Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15 Mei '20. No. 2238
HET VOLK EN DE MAHLERFEESTEN
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
VRAAGT
' GRATIS TOEZEHOIKG
AAN
VAN DER HOOP's
MEUBELBEWARING
EN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
, VAN HAAR LAATST ,
Uitsluitend \ VERSCHENEN / AMSTEIDIIK
gimti|d:XpROSP£CTUsX h. Trompstraat
TELEFOON \ / 2195 ZUID
imlillllllliiiiiiiiiltlimiliiiiiiiii
Lange Jan: ,,'k Ben nog niet bang voor de konkerensje!.."
llliliimintniin
klasse aangekomen, wegens deelneming
aan socialistische demonstraties, werd
verwijderd. Hij koos toen de socialistische
journalistieke loopbaan, gedurende welke
hij zware beproevingen en ontberingen
leerde kennen, in den Pruisischen Land
dag hield hij zich vooral bezig met de
'.. onderwijsvraagstukken. Hij werkte mede
aan talrijke sociaal-democratische dag
bladen en periodieken. Sedert November
1918 is hij (na veertien dagen dit ambt
met den bekenden Tien
Geboden-Hoffmann gedeeld te hebben) Pruisisch
minister van Wetenschap, Kunst en
Volksopvoeding.
De minister schreef voor dit weekblad
het volgende artikel.
llllllHllttllllUllllimilllMillllllllllllllllimilllMlllllllllllllllllllllllllllim
ColbertCostumesiSO.-naarMaat
SMIT & C0., P. C. Hooftstraat 66
Geen taak is zoo'ondankbaar als die van
den minister van onderwijs in Pruisen. Het
is de vraag, of vele Nederlanders zich bewust
zijn van de verregaande behoudendheid der
Duitsche geleerde wereld. Van een bepaald
standpunt beschouwd, heeft zij niet geheel
en al ongelijk. Zelfbehoud is de drijfveer van
vele geleerden in Duitschland, wanneer zij
zich vierkant tegen elke democratiseering
verklaren.
Van oudsher is Pruisen het land der kasten
geweest. Elke kaste had haar praerogatieven
en de geleerdenkaste niet het minst. Het is
dus niet te verwonderen, dat de hoofdmannen
van iedere kaste zich verzetten tegen het
afbreken van hun tempeltje. De omwenteling
in Duitschland beschouwen zij reeds daarom
als uit den booze, wijl zij de rol van
Isispriester moeten opgeven. De heeren hebben
nog niet leeren bedenken, dat de revolutie
aan hun heerschappij reeds een einde gemaakt
heeft. Met de kracht der vertwijfeling stutten
en schoren zij de muren van hun tempeltje,
waarvan de fundamenten reeds verzonken
zijn.
Het is een treurig feit, dat de toestand der
overbodig vele Duitsche doctoren en profes
soren tengevolge der omwenteling heel hache
lijk is geworden. Oeheel afgezien van de
moreele en psychische elementen in hun politieke
houding, leiden oeconomische overwegingen
velen onder hen den weg van het conserva
tisme op. Vroeger kon de student met honderd
mark in den maand uitkomen. Het tien
voudige is op het oogenblik noodzakelijk.
Vroeger werden de officieele mannen bijna
uitsluitend uit de kaste der getabberden ge
kozen. Thans weet men met al die menschen
geen raad. Duitschland beschikt op het oogen
blik over 15.000, zegge vijf tienduizend doctoren
in de letteren en philosophie, een voorraad,
dien men in vijf en twintig jaar niet kan op
gebruiken. Het vooruitzicht voor studenten
in deze vakken is dus heel treurig. Deze
studenten geven natuurlijk aan de revolutie
de schuld van alles. Zij vergeten daarbij,
dat de revolutie een noodzakelijk complement
van den verloren oorlog was en een einde
maakte aan een onhoudbaar systeem.
De Duitsche revolutie had plaats onder
ontmoedigende omstandigheden: het land
was overwonnen, het economische leven was
gesyncopeerd, de publieke moraal op een
peil van ellende gezonken, waarvan zij, die
de pijnlijke struggle for life" van den ge
middelden Duitscher niet van nabij kennen,
zich nauwelijks een beeld kunnen vormen.
Mag het verwondering wekken, dat onder die
omstandigheden de Duitsche revolutie geen
bezielde en bezielende romantiek, geen uit
laaiend idealisme kende? Harde noodzaak
geeselde en dwong het volk, dat op weg was
te verdierlijken en te verstompen uit gebrek
aan voedsel, aan hoop, aan blijheid en lach.
Wanneer het Duitsche volk maar eerst
leert lachen, heeft de Dnitsche regeering een
nobelen plicht volbracht. Ik ijver voor een
vrije, blijde opvoeding der jeugd, die naar
wat bewegelijkheid snakt. De stroefheid van
het oude regime, de drilzucht der oude
paedagogen hebben het Duitsche gemoed een
eng keurs aangesnoerd. Weg er mee ! Maar
dan eerst voldoende eten, niet meer dien
wanhopigen, doffen druk voelen. Door nood
gedreven, maakte het Duitsche volk een
plotseling einde aan het dwaze beleid van
vroeger. Een gedenkboek over de richtingen
der Duitsche paedagogiek begint met de
iiMMiMllliiiimiiiiluliiiiMimmlliiiiiiiiHiiuiiliMiniiliiMiimiimililiiii
N.V. PAERELS
Meubileering Mu,
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 H
fijNfiimfmiiiMiiiiimiiifiiiiiiiimiiiliiiiijifimii
'"""miiiiffiiiiiiitimiiiiiiiiiiitiimMiiiiiiiiiuiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiii miiinii
Misschien zal 't op het oogenblik dat de
lezer deze letteren onder de oogen krijgt,
vaststaan of den 25en dezer inderdaad in Spa
de samenkomst tot gemeenschappelijk overleg,
van Duitsche en Entente-staatslieden zal
plaats grijpen ; terwijl ik schrijf is dit nog on
zeker en afwisselend bereiken ons berichten
dat het wel en dat het niet gebeuren zal.
Vermoedelijk steekt hier iets achter," een
of andere politieke intrige, en waarlijk wordt
in de Duitsche pers reeds te kennen gegeven
dat Frankrijk door de uitstel-berichten te
lanceeren, de conferentie wil sabotteeren, ter
wijl daartegenover de Fransche bladen met
leedvermaak constateeren, dat Duitschland
niet meer zoo verlangend schijnt te zijn om
naar Spa te gaan als het aanvankelijk was.
Wij, buitenstaanden, kunnen natuurlijk on
mogelijk nagaan wat er van dit alles is ; of
de Duitsche regeering in waarheid uitstel van
de conferentie tot na de Duitsche verkiezingen
(6 Juni) gevraagd heeft, dan wel of dit een
praatje is waarmee de Franschen voor den dag
gekomen zijn om de conferentie in discrediet
te brengen. Wij kunnen alleen vaststellen, dat
inderdaad van Fransche zijde telkens berich
ten verspreid worden, die de bespreking in Spa
voorstellen als een gebeurtenis zonder veel
beteekenis, eigenlijk een gewone samenkomst
van den Oppersten Raad waarbij de Duitschers
als getuigenjgenood zijn om inlichtingen te
verstrekken, of erger nog, als beklaagden die
zich moeten verantwoorden over de
ntetnakoming van het verdrag en vervolgens
kunnen afwachten welk vonnis over hen
geveld zal worden. Natuurlijk is deze voor
stelling lijnrecht in strijd met die.welkeJLloyd
George in het lagerhuis en in zijn interviews
gegeven heeft, maar geheel uitgesloten is het
niet, dat de Britsche premier tegenover de
liberale oppositie in zijn land een ander gelaat
vertoont dan tegenover de vroegere vijanden
en de bondgenooten. Kortom, volstrekt zeker
is 't nog altijd niet, dat de conferentie in Spa
de wereld-historische beteekenis zal hebben die
Lloyd George voorspelde.
Het zou overigens niet zoo bijster
verwonderlijkjgeweest zijn als de Duitsche regeerihg
uitsteijvan de bespreking tot na de verkie
zingen gevraagd had, en een verslapping van
het verlangen omfmet de overwinnaars te
praten zou er eigenlijk gezegd ganschelijk
niet uit blijken, want kanselier Mueller en
de zijnen zullen werkelijk in een ietwat scheeve
positie verkeeren als zij daar zitten te praten
over de toekomst van Duitschland en van^de
gansche wereld, afspraken maken en beloften
afleggen, terwijl zij innerlijk zeer goed weten
dat zij hoogst waarschnijlijk heel spoedig
moeten aftreden en plaats maken voor een
nieuw .bewind van wellicht geheel andere
richting. Daar staat echter tegenover dat de
mannen die nu aan het bewind zijn in Duitsch
land het vertrouwen genieten van althans een
deel der vroegere tegenstanders en dat dit
met hun opvolgers misschien niet meer het
geval zal zijn, zoodat uitstel van de confe
rentie afstel zou kunnen beteekenen, terwijl
bovendien een gunstige afloop van de be
sprekingen in Spa zulk een ontzagwekkend
voordeel zou beduiden voor de
regeeringspartijen in Duitschland bij den verkiezings
strijd, dat zij daarvan zeker niet licht afstand
zullen doen.
In elk geval wordt de vergadering in Spa met
allen ernst voorbereid : er zijn daar al kamers
besteld voor de gedelegeerden en aan het eind
dezer week zullen Lloyd George en Millerand
samenkomen, 't zij in Dover 't zij in Parijs,
blijkbaar om het onderling eens te worden
en een gesloten front te kunnen toonen tegen
over de Duitschers. Van veel belang is het dat
blijkens de berichten ook Chamberlain, de
Britsche kanselier van de schatkist, deze voor
bereidende besprekingen zal bijwonen, want
daaruit volgt dat men in Spa veel aandacht
zal wijden aan financieele, dus economische
quaesties, die immers voor 't oogenblik veel
belangrijker zijn dan de politieke. Spa zou
dan wat dit betreft weer een voorspel moeten
worden van de groote financieele conferentie
in Brussel, waaraan ook neutralen zullen
deelnemen en aldus zou het eerste en belangrijk
ste resultaat der reeks van conferenties van
't jaar 1920 kunnen bestaan in een strijd, door
gansch Europa aanvaard tegen het
valutaspook, dat, gelijk, de Spaansche griep, als
na-oorlogs-verschijnsel de wereld is komen
plagen en overwonnenen, overwinnaars en
onzijdigen gelijkelijk belet zich uit de ellende die
de oorlog naliet op te heffen.
tó#
''< Het is wel zeer verklaarbaar, dat men in
Londen en Parijs behoefte gevoeld heeft om
ook de financieele quaestie in de voorberei
dende besprekingen te betrekken en het hier
over eens te worden vóórdat men met de.
Duitschers praat, want evengoed als bij de
politieke vraagstukken liggen ook hier kiemen
voor verwijdering en wrijving tusschen de
bondgenooten. Dezelfde minister Chamber
lain namelijk, die met Lloyd George en Mille
rand in Dover zal beraadslagen, heeft zoo
juist bij het lagerhuis een
begrootingsontwerp ingediend, dat een zeer slecht onthaal
in een groot deel der Britsche pers gevonden
heeft. Er wordt de regeering verweten, dat
zij den boog nu wat al te strak spant en dat ouk
de offervaardigheid van den voorspoedigen
Britschen belasting-betaler!" haar grenzen
heeft. Het is heel goed en verstandig geweest,
schrijven die bladen, dat wij Engelschen een
zooveel grooter deel van de oorlogskosten
bestreden hebben uit belastingen, dan onze
bondgenooten, die leening op leening stapel
den, en we zullen van dit systeem eenmaal de
vruchten plukken, ja we plukken ze nu reeds,
omdat we ons veel sneller economisch her
stellen dan de anderen, maar er is een grens
en die overschrijdt de minister niet deze be
grooting en als hij ons vertelt -- 't is de
Westminster Gazette" die wij nu gaan
citeereu dat wij moeten betalen of opge
geten zullen worden door de Bolsjewiken, dan
zijn er onder ons die neiging voelen, te ant
woorden dat er voor de Bolsjewiken niet
veel zal overblijven als de kanselier van de
schatkist met ons klaar is !
Natuurlijk mout de Britsche regeering, tik'
niet erg vast in den zadel zit, in hooge mate
rekening houden met deze oppositie, en hier
komt nu dadelijk weer een wrijvingsvlak
tusschen Engelschen en Franschen bloot,
want de Engelsche bladen maken bij hun
bestrijding van Chamberlain's begrooting
vergelijkingen tusschen wat de Engelsche en
wat de Fransche belastingbetaler vóór en
na den oorlog te betalen had en heeft en dan is
het verschil zoo ontzagwekkend, dat niemand
die het leest zich meer verwonderen zal de
franc te zien dalen tegenover het pond en het
leven in Frankrijk zooveel duurder te zien
worden dan in Engeland. Kortom, bij de
bespreking van financieele vraagstukken,
zal van Engelschen kant van de Franschen
gevergd worden, dat dezen hun belasting
stelsel in orde brengen, en daarbij komen dan
natuurlijk weer allerlei andere pijnlijke
quaesties naar voren, gevoels-quaesties en
politiek-economische : Engeland kan makke
lijk zijn financiën zooveel beter regelen dan
Frankrijk, zoo zal immers de repliek luiden,
want het heeft onder den oorlog geen tiende
deel geleden van wat de Franschen onder
gingen, die de spits afbeten en Europa, ook
Engeland, redden ; laten de Engelschen daar
voor wat overhebben en Frankrijk beter dan
zij thans doen op de been helpen ; bovendien
is de binnenlandsche toestand in Frankrijk
zoo precair, de stakingsbeweging neemt
er eer toe dan af dat een ingrijpende
belastingvermeerdering den draad zou kunnen
doen breken. Nietwaar, hier ligt meer dan
voldoende aanleiding voor nieuwe
FranschBritsche moeilijkheden en wij begrijpen dat
men dit alles tusschen vier muren moet
uitpraten, voordat men tegenover den ouden
vijand verschijnt die er zooveel belang bij zou
hebben de bondgenooten uiteen te drijven.
Trouwens, de aanleidingen tot
FranschBritsche verwijdering en wrijving, ze liggen
voor het grijpen ! Bijna elk vraagstuk brengt
ze aan het licht en het blijkt dagelijks duide
lijker hoe moeilijk het is de Entente bijeen te
houden. In de pers flitsen de verwijten van
eiwoorden : Wir haben in Deutschland stets
zuviel kommandiert; wir haben uns zum
Tode kommandiert!"
De democratiseering van Duitschland is
een bijna hopeloos zware taak onder de slechte
economische omstandigheden, waaronder zij
tot stand gebracht moet worden. Vooral in
de scherp afgeteekende kasten is maar heel
weinig vrijzinnigheid te vinden. De Duitsche
student vooral als hij in een echte universiteits
stad studeerde, kwam in een corporatie, die
met haar aloude gebruiken en conventies
voor hem zijn wereld werd. Elk onbeduidend
ordeteekentje van zijn corporatie werd voor
hem een religieus symbool, waarmede zijn
geloofsovertuiging en iedealisme stonden of
vielen. Voor de kleur van zijn muts stierf hij
den pseudo-heldendood van het niet levens
gevaarlijke Mensur-duel", d.w.z. deed een
paar min of meer diepe schrammen en sneden
op, die tot ware monumenten van koenheid
op zijn ideëel pad-van-studie werden. En
zijn baantje was verzekerd, zoodra hij ge
promoveerd was. En och, promoveeren tot
doctor jur. of phil., ce n'est pas la mer a
boire. Dit alles moet de Duitsche student
opgeven. Het is dus niet te verwonderen, dat
hij met hand en tand zich tegen iedere ver
nieuwing verzet.
En dan : De Duitsche student of geleerde
heeft over het algemeen weinig begrip van
de democratiseering. Zijn kaste is exclusief,
Van een samengaan van universiteit en volk
is op het oogenblik nog geen sprake. Misschien
als wij een generatie verder zijn.
Wel kende de Duitsche student het werken
voor het volk, want het oude Pruisische
systeem kweekte streng verantwoordelijkheids
gevoel, dat eerbied afdwingt, ondanks het
feit oat het de geregeerden geheel en al als
onmondigen beschouwde. Maar werken met
en onder het volk is voor deze menschen een
gesloten boek-. Duitschland werd groot onder
het oude systeem, werd machteloos onder
het nieuwe ? dit is het begin en einde van
hun opvatting. Bovendien weten de reactio
nairen op handige wijze elk student, iederen
professor, die niet aan hun chinoiserie wenscht
mede te doen, voor een minderwaardigen
eedbreker, die persoonlijk voordeel zoekt en
de opgaande zon aanbidt, uit te maken.
Het spreekt van zelf, dat er ook groepen
bestaan, die met dien pruikenboel niets meer
willen te maken hebben. Toch zullen wij
een harden dobber hebben, om de hervorming
in den geest van de grondwet van Weimar
door te zetten. Harde strijd wacht ons.
Geen stroobreed zal ik van mijn pad wijken.
In een oproep aan de Duitsche studenten
heb ik de noodzakelijkheid der hervorming
uiteengezet en hen aangespoord tot het be
trachten van hun allereersten plicht: mede
werken aan den wederopbouw van het land.
Elke nieuwe strijd, die ontbrandt, beduidt
een vertraging van het genezingsproces, dat
toch reeds zoo treurig langzaam voortschrijdt;
elke nieuwe strijd kan land en volk in gevaar
brengen en nog meer oneenigheid, wantrouwen
on haat opwekken.
Het volk wantrouwt de studenten. En toch
zal niemand kunnen beweren, dat de gemid
delde Duitscher een vijand van oiu wikkeling is.
Het wantrouwen van het volk tegenover de
gestudeerden en studeerenden is grootendeels
instinctief; het voelt dat die menschen gaarne
de omwenteling zouden te niet doen en het
volk berooven van zijn pas verworven de
mocratische rechten. Voorloopig zal ik in '
alle gemoedelijkheid trachten den geest
der wet tot werkelijkheid te brengen. Ondanks
de openlijke oorlogsverklaring der studenten
zal ik trachten in vrede en vriendschap tot
een oplossing te geraken. Wanneer dit echter
niet mogelijk-blijkt, dan zal ik niet aarzelen,
met kracht mijn plicht te vervullen en mijn
wil door te zetten, dan ben ik bereid tot
bitteren strijd, dan maak ik korte metten.
genbaat en imperialisme heen en. weer, altijd
nog in beleefde woorden, vriendelijk zelfs,
maar niet minder duidelijk. Van imperia
listische bedoelingen werd Franrijk verdacht,
toen liet naar Frankfort toog, maar de
Parijsche pers kaatst nu den bal terug en geeft te
kennen, dat de Levant-politiek der vrienden
,,d' Outre Manche" waarlijk niet heelemaal
boven verdenking staat : waarom speelt de
Engelsche commissie in Konstantinopel zoozeer
den baas dat er belangrijke besluiten genomen
worden zonder raadpleging der Fransche
vertegenwoordigers? Waarom worden juist
de Franschen altijd aangevallen in
KleinA/ië? Is dat niet omdat Engeland met de
beste stukken is gaan strijken ? Laten we
nu in Spa, schrijft de Temps" heel eerlijk,
het Duitsche en het Turksche vraagstuk
niet met elkaar in verbant) brengen, anders
/ouden waarlijk die menschen nog gelijk
krijgen, die beweren, dat de Engelschen ons
concessies doen in zake Duitschland ten einde
van ons tegemoetkomingen te erlangen in hun
oostersche "politiek ! Wat beduidt dit anders
dan dat Engeland Frankrijk terugdringt in
den Levant, imperialistische politiek voert
daar en zijn bondgenoot betaalt met conces
sies in Europa, d.i. met het steunen van een
staatkunde, die Frankrijk meent noodig te
hebben voor zijn veiligheid?
Nu geeft waarlijk ook de Poolsche over
winning weer aanleiding tot stekeligheden en
verwijten tusschen de himdgenooten ! Die
Poolsche overwinning, wij schreven het reeds,
is vooral in Engeland met zeer weinig vreugde
begroet, en thans maakt de liberale Manches
ter Guardian" er Lloyd George een verwijt
van, dat hij Frankrijk niet belet heeft den
vazal-staat Polen te vestigen en te steunen,
dien Frankrijk juist zooais in den tijd van
Napoleon wil gebruiken als tegenwicht tegen
Duitschland. Dat gaat toch niet goed, meent
de ,,M. G." en wie vrede wil in Europa moet
de Polen niet als stormram tegen de Russen
gebruiken. Natuurlijk is de Fransche pers boos
geworden over dezen aanval op Frankrijks
politiek en de Temps schrijft zuurzoet dat
de Franschen hunnerzijds er niet aan denken,
de Engelschen van imperialistische bedoe
lingen in Danzig te betichten, gelijk een al
daar verschijnend Duitsch blad doet, welks
insinuatie intusschen volledig wordt afgedrukt
Aldus lijkt in dit tijdsgewricht de
FranschEngelsche verhouding meer op die tusschen
de bekende Kaffeeklatsch-vriendinnen dan
op een wapenbroederschap voor de eeuwigheid.
En toch.... men voelt dat de band niet
verbroken mag worden voorloopig, en dat
mag hij inderdaad niet.
Intusschen, de voorspellingen der Engelsche
pers omtrent de gevolgen van de Poolsche
overwinning beginnen reeds uit te komen :
radiografische berichten uit Moskou wijzen
op een vereenigiug van elkaar gisteren nog
LET OP DE MARKEN
Ziet de Marken dapper stijgen,
Duitschland komt er boven op.
Langzaam raakt het uit de zorgen
En zijn noodeloos getob.
Op, Germanen, aan den arbeid
Voor uw dierbaar Vaderland
Weer den ploeg, de zeis, den hamer
En het Kerkboek in de hand!
Als uw binnenlandsche vijand
Nu nog weggeranseld is,
Komt het fel-geëischte einde
Van uw vooze storenis.
Ziet de Marken lustig groeien,
Holland, houdt ze bij elkaar.
Helpt daardoor uw Oosterburen. ..
Over vijf jaar zijn zij klaar.
Vlecht weer bruine knakworstslingers
Om uw vaten Pilsnerbier.
Duitschland stuurt weerMoselblümchen
Aan den buurman Batavier.
Laat de stem van Heinrich Heine
Niet de Duitsche stem meer zijn.
Spaart milliarden op milliarden
En ge heerscht weer aan den Rijn.
Laat de Duitsche zweep weer knallen
In de klare Duitsche lucht.
Wrocht uw eigen levensvreugde
Door gehoorzaamheid en tucht.
Waar het stembirjet mocht falen
En de rede niet meer spreekt
Maakt daar van uw handen vuisten
Als er orde-geest ontbreekt.
Ziet de Marken dapper stijgen
Met den Duitschen levenslust.
Ziet de naastenliefde groeien
Door de vrome arbeidsrust.
J. H. SPE EX H OFF
IIMimilllllHlllllllimimlimilMIIIIIIIIIIIIIIIIHimiIN
DEVO
Geurigo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigarenfabriek UTRECHT
HUI unit iiniiiiiiiii
llllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII
Wat de opvoeding der schooljeugd betreft,
ik hoop, dat het mij zal gelukken, overal in
Duitschland, met inachtneming der inzichten
der ouders, een nieuwe opvoedingsmethode
in te voeren, die het Duitsche kind van den
kwellenden druk der discipline zal ontheffen.
Het Duitsche kind moet vrijheid, luchtigheid
en lachen leeren.
heftig bestrijdende groepen, tegenover den
buitenlandsciien vijand. Broessilof vaardigde
een manifest uit ten aanzien van het gevaar
voor het vaderland ; de
rechts-revolutionnairen verklaren dat de Poolsche edellieden"
onverzoenlijke vijanden zullen vinden in
alle Russen, en vrijwilligers stroomen toe om
tegen de Polen te vechten. Kortom de door de
Engelsche pers verwachte opleving der
Russische vaderlandsliefde laat zich niet
wachten en versterkt natuurlijk het
Sovjetbewind, dat immers het eenig
machthebbende is in Rusland, en welks internationale ge
voelens een nationale politiek niet uitsluiten.
Innerlijk wordt Sovjet-Rusland sterker, dank
zij de nederlaag, al heeft deze voor 't oogenblik
een remmende werking op de uitvoering der
expansie-plannen in den Katikasus en elders.
Want, onbekommerd om de kritiek , der
Engelsche vrienden, gaan Polen en
Oekrajiners voort met te nemen wat zij krijgen
kunnen, hebben zij dessa bezet en Kiet'enzijr?
dus meester van Zuid-Rusland, zoodat de
Fransche pers erop wijzen kan dat toch ook
voor den Engelschen die Poolscheoverwinning
nog zoo kwaad niet is : nu, die werd immers
de oorzaak, dat de Bolsjewiki van de Zwarte
Zee-kust verdreven werden?
Zal de situatie in dit deel der wereld
invloed ondervinden van het Turksche
vredesverdrag? Turken en Hongaren hebben
namelijk van de Entente hun
ontwerpvredesverdrag ontvangen en bevinden zich
in het tijdperk van overleg dat indertijd ook
aan de andere vijanden gegund werd. Beiden
reageeren zij op de voorstellen op dezelfde
wijze als indertijd Duitschland en Oostenrijk
deden, (die toch moesten eindigen met
teekenen !) d.i. zij zeggen dat het niet gaan zal
en dat een land dat zulk een verdrag teekent
zich van 't leven berooft. Hongarije dreigt
met wanhoopsdaden en de Turken met af
stand van den Sultan. Wat het eerste betreft :
vermoedelijk zal het Hongaarsche v rórag
nog wel ietwat verzacht worden, maar de
besnoeiing van 't gebied tot op n inder dan de
helft zal niet te verhinderen zijn, want de
Roeirenen en andere bondgenooten eisenen
hun detl, en Hongarije zal dus wel dienen te
berusten, als hè:, niet ten oorlog wil gaan tegen
overmachüge vijanden, of opnieuw zich in de
armen van het bolsjewisme wil werpen, iets
waaraan de Hongaren eeen aangename her
inneringen hebben. En wat de Turken aan
gaat. ... het aftreden van den Sultan zou den
toestand niet zoo heel veel wijzigen, want de
Sultan heeft in Konstantinopel heelemaal geen
macht en ook in Klein-Aziëbeschouwen
klaarblijkelijk de Turksche nationalisten hem
als niets anders dan een gevangene van de
geallieerden. Misschien echter zal Engeland
toch beducht zijn voor den indruk dien het
aftreden van den Sultan in de Moslim-wereld
maken kan en daarom eenige concessies willen
doen. J. C. v A N O v t; N