steunt. Vooreerst was het reeds een bittere droppel in den beker, dat San Remo het einde van de bezetting van Frankrijk niet bracht, ofschoon de Duitsche troepenmacht in het Roer-gebied weer op 17000 man is gebracht, maar de Franschen zullen blijven totdat het aanta! eenheden" hersteld is op den ouden voet. Dat beduidt namelijk een vermindering der gevechtskracht van de regeringstroepen, en de regeering durft klaarblijkelijk niet tot zulk een vermindering over te gaan. omdat het in het industriegebied nog niet veilig is en men zich nu zelfs genoopt heeft gevoeld om troepen in het zuidelijk deel daarvan te laten binnenrukken, Dusseldorp te bezetten. Bovendien spreekt de Fransche pers nog immer zeer duidelijke taal en in 't bijzonder is oud-president Poincaréeen soort van campagne tegen de tegemoetkomendheid jegens Duitschland begonnen in de,,Revue des deux Mondes" en Matin" en dit alles ver hoogt de waarschijnlijkheid dat in [Spa van Franschen kant'fel verzet zal rijzen tegen maat regelen, gunstig voor Duitschland's economisch herstel, die wellicht door kanselier Mueller voorgesteld en door Engeland en Italiëge steund zullen worden. Het kan daar in Spa derhalve een felle strijd worden over de her ziening van het verdrag van Versailles want daarom gaat het, al wil men aan Ententezijde van dit woord niets weten en omdat Engeland en Italiënu eenmaal nog immer Frankrijks' bondgenooten zijn c:i nog zoo kort geleden de vijanden van Duitschland, laat het zich hooren dat men er daar niet gerust op is, dat de uitslag in Duitschland's voordeel zal uitvallen. Intusschen, Lloyd George en vooral Nitti schijnen voor 't oogen blik nogal vast in hun schoenen te staan, en nu San Remo geslaagd is, mogen we het beste hopen van Spa, d.i. we mogen verwach ten dat het ook daar weer lukken zal de Entente bijeen te houden en intusschen, door fixeering der schadeloosstelling en door goede bepalingen omtrent troepental en economischfinancieele vraagstukken, den Duitschers in staat te stellen rust in hun land te houden en aan'den arbeid te blijven. Ook voor den afloop der Duitsche verkiezingen, die (5 Juni, dus vlak na Spa, gehouden zullen worden, zal dit van groot belang zijn. De verrassende gebeurtenis van de afgeloopen week is geweest : de nederlaag, door de Bolsjewiki tegen de Polen geleden, ten gevolge waarvan Polen en Oekrajiners tot vlak bij Kiëf zijn opgerukt. Polen en Oekraji ners, men weet het, zijn onderling vijanden, niet sinds vandaag of gisteren, maar zoolang er sprake van hen is in de geschiedenis, en ze waren vijanden gebleven totdat de gemeen schappelijke vijandschap tegen Sovjet-Rusland hen bijeenbracht. De troepen van Lenin en Trotsky immers hebben sinds eenige maan den de Oekrajine volledig onder hun heer schappij gebracht en hun macht uitgebreid tot aan de Krim ; noch Petjloera rnet zijn Oekrajiners, noch Denikin met zijn Tsaristisch officierenleger (dat op zijn beurt weer bestookt werd door de Oekrajiners !) was bestand tegen den aandrang der Roode troepen. Of de Polen nu, gelijk de Japanners aan den anderen kant van het Sovjet-rijk, uit vrees voor de te groote macht der Bolsjewieken den aanval ontketend hebben, dan wel of hun offensief slechts een antwoord was op een aanvallende beweging der Rooden, zeker is dat de vredesonderhan delingen die tusschen Lenin en de Polen hangende waren, plots gestoord zijn door een zeer krachtig Poolsch offensief en dat Pilsoedski de Pool en de Petjloera, de Oekrajiner, elkander de hand hebben gereikt en een gevoeligen slag hebben toegebracht aan de macht der heerschers in Moskou. Men zou nu verwacht hebben dat over deze nederlaag van communistisch Rusland een groot gejuich was opgegaan in de West-Europeesche pers, maar dit is allerminst het geval geweest: men ziet hierin niet het begin van 't eind der Sovjet-macht, maar vreest integen deel dat de aanval van buiten de trouw aan het nieuwe regime in Rusland versterken zat ; dat de Roode legers zullen groeien in kracht en geestdrift en dat Sovjet-Rusland voor zijn buren nog gevaarlijker zal worden dan het reeds was. Anderen weer, die zich al verzoend hebben niet het denkbeeld om het met de Bolsjewieken op een accoordje te gooien, zijn er nog minder over gesticht en waarschuwen tegen herhaling der pogingen orr. de Russische communisten met wapenen te bedwingen, want, zeggen zij, wat Denikin en Koltsjak met sterken Entente-steun niet gelukt is, dat zal ook Pilsoedski en Petjloera niet gegeven zijn tot stand te brengen. Zoo hopeloos is het Russische probleem geworden voor de WestEuropeesche diplomatie, dat onverschillig of de Sovjet-troepen winnen of verliezen, men het Russische gevaar vergroot acht! Wat ons bij dit alles het sterkste treft is, dat die Russische, Poolsche en Oekrajiensche legers altijd weer in staat zijn tot nieuwe krijgsverrichtingen over zoo grooten afstand. Wij weten nu, door aanschouwing gedurende vijf jaar, wat oorlogvoeren beteekent, welk een voortreffelijke organisatie en welk een bovenmenschelijke inspanning daarvoor noo dig is. En nu lezen we daar over volken, die volkomen gedesorganiseerd zijn, die zelfs in vrede hun economisch leven niet kunnen vol houden, en die toch in staat zijn tot het voeren van een oorlog op zeer groote schaal. Vanwaar komt het oorlogstuig ? Hoe worden die strij ders gevoed ? Wij begrijpen het niet en we kunnen moeilijk gelooven dat deze OostEuropeesche oorlog van allen tegen allen in de verste verte te vergelijken valt met den grooten oorlog, d.i. dat hij iets anders zou kunnen zijn dan een faze in de anarchie die de volkerenworsteling in het Russische land heeft achtergelaten. Tot slot: de verkiezingen in Denemarken hebben den Koning lichtelijk in 't gelijk ge steld : de kiezers hebben hun trouw aan de radicalen opgezegd en de staatsman Neergaard (van de linker Boeren-partij") zal nu de politiek leiden. Of hij trachten zal Flensburg toch nog voor Denemarken te winnen ? J. C. v AN O v E N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl