De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 8 mei pagina 3

8 mei 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

8 Mei '20. No. 2237 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND TOURNOOIYELD PLATS DU JOUR ? wu 12.30 tot 2 vur M vm 7 uur tot 1.80 Gafé-Restaurant Badhuis Obelt Geopend het nieuw gerestaureerde Café-Restaurant l W. F. H. MOOIJEN, Telefoon C. 1158 EXPLOITANT LUNCH DINER SOUPER DINER- en AVOND-CONCERT I-1III1II1IIIIIIIIMIIIIIIIIHHIMIIIMIIIIIIIIIIIIMUIII IIIIIIIIIIIIMIIHIIIMIIIIMIlllllllllllllllllllllHllllllllllNIMIIMIMIIIIII STARK'S OXYDOL" II (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) . |l jlNaaml. Venn. STARK & Co. - Chemische Febrlek ,,'s-HAflE", 's-aravenhage|| | -HttMtMIMItllfMII^IIIIIHItttttltlMIIHHIIIIIIIIIIIlHIIIIIIIIIIIHIIHMIIMtnmilllllHIIIIIIIIUIIIIinillllMIIIIIIItlMlHnillllllli: E FLICK's BOOMSCHORS "''f=d CHOCOLADE ( Is Chocolade in een vorm en van een samen stelling als in geen ander Fabrikaat wordt teruggevonden. OVERHEERLIJK VAN SMAAK! EIVEN CASPAR FLICX - Opgericht IT45 Hofleverancieri Amsterdam Spoors Mosterd HOOn^TEGETiWO^ CHQISTOFLE IN ^CMTËBQOMZETI cJmport innitfiiluiiiitiiiiliiiuuii»i^ <nBtiiuiiii'tFHi|ttHtt|fiiflriii||f ofijarenfabnefe »? Bosch. ROTTERDAM AMSTERDAM HOTEL DES GALERIES TEL, S 44O. SCHEVEHINGEN. Hotel de familie de Ir ordre. Restaurant Afternoon-Tea-Concert Gelieve tijdig kamers te bespreken. - Prosp. op aanvraag Cedm MEI & JUNI reductie op Kamerpri/xen 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM gJfTELEFOON N. 5812 HEMDEN HAAR MAAT J. 3. MEUWSEK HOFLEVERANCIER Amsterdam - Rotterdam Lsldtohutr. 4, Damrak 73 - Mo«»ltrap l 0. DMliutr. ZO, Damstr. S - Boynaiitriat I , Vleugels en Kunstspolplano's door Huur in eigendom verkrijgbaar, mits In drie Jaar afbetaald. Brieven Ne. 1431, Bureeu ven dit Bied Snelsclinll IIEITS m^U^f^^?***».bij RI NTSZelfond. 93 Cent fr. mr* ^?m ^^^^ BALT, Haag. Mond. In den Boekh. en na i^^e) ^^^^L^^^fej^ en schrift, ond. Mede door het bezit van Uw Diploma werd ik benoemd als Ambtenaar ter Secretarie." (w.g.) H. K. te O. '.ijn u/tsiekend ie waxchen. MICHELIN lUDIELeilDEH KWALITEIT BETER DAN OOIT TE VOREN PRIJZEN NAGENOEG ALS VOOR DEN OORLOG Buitenband f 759 Binnenband 3 50 VRAAGT UW WINKELIER IIIIIIIIIIIIUUIIIIIllllllHIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIRlllllllllllllllllllIIIIIIIHIIIIIIIIIIinilllllllI IIHIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiim liiiiiiiiimiiiiiiiiiitinitiiiiniiiiiiuriiiiiiiniiiMUiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiMiiiiiiiiniiniiMiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiuiMiiiiiiiiiii EEN INDISCHE SINT FRANCISCÜS Sadhoe Socndar Singh werd gebooren op den derden September 1889 te Rampoer, in den staat Patiala, als zoon van Sirdar Sher Singh, een rijke grondbezitter, behoorende tot het trotsche en ridderlijke volk der Sikrj's De Sikh's woonen in de Poenjab, in het »,land der vijf rivieren" tusschen Ganges en Indus, rnet de hoofdsteeden Arnritsar en Lahore. In 't noorden grenst het land aan Tibet en 't Chineesche rij k. Op zijn zestiende jaar stond het vast bij Soendar Singh dat hij Sadhoe worden zou. Er zijn in Indie geestelijken uit roeping, die niet tot een bepaalde priesterschap behooren maar de monniks-gelofte afleggen en zich wijden aan een geestelijk loeven. Doen zij dit al vroeg in hun jeugd, zoodat hun gansche leeven in deeze wijding wordt doorgebracht, dan krijgen ze den naam van Sadhoe (Broeder). Beginnen ze dit lecverf later, dan heeten ze Sanjasis. De Sadhoe legt voor zich de gelofte af van armoede, kuischheid en zelfverloochening. Hij heeft geen vast te huis, maar trekt rond als preediker. Zijn kleed is het saffraangeele kleed der Indische priesters. Hij gaat barre voets, en heeft maar n kleed, en leeft van hetgeen hem geschonken wordt. In Indie is zulk een wijding niet ongewoon, iook gemakkelijker vol te houden, daar in ?gansch Indie het saffraangeele kleed wordt gekend en de dragers er van worden geëerd <en gastvrij ontvangen. t Maar het merkwaardige van dit geval is, ?dat Soendar Singh niet leeft en preedikt als <eon Indisch heilige Mohamedaan, Hindoe of Boeddhist maar als vuiirig Christen, en "joveral reist met het Evangelie in de hand, -en mei den lof van Jezus en Zijn heemelschen Vader op de lippen. Mijn leezers zullen zich welligt herinneren dat ik hen heb verteld van mijn vriend Kanso Oetsjimoera den Japanner, die als afstamme ling "van een oud, trotsch Samoerai-geslacht waar de strijdbaarheid als hoogste deugd wordt geëerd, plotseling bekeerd werd door het leezen van een nieuw Testament, en buiten alle secten om een kleine gemeenschap stichtte van Christenen met der daad, die thans nog bestaat. Het geestelijk ontwaken van Sadhoe Soendar Singh is nog verwonderlijker en treffender. De Sikh's zijn een weerbaar en strijdvaardig volk met een familie-trots en nationale fier heid niet minder dan die der Japansche Samoerai. Zij hebben een eigen religie, die door hun nationale geloofs-hcld Nanak is gepredikt (1469) en zoowel aan Hindoe wijs heid als aan den Koran veel heeft ontleend. Hun naam Sikh beteekent volgeling" ,,dis cipel". Hun heilig boek is de Oranth.Voor het Christendom hebben zij diepen afkeer en minachting. De jonge Soendar Singh werd echter toch ter wille van het onderwijs op een Amerikaansche Zendingschool geplaatst. Daar ver nam hij iets van het Christendom en kreeg een Bijbel in hande. Doch het nationale voor oordeel was zoo sterk in hem dat hij dien Bijbel verscheurde en in het vuur wierp. Een daad, die, als men zijn verder leeven kent, sterk aan Paulus doet denken. Als iemand nu den Sadhoe Soendar Singh om zijn zeegen vraagt en duizenden hebben dit reeds gedaan dan weigert hij, omdat zijn handen den Bijbel hebben verscheurd en verbrand. De stam der Sikh's is bekend om zijn sterkreligieuzen aard, en hier ziet men den jongen preediker cevenals Paulus aanvankelijk al zijn heftige geloofsijver richten teegen dat geloof dat hij later met den grootsten martelaars moed heeft verdeedigd. Toen Soendar Singh zijn leeven als Sadhoe, volgens het geloof zijner vaderen, begonnen was, voelde hij eevenwe! geen bevreediging. Zijn gemoed bleef onrustig en onvoldaan. De Indiërs kennen door hun oude wijsheid zeer goed die innerlijke gemoeds-vreede, die alle aardsche zorgen en kwellingen blijmoedig doet dragen. Zij duiden die vreede aan door het woord S/ianti. Soendar Singh, al was hij Sadhoe, vond de Shanti niet en bleef onrustig en twijfelend. Hij nam het verachte Christelijke boek weer op en verzonk in steeds zwaarder beklemming en onzeekerheid. Op een nacht nam hij zich vóór, er een einde aan te maken. Hij sloot zich op, met den Bijbel, en nam het vaste besluit om, als hij des morgens om 8 uur niet tot zeekerheid was gekoomen, zich voor den sneltrein te wer pen die eiken morgen voorbij het landgoed zijns vaders stoomde. ' In dien nacht had hij een visioen van Chris tus en hoorde Hem zeggen : waarom weer staat gij mij? Ik ben uw verlosser. Ik stierf voor u aan 't kruis." *s Toen kwam de groote zielsvreede. Shanti" in hem en heeft hem na dien nacht niet meer verlaten. Hij ging vol vreugde naar zijn vader en zeide hem, dat hij Christen werd. De moeyelijkheeden die hem toen wachtten, bij zijn verwanten, waren verschrikkelijk. De familie deed wat zij kon om hem van zijn voorneemen af te brengen. Het ergste was niet de woede en verontwaardiging, maar vooral het verdriet van zijn vader, dien hij nu ongehoorzaam moest worden - een vreesselijke zonde voor den rechtgeaarden Indiër. Een rijke oom nam Soendar Singh mee in een groote gemetselde kelder onder zijn woo ning en liet hem de schatten zien die hij ver zameld had. Dat alles zou hij Soendar doen toekoomen als hij de schande niet oover zijn gezin bracht, door Christen te worden. De oude man verneederdejzich tot het uiterste nam zijn hoofddoek af en legde die voor de voeten van Soendar als teeken van volkoomen onderwerping. Maar de jonge Sadhoe bleef standvastig. Toen kwam het zoover dat de jongen door zijn naaste bloed-verwanten geschuwd werd als een onrein dier. Want de Christen geeft het Kaste-verschil op, en wordt daardoor onrein voor oen Indiër van hooge kaste. Soendar Singh kreeg voor de deur van de ouderlijke wooning zijn voedsel buitenshuis, met de onreinen, en daar ook moest hij slapen. Het leeven in zijn geboorteplaats werd hem ondragelijk gemaakt en hij moest vertrekken. Bij zijn heengaan per spoorweg trachtte men hem nog te vergiftigen, opdat hij niet thuis, maar in den trein zou sterven. Soendar Singh werd zwaar ziek, maar een Indisch Christen nam hem op en redde zijn leeven. In Simla werd hij gedoopt door een Anglicaansch priester, doch tot heeden toe behoort hij niet tot een bepaalde secte, eevenmin als Kanso Oetsfimoera. Maar ik meen wel te weeten dat hij het allerheiligst Sacrament gelooft. "Toen werd zijn leeven een voortduurend rondtrekken en preediken.in strenge navolging van het voorbeeld zijns goddelijken meesters. Wat hij heeft uitgestaan isongeloofelijk, doch hij vertelt het met een eenvoud en bescheiden heid die de gedachte aan grootspraak of ooverdrijving uitsluit. Hij geeft ons door zijn geduld, zijn zachtmoedigheid, zijn volharding het zuiverste beeld van een heilige der oude Katholieke Kerk. Bij het relaas van zijn avontuuren komt steeds de gedachte aan Franciscus van Assisi booven. Dezelfde blij moedige neederigheid, dezelfde naasten liefde, dezelfde vuurige drang om voor Jezus te lijden, dezelfde onvermoeide geestdrift tot prediken en getuigen. Een deel zijner tochten volbracht hij met een Amerikaan, Stokes genaamd, een eeven ijverig Christen als Soendar Singh. Op een hunner tochten in een ongezonde streek werd Soendar Singh ziek. Hij kon zich niet meer voortsleepen. en zeeg ineen. Zijn reisgenoot trachtte hem te helpen. Maar de Sadhoe klaagde niet en uitte het woord dat de grond-toon is van zijn gansche leeven. Met een stem zwak van uitputting zeide hij : Ik ben zeer gelukkig. Hoe zoet is het voor Hem te lijden." ti, Dit gebeurde in een woeste streek, en het gelukte eerst na veel moeite een onderdak voor den zieke te vinden bij een Europeaan, die den jongen preediker geleegenheid gaf tot herstel. En deeze vriendelijke gastheer werd door den invloed van Soendar Singh tot een waarachtig Christen bekeerd. Zijn liefste terrein voor zijn werksaamheid was het barre land Tibet. Hij heeft nu gansch Indie bereisd, en ook China en Japan bezocht. Daar vond hij groote sympathie en duizenden kwamen om hem te hooren. Maar dat was hem te gemakkelijk. Hij wilde weer naar het dorre Tibet met zijn wreede, fanatieke, onweetende bevolking. Tibet is een verschrikkelijk land, met een akelig bar en koud klimaat, een rotsachtigen boodem en een door fanatieke priesters be heerde bevolking, die geen vreemdeling toe laten --?(voor den grooten oorlog) en ieder die een andere godsdienst predikte als de officiéele een verstard.'ontaard Boeddhisme met den wreedsten doodstraf bedreigden. IX' oovertreeder wordt in een natte buffelhuid gewikkeld en aan de heete zon blootgesteld, b e huid trekt samen en het slachtoffer wordt ter dood gekneld en verstikt. Of wel wordt hij eenvoudig in een diepe put geworpen, die nog de ooverblijfsels van voorige vermoorden bevat, en dan met een ijzeren deksel afgeslooten. Deeze laatste wijze van ter dood brengen werd op Soendar Singh toegepast. Drie nachten bracht hij door in dien put zonder voedsel of water, met menschenlijken als rustbed. Toen werd door een geheimzinnige redder dien hij later nooit meer heeft gezien, de deksel van de put geschooven en hem een touw toegeworpen, waardoor hij zich bevrijden kon. Zijn opstanding uit den doode maakte de bijgeloovige bevolking bevreesd en hij vond meer vrijheid tot spreeken. Hij werd ook in een blok geslooten met handen en voeten, en een aantal bloedzuigers op hem geplaatst. Een spottende meenigte stond romdom en weigerde zelfs een dronk water. Maar hij hield niet op met voor zijn folteraars te bidden en toen hij dit avontuur vertelde zei hij : Ik weet niet hoe het zoo kwam, maar mijn hart was zoo vol vreugde dat ik niet laten kon te zingen en tepreediken." Een gansche nacht bleef hij in deeze gruuwelijke positie, tot weederom de bijgeloovigen hem bevrijdden, verschrikt door zijn boovenmenschelijke uithoudingskracht. Welke verschrikkingen en gevaren hij door stond kan men begrijpen als men weet dat hij te voet en alleen, zonder geld, geheel Indie doortrok, door Burma, Mandalay. Perak, Singapore, Penang en van daar naar China en Japan. Sommige van zijn avontuuren zijn van miraculeuzen aard, door de redding uit gevaar en door de bekeering van boos wichten die hem mishandelden, Meermalen gebeurde het, dat hij na den nacht in een grot of andere schuilplaats te hebben doorgebracht, een gevaarlijk dier ontdekte, een panther of slang, die zijn slaap-kamaraad was geweest. Hij zegt nog nooit door een wild dier letsel te hebben gekreegen. Toen Soendar zijn Sadhoe-leeven begon kende hij alleen zijn moedertaal, en werd in vreemde landen bijgestaan door een tolk. Later heeft hij Engelsch geleerd. In Bolpoer was hij eenige dagen de gast van Rabindra Nath Tagore. Op zijn reis door Oost-Azié' werd hij door twee tolken bijge staan, en de talen die gebruikt werden waren Oerdoe, Burmeesch, Bengali, Tamil, Teloegoe, Chineesch en Engelsch. Wat hij leert? Wel, de oude Wijsheid van het Nieuwe Testament. Volmaakt het zelfde wat Franciscus leerde. Hij is een ge roepene, een uitverkoorene voor wien het lijden om Jezus' wil tot een zeegen en een lust is geworden. Men ziet uit naar een leeraar die uit hei Oosten zal koomen. Maar, de verschijning van zulke menschen als Sadhoe Soendar Singh is wel een duidelijk teeken dat wij geen nieuwe leeraar en geen nieuwe leer te verwachten hebben, maar wel een bevestiging en verwerke lijking van de leer die uit Nazareth is ge koomen. Het zijn niet alleen de midden eeuwen, en niet alleen de Westersche volken, waaruit heiligen en profeeten opstaan. F R E D E R I K V A N land" reeds totaal als afgedaan verklaard! sic ! En het specifiek Russische", dat tegen woordig in de Westersche beschaving overa l waarneembaar is, is heelemaal niet Russisch, maar van instinktieven aard. Voor het Westen beteekent het, in dit verband, degeneratie. Het verschil tusschen Rusland en het Wes ten is, door de*evolutie der Europeesche cul tuur, in psychologischen zin zuiver ethisch. Waar Rusland thans aan toe is, daar was, essentieel gezien, het Westen bij het begin van het Christendom aan toe. Echter wordt thans het westen een cultu reel over- en tegenwicht, waardoor de Russen in een veel gunstiger positie komen en vlugger kunnen doormaken wat de Westerling heeft doorgemaakt om tot zuiver ethische vraag stukken te komen. Wanneer de broederlijk heid in Rusland zijn hoogtepunt zal bereikt hebben, komt de rechte Levensleegte eerst, en die voorzegt een groote cultureele reac tie. Die moet komen en daar moeien ze door. De uitkomsten der ethiek zullen noodwen dig communistisch zijn, echter niet in den zin zooals dat thans is te verstaan. In de toekomst hoop ik dit uitvoerig te kunnen behandelen. Het is duidelijk waar te nemen, dat geen poli tiek leider zich van de beteekenis dezer uit komsten voldoende bewust is, en daarom is de strijd bij hen een bezit-strijd, die wel Russisch lijkl, maar heelemaal niet Russisch is. Hij is zuiver materieel en raakt geen enkele waarachtig elementaire kwestie. l A S O l K U L A W A M U K A HET SPECIFIEK RUSSISCHE Terwijl, blijkens mijn vorig aitikeltje, uit Duitschland een wezenlijke angstkreet tot ons doordringt, filosofeert men in Holland over wezen- en graadverschillen bij den Russischen en Westerschen mensch. Dirk. Gister polemizeert Juzo Alexandroft', in ,,Den Gul den Winckel", naar aanleiding van zijn iu ,,de Gids" van November en December UU'J verschenen belangrijk artikel over Dostojewski. Wanneer een kunstenaar filosofeert en die filosofie is sterker dan zijn kunsteiiaars-zijii, worden de uitkomsten, aanschouwelijk in de moderne schilderkunst van Piet Mondriaan c. s. waar te nemen. Vooor niet-geheugengetrainden wordt het in de letterkunde iets moeilijker, omdat de resultaten er niet aan schouwelijk hunnen worden voorgelegd. Coster betoogt in zijn polemiek, dat de Westersche mensch iets specifieks Russisch heeft en de problemen van Dostojewskiiv hoofdzaak Europeeseh zijn. Op dit laatste geeft mij reeds genoemd artikeltje antwoord, op het eerste volgt het hier. Coster heeft op den Rus Olexandorff gelijk, maar de uitkomsten, welke de Westersche cultuur biedt, geven hem op den Westerling geen gelijk. Want hetgeen Coster bedoelt met specifiek Russisch is in wezen het Reli gieuze element. Hij heeft dit niet klaar gezien. Coster beziet de problemen niet objectief wijsgeerig, maar subjectief litterair. Hij ex perimenteert litterair-psychologisch en als zoodanig kan er over wijsgecrige kwestie» zonder eind psychisch geworsteld" worden. Op die wijze mag dit echter met het probleem, dat hij behandelt, niet geschieden. Er zijn karakterverschillen tusschen een Rus en een Nederlander, maar die zijn er ook tusschen een Fries en een Brabander. Die hebben echter niets met de groote wijsgeerige kwesties te maken en behooren tot de roman litteratuur, door Couperus in .,Groot Neder SPAANSCH, £ M G ELS OH, FR AKS OH, DUITSOH eto. Heerengracht 451 H. 3286 Pract. Onderwijs door buitenl. Leeraren niiinuniiiiiiiiiiiiBittiiiiiiiiiiiiiniiiiiEiimiiitmiiinHiiiiMiiiiiHiiiiinii; Uit onze Mei-Tijdschriften Amati'.iüiiwnutn, liet Maandblad voor dt kennis van Amsterdam, bevat o.a.: Restaureercn van Oude Gebouwen", door J. W. Enschedé; van dcnzelfden eenige belangrijke afukeïtjes in Langs den Weg" over ,,Bebouwing aan de Overzijde van het Y", het Noordzeekanaal", enz. ; van Joh. C. B. Open Havenfront." Onder Oud en Nieuw" schrijft H B. o.a over Bevolking van Amsterdam." In de Vragenbus legt J. W. E. uit, waarom de Joodschc venters liever lemoen" uitroepen bij 't venten van citroenen. De Gids bevat; Demonen", door Nico van Suchtelen V; Verzen, door Martin Albers; Genoveva op den Hoogen Seinmcr," door Stijn Streuvels ; Over meerdirnensioneele ruimten," door dr. H. K. de Vries; Vlaanderen in de Branding," door L. Simons: dr. A. Capadose en het Reveil", door Everard Gewin ; De R. KCentrale Raad van bedrijven'', door dr. J. A. Schröeder; Portretkunst met de pen", door dr. Jan Veth; In Memoriam J. O. Danser," door mr. J. C. Bloem; Aanteekeningen en Opmerkingen" (Bevolkingsrechten op den grond in Indie, door mr. C. van Voilenhoven); Buitenlandsch Overzicht; Bibliographie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl