De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 15 mei pagina 2

15 mei 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Mei '20. No. 2238 HET VOLK EN DE MAHLERFEESTEN Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan VRAAGT ' GRATIS TOEZEHOIKG AAN VAN DER HOOP's MEUBELBEWARING EN TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM , VAN HAAR LAATST , Uitsluitend \ VERSCHENEN / AMSTEIDIIK gimti|d:XpROSP£CTUsX h. Trompstraat TELEFOON \ / 2195 ZUID imlillllllliiiiiiiiiltlimiliiiiiiiii Lange Jan: ,,'k Ben nog niet bang voor de konkerensje!.." llliliimintniin klasse aangekomen, wegens deelneming aan socialistische demonstraties, werd verwijderd. Hij koos toen de socialistische journalistieke loopbaan, gedurende welke hij zware beproevingen en ontberingen leerde kennen, in den Pruisischen Land dag hield hij zich vooral bezig met de '.. onderwijsvraagstukken. Hij werkte mede aan talrijke sociaal-democratische dag bladen en periodieken. Sedert November 1918 is hij (na veertien dagen dit ambt met den bekenden Tien Geboden-Hoffmann gedeeld te hebben) Pruisisch minister van Wetenschap, Kunst en Volksopvoeding. De minister schreef voor dit weekblad het volgende artikel. llllllHllttllllUllllimilllMillllllllllllllllimilllMlllllllllllllllllllllllllllim ColbertCostumesiSO.-naarMaat SMIT & C0., P. C. Hooftstraat 66 Geen taak is zoo'ondankbaar als die van den minister van onderwijs in Pruisen. Het is de vraag, of vele Nederlanders zich bewust zijn van de verregaande behoudendheid der Duitsche geleerde wereld. Van een bepaald standpunt beschouwd, heeft zij niet geheel en al ongelijk. Zelfbehoud is de drijfveer van vele geleerden in Duitschland, wanneer zij zich vierkant tegen elke democratiseering verklaren. Van oudsher is Pruisen het land der kasten geweest. Elke kaste had haar praerogatieven en de geleerdenkaste niet het minst. Het is dus niet te verwonderen, dat de hoofdmannen van iedere kaste zich verzetten tegen het afbreken van hun tempeltje. De omwenteling in Duitschland beschouwen zij reeds daarom als uit den booze, wijl zij de rol van Isispriester moeten opgeven. De heeren hebben nog niet leeren bedenken, dat de revolutie aan hun heerschappij reeds een einde gemaakt heeft. Met de kracht der vertwijfeling stutten en schoren zij de muren van hun tempeltje, waarvan de fundamenten reeds verzonken zijn. Het is een treurig feit, dat de toestand der overbodig vele Duitsche doctoren en profes soren tengevolge der omwenteling heel hache lijk is geworden. Oeheel afgezien van de moreele en psychische elementen in hun politieke houding, leiden oeconomische overwegingen velen onder hen den weg van het conserva tisme op. Vroeger kon de student met honderd mark in den maand uitkomen. Het tien voudige is op het oogenblik noodzakelijk. Vroeger werden de officieele mannen bijna uitsluitend uit de kaste der getabberden ge kozen. Thans weet men met al die menschen geen raad. Duitschland beschikt op het oogen blik over 15.000, zegge vijf tienduizend doctoren in de letteren en philosophie, een voorraad, dien men in vijf en twintig jaar niet kan op gebruiken. Het vooruitzicht voor studenten in deze vakken is dus heel treurig. Deze studenten geven natuurlijk aan de revolutie de schuld van alles. Zij vergeten daarbij, dat de revolutie een noodzakelijk complement van den verloren oorlog was en een einde maakte aan een onhoudbaar systeem. De Duitsche revolutie had plaats onder ontmoedigende omstandigheden: het land was overwonnen, het economische leven was gesyncopeerd, de publieke moraal op een peil van ellende gezonken, waarvan zij, die de pijnlijke struggle for life" van den ge middelden Duitscher niet van nabij kennen, zich nauwelijks een beeld kunnen vormen. Mag het verwondering wekken, dat onder die omstandigheden de Duitsche revolutie geen bezielde en bezielende romantiek, geen uit laaiend idealisme kende? Harde noodzaak geeselde en dwong het volk, dat op weg was te verdierlijken en te verstompen uit gebrek aan voedsel, aan hoop, aan blijheid en lach. Wanneer het Duitsche volk maar eerst leert lachen, heeft de Dnitsche regeering een nobelen plicht volbracht. Ik ijver voor een vrije, blijde opvoeding der jeugd, die naar wat bewegelijkheid snakt. De stroefheid van het oude regime, de drilzucht der oude paedagogen hebben het Duitsche gemoed een eng keurs aangesnoerd. Weg er mee ! Maar dan eerst voldoende eten, niet meer dien wanhopigen, doffen druk voelen. Door nood gedreven, maakte het Duitsche volk een plotseling einde aan het dwaze beleid van vroeger. Een gedenkboek over de richtingen der Duitsche paedagogiek begint met de iiMMiMllliiiimiiiiluliiiiMimmlliiiiiiiiHiiuiiliMiniiliiMiimiimililiiii N.V. PAERELS Meubileering Mu, COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 H fijNfiimfmiiiMiiiiimiiifiiiiiiiimiiiliiiiijifimii '"""miiiiffiiiiiiitimiiiiiiiiiiitiimMiiiiiiiiiuiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiii miiinii Misschien zal 't op het oogenblik dat de lezer deze letteren onder de oogen krijgt, vaststaan of den 25en dezer inderdaad in Spa de samenkomst tot gemeenschappelijk overleg, van Duitsche en Entente-staatslieden zal plaats grijpen ; terwijl ik schrijf is dit nog on zeker en afwisselend bereiken ons berichten dat het wel en dat het niet gebeuren zal. Vermoedelijk steekt hier iets achter," een of andere politieke intrige, en waarlijk wordt in de Duitsche pers reeds te kennen gegeven dat Frankrijk door de uitstel-berichten te lanceeren, de conferentie wil sabotteeren, ter wijl daartegenover de Fransche bladen met leedvermaak constateeren, dat Duitschland niet meer zoo verlangend schijnt te zijn om naar Spa te gaan als het aanvankelijk was. Wij, buitenstaanden, kunnen natuurlijk on mogelijk nagaan wat er van dit alles is ; of de Duitsche regeering in waarheid uitstel van de conferentie tot na de Duitsche verkiezingen (6 Juni) gevraagd heeft, dan wel of dit een praatje is waarmee de Franschen voor den dag gekomen zijn om de conferentie in discrediet te brengen. Wij kunnen alleen vaststellen, dat inderdaad van Fransche zijde telkens berich ten verspreid worden, die de bespreking in Spa voorstellen als een gebeurtenis zonder veel beteekenis, eigenlijk een gewone samenkomst van den Oppersten Raad waarbij de Duitschers als getuigenjgenood zijn om inlichtingen te verstrekken, of erger nog, als beklaagden die zich moeten verantwoorden over de ntetnakoming van het verdrag en vervolgens kunnen afwachten welk vonnis over hen geveld zal worden. Natuurlijk is deze voor stelling lijnrecht in strijd met die.welkeJLloyd George in het lagerhuis en in zijn interviews gegeven heeft, maar geheel uitgesloten is het niet, dat de Britsche premier tegenover de liberale oppositie in zijn land een ander gelaat vertoont dan tegenover de vroegere vijanden en de bondgenooten. Kortom, volstrekt zeker is 't nog altijd niet, dat de conferentie in Spa de wereld-historische beteekenis zal hebben die Lloyd George voorspelde. Het zou overigens niet zoo bijster verwonderlijkjgeweest zijn als de Duitsche regeerihg uitsteijvan de bespreking tot na de verkie zingen gevraagd had, en een verslapping van het verlangen omfmet de overwinnaars te praten zou er eigenlijk gezegd ganschelijk niet uit blijken, want kanselier Mueller en de zijnen zullen werkelijk in een ietwat scheeve positie verkeeren als zij daar zitten te praten over de toekomst van Duitschland en van^de gansche wereld, afspraken maken en beloften afleggen, terwijl zij innerlijk zeer goed weten dat zij hoogst waarschnijlijk heel spoedig moeten aftreden en plaats maken voor een nieuw .bewind van wellicht geheel andere richting. Daar staat echter tegenover dat de mannen die nu aan het bewind zijn in Duitsch land het vertrouwen genieten van althans een deel der vroegere tegenstanders en dat dit met hun opvolgers misschien niet meer het geval zal zijn, zoodat uitstel van de confe rentie afstel zou kunnen beteekenen, terwijl bovendien een gunstige afloop van de be sprekingen in Spa zulk een ontzagwekkend voordeel zou beduiden voor de regeeringspartijen in Duitschland bij den verkiezings strijd, dat zij daarvan zeker niet licht afstand zullen doen. In elk geval wordt de vergadering in Spa met allen ernst voorbereid : er zijn daar al kamers besteld voor de gedelegeerden en aan het eind dezer week zullen Lloyd George en Millerand samenkomen, 't zij in Dover 't zij in Parijs, blijkbaar om het onderling eens te worden en een gesloten front te kunnen toonen tegen over de Duitschers. Van veel belang is het dat blijkens de berichten ook Chamberlain, de Britsche kanselier van de schatkist, deze voor bereidende besprekingen zal bijwonen, want daaruit volgt dat men in Spa veel aandacht zal wijden aan financieele, dus economische quaesties, die immers voor 't oogenblik veel belangrijker zijn dan de politieke. Spa zou dan wat dit betreft weer een voorspel moeten worden van de groote financieele conferentie in Brussel, waaraan ook neutralen zullen deelnemen en aldus zou het eerste en belangrijk ste resultaat der reeks van conferenties van 't jaar 1920 kunnen bestaan in een strijd, door gansch Europa aanvaard tegen het valutaspook, dat, gelijk, de Spaansche griep, als na-oorlogs-verschijnsel de wereld is komen plagen en overwonnenen, overwinnaars en onzijdigen gelijkelijk belet zich uit de ellende die de oorlog naliet op te heffen. tó# ''< Het is wel zeer verklaarbaar, dat men in Londen en Parijs behoefte gevoeld heeft om ook de financieele quaestie in de voorberei dende besprekingen te betrekken en het hier over eens te worden vóórdat men met de. Duitschers praat, want evengoed als bij de politieke vraagstukken liggen ook hier kiemen voor verwijdering en wrijving tusschen de bondgenooten. Dezelfde minister Chamber lain namelijk, die met Lloyd George en Mille rand in Dover zal beraadslagen, heeft zoo juist bij het lagerhuis een begrootingsontwerp ingediend, dat een zeer slecht onthaal in een groot deel der Britsche pers gevonden heeft. Er wordt de regeering verweten, dat zij den boog nu wat al te strak spant en dat ouk de offervaardigheid van den voorspoedigen Britschen belasting-betaler!" haar grenzen heeft. Het is heel goed en verstandig geweest, schrijven die bladen, dat wij Engelschen een zooveel grooter deel van de oorlogskosten bestreden hebben uit belastingen, dan onze bondgenooten, die leening op leening stapel den, en we zullen van dit systeem eenmaal de vruchten plukken, ja we plukken ze nu reeds, omdat we ons veel sneller economisch her stellen dan de anderen, maar er is een grens en die overschrijdt de minister niet deze be grooting en als hij ons vertelt -- 't is de Westminster Gazette" die wij nu gaan citeereu dat wij moeten betalen of opge geten zullen worden door de Bolsjewiken, dan zijn er onder ons die neiging voelen, te ant woorden dat er voor de Bolsjewiken niet veel zal overblijven als de kanselier van de schatkist met ons klaar is ! Natuurlijk mout de Britsche regeering, tik' niet erg vast in den zadel zit, in hooge mate rekening houden met deze oppositie, en hier komt nu dadelijk weer een wrijvingsvlak tusschen Engelschen en Franschen bloot, want de Engelsche bladen maken bij hun bestrijding van Chamberlain's begrooting vergelijkingen tusschen wat de Engelsche en wat de Fransche belastingbetaler vóór en na den oorlog te betalen had en heeft en dan is het verschil zoo ontzagwekkend, dat niemand die het leest zich meer verwonderen zal de franc te zien dalen tegenover het pond en het leven in Frankrijk zooveel duurder te zien worden dan in Engeland. Kortom, bij de bespreking van financieele vraagstukken, zal van Engelschen kant van de Franschen gevergd worden, dat dezen hun belasting stelsel in orde brengen, en daarbij komen dan natuurlijk weer allerlei andere pijnlijke quaesties naar voren, gevoels-quaesties en politiek-economische : Engeland kan makke lijk zijn financiën zooveel beter regelen dan Frankrijk, zoo zal immers de repliek luiden, want het heeft onder den oorlog geen tiende deel geleden van wat de Franschen onder gingen, die de spits afbeten en Europa, ook Engeland, redden ; laten de Engelschen daar voor wat overhebben en Frankrijk beter dan zij thans doen op de been helpen ; bovendien is de binnenlandsche toestand in Frankrijk zoo precair, de stakingsbeweging neemt er eer toe dan af dat een ingrijpende belastingvermeerdering den draad zou kunnen doen breken. Nietwaar, hier ligt meer dan voldoende aanleiding voor nieuwe FranschBritsche moeilijkheden en wij begrijpen dat men dit alles tusschen vier muren moet uitpraten, voordat men tegenover den ouden vijand verschijnt die er zooveel belang bij zou hebben de bondgenooten uiteen te drijven. Trouwens, de aanleidingen tot FranschBritsche verwijdering en wrijving, ze liggen voor het grijpen ! Bijna elk vraagstuk brengt ze aan het licht en het blijkt dagelijks duide lijker hoe moeilijk het is de Entente bijeen te houden. In de pers flitsen de verwijten van eiwoorden : Wir haben in Deutschland stets zuviel kommandiert; wir haben uns zum Tode kommandiert!" De democratiseering van Duitschland is een bijna hopeloos zware taak onder de slechte economische omstandigheden, waaronder zij tot stand gebracht moet worden. Vooral in de scherp afgeteekende kasten is maar heel weinig vrijzinnigheid te vinden. De Duitsche student vooral als hij in een echte universiteits stad studeerde, kwam in een corporatie, die met haar aloude gebruiken en conventies voor hem zijn wereld werd. Elk onbeduidend ordeteekentje van zijn corporatie werd voor hem een religieus symbool, waarmede zijn geloofsovertuiging en iedealisme stonden of vielen. Voor de kleur van zijn muts stierf hij den pseudo-heldendood van het niet levens gevaarlijke Mensur-duel", d.w.z. deed een paar min of meer diepe schrammen en sneden op, die tot ware monumenten van koenheid op zijn ideëel pad-van-studie werden. En zijn baantje was verzekerd, zoodra hij ge promoveerd was. En och, promoveeren tot doctor jur. of phil., ce n'est pas la mer a boire. Dit alles moet de Duitsche student opgeven. Het is dus niet te verwonderen, dat hij met hand en tand zich tegen iedere ver nieuwing verzet. En dan : De Duitsche student of geleerde heeft over het algemeen weinig begrip van de democratiseering. Zijn kaste is exclusief, Van een samengaan van universiteit en volk is op het oogenblik nog geen sprake. Misschien als wij een generatie verder zijn. Wel kende de Duitsche student het werken voor het volk, want het oude Pruisische systeem kweekte streng verantwoordelijkheids gevoel, dat eerbied afdwingt, ondanks het feit oat het de geregeerden geheel en al als onmondigen beschouwde. Maar werken met en onder het volk is voor deze menschen een gesloten boek-. Duitschland werd groot onder het oude systeem, werd machteloos onder het nieuwe ? dit is het begin en einde van hun opvatting. Bovendien weten de reactio nairen op handige wijze elk student, iederen professor, die niet aan hun chinoiserie wenscht mede te doen, voor een minderwaardigen eedbreker, die persoonlijk voordeel zoekt en de opgaande zon aanbidt, uit te maken. Het spreekt van zelf, dat er ook groepen bestaan, die met dien pruikenboel niets meer willen te maken hebben. Toch zullen wij een harden dobber hebben, om de hervorming in den geest van de grondwet van Weimar door te zetten. Harde strijd wacht ons. Geen stroobreed zal ik van mijn pad wijken. In een oproep aan de Duitsche studenten heb ik de noodzakelijkheid der hervorming uiteengezet en hen aangespoord tot het be trachten van hun allereersten plicht: mede werken aan den wederopbouw van het land. Elke nieuwe strijd, die ontbrandt, beduidt een vertraging van het genezingsproces, dat toch reeds zoo treurig langzaam voortschrijdt; elke nieuwe strijd kan land en volk in gevaar brengen en nog meer oneenigheid, wantrouwen on haat opwekken. Het volk wantrouwt de studenten. En toch zal niemand kunnen beweren, dat de gemid delde Duitscher een vijand van oiu wikkeling is. Het wantrouwen van het volk tegenover de gestudeerden en studeerenden is grootendeels instinctief; het voelt dat die menschen gaarne de omwenteling zouden te niet doen en het volk berooven van zijn pas verworven de mocratische rechten. Voorloopig zal ik in ' alle gemoedelijkheid trachten den geest der wet tot werkelijkheid te brengen. Ondanks de openlijke oorlogsverklaring der studenten zal ik trachten in vrede en vriendschap tot een oplossing te geraken. Wanneer dit echter niet mogelijk-blijkt, dan zal ik niet aarzelen, met kracht mijn plicht te vervullen en mijn wil door te zetten, dan ben ik bereid tot bitteren strijd, dan maak ik korte metten. genbaat en imperialisme heen en. weer, altijd nog in beleefde woorden, vriendelijk zelfs, maar niet minder duidelijk. Van imperia listische bedoelingen werd Franrijk verdacht, toen liet naar Frankfort toog, maar de Parijsche pers kaatst nu den bal terug en geeft te kennen, dat de Levant-politiek der vrienden ,,d' Outre Manche" waarlijk niet heelemaal boven verdenking staat : waarom speelt de Engelsche commissie in Konstantinopel zoozeer den baas dat er belangrijke besluiten genomen worden zonder raadpleging der Fransche vertegenwoordigers? Waarom worden juist de Franschen altijd aangevallen in KleinA/ië? Is dat niet omdat Engeland met de beste stukken is gaan strijken ? Laten we nu in Spa, schrijft de Temps" heel eerlijk, het Duitsche en het Turksche vraagstuk niet met elkaar in verbant) brengen, anders /ouden waarlijk die menschen nog gelijk krijgen, die beweren, dat de Engelschen ons concessies doen in zake Duitschland ten einde van ons tegemoetkomingen te erlangen in hun oostersche "politiek ! Wat beduidt dit anders dan dat Engeland Frankrijk terugdringt in den Levant, imperialistische politiek voert daar en zijn bondgenoot betaalt met conces sies in Europa, d.i. met het steunen van een staatkunde, die Frankrijk meent noodig te hebben voor zijn veiligheid? Nu geeft waarlijk ook de Poolsche over winning weer aanleiding tot stekeligheden en verwijten tusschen de himdgenooten ! Die Poolsche overwinning, wij schreven het reeds, is vooral in Engeland met zeer weinig vreugde begroet, en thans maakt de liberale Manches ter Guardian" er Lloyd George een verwijt van, dat hij Frankrijk niet belet heeft den vazal-staat Polen te vestigen en te steunen, dien Frankrijk juist zooais in den tijd van Napoleon wil gebruiken als tegenwicht tegen Duitschland. Dat gaat toch niet goed, meent de ,,M. G." en wie vrede wil in Europa moet de Polen niet als stormram tegen de Russen gebruiken. Natuurlijk is de Fransche pers boos geworden over dezen aanval op Frankrijks politiek en de Temps schrijft zuurzoet dat de Franschen hunnerzijds er niet aan denken, de Engelschen van imperialistische bedoe lingen in Danzig te betichten, gelijk een al daar verschijnend Duitsch blad doet, welks insinuatie intusschen volledig wordt afgedrukt Aldus lijkt in dit tijdsgewricht de FranschEngelsche verhouding meer op die tusschen de bekende Kaffeeklatsch-vriendinnen dan op een wapenbroederschap voor de eeuwigheid. En toch.... men voelt dat de band niet verbroken mag worden voorloopig, en dat mag hij inderdaad niet. Intusschen, de voorspellingen der Engelsche pers omtrent de gevolgen van de Poolsche overwinning beginnen reeds uit te komen : radiografische berichten uit Moskou wijzen op een vereenigiug van elkaar gisteren nog LET OP DE MARKEN Ziet de Marken dapper stijgen, Duitschland komt er boven op. Langzaam raakt het uit de zorgen En zijn noodeloos getob. Op, Germanen, aan den arbeid Voor uw dierbaar Vaderland Weer den ploeg, de zeis, den hamer En het Kerkboek in de hand! Als uw binnenlandsche vijand Nu nog weggeranseld is, Komt het fel-geëischte einde Van uw vooze storenis. Ziet de Marken lustig groeien, Holland, houdt ze bij elkaar. Helpt daardoor uw Oosterburen. .. Over vijf jaar zijn zij klaar. Vlecht weer bruine knakworstslingers Om uw vaten Pilsnerbier. Duitschland stuurt weerMoselblümchen Aan den buurman Batavier. Laat de stem van Heinrich Heine Niet de Duitsche stem meer zijn. Spaart milliarden op milliarden En ge heerscht weer aan den Rijn. Laat de Duitsche zweep weer knallen In de klare Duitsche lucht. Wrocht uw eigen levensvreugde Door gehoorzaamheid en tucht. Waar het stembirjet mocht falen En de rede niet meer spreekt Maakt daar van uw handen vuisten Als er orde-geest ontbreekt. Ziet de Marken dapper stijgen Met den Duitschen levenslust. Ziet de naastenliefde groeien Door de vrome arbeidsrust. J. H. SPE EX H OFF IIMimilllllHlllllllimimlimilMIIIIIIIIIIIIIIIIHimiIN DEVO Geurigo Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH's Holl. Sigarenfabriek UTRECHT HUI unit iiniiiiiiiii llllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII Wat de opvoeding der schooljeugd betreft, ik hoop, dat het mij zal gelukken, overal in Duitschland, met inachtneming der inzichten der ouders, een nieuwe opvoedingsmethode in te voeren, die het Duitsche kind van den kwellenden druk der discipline zal ontheffen. Het Duitsche kind moet vrijheid, luchtigheid en lachen leeren. heftig bestrijdende groepen, tegenover den buitenlandsciien vijand. Broessilof vaardigde een manifest uit ten aanzien van het gevaar voor het vaderland ; de rechts-revolutionnairen verklaren dat de Poolsche edellieden" onverzoenlijke vijanden zullen vinden in alle Russen, en vrijwilligers stroomen toe om tegen de Polen te vechten. Kortom de door de Engelsche pers verwachte opleving der Russische vaderlandsliefde laat zich niet wachten en versterkt natuurlijk het Sovjetbewind, dat immers het eenig machthebbende is in Rusland, en welks internationale ge voelens een nationale politiek niet uitsluiten. Innerlijk wordt Sovjet-Rusland sterker, dank zij de nederlaag, al heeft deze voor 't oogenblik een remmende werking op de uitvoering der expansie-plannen in den Katikasus en elders. Want, onbekommerd om de kritiek , der Engelsche vrienden, gaan Polen en Oekrajiners voort met te nemen wat zij krijgen kunnen, hebben zij dessa bezet en Kiet'enzijr? dus meester van Zuid-Rusland, zoodat de Fransche pers erop wijzen kan dat toch ook voor den Engelschen die Poolscheoverwinning nog zoo kwaad niet is : nu, die werd immers de oorzaak, dat de Bolsjewiki van de Zwarte Zee-kust verdreven werden? Zal de situatie in dit deel der wereld invloed ondervinden van het Turksche vredesverdrag? Turken en Hongaren hebben namelijk van de Entente hun ontwerpvredesverdrag ontvangen en bevinden zich in het tijdperk van overleg dat indertijd ook aan de andere vijanden gegund werd. Beiden reageeren zij op de voorstellen op dezelfde wijze als indertijd Duitschland en Oostenrijk deden, (die toch moesten eindigen met teekenen !) d.i. zij zeggen dat het niet gaan zal en dat een land dat zulk een verdrag teekent zich van 't leven berooft. Hongarije dreigt met wanhoopsdaden en de Turken met af stand van den Sultan. Wat het eerste betreft : vermoedelijk zal het Hongaarsche v rórag nog wel ietwat verzacht worden, maar de besnoeiing van 't gebied tot op n inder dan de helft zal niet te verhinderen zijn, want de Roeirenen en andere bondgenooten eisenen hun detl, en Hongarije zal dus wel dienen te berusten, als hè:, niet ten oorlog wil gaan tegen overmachüge vijanden, of opnieuw zich in de armen van het bolsjewisme wil werpen, iets waaraan de Hongaren eeen aangename her inneringen hebben. En wat de Turken aan gaat. ... het aftreden van den Sultan zou den toestand niet zoo heel veel wijzigen, want de Sultan heeft in Konstantinopel heelemaal geen macht en ook in Klein-Aziëbeschouwen klaarblijkelijk de Turksche nationalisten hem als niets anders dan een gevangene van de geallieerden. Misschien echter zal Engeland toch beducht zijn voor den indruk dien het aftreden van den Sultan in de Moslim-wereld maken kan en daarom eenige concessies willen doen. J. C. v A N O v t; N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl