De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 29 mei pagina 2

29 mei 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 29 Mei '20. No. 2240 zou treffen en de meest vermogenden zou ontlasten. Want de minst draagkrachtigen, dat zijn zij die alleen of hoofdzakelijk inkomen uit arbeid hebben zouden geheel vallen onder de groote stadsbelasting, terwijl zij die voornamelijk inkomen uit vermogen hebben, hoofdzakelijk slechts de veel lichtere platte-* landsbelasting zouden te dragen krijgen. Ik geloof daarom, dat men het best zal doen, door de forensenbelasting maar te laten .zooals zij is. In geen geval echter gaat het aan, om, tegenover de zeer ernstige nadeelen, waarmee het Regeeringsvoorstel de plattelandsforensengemeenten bedreigt, en waarop door Hilversum en Baarn reeds is gewezen, maar leukweg te zeggen, zooals de Minister doet, dat die nadeelen maar moeten worden aan vaard omdat de groote steden worden gebaat. Terwijl dit laatste, gelijk ik reeds betoogde, niet eens in belangrijke mate zal geschieden. Althans niet openlijk en direct. Indirect en bedektelijk echter waarschijnlijk wel. Maar dat is dan ook het leelijke in dit voorstel. De verdubbeling van de forensenbelasting zal ongetwijfeld allicht werken als rem tegen het forens-worden en dus een zeker aantal contribuabelen (niet eens echter de zér vermogenden want die zullen door de ver dubbeling het minst worden afgeschrikt) er van weerhouden, forens te worden. Op den " bodem van dit heele forensenvoorstel vinden wij dan ook de oude, benepen, kleine grootestadsgedachte: geen forensendom. Dezelfde gedachte ik wil niet zeggen dat ze bij den Minister bewust aanwezig is die de drijf kracht is tot zoo menig hongerig annexatie plan. Het is nu reeds twintig jaar geleden, dat ik het forensendom (dat toen eigenlijk nog pas in opkomst was) heb hooren verdedigen... in den Raad van Amsterdam en wel door den toenmaligen burgemeester van Amsterdam: Mr. S. A. Vening Meinesz. Die had een wat breederen kijk op het forensendom en zag wat verder in de toekomst van onze natuurlijke gemeente-ontwikkeling dan destijds de meesten zijner stadgenooten. Het forensisme is inderdaad, als logisch gevolg van de snelle verbetering onzer moderne verkeersmiddelen (ik spreek nu over het forensendom in zijn moderne, twintigste-eeuwsche gedaante en omvang), iets dat men een maatschappe lijk natuurverschijnsel zou kunnen noemen. En zulke brokken van natuurlijke maatschap pij-ontwikkeling moet men niet trachten uit te snijden. Want het forensisme heeft tweeërlei natuurlijke oorzaak en is dus in tweeërlei opzicht een natuurlijk verschijnsel. In zooverre als het voortkomt uit het verlangen naar ruimere woning, naar frisschere lucht en naar rust na den arbeid, is het een natuurlijke en heilzame correctie op de te sterke spanning van het groote-stadsleven. En in zooverre als het een gevolg is van het opdrijven der belastingen in de groote steden, is het een even natuurlijke en heil zame correctie op die neiging waartegen meer en meer elke andere rem machteloos wordt. In dit opzicht is de werking van het foren sisme in de laatste jaren van steeds meer toeteekenis geworden en zal het dit nog steeds meer worden als het Regeeringsvoorstel geen wet wordt. Men jammere (dit ten slotte) toch niet al te zeer in de groote steden over het forensen dom, dat slechts voor 1/3 belasting in de stad tiet aal t. Het heeft zich daarvoor immers dan ook den last van het heen en weer reizen te getroosten en bezit geen stem over die belasting waaraan het dan toch meebetaalt. Maar bovendien zal de tijd, op den langen duur, ook de verschillen op dit punt ver zachten. Plattelandsgemeenten die veel foren sen als inwoners krijgen, moeten allengs meer en meer kosten maken van onderwijs, van rioleering, wegenaanleg, verlichting enz. en zullen zoetjes aan ook hare belastingen moeten verhoogen. Thans is het forensendom nog een financieel nadeel voor de werkgemeenten, doordien het eenige rijken uit die gemeenten weghaalt en arbeiders misschien nog meer toevoert dan eraan onttrekt. Maar ook arbeiders worden reeds forensen en zullen dit, door de voortdurende verbetering der verkeersmiddelen, in steeds toenemend aantal "worden. Over een halve eeuw zullen de ver schillen in belastingheffing tusschen woonen werkgemeente niet zoo hél groot meer zijn. En welk een nut heeft het forensendom dan ook gesticht, nu reeds, op 't stuk der assaineering van het platteland \ Men trachte dit natuurlijke en heilzame cultuurproces dus niet te stuiten. En geve niet toe aan een voorstel.dat niet schijnt te zijn geboren in de frissche buiten lucht maar in Groote-Stadslttcht. Van een ietwat onfrissche soort. C. K. E L o u T mm BMTW TOEZEIDIIG UK VAN DER HOOP'. MEUBELBEWARINQ. EN TRANSPORT MIJ AMSTERDAM ... ? ? , \ TA" H**" L**TST tltlllltlri \ VERSCHENEN PROSPECTUS/ fc ^^^ TELEFOON \ / HU ZUID IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimitiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Het moet voor president Deschanel, den correcten, keurigen vertegenwoordiger van Frankrijk's nationale eenheid, een pijnlijk oogenblik geweest zijn, toen hij na zijn val uit den trein, in 't nachtelijk duister, in pyjama gehuld, zich bekend moest maken aan een spoorwegarbeider.. .. misschien wel een com munist ! Gelukkig heeft de man den heer Deschanel niet voor een gek of een oplichter gehouden maar het staatshoofd naar een wachthuisje gebracht en dubbel gelukkig is de president met 'n paar blauwe plekken en den schrik van het ongeval afgekomen. Overigens, sensationeel moge dit geweest zijn, een kolossal ,,fait divers", 'n zaak van politiek belang is het niet geweest, zou het ook dan niet geweest zijn als het minder onschuldig afgeloopen was, want een president der Fransche republiek is niet als de president der Vereenigde Staten een politieke persoonlijkheid, doch slechts een representatieve en de heer De schanel voldoet in dit opzicht aan alle eischen, misschien zelfs meer dan noodig is. Dit was derhalve niet ,,de gebeurtenis van de week" ; trouwens de week was niet rijk aan groote gebeurtenissen, ofschoon wel aan groote verwachtingen, waarvan de ge wichtigste : de daling der prijzen. Meer dan vijf jaar lang hebben wij over niet anders ge hoord dan stijging der prijzen en toen wij bij het einde van den oorlog naïevelijk een keer van 't getij verwachtten, kwamen theore tische en praktische economisten ons verze keren dat we er niet op te rekenen hadden en dat de stijging nog wel 'n paar jaar zou aan houden. Zij hebben gelijk gehad, en zoo klinkt nu het bericht dat in Amerika en Engeland inwaarheid eenige prijsdaling ingetreden is en dat ook in Duitschland daling verwacht wordt, ons als muziek in de ooren. Intusschen, wij maken ons geen illusies en wij gelooven niet aan prijsdaling als blijvend verschijnsel, voor dat we het zelf eenige maanden lang onder vonden zullen hebben, want wij weten te goed, dat de prijsstijging, naast kunstmatige ook zeer rëeële, natuurlijke oorzaken heeft gehad, voornamelijk gelegen in het tekort aan goederen en het teveel aan ruilmiddel, en wij weten ook dat die oorzaken nog niet PREDIKANTSTRACTEMENTEN IN DE HERVORMDE KERK (Op uitnoodiging der redactie heeft de vorige week Ds. D. Boer een artikel geschre ven over de beweging in de Herv. kerk om tot verbetering der predikants-tractementen te geraken. Zij heeft ook Prof. Slotemaker de Bruine, die op een ander standpunt staat dan Ds. Boer, bereid be vonden om zijne meening over het genoemde onderwerp voor de lezers van dit weekblad uiteen te zetten.) Het is een uiterst verdrietig werk om te schrijven tegen het ontworpen Reglement op de predikantstractementen ; al was het alleen maar vanwege den zeer grooten nood in menige pastorie. Als ik het desondanks doe, geschiedt het om de benauwende overtuiging, dat het reglement niet zal kunnen uitgevoerd worden en dat dus een poging daartoe moet uttloopen op misluk king. Op teleurstelling derhalve in de pasto rieën te wreeder, omdat er hoop was ge wekt ; waarschijnlijk ook op een nauwelijks herstelbare verwarring in de kerk. Er zal schade worden gedaan en onze predikants gezinnen zullen niet geholpen zijn. Waarom is dit reglement onuitvoerbaar? Ik zal mij zelf bij de beantwoording dezer vraag opzettelijk verzwakken, doordat ik alle principieele vragen rusten laat. Over practische vragen kan men discussieeren en daaromtrent door argumenten elkander over tuigen ; op principieel gebied kan men alleen over en weer getuigen. Ik vermijd dus voor het oogenblik dit laatste terrein. Maar men herinnere zich, dat het wel bestaat en dat het van meer gewicht is, ook van meer invloed dan al het practische tezamen. De bezwaren, waarover ik wel spreek, zijn van drieërlei aard, alle volgend uit n historisch gegeven. De Hervormde kerk bestaat namelijk uit gemeenten en niet uit leden en lidmaten. Deze laatsten vormen de gemeente ; de gemeen ten vormen de kerk. Zoo staat het in het geldend kerkrecht. Maar ook en dat is van veel grooter belang zoo volgt het uit den gang der dingen sinds het christendom in deze landen is geplant. Hieruit volgt, dat de gemeente voor de tractementen zorgen moet; dat de fondsen gemeentelijk zijn en dat in elke gemeente een administratief lichaam aan wezig is, aangewezen om de zorg op zich te nemen. Ik bedoel met deze uiteenzetting niet, het bestaande te verdedigen; ik constateer al leen. Met dit bestaande nu breekt het ontwerpreglement. Niet in dezen zin, dat wordt voor gesteld, het Algemeen Reglement te veran deren en dan op een nieuw-verkregen grondslag verder te bouwen. Doch in dezen zin, dat men ondanks den bestaanden grondslag gaat bou wen op een anderen, niet of althans nog-nietbestaanden grondslag. Eerst volgt hieruit een juridisch bezwaar. De kerkegoederen zijn tot heden geacht bestemd geweest te zijn voor de kerkelijke behoeften ter plaatse. Geschiedt dit terecht, dan kunnen zonder radicale verandering langs politiek-legalen weg de pastoralia en kerkegoederen niet worden aangewend voor een andere gemeente. Dit staat vast. Het staat niet vast, dat de goederen niet elders mogen aangewend worden ; het staat wel vast, dat hier een kwestie is. Wie hangende deze kwestie een reglement en een geheele regeling bouwt op een nog niet verkregen oplossing van de kwestie, bouwt zijn huis in de lucht. Voorts rijst een aantal administratieve bezwaren. Ik noem er maar enkele. Alles wordt gecentraliseerd. Eén raad van beheer moet alle dertien honderd liggers onderzoeken en goedkeuren; niet eenmaal, doch jaar op jaar, omdat er ieder jaar verandering kan gekomen zijn. Eén centraal lichaam zal van alle leden der kerk jaarlijks /1?hoofdgeld innen. Bovendien worden alle lidmaten aan geslagen naar hun jaarlijksch inkomen. Ge steld, dat dit inkomen aan de kerk bekend wordt door middel van de kohieren, dan moet toch nog voor ieder afzonderlijk een beschrij vingsbiljet worden uitgereikt en opgehaald, daarna de aanslag worden vastgesteld. Alles volgens art. 18. Want de Synode heeft het voorstel verworpen, dat de kerk den aanslag in de kohieren tot grondslag nemen zou ; zij wil een eigen regeling van den aftrek en een eigen wijze van aanslag. Een eenvoudige berekening van het aantal bureaux en ambte naren en bureau-kosten doet zien, dat de daar voor geraamde twee ton daarvoor veel en veel te weinig is. En dit geld moet op tafel liggen, eer men kan beginnen ; niet met het uitbe talen van de predikantstractementen of zelfs met het innen van de millioenen, maar eer men kan beginnen met het benoemen van de hoogere en de lagere ambtenaren en met de inrichting van den dienst. Vanwaar dit geld komen moet, kon tot heden niemand zeggen. Eindelijk zijn er de psychologische bezwa ren. Ik noem er slechts twee. Als ik de straks bedoelde rechtskwestie laat rusten, mag ik toch zeggen, dat wij nimmer in de histo rie geleerd hebben, dat de eene gemeente voor de andere zorgen moet; dat het derhalve enkele jaren duren zal, eer zij dit heeft ge leerd ! Tijdens dit proces komt het geld slechts zeer gedeeltelijk binnen. Maar de tijd voor dit psychologisch proces moet gegeven worden en iedere regeling moet daarmede rekenen. De administratieve bezwaren zouden voor een groot deel ondervangen wezen,|als]men de zaak had gedecentraliseerd en gebruik ge maakt had van de overal reeds lang bestaande iiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 l en werkende beheerscolleges. Nog zal het mogelijk zijn, indien weg te gaan. Maar het zal óók tijd vergen, eer dit vlot loopt. Ieder kenner weet wel, waarom l En nu lette men bovendien op art. 35, waarin de Synode?men gelooft zijn oogen niet alle plaatselijke hoof delijke omslagen afschaft, hoewel zij daarover niets te zeggen heeft. Zonder dit artikel is de zaak niet) uitvoerbaar ; want er kunnen geen twee kerkelijke hoofdelijke omslagen komen : n voor de kerk, n voor de gemeente. Men «chaft dus de laatste af, met openlating alleen van de mogelijkheid, dat de gemeente op centen heft. Misschien kan ook dit in orde komen en is de royale, gestadige medewer king van kerkvoogden te verkrijgen. Doch ook dit vraagt tijd ; zacht uitgedrukt al weder. En nu moge menbij deoverwegingdezerbezwaren ten slotte zich dit nog herinneren. Bij beleidvolle en geleidelijke invoering van dit reglement zou er wellicht veel terecht kunnen komen. Maar het kan niet geleidelijk ingevoerd worden. Inzake de tractementen is het zulk een goede en nauwsluitende eenheid, dat het als geheel moet worden uitgevoerd óf dat het niet uitgevoerd kan worden. Men heeft niet voortgebouwd op den bestaanden grondslag om zoo snel mogelijk doch geleidelijk te ver beteren ; maar men breekt alles af en behoeft een compleet nieuw gebouw. Komt dit er niet ik meen op de aangegeven gronden, dat het er niet en zeker niet aanstonds komt dan zijn onze pre dikanten door het radicale niet gebaat. Blijft de noodzaak om in te grijpen langs minder radicalen en meer vruchtbaren weg. Dan wordt minder bereikt, dan wat het reglement in uitzicht stelt, doch meer dan wat het levert. En dit beslist. Zulk een weg moet gevonden worden door de vermijding van de hier alles-beslissende fout: het uitgaan van iets niet-bestaands. Er moet worden uitgegaan van het bestaan de ; d.i. van de plaatselijke gemeente en van haar plicht, om voor het tractement te zorgen. Daardoor wordt een rechtsgrond gewonnen n worden vrijwel alle administratieve bezwaren weggewerkt, omdat nu dezelfde organen kun nen worden gebruikt, die reeds gefunctio neerd hebben. De Synode beginne dus met vast te stellen, welk minimum in een gemeente gelden moet in iedere gemeente ; in de groote stads gemeenten meer dan in de kleine dorpen eer de kerkelijke besturen hun onmisbare medewerking geven voor het verkrijgen van een predikant. In veel gemeenten zal deze enkele maat regel voldoende wezen. In andere gemeenten, waar men er toe in staat is, zal men weigeren uit onwil; men" d.i. de kerkvoogdij.Daar komt dus geen predikant. Wij zijn overtuigd, dat in zulk een gemeente in verre de meeste gevallen de afkeurende publieke opinie bij machte zal zijn om onwilligen tot rede te brengen. Gemeenten, die niet vacant zijn, onder vinden van dezen maatregel den invloed niet. Maar ik heb geen het minste bezwaar om aan deze bepaling terugwerkende kracht te geven in dien zin, dat het minimum moet betaald zijn sinds het vastgesteld is of anders desnoods najaren moet zijn aangezuiverd, eer er dan een beroep kan worden uitgebracht. Blijven de gemeenten, die onmachtig zijn om het vereischte tractement bijeen te brengen. Een enkele maal zal hier reden zijn tot dispensatie uit verschillenden hoofde. Als regel moet hier worden geholpen door de kerk als geheel. In beginsel gebeurt dit nu ook reeds door mid del van de verschillende fondsen; maar, gelijk bekend is, veel en veel te weinig. Hier moet zeker radicaal worden ingegrepen. Alleen schijnt mij hiervoor het middel van een hoofdelijken omslag over de leden der kerk om de bovengenoemde redenen onuit voerbaar. Maar een omslag over de gemeenten der kerk schijnt wel zeer aanbevelenswaardig. Deze moet dan worden vastgesteld in verband met talrijkheid en gegoedheid. En de wijze, waarop per gemeente deze omslag zal vvorden opgebracht, kan volkomen ter beslissing van de gemeenten worden gelaten. DEVO Geurige Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'9 HolL SlgirenfabrUk UTRECHT iitiimliHiiiffiiiililllllliliiiiiliiiiiiiiiiitiiiiiillillliiiiilliillllliilllilililllllllllllllllllilllllltllilllllllliilllllllllillllilllllllllliiil weggenomen zijn. Dus maken wij ons niet blij met den dooden musch maar volstaan met een zeer bezadigde voldoening over dit eerste voorteeken van economisch herstel, als hoe danig wij misschien ook de vrij sterke stij ging van mark en franc mogen beschouwen. Inderdaad geven de resultaten van San Remo en Hythe een straal van hoop en dat.oud president Poincarébedankt heeft voor het lidmaatschap van de commissie van herstel, versterkt ons optimisme, want wat beduidt dit anders dan dat de man die Duitschland insolvent wilde houden, ziet dat hij niet meer tegen den nieuwen stroom op kan? De stijging van de franc wijst er ook op, dat de i internationale geld wereld de economischpolitieke troebelen waaronder Frankrijk ge bukt gaat, niet ernstig inziet. Toch is de toe stand nog immer niet in het reine: er wordt nog gestaakt op spoorwegen en in mijnen, de C.G.T. heeft zich nog niet gewonnen ge geven, en dat de ondergrondsche communistiche propaganda zeer ijverig is in Frank rijk en een vruchtbaar terrein vindt, kwam aan het licht bij de gevangenneming van enkele leiders, terwijl Millerand's mededeelingen in de Kanicr over den geringen omvang van 't gevaar hoogstwaarschijnlijk te zwak ge kleurd waren. De geweldige meerderheid waar mee de Kamer haar vertrouwen in de tegen woordige regeering te kennen gaf, geeft vermoedelijk de mecning van de natie niet getrouwelijk weer. De stakers hebben overigens ondanks hun nederlaag, ccnig succes te boeken, want het wetsontwerp tot reorganisatie van de spoorwegen kan niet anders dan als een concessie opgevat worden. Met hoopvolle verwachting vervulden ons in de laatste dagen een aantal berichten uit Engeland : er bloeit daarginds een gezond nieuw en toch ook weer oud politiek leven op ; de politiek groepeert zich als van ouds om Tory's en Wlügs, conservatief en liberaal, en de coalitie, product van den oorlog en thans in het leven gehouden zoolang het gaat door Lloyd George, die immers op een coalitiemeerderheid steunt, verliest terrein. Het blijkt uit den uitslag van tusschentijdsche verkie zingen, rnaar vooral blijkt het uit de wijze waarop de pers en de openbare meening reageeren op de brandende quaesties van den dag. Dat bleek dezer dagen uit den weerklank dien twee redevoeringen wekten ; een van Sir Henry Wilson, chef van den grooten ,,imperial" staf, en een van Asquith, die na zijn wederverschijning in het lagerhuis steeds meer op den voorgrond komt. Sir Henry's rede was een Ludendorff waardig : de oorlog is een onuitroeibaar verschijnsel en de volkeren moeten er rekening mee houden en zich niet door pacifisme e.d. in slaap laten sussen. Dat beduidt dus zoo de liberale pers in koor dat we niet meer op den volkenbond behoeven te hopen, maar ons met alle krach ten moeten wapenen op den volgenden oorlog, d.w.z. dien volgenden oorlog zeker maken en daarmee de revolutie en ondergang van de Europcesche cultuur die onvermijdelijk op een volgenden oorlog volgen zal ! Winston Churchiil heeft 'n paar dagen later in het lagerhuis den generaal in bescherming genomen en gezegd, dat hij 't zoo kwaad niet gemeend had, maar dat was natuurlijk slechts een doekje voor het bloeden. Asquith's redevoering was een tegenhanger van die van Sir Henry. Hij sprak van den ellendiaen toestand dezer wereld, ,,waaraan de vrede nog meer schuld heeft dan de oorlog," en met deze woorden heeft hij als 't ware een leuze gegeven aan de politiek van die libe ralen die van Lloyd Oeorge's coalitie niet gediend zijn, maar eigen wegen willen gaan in overeenstemming met de oude beginselen van het Engelsche liberalisme. Inderdaad voeren Asquith's aanhangers sinds maanden reeds strijd tegen den slechten vrede". De leer van Keynes c.s. is de leer van de consequente Britsche liberalen geworden, die voorhands in het lagerhuis nog maar slecht vertegenwoor digd zijn doordat de verkiezingen gehouden werden daags na de overwinning, maar die in aanhang winnen naarmate de oorloesgeestwijkt voor de vredestemming, voor wieinvloed Ook Lloyd George zoo beducht is, dat hij in zijn internationale politiek in hooge mate niet hen rekening houdt. Om Lloyd George groepeeren zich aldus de oude Tory's, om As quith de Whigs en zoo herstelt zich in 't Vereenigd Koninkrijk de eeuwenoude poli tieke partij-scheiding alleen de arbeiders staan daarnaast als een geduchte factor. Het was naar aanleiding van den PoolschRussischen oorlog, dat de tegenstelling scherp aan 't licht trad in het parlement, toen de liberale sprekers Bonar Law de bekentenis afdwongen dat Engeland de Polen gesteund heeft niet wapenen, en het liberale verzet tegen de geheime bcoorloging der Sovjet republiek door de Engelsche regeering is nog feller geworden na het bericht dat de Russen troepen hebben geland in Per/Je en op weg zijn naar Teheran. Blijkbaar is de regeering zelf met deze Persizche aangelegenheid niet weinig verlegen, want daar zit veel aan vast : met Perziëis verleden jaar een protectoraats verdrag gesloten, d.w.z. Perziëzou den weg van Egypte opgaan en gaandeweg tusschen Men bedenke voorts, dat het bedrag minder groot behoeft te zijn naar mate het aantal gemeenten grooter wordt, die uit eigen kracht het minimum halen ; en dat dit weder het geval kan wezen naar mate het minimum lager gesteld wordt. Dit nu zal mogelijk wezen om de navol gende reden. In het ontworpen reglement bestaat het tractement uit twee gedeelten; een vast gedeelte : hoofdsom plus pastorie; een ver anderlijk gedeelte : kindergeld en periodieke verhoogingen. Deze scheiding neem ik gaarne over; zij beantwoordt aan een overtuiging inzake kindertoeslag en dienstjaren, die in het soci ale leven al sterker wordt. Het is dan echter volkomen logisch, dat de gemeente zorgt voor het vaste gedeelte, de kerk voor het veranderlijk gedeelte. Kindergeld en periodieke verhooging kan niet op de plaat selijke gemeente worden gelegd; evenmin als dit b.v. in het particuliere industrie-leven op de schouders der particuliere ondernemingen gelegd wordt. Deze gelden moeten gevonden worden uit het fonds der kerk. Uit een omslag over de gemeenten worde dus het geld gevonden, noodig om de tracte menten der onmachtige gemeenten op het vaste peil te brengen n noodig voor de ver anderlijke uitkeeringen. Ik verwacht niet, dat zonder dwang deze omslag aanstonds door alle gemeenten zal worden betaald. Toch pleit ik hier niet voor dwang ; en dat wel hierom ! Er is op dit ter rein door overtuiging veel meer te bereiken. Hier kan zeker de gemeente opgevoed worden tot solidariteit. En dit zal te gemakkelijker gaan, naarmate de grondslag van dit plan meer normaal is en meer in de lijn der bestaan de toestanden dan het plan van het ontworpen reglement. Eindelijk is er het groote voordeel, dat hier onmiddelijke aanvankelijke uit voering mogelijk is met geleidelijke uitbrei ding daarvan naar mate de zaak meer po pulair wordt en dus de gelden ruimer vloeien. Overigens worden aan administratie-kosten vele, vele duizenden gespaard. Wat aldus in uitzicht wordt gesteld, blijft beneden de hoop, die door het reglement gewekt wordt. Maar het mindere, dat komt, is meer dan het meerdere, dat niet komt. Utrecht. J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE ?IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllltlllllllllllllllllmMIHIIMMIMItnflllUMU DE KANAAL-TUNNEL Mesoptamiëdat immers bij het Turksche verdrag aan Engeland toegewezen werd en Britsen-Indiëeen deel worden van GrootBrittanje's koloniaal gebied. De Sjah maakte een reis naar Londen, en kleine Britsche garnizoens werden over de Perzische steden ver spreid. Niets zou dus meer voor de hand liggen dan dat, nu de Britsche macht op een zoo gewichtig punt door de Russen bedreigd wordt, de Engelsche regeering meer troepen naar Te heran en Kaswin zond om de Russen te ver jagen. Evenwel, blijkbaar aarzelt zij om dit te doen. Waarom? Ten eerste vermoedelijk, omdat zij zeer zuinig is op haar troepen en tegenover de oppositie in liet parlement geen groote uitgaven voor militaire doeleinden durft te verantwoorden. Maar ten tweede. omdat de bondgenooten Engeland's oostersche politiek met wantrouwen gadeslaan. Men kan elke week in de Temps" lezen, dat het Britsche-Perzische verdrag onvereenigbaar is met den Volkenbond en de onafhankelijkheid van Perziëaantast ; voorts dat de Engelschen die in Konstantinope\ den baas spelen een vol komen egoïstische Engelsche politiek voeren, een politiek trouwens die gedoemd is om op een debacle uit te loopen, omdat de Sultan heel geen gezag meer heeft in Klein-Azi en het vredesverdrag hem belet een leger te vormen dat zijn gezag herstelt. Kortom, aldus de Fransche meening, het loopt' in het oosten mis en de reden daarvan is in de eerste plaats, dat Engeland geen eerlijk spel speelt en uit sluitend eigen voordeel najaagt. Zoo moet de regeering in Londen bij haar oostersche politiek rekening honden met het verzet van haar bondgenooten en de oppositie in eigen land, terwijl deze krachten in zeer verschillende richting werken : de oppositie in Engeland n.l. in die van overleg met de Bolsjewiken, hetgeen de voornaamste antiEntente-macht in het oosten zou wegnemen, het verzet van Frankrijk echter juist anders om, daar dat de Engelsche regeering dringt in de richting van een krachtige gemeen schappelijke Entente-actie tegen Rusland ten einde de voordeelen dier actie onder el kaar te verdeden. Dit verklaart voldoende de aarzelingen der Britsche staatslieden; edoch lang zuilen zij niet mogen weifelen, want de gebeurtenissen kunnen tot daden dwingen. De binnenlandsche moeilijkheden der Brit sche regeering zijn niet minder ernstig dan haar buitenlandsche: de toestand in Ierland wordt met den dag ongunstiger en de mededeelingen van den Lord Kanselier dat er net zooveel troepen naar Ierland gezonden zullen worden als noodig zal zijn tot herstel van de In Engeland gaan nog steeds stemmen op, die zich verheffen tegen een tunnel onder het Kanaal, die Frankrijk en Engeland zou ver binden. De tegenwerpingen zijn hoofdzakelijk van militairen en van economischen aard. In The New World" houdt de Fransche minister van financiën, Francois Marsal, een pleidooi voor de tunnel. Vele Engelschen zijn nog altijd trotsch, zegt hij, op de splendid isolation van hun land." Maar de kracht van die isolatie is gebroken, in dagen van strijd, zoowel als in vrede voor handel en industrie. Wat is de trotsche kruiser nog waard tegen over de onderzeeboot? Giftige gassen brengen dood en verderf S'onder de best beschermde troepen. Het luchtvaartuig lacht wat om de IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII orde, is door de lersche bevolking beantwoord met een daadwerkelijke weigering om oorlogs materiaal te vervoeren, hetgeen de Britsche overheid in de allergrootste moeilijkheid brengt. Hongarije aanvaardt zijn vredesverdrag, zooals de andere verslagenen het hunne hebben aanvaard : de gedelegeerden die het moesten in ontvangst nemen, hebben hun taak nedergelegd, maar anderen zullen teekenen. Hongarije wordt dus een klein land, omringd door machtige en vijandige buren. Zal het zoo kunnen leven? Zal een Hongaarse1! irredentisme stof voor nieuwe conflicten opleveren? De crisis in Italiëis opgelost gelijk verwacht werd : Nitti reconstrueerde zijn kabinet. Natuurlijk wil geen der oppositie-partijen (katholieken en socialisten) regeeren omdat geen de meerderheid heeft, en ten slotte zijn allen wel tevreden met Nitti's bezadigde politiek, die er op uit is Itaiëzich te laten her stellen van den oorlog door goede verhouding met al zijn buren. President Wilson heeft aan den senaat voorgesteld het mandaat over Armeni te aanvaarden, maar zeker zal de senaat weigeren, gelijk ook Wilson zijn veto uitspreekt over eiken maatregel van den senaat. Deze beide organen van het Amerikaansche staatsleven beletten elkaar te regeeren gelijk in het oude Rome twee consuls die het samen niet kouden vinden, en tot aan de presidentsver kiezingen van dit najaar is er van Amerika voor de wereld-politiek niets te verwachten. Carranza, de onttroonde Mexicaanschc president, is ten slotte niet kunnen ontkomen, maar is op zijn vlucht gedood. Zoo was het lot van menig Mexicaansch president vóór hem. Het is zeer twijfelachtig of Oregon's heerlijkheid van langen duur zal zijn. Eindelijk : het Belgisch-Nederlandsen ver drag dat dezer dagen onderteekend zou worden, bleet' ongeteekend omdat de Belgen er niet aan willen, zoolang onze regeering in de quaestie van de Wielingen d.i. de diepe vaargeul die de eigenlijke toegang tot Vlissingen is, maar die voor de Belgische kust ligt niet toegeeft. Over dit buitenlandsch-binnenlandsche vraagstuk kan moeilijk in enkele woorden geschreven worden. Bovendien zijn wij hier over haar slechts ingelicht door zeer tenden tieuze Belgische berichten, terwijl wij onze meening liever zouden steunen op authentieke Nederlandsche gegevens. J. C. VAN OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl