De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 22 mei pagina 13

22 mei 1920 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

22 Mei '20. No. 2239 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 DE EERSTE GEMEENTERAADSVERKIEZING TE MAASTRICHT MET VROUWEN EN ZONDER DRANK Teekening voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensiek Karikaturen''(Christiania) B a c c h u s tot Venus: We hebben het altijd zoo goed samen kunnen vinden, maar nu jij hier komt. moet ik wee; Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlll tlllMllllllllllllllllllflIllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIHIlllllllllllllllllllllltllllllllllllljllliiiiiiiiiiiniiiiii,,,,, MASSEEREN VI Vooral in het cadre-spel is het masseeren van^bijzonder groot practisch nut omdat hierbij posities kunnen voorkomen welke op geen enkele andere wijze doeltreffend tot oplossing te brengen zouden zijn. Een drietal dezer posities vindt men in bijgaande teekening. Oppervlakkig bezien zou men bij l tot het besluit komen van linksom marseeren. Doch daaraan is een zeer vervelende mogelijkheid verbonden. Doordat bal 2 vast aan den band ligt zal zelfs de geroutineerde speler in de meeste gevallen dezen stoot zien mislukken door het wegslaan van den stootbal op bal 2. Bovendien veronderstellen wij dat de positie dedans is, zoodat zelfs al zou de carambole bij linksom marseeren gemaakt worden de ballen toch in hetzelfde vak zouden blijven liggen. Van den tegenoverliggenden korten lossen band te spelen zou al te riskant zijn. Rest nog slechts de wijze als in de teekening aangegevan. Met volkomen verticale queue een gevoelig-krachtigen alweer vooral niet te verwarren met harden stoot toebrengen, waardoor bal 2 de aangegeven lijn volgt en bal 3 door het caramboleeren in het naast liggende vak terechtkomt. Bij de in figuur 2 aangegeven positie zou de carambole over den langen lossen-band niet zoo bijzonder moeilijk zijn maar het is alweer de dedans-positie die maakt dat dezen stootvorm niet in aanmerking komen kan. Caram boleeren over drie losse banden zou ook te Staat en gemeente doen hun best om het woningvraagstuk op te lossen; de arbeider ook !" Hlllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliniltllllllllllll IIIIUIIIIItllllllMllllllllimiHIIIIIIIHIIIHIIIIIIIIIHHIIII De F ON GERS rijwielen onderscheiden zich door hun bouw, constructie, af werking en vele andere goede eigenschappen. De FONGERS is het rijwiel bij uitnemendheid. DiGroninoerlijwioloiiialirieki,FON6E!S IIIIIMIHIimilIIIIIUHIIII iiiiimimtiiiMiiiiit MaMer-jeest (I) Willem Mengelberg is als een vorst gehul-, digd, hij heeft geantwoord met een vorstelijke daad. Hij had kunnen volstaan met wat andere jubilarissen onder de dirigenten hebben ge daan ; hij had zijn feestprogram kunnen sa menstellen bv. uit de Missa Solemnis en de Negende van Beethoven en de Achtste van Mahler, misschien met Strauss' Heldenleben en een paar andere orkestwerken erbij. Hij zou als ensemble-leider hebben geschit terd, en alle eerbewijzen had hij geconcen treerd op eigen persoon. Hij heeft echter veel meer en veel beter gedaan. Hij heeft in zijn completen Mahlercyclus een denkbeeld verwezenlijkt, welks verwezenlijking op dit tijdstip reeds de overgroote meerderheid in het wereldgilde der toonkunstenaren eenvoudigeen onmogelijkheid zal hebben geacht. En hij heeft daarmee een monument in de muziekgeschiedenis opgericht, voor zichzelf en Mahler, ja, maar ook voor zijn stad en zijn land, en vooral?laat ik het er met nadruk bijvoegen voor zijn orkest. Wat het Concertgebouw-orkest beteekent, Is eerst in deze dagen in zijn geheel duidelijk geworden. Velen hebben het hoofd geschud en hun hart vastgehouden, toen het Mahlerfeest naderde. Wat het orkest hier te doen kreeg, werd als een bovenmenschelijke taak be schouwd. Willem Mengelberg Welnu, op 't oogenblik, dat ik dit schrijf, rest van het groote werk nog slechts de laat ste voorbereiding e,n de uitvoering der Achtste Symphonie, en niemand zal mij, vertrouw ik, willen tegenspreken, als ik beweer, dat alle bezorgdheid volkomen ongegrond gebleken is. Dat het dit schitterend en over de gansene wereld enorm opzien barend resultaat heeft kunnen verkrijgen, dankt het orkest wel in de allereerstejplaats aan zijne artistieke toe wijding, zijn groote liefde voor Mahler's werk en zijn krachtig zich-én-voelen met den ge boren Leider, die Willem Mengelberg is. Het bezit van deze eigenschappen verklaart het wonder der afwezigheid van alle vermoeienis op de concerten, verklaart ook het geduld en den stalen ijver, waarmede op de tallooze repetities meegearbeid is aan den pijnlijkzorgvuldigen opbouw van het glorieuse eind resultaat. Gedurende het grootste deel van het feest zijn de repetities trouw en met steeds stijgende belangstelling bijgewoond door de meeste der vakmenschen en Mahler-vereerders, die Am sterdam tot medeviering der artistieke wereldgebeurtenis van heinde en ver heeft zien ko men opdagen. Het is voor den kunst-enthou siast telkens weer een hartverheffende aan blik geweest, dat met het Lelio-gordijn" afgesloten podium, over zijn geheele wijde oppervlakte ingenomen door het meestal versterkt orkest, Mengelberg, altijd frisch en fleurig, beneden in den dirigeerstoel, en op de stoelenrijen bij de koperen leuning de schare der belangstellenden, Schönberg en zijn jeug dige getrouwen middenin, muisstil samenhokkend en hun attentie verdeelend tusschen het interessant klankmechanisme daar in de diepte en de partituren op hun schoot. Daar zaten ze in gespannen aandacht van Mengel berg te leeren, te léren, kostelijk zich amu seerend met zijn drastische opmerkingen en manieren, daar zaten ze echter ook aan houdend in ongeveinsde bewondering voor het vlot en levendig-intelligent op iederen wenk reageeren van het orkest, en de verbluf fende nauwgezetheid, ook de innige muzika liteit, waarmee deze instrumentalisten hunne door Mahler schier noot aan noot zoo veeleischend beteekende partijen weergaven. Ik wensch hier en ik weet, dat het mede namens onnoemelijk velen geschiedt uit het diepst van mijn hart hulde te brengen Louis Zimmermann aan het Concertgebouw-orkest, in de persoon van zijn kloeken aanvoerder, den genialen Louis Zimmermann. Niet enkel meester-vio list, maar ook hoog-begaafd musicus in den algemeenst mogelijken zin en overtuigd aan hanger van den grooten Mahler, heeft hij niet alleen zijne talrijke soli gemaakt tot evenzoo(Daily Express) probeeren zijn, doch losse-bandspel dient in het algemeen zooveel mogelijk vermeden et worden. In masseeren V (De Amsterdammer van 24 April 1920) worden bij dezen stoot de vol gende opmerkingen gemaakt: Deze masse vereischt een schuine queue. Schuiner naar mate de in rechte lijn te doorloopen afstand grooter is. Bij dit laatste is echter ook de afstootkracht een gewichtige factor. Hierbij geldt als vaste regel, waarop inderdaad geen enkele uitzondering is, dat de stootbal zich verder van zijn basis zal verwijderen naar mate de stoot harder toegebracht wordt." De derde figuur van onze afbeelding geeft een positie weer waarbij een keus moet wor den gedaan tusschen piqueeren of masseeren. Trekken van 3 op 2 zou wel het gemakkelijkst zijn doch daarbij wordt een serie-positie zeker, en meestal onherstelbaar, verbroken. Bij het piqueeren van 3 op 2 zit de moeilijkheid in het doen rappeleeren van bal 3 langs den kor ten band ; een zwarigheid die bij het rnarseeren in dit geval niet voorkomt, zoodat aan het laatste de voorkeur moet worden gegeven. Bij dezen stoot moet de queue niet verticaal doch tamelijk schuin gehouden worden. Hier door wordt een minder geprononceerde draai ing bereikt zoodat de bal op den korten band het zoogenaamde gebjoken effect verkrijgt en, inplaats op zijn richtingslijn terug te loopen, zich naar den derden bal verplaatst. B. De onscriuldige Duitscher. UnilllinlIHlllllllllHIlHIIIMIIIIIHI tlitiiiitiimiiil Uit de Mei-Tijdschriften Wetenshappelijko Bladen bevatten: Paul Deschanel; Ontwikkeling in de Dierenwereld; Een fout der Hedendaagsche Democratie; Ernst Hackel ; Een Staatsbankroet van 100 jaar geleden ; Uit het Leven van een Chineesche revolutionnaire; Korte Mededeelingen. Vragen van den Dagen bevat : De Jongfriesche beweging", door Rinke Tolman ; Socialisatie", door ds. K- Vos ; , De muizen en ratten in het Volksgeloof", door Jozef Cornelissen ; Over de wedergave in het Nederlandsch van Russische Woorden", door J. C. van Wageningen ; Het Boek in deze tijden", door Dop Bles ; Rastheorieën en nationaliteitsbesef", door dr. George Brandes. Oude Kunst bevat; Romeinsche kunst in het Museum G. M. Kam te Nijmegen, door dr. A. W. Byvanck ; Een oude goudwegersdoos en een prentje van Michiel Ie Bon, door dr. N. G. van Huffel ; De ontwikkeling der Italiaansche schilderscholen, door dr. Raimond van Marie, Uit den handel. vele ontroeringen, doch ook op onovertrefbare, ja, op nauwelijks te evenaren wijze een scha kel gevormd tusschen al zijn kunstbroeders in het ensemble, solisten en niet-solisten, en den dirigent. Van zijn spel ging bij voortdu ring de opperste inspiratie uit. En het is waar lijk geen wonder, dat Mengelberg zich na iedere uitvoering gedrongen heeft gevoeld, met Zimmerniann hand aan hand te gaan staan tegen over het opgetogen publiek, in hem niet slechts den met schitterende talenten toegerusten en vurig-toegewijden medewerker waardeerend, maar vooral ook den]vertegenwoordiger van al de in het roemrijk ensemble vereenigde kun stenaars, zonder onderscheid, hoewel de een, gelijk van zelf spreekt, meer op den voor grond tredend dan de ander. En Mengelberg ? We wisten, dat hij ons ter gelegenheid van zijn jubileum iets zeer, zér kostbaars schenken zou. We wisten, dat voor hem iedere nieuwe overstelping met eerbewij zen slechts het sein is, om nóg veel harder aan 't werk te gaan dan ooit te voren, om de artistieke eischen, te stellen aan zichzelf en al zijne medewerkers, nóg weer aanmerkelijk hooger op te voeren, om rnet nóg meer ernst en nóg meer vuur en nóg meer wil tot door zetten de heiligste idealen der Kunst te gaan nabijstreven. We wisten ook, dat hij slagen zou, slagen in ieder opzicht, dat hij het brengen zou tot een volledige overwinning, doch de bet kenis dier overwinning, hare beteekenis natuurlijk in de eerste plaats voor het diepere inzicht in en een juistere waardeering in rui mer kring van het zoo rijk gedifferentieerde werk van Gustav Mahler, hoezeer we ook daaromtrent onze vermoedens hadden, zijn we eerst door de ervaring ten volle gaan beseffen. Gelijk ik in volgende artikelen nader hoop uiteen te zetten. H." J. DENJHERTOC

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl