Historisch Archief 1877-1940
22 Mei '20. No. 2239
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Gewichtige Dagen
Wat de week bracht
SCHOONHEID
Er is weer leven in ons Haarlemsen Museum
van Kunstnijverheid. De lente houdt er in
tocht. Deuren en vensters staan wijd open.
De zon zendt haar straalbundels naar binnen.
Ze spelen over 't broze aardewerk. Ze doen de
zijden weefsels glanzen in een schittering van
lichteffecten. Ze glijden over de bloemen in de
bronzen vaZen.
In de hall en twee groote zijzalen wordt
de tentoonstelling van weefkunst en ceramiek
gehouden. De architect A. P. Smits die weder
om den opbouw van deze tentoonstelling ver
zorgde, gaf daaraan een geheel ander karakter
als aan de groote najaarstentoonstelling.
Destijds maakte de interieur-indeeling een
doorzicht onmogelijk. De groote ruimte was
verdeeld in afzonderlijke vertrekjes. Ditmaal
viel alle betimmering weg. De hooge zalen
werden niet afgedekt, ze toonen zich in haar
ware gedaante, vorstelijk indrukwekkend in
hun bouw. Het kille wit der muren wordt
onderbroken door breede, lange
weefsellappen. Ze doen voornaam in die omgeving. Op
de kleine etalage-rekken die terzijde in de
zalen geplaatst een breed middenpad open
laten, staat het kleine werk, de potterie, in
al haar kleuren en vormen. Plaats u een
oogenblik met den rug tegen de rotonde, doorzie
de drie zalen en ge zult 't met mij eens zijn,
dat door 't behouden van dit breede midden
pad en de plaatsing van 't aardewerk aan beide
zijden daarlangs een bijzonder geslaagd ef
fect verkregen is.
Doch er is meer. Weet ge wat 't zegt
texticlen te exposeeren zonder dat eenige ramme
ling of disharmonie in kleuren en vormen
wordt verkregen ? Kent ge de moeilijkheden,
om het: te veel, te weinig samenpassend, te
kleurige, te eentonige te ondervangen? Om
in al die kleurige voorwerpen een accoord van
schoonheid te brengen ? Hebt ge daarvan
ondervinding, dan zal 't u treffen, met hoe
veel smaak en ontwikkeld kleurgevoel de
Direkteur van het Museum Otto van Tussen
broek de voorwerpen schikte. Zie die fel pur
peren zijden lap met groote bloemen. Ze is
als met losse hand geworpen over een
etalageopbouw. Als om het afglijden te voorkomen,
staat tusschen zijn plooien een diep-blauw
porceleinen vaasje. Wondermooie
kleurspeling! En die treft u hier en elders telkens weer,
als ge er oog voor hebt. De kastjes-inbouw
komt aan de harmonieuse kleurschikking
zeer ten goede. Hoe fraai sober plekt het sterk
gekleurde vloerkleed van Jaap Gidding mid
den in de hall op den parketvloer
Mevr. de Josselin de Jong?Kappeyne v. d.
Copello verzorgt ook op deze tentoonstelling
wederom de bloemensier. Op de breede ven
sterkozijnen vóór de openstaande ramen
staan in groote bronzen vazen hoog
oprankende lentebloemen. Ze doen er intiem, ze brengen
stemming en sluiten elke expositie-afdeeling
als 't ware af tot een afzonderlijk vertrekje.
Met voordacht zijn ditmaal geen bloemen
geplaatst in aardewerk of porcelein maar in
brons en glas. Elke bloemversiering is door
dacht, ze staat er, omdat ze juist daar be
hoort, in die omgeving, bij die
kleurmengeling. Dat voelen wij vrouwen, die veel met
bloemen omgaan, sterk. Daarom geeft het
werk van Mevr. de Josselin de Jong zooveel
te genieten.
De tentoonstelling van weefkunst en ce
ramiek geeft schoonheid in hoogen zin. In
onzen tijd, waarin de opzet der meeste expo
sities als de jaarbeurzen op commercieelen
grondslag berust, is een tentoonstelling als
te Haarlem, die het schoone geeft om haar
zelfs wille een verkwikking.
^Wij gaven hier slechts enkele indrukken
over de inrichting.
In de volgende weken zullen verschillende
demonstraties worden gehouden, 29 en 30
Mei zal dóór Mej. E. Siewertsz van Reesema
het Egyptisch vlechtwerk worden getoond,
5, 6, en 7 Juni zal er op groote en kleine ge
touwen worden geweven. Ook zal men de tech
niek van het pottebakken kunnen- zien.
Dagen dus van kunstgenot voor allen die de
tentoonstelling bezoeken.
ELI s. M. ROGGE
immillllllMlllllllllllllllllllllHJIIIIIIIllllHlllllllllllllllllllllllllMIIIHI
De jour is een hoogst belangrijke dag van
voorname gewichtigheid. Volgens speciale
kalenders worden de verschillende jours be
paald. Ze vallen op oneven dagen van even
maanden, of even dagen van oneven maan
den. Hun tijdrekening isjzeer verschillend van
de Gregoriaansche en veel ingewikkelder.
;.. In het volle bewustzijn, dat ze een dag van
statige belangwekkendheid, van haast plech
tige feestelijkheid voor zich heeft, begint de
huisvrouw den dag van haar jour. Ze consta
teert het feit met een zucht, want eenig be
klag over de beslommeringen des
dagelijkschen levens moet haar arbeid in belangrijk
heid doen winnen. Ze blijft echter volkomen
rustig tot na het ontbijt. Wanneer haar man
en haar kinderen de deur uit zijn, en ze het
rijk alleen heeft, begint de minitieuze voor
bereiding voor het eenvoudige feest. Ze be
kijkt de theetafel in den salon. Elk stukje
keurt ze als een antiquair oud porcelein of
antiek goud en zilver. Ze wijst het
binnenmeisje streng en waardig op kleine tekort
komingen. Dan gaat ze naar haar zilverkast.
Ze bergt daarin de blinkende schatten, die
eens, bij haar huwelijk op een groote tafel
te pronk gestaan hebben op de receptie, als
een pretentieuze expositie van
maatschappelijken welstand. Daar vindt ze haar mooie
zilveren theelepeltjes, in het zwarte etui, als
in een kostbaar bedje van rose of blauw satijn.
Ze wekt ze na hun slaap van af den laatsten
tweeden Maandag of derden Dinsdag. Ze
telt ze met haar oogen en wrijft ze n voor
n wakker met een zilverdoekje. Ze neemt
uit de kast vervolgens het zilveren
suikermandje met het suikertangetje, het bonbon
schaaltje, de gebakschaal met zilveren heng
sel, den taartenschep, en het monument van
de theetafel, het zilveren bouilloir. Al deze
kostbaarheden worden eventjes opgewreven.
Het suikermandje wordt gevuld met klont
jes. Klontjes komen enkel en alleen voor op
jours, en vervullen geen andere rol in de huis
houding. Ze worden met zorg willekeurig
gelegd, en even zorgvuldig willekeurig komt
het suikertangetje, met de twee klauwtjes
of lepeltjes er boven op te liggen.
Zorgzaam als een kind met dominosteenen,
bouwt de huisvrouw daarna een smakelijk
bouwwerkje van flikken en pralines op het
bonbonschaaltje.
Als een delicieus mozaïekje rangschikt ze
koek en banket op de gebakschaal.
Dit alles is een minitieuze arbeid, die den
ganschen ochtend in beslag neemt. De huis
vrouw wordt tijdens haar werk aangegrepen,
door den nerveuzen drang, van niet te zullen
klaar komen. Het assisteerende binnenmeisje
spreekt ze herhaaldelijk vermanend toe. Ze
wordt eenigszins geprikkeld bij kleine tegen
slagen, als het vallen van een bonbon, die het
bouwwerkje moet kronen of het niet passen
van een onwillig koekje. Ze krijgt minstens
migraine. Ze tast met een blik vol leed naar
haar hoofd. Ze is op", als de kinderen thuis
komen, en kan uiterst weinig van hen velen,
en verzoekt hun met eenige plechtigheid,
of ze rustig willen zijn en wat voort willen
maken met koffiedrinken. Bij eenige vroolijke
opleving zegt ze, met een madonnaachtigen
blik : Wat heeft moeder jullie nu gevraagd ?"
Dadelijk na de koffie hervat ze haar werk.
Ze rangschikt bloemetjes. Dan gaat ze zich
kleeden. Ze kleedt zich in een japon, van niet
te uitbundige feestelijkheid, die een cachet
van huiselijkheid moet hebben, doch haar doel
verre is voorbijgeschoten, iets van pretenti
euze intimiteit en geflatteerde degelijkheid.
Ze gaat dan naar haar salon, ruim een uur
voor de eerste vriendin verwacht kan worden.
Ze houdt daar een groote inspectie, en ver
schikt en verzet meubels of bibelots, en keurt
nogmaals haar theetafel. Ze overtuigt er zich
van, dat alles zoo onberispelijk blinkend en
zindelijk is, dat zelfs haar liefste vriendin er
geen aanmerking op zou kunnen maken.
Dan plaatst ze zich op de canapémet een
opengeslagen boek, en tracht de houding aan
te nemen, of alles rond haar, die perfecte
sfeer van gastvrijheid heeft gekregen, zonder
dat ze er zelfs naar heeft behoeven om te
kijken, of het er zelfs nooit anders is geweest.
Ze leest niet, of ongeveer niet, maar wacht in
lezende houding.
Tot de eerste vriendin komt. Deze om
helst ze. Ze omhelst trouwens alle vriendinnen.
Er is heel veel vriendinnen-liefheid in de
athmospheer. Een jong meisje dat geïntro
duceerd wordt in de uitgaande wereld, moet
herhaaldelijk antwoorden: Ja, mevrouw,
heel veel, dol gezellig" op vragen, als: Je ten
nist zeker veel?": of: Je fiets zeker veel?"
waarmede het kind in de algemeene intimiteit
wordt betrokken.
Ongeveer twee uur duurt zulk een jour.
Als allen weg zijn en er perséniemand meer
kan komen, gaat de huisvrouw onmiddellijk
naar haar theetafel en verzamelt de lepeltjes
en de andere zilveren kostbaarheden, die nog
voor den nacht moeten worden opgeborgen.
Aan het eten voelt mevrouw gewoonlijk
nog eenige migraine. De kinderen moeten stil
zijn.
Maar de jour laat toch steeds dat aange
name gevoel achter, van .iets, dat goed ge
slaagd is, waar alle vriendinnen hebben kun
nen constateeren, dat mevrouw een uitne
mende huisvrouw is, die uitstekend kan
recipiëeren.
A K i E T T E
Babbeltjes
EEN HULDE AAN DE. . ONGETROUWDE VROUW
Wat was de oorzaak?
Had de man een moederlijke huishoudster
gevonden, die zijn lievelingsspijzen prachtig
kon klaar maken?. . . .
Hadden koele verpleegsters-handen hem
trouw verpleegd, in een ernstige ziekte?
Hem van den dood gered?
Men weet het niet, maar in Engeland hield
onlangs een der eerste politieke partijleiders
een speech. . . ., die een hulde bevatte aan. . . .
de ongetrouwde vrouw. Aan wat men in
Engeland a spinster" noemt. Uit zijn
rede, die. in druk verscheen, meenen we goed
te doen, voor onze lezeressen, enkele aren"
te lezen.
Want de ongetrouwde vrouw van middel
baren leeftijd kan een troost voor de ge
meenschap zijn.
Het groote wonder is gebeurd, zegt onze
Engelschman. Het ouderwetsche portret",
dat de spinster" vroeger was, wordt lang
zamerhand een overlevering. Het verdwijnt
net als 't gruwelijke portret, dat stiefmoeder"
heette.
We zien beiden alleen nog maar op het tooneel
of, ja voornamelijk op de ---- films.
En het spinster-type, dat daarop verschijnt
is toebereid naar het oude recept : ze is
een soort menschelijke draak, zet rol-oogen
op tegen eiken man, dien ze ontmoet ; en
draagt heur haar in een stijf balletje gehakt".
Denk nu eens aan de nog jeugdige vrouwen
van middelbare jaren, van uit dezen tijd,
na den oorlog.
Zij hebben niets drakerigs, niets stijfs,
zijn. . . . hoogst aantrekkelijk voor 't
meerendeel. Ik ken er, die het geluk van haar
omgeving zijn. Daar heb je haar, laten we
haar Agnes noemen. Zie naar haar knap
gezicht ; knap door nobele gedachten,
En wat een bewogen rijk leven heeft ze
gehad. Eén woord van haar is genoeg om
een jongere, zoekende, bijna wanhopende,
hulp te schenken. Haar léven-lang werkte ze
tusschen kinderen. Nu is tuinbouw haar
verfrisschend, stalend ! element. Zij woont
samen met een vriendin en samen moeten ze
duchtig aanpakken. Zeker, er zijn ook ge
drukte tijden." Maar is gedruktheid een ver
schijnsel, dat alleen bij ongehuwde vrouwen
en jonggezellen voorkomt?,...
Het woord spinster", beduidt weefster".
Welnu, roept onze enthousiast uit: ik zie
een oneindig aantal dappere weefsters, die
prachtige bonte, gouden en schoone draden
spinnen, naar allerlei richtingen. Hoe heerlijk
is haar werk, dikwijls! Dat zal men mij moeten
toegeven.
De spinster uit onze moderne dagen is
nooit een vrouw, die over het hoofd is ge
zien". Het is een vrouw, die eens neen"
heeft moeten zeggen, gedwongen door het
lot. (Want, roept onze enthousiast uit: ik
kan me niet indenken, dat n vrouw door het
leven gaat, die niet minstens door n man ten
huwelijk verlangd werd). De jongeren hebben
haar met een gevoelig oog aan te zien....
Geloof niet, dat eene, die niets ver
telde, ook nooit iets ondervond,"
zegt een waar dichterwoord.
En onze Engelschman besluit :
De vrouw uit de arbeidende klasse, die
niet in het huwelijk treedt, is meestentijds de
steun harer ouders. Sommige bemoederen"
haar moeder, en nemen den last van haar
zwakker wordende schouders, en zijn haar
toeverlaat." En hoeveel werk, dat een
aan ervaring rijp hoofd, en een bewogen
hart, verlangt, is er te verrichten in de
wereld Werk, dat de wordende
menschheid ten goede komt. En dat toch niet gedaan
kan worden, door de gehuwde vrouw, wier
geheele tijd in het huisgezin besteed wordt.
(Ik bedoel nu eens in 't geheel niet: uit
sluitend, koel, hersenwerk". Maar die arbeid
die bezield" gedaan moet worden).
Wees er van overtuigd, dat de spinsters"
aan dit werk, dat de menschheid ten goede
komt, weven met al het hart" en al de ziel"
welke de gehuwde vrouw, die een be
perkter doel nastreeft, niet kan afstaan,
buiten haar gezin. De spinster n.l. heeft meer
tijd voor alle mogelijke activiteit. Zij ontmoet
meer menschen, zij leest meer boeken. Er
gaat breedte van denken, ruimte van blik en
opvattingen van haar uit. Haar leven wordt
nimmer in kleine stukjes verbrokkeld, zooals
dat zoo dikwijls met 't leven der gehuwde
vrouw geschiedt. Zij leeft meer in die wereld,
die buiten de vier muren ademt, en zich be
weegt. En de warmte van haar hart wordt ge
woonlijk niet geconcentreerd |op een beperkt
aantal personen.
Ten slotte roept de enthousiast met over
tuiging uit : ik weet zeker, dat de moderne
spinster, van dezen tijd na den oorlog, zich
nimmer, zooals dat vroeger wel eens uit
melancholie voortkwam, zal verwaarloozen.
Want zij weet ook, dat dikwijls op gevorder
den leeftijd, nog een kapitein op een eenzaam
schip haar wellicht vragen zal zijn
stuurvromv te worden, omdat hij bedacht heeft,
dat huiselijkheid een schat is.... En
welk een glorie, als dan een stuurvrouw
met rijke, gezonde ziel, en dus met aantrekke
lijk uiterlijk, aan boord komt !
b, Hulde aan de spinster van onzen tijd. Wij
hebben haar als een kracht hoog te houden.
Niet alleen.... de gedachte aan den
mogelijken kapitein houdt haar staande, en aan
trekkelijk, roept de schrijver guitig uit. Er
is een hoogere kapitein, n.l.: haar gevoel van
plicht, zich als mensen, zoo fier mogelijk te
doen gelden, en haar eigen waarde aan de
wereld te geven, dat de beste krachten in
haar op tart".
YVONNE DE T E S S A U
IflIlllllfflIJJIIIIIIlflJJIIIIIHIIIIJIIIIflIllllHIflIlllllllllllllflIlflIlllflflIlllllll
IN O EZONDE N
Geachte Redactie,
Om misverstand bij Uwe lezers te voorko
men, moet ik even een onjuiste uitlegging,
door Mevr. Mansfeldt?de With Huberts in
uw blad van 15 Mei, 1. 1. gegeven, van de ge
volgen van de stemming over het Federal
Amendment" in Delaware en Mississipi,
verbeteren. Mevr. Mansfeldt zegt :
Zelfs de vrouwen in de Vereenigde
Staten, die ons reeds zoovele jaren ver
vooruit waren wat het stemrecht betreft,
vragen nu toch ook weer onze hulp, want
de Federal Amendment" waarop zij
zoozeer gehoopt hadden, waardoor het
vrouwenkiesrecht vastgelegd zou worden
in de Algcmecnc Grondwet der Vereenigde
Staten, en dus de strijd in eiken staat
afzonderlijk zou doen vervallen, is
verworpen. Het ging nog slechts om de laatste
loodjes, maar deze Mississipi en
Delaware stemden tegen."
Hierdoor wordt ten onrechte de meening
geuit, alsof nu voor de Amerikaansche
vrou'wen door de stemming van deze Staten Uit
Amendement verworpen is.
EILANDEN EN STRANDEN
De rijwielbond organiseert een tocht langs
de Wadden-eilanden. Niet dat er veel te rij
wieleren valt, maar het begrip begint al meer
en meer door te dringen, dat het moderne
tourisme zich al haast geen beter object kie
zen kan. Wat grootschheid en oorspronkelijk
heid aanbelangt staat het landschap der
Noordzee-eilanden in rang gelijk aan het hoog
gebergte. Zelfs de toeristen van n dag moe
ten dat voelen. Maar wie die stroken lang
en liefderijk doorkruist, vindt er al de emotie
van den bergbestijger weer en geniet van
grootscher oneindigheid, Het zeilen op de Wadden
zee is even interessant en verrassend als een
gletschertocht en voor oningewijden of
onbekwamen ook even gevaarlijk. De getijen
en winden scheppers een eindelooze
afwisseli g, die zelfs het secure motorbootje nog
Hetjdwergstenitje bij zijn nest.
Foto ran tle Red.
verbijsteren kan. In de zeegaten gaan hooge,
klare, groene golven, die mooi wit bruisend
overbtiitelen. Tegen de banken bruist de bran
ding. Maar als de wind gaat liggen en de zon
het wint dan is de Waddenzee een gladde
opalcn vlakte of zilver grijs en donkerder
gestreept in de geulen. Straks komt de eb
en dan vallen alle platen droog om bevolkt
te worden met de speelsche zeehonden en
millioennen watervogels. De eilanden zijn
voor het meerendeel niet anders dan de hoog
ste plekken van de zandbanken, waar het
duin is opgewaaid en waar in stille bochten
het vruchtbaar slib mogelijkheden schept
voor landbouw en veeteelt, al blijven visscherij
en scheepvaart en strandlooperij ook de
heerschende levensopvatting. Onze toeristen zul
len wel het meerendeel van hun tijd doorbren
gen in het bewoonde land, maar toch ook wel
tijd vinden voor de duinen en de stranden.
De stranden vooral, daar kan men iederen
dag zien hoe Nederland werd geboren. Elk
van die eilanden heeft zijn kant, waar het
vernietigd wordt, en een andere zij waar het
aangroeit. Sommige groeien naar alle kanten,
een ander gaat de vernietiging te gemoet. En
alle hebben ze stranden, zooals men die in
Holland niet kent. Alleen dat van Voorne is
er mee te vergelijken, ofschoon ook dat weer
eenig is in zijn soort. Aan den zuidwestkant
van Texel ligt een strand, dat zich mijlenver
uitstrekt en in onzen tijd zelfs het voormalig
eilandje Onrust tot een schiereiland heeft ge
maakt en op sommige plekken van dat strand
vormen zich nu weer heuveltjes en richeltjes,
die telkens *weer nieuwe duinvalleien zullen
afsnoeren en zoo het eiland vergrooten. Vlak
daarbij op de ztiidoostpunt is dat beruchte
Horntje, waar herhaalde
oeverafschuivingen den zeedijk haast onhoudbaar maken,
En ver in het noorden, bij den vuurtoren van
Eierland, is weer een ander strand, een onaf
zienbare zand- en schelpenzee, die nu eens
aanwast,*" dan weer afbrokkelt. De Vlichors
is eigenlijk geen strand, mair een gladgeschaaf
de vloer van een eiland en het wil ook nog
maar altijd niet lukken, dat er zich nieuwe
duintjes van belang op vormen. Een wande
ling, of desnoods een fietstocht van het dorp
Vlieland over de Vliehors en dan het
Eierlandsche gat overvaren om over Cocksdorp
op Texel door te gaan, behoort tot het mooiste
wat je in Nederland doen kunt. De
Terschellinger NoordVaarder vereenigt de eigenschap
pen van het Texelsch strand en van de Vlie
hors en is daardoor een van de meest onder
houdende terreinen ter wereld, maar de be
wonderaars van het traditioneel mooi" land
schap zullen er eerst wel wat vreemd tegenover
staan evenals tegenover de stranden van
Ameland en Schiermonnikoog of de verlatenheid
van Rottum eu de Noordwestplaat.
Op zomersene dagen bij stil weer en onder
den hoogen wolkcloozcn hemel krijgen die
stranden iets bovennatuurlijks. Het lijken
dan zelf eilanden irr een volkomen
spiegelgladde zee, want rondom glinstert en glimt
de spiegelende fata morgana. Een eenvou
dige zandhoop, een helmgroep lijken bergen
aan een verren horizon, zich spiegelend in
een gladde zee en soms komen verre dorpen
of vuurtorens of duinlandschappen hoog in de
lucht hangen, of de zon omgeeft zich met
lichtbogen en stralenkransen en bijzonnen. Een
andermaal weer is het land zelf vast van lijn.
zoowel de duinenrij als de strandreep, maar
de zee woelt onrustig onder een nevelig luchtje
en daaruit klinken stemmen van onzichtbare
vogels. Hoe .ge u ook inspant er is geen dier
te zien maar op menige plaats spat het water
omhoog alsof er een projectiel insloeg. Dan
houdt ook dat op, maar een fijn en helder
gekrijsch nadert al meer en meer en opeens
wiekt ecu groep kleine, onbeschrijfelijk
sierlijke vogeltjes voorbij, die een eindweegs
verder, nu goed zichtbaar, hun fladderend
en zwevend en duikend visschcrswerk op
nieuw beginnen. Dit zijn de zomergasten van
de schelpstranden, de kleinste maar ook de
allermooiste van onze zeezwaluwen of
vischdiefjes. Dwergstern is wel hun beste naam of
ge moest een voorkeur hebben voor het
TexelVan de 48 Staten van Noord-Amerika
moeten 3/4, dus 36 Staten, voor stemmen, wil
het amendement in de Grondwet worden opge
nomen. Daarvan hebben er nu 35 voor ge
stemd en 6 tegen (waaronder de boven ge
noemde).
Van de 7 overblijvende vergadert er nog
een Louisiana" in den loop van deze maand,
terwijl de parlementen van de 6 dan nog
overrblijvende Staten pas in het volgend jaar, een
er van eerst in 1923, bijeenkomen, tenzij er
om een bijzondere reden een bijzondere bij
eenkomst wordt gehouden.
Omdat de vrouwen over heel Amerika
gaarne in het najaar aan de verkiezing van
een nieuwen president wilden deelnemen,
wordt de verwerping van het amendement
door Delaware zoozeer betreurt. Dit toch
was de staat waarop alle hoop was gevestigd.
Indien Louisiana" tegen stemt, en men
heeft niet veel hoop op een andere'uitkomst,
dan is het in elk geval voor de Amerikaansche
vrouwen verkeken, om allen aan de verkiezing
van een nieuwen president in het najaar mede
te werken, wel echter kunnen dit doen de
vrouwen van 15 staten, waar zij het volledig
kiesrecht, en van 13 Staten, waar zij het Presi
dentieel kiesrecht bezittten.
Als nu nog maar n van de Staten, die het
Amendement nog behandelen moeten voor
stemt, dan is de strijd in Amerika gewonnen,
zij het dan niet zoo vroeg als de vrouwen
gehoopt hadden.
Maar ook in Delaware schijnt er reden te
bestaan om op de gevallen stemming terug
te komen, zoodat het mogelijk is dat Delaware
toch nog de 36e Staat wordt, die noodig is,
om het vrouwenkiesrecht in de algemeene
Grondwet van de Vereenigde Staten opge
nomen te krijgen.
Van eene verwerping van het Amendement
is dus voorloopig nog geen sprake.
ALETTA H. JACOBS
miiiiiiiilllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii,
Lente
Er is een ruischen om ons heen,
Een suiz'len en een zuchten
Van tal van liedjes in majeur,
Die trillen in de luchten.
't-Zijn de herauten der geboort
Van 't jonge, nieuwe leven,
Dat straks het land weer tooien zal
En nieuw genot zal geven.
Er gaat een suiz'len over d' aard',
Of zuiv're klanken vielen.
Dat zijn d' accoorden hooggestemd
Der reine kinderzielen.
Het is een profetie, dat eens,
Hoe bang de mensch moog' klagen
De wrecde obsessie wijken zal,
Een nieuwe lent' zal dagen !
A. KLEI N?v. D. L E ij
ttiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiin
meartyaüaninfuzt
om aan. uzauzre.
reparatie, ote
meeste, aandoeht
te
sche blauwwaterstar" of het Amelander
klikstins". Nog andere zeezwaluwen bewo
nen deze stranden en die maken plaatselijk
ook een geweldigen indruk, maar het
dwergsterntje is overal verspreid, en vischt langs
alle kusten. En het bewoont in kleine groep
jes, maar vaker nog eenzaam, het blauwig,
gelig schelpenveld, waarin ge de doffe,
blauwigwitte, vlekkige eieren niet eens zoo ge
makkelijk opmerkt, al verraadt ook het woe
dende, schreeuwende vogeltje hun aanwezig
heid. Daar liggen in liet lauwe zonnige zand
nog andere kleine eitjes, van vlugge kleine
vogeltjes, die voor uw voeten voortloopcn
met angstig beweeg van kleine vleugels. Dat
zijn de pleviertjes, de bontbek eirde
strandplevier, beide nog mooier dan het
dwergsterntje aangepast aan een omgeving van
zand en schelpen. Er is haast geen grooter
contrast denkbaar dan deze tecre
zomervogeltjes, hun eitjes in 't bewegend zand en de
groote, sterke zee, die soms, zooals verleden
jaar in Juni al dat leven wegvaagt. Maar het
begint altijd weer opnieuw en thans nu arti
kel 2 van de vogelwet de sterns vrijwel voor
goed beveiligt tegen hun ergsten vijand, den
mensch, mogen we hopen, dat het ongerepte
strand zijn levend sieraad in vollen overvloed
mag behouden. )n alle andere deelen van ons
land worden we beëngd door de steeds toe
nemende cultuur, maar de machtige ze&
zorgt er voor, dat het strand vrij blijft. Dt
eenige beperking die ge op de Noordzee-eilan
den ondervindt, komt door de schietoefenin
gen van het garnizoen van den Helder, die
Texcl's zuidkust onveilig maken. En eenander
menschelijk strandbcdrijf, oneindig veel in
teressanter, is het werk aan de strandhoofden
van Vlieland, die de duinen daar voor afslag
moeten beschermen en het stuk van 't eiland,
dat nu nog bestaat moeten behoeden voor het
lot, dat het zuidelijk deel heeft getroffen en
ons den Hors bezorgd heeft.
Straks verlaten wij het barre strand en
zoeken de bekoorlijke duinen.
l A c. P. T n ij s s i;