De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 5 juni pagina 2

5 juni 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 5 Juni '20. No. 2241 ZOMER-IDYLLE Ttekenlng voer de Amsterdammer" van Jordaan Alle Menschen werden Briider!" herziening van de traetaten van 1839". Vermoedelijk zal die verklaring" reeds bekend zijn gemaakt, wanneer deze regels in druk verschijnen. Wij hopen en vertrouwen dat onze regeering met niet minder stevige argumenten voor den dag zal komen dan de Belgische; over de redenen van hooge politiek," die de houding van de Belgische regeering zouden kunnen verklaren, mag zij zich natuurlijk niet uitlaten ; maar men mag van haar verwachten, dat zij een duidelijk expos geeft van de Wielingen-quaestie en het aannemelijk zal maken, dat Neder land in deze aangelegenheid stijf op zijn stuk moest blijven staan. Maar ook al zal het haar gelukken, eiken twijfel weg te nemen aan de rechtvaardigheid van de Nederlandsche zaak, dan nog men moet haar ver wijten, dat zij zoolang daarmede ge talmd heeft. Want aan onjuiste of scheeve mededeelingen over een zoo belangrijk onderwerp als het onderhavige moet men'niet, door ze een tijdlang onweer sproken te laten, de gelegenheid bie den de openbare meening op een dwaal spoor te brengen : men moet ze logenVRAAGTs Si-FA-Ko SIGARLM Het voornaamste Seriemenk HET KRANTENMONOPOLIE VAN HÜGO ST1NNES g door QEORO BERNHARDT, Hoofdredacteur der Vossische Zeitung (Dr. Georg Bernhardt werpt in het onder staande artikel, waarin hij den groot-indu strieel Hugo Stinnes, die op reusachtige schaal allerlei bedrijven, vooral kranten opkoopt, (Rijksminister Giesberts verklaarde in Dortmund, dat Stinnes reeds 64 kranten heeft ge kocht), als een gevaar voor de jonge Duitsche republiek behandelt, een helder licht op de kapitalistische invloeden in en op de zooge naamde sozialistische Republik." Bernhardt, een der bekendste Duitsche jour nalisten, werd in 1875 geboren te Berlijn. In die stad bezocht hij het gymnasium en de universiteit. Nadat hij gedurende eenige jaren bankbeambte was geweest, wekten zijn eco nomische en politieke artikelen in verschillen de Berlijnsche bladen eenig opzien. Als mede werker aan Die Zukunft" van Harden kreeg hij een grooten economisch-politieken invloed, die nog steeg, toen hij het tijdschrift Plutus" (zijn vroeger pseudoniem) uitgaf. Sedert 1909 is hij hoofdredacteur voor de dagbladredactie van den UHstein-Verlag. Hij ijvert voor een continentale verzoeningspolitiek.) De aankoop der Duitsche Allgemeine Zei tung door Hugo Stinnes vestigt de aandacht op een persoonlijkheid, wier werkzaamheid voor het Duitsche volk verderfelijk kan worden. Het is een opmerkelijk feit, dat Stinnes het klaar heeft gespeeld, het officieuse orgaan der Rijksregeering en der Pruisische regeering in zijn bezit te brengen. Dit blad stelt niet alleen, zooals Bismarck zeide, aan de regee ring wit papier" ter beschikking ; zijn buitenlandsche correspondenten staan ook in innige betrekking met de Duitsche gezant schappen en schrijven in den geest dier Duit sche missies. De aankoop van het blad door een groot industrieel is slechts een schakel in de keten van een heele reeks van dergelijke transacties, die Stinnes reeds heeft volbracht. Nadat het reeds lang een publiek geheim was, dat Stin nes deelnam aan een groot Berlijnsch krantenconsortium, volgde de aankoop der drukkerij Büxenstein, waar een groot aantal rechtsche bladen wordt gedrukt. Kort daarop kocht hij een blad in Dortmund en voor een paar dagen de oude bekende Münchener-Augsburger Abendzeitung." Tenslotte bracht hij de krantendrukkerij Hobbing in zijn bezit. Misschien hebben reeds weer nieuwe transacties plaats gegrepen ; wij vernamen tenminste, dat de krantenopkoopers van den industrie-magnaat nog steeds en overal bezig zijn 1). straffen voordat ze uitwerking kunnen hebben verkregen. ?-.. Ook bij een diplomatieken strijd is het geven van den eersten klap veel waard. Wie hem eenmaal beet heeft, sla terstond terug; anders heeft het den schijn, of de klap erg is aangekomen. KEPNKAMP iiiiiiiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiliiiiiliiiiliiitmuiuiiiiiiliiiiiiiiHJliiiiiiiiiiminii N.v. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N iiMmiiiiiiiiiiiniimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiMiutiM iiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiii OELOF niTROE Kalverstraat 1 ? Paarlen, Brillanten - Opgericht 1850 - H_l Goud, Zilver en Horloges TELEFOON 658 N Uitsluitend eerste kwaliteit DR. GEORG BERNHARDT Er i's geen twijfel mogelijk, of Stinnes is van plan, een reusachtig monopolie voor kran 1) H_>t succes van S'inues la tt de andere indu-trL'in i .nidt.-ii ue.'ti rust. Naar verluidt, h^eft Thij^en het leidend/ Centnimo/gaan, K'ilnische Vo'.kszcitung, zo ja! niet geheel gek.iei-i, d m l o.'h oude.' beJenkJij.< grooten invloed van zij.i kapitaal gebracht. K De verschijning van Krassin, vertegen woordiger der Russische coöperatieve vereenigingen, feitelijk afgezant der Sovjetregeering, in Londen en zijn ontvangst door Lloyd George en vele andere Britsche staats lieden heeft eensklaps het vraagstuk der ver houding tusschen Rusland en de Entente tot de quaestie van den dag gemaakt. In ons vorige overzicht hebben wij uiteengezet hoe de Britsche regeering aarzelde tusschen over leg met en actie tegen de regeering in Moskou en hoe zij door de oppositie in eigen land in de eerste richting, door de Fransche staatkunde in de andere richting gedrongen werd. Zij heeft nu opeens een belangrijke zwenking naar den eenen kant genomen door Krassin te ontvangen, officieel en zoo onverwacht spoedig dat de uitnoodiging aan de bondgenooten om hunnerzijds vertegenwoordigers te zenden naar deze conferentie nauwelijks beantwoord waren, toen het onderhoud reeds gan den gang was. Vandaar nu bittere ont stemming in de Fransche pers, ja niet meer of minder dan een nieuw Entente-incident, want men verwijt den Britschen premier de afspra ken in San Remo ten aanzien van Rusland gemaakt, geschonden te hebben en opnieuw een politiek te volgen, die misschien dienstig is voor de Engelsche belangen, maar strijdig met de Fransche. Natuurlijk verzekert men van Engelsche zijde, dat het onderhoud van Maandag tot niets bindt, dat het niet over politieke doch alleen over economische aan gelegenheden geloopen heeft, en dat de Brit sche staatslieden er een heel weinig toeschie telijke houding hebben aangenomen, uitslui tend heben geluisterd naar wat Krassin namens de Sovjet-republiek kwam aanbieden en vervolgens nadrukkelijk gestipuleerd heb ben, dat als er iets komen wil van dit overleg, de Russen zich vooraf moeten verbinden om geen propaganda voor hun stelsel te maken in de landen, waarmee zij handel willen drijven en dat zij de westersche onderdanen, die zij nog gevangen houden, allereerst moeten uit leveren. Maar het spreekt evenzeer vanzelf, dat dit alles de tegenstanders van overleg met Rusland onmogelijk kan geruststellen, want .economische en politieke relaties tus schen het westen en Rusland zijn niet te schei den, het verbod van propaganda-voeren is moeilijk af te dwingen en bovenal, men verzet er zich in Frankrijk ten felste tegen, dat Engeland, Amerika en ook de Franschen zelf locomotieven en ilaiidbouwwerktuigen naar Rusland zullen zenden in ruil van goud of an dere waarden, die behoorden te strekken tot waarborg van Rusland's crediteuren. Trouwens aldus de Fransche pers Rusland is niet in staat om producten van eenige waarde voor West-Europa uit te voeren en als Krassin zegt, dat het koren, hout, vlas e. d. leveren kan, dan leidt hij zijn wederpartij om don tuin, want de Russen hebben zelf het nijpendst gebrek aan dit alles, kunnen hun voorraden niet vervoeren en hebben op stuk van zaken niets anders uit te'voeren dan goud dat aan de Russische schuldeischers toekomt en juweelen die 'gestolen zijn van particulieren, 't Is er hun in waarheid niet om te doen, han delsbetrekkingen met het westen aan te knoopen, maar wel om van het westen de midde len te krijgen tot voortzetting van hun expan sie-politiek, - vooral materiaal om hun legers te vervoeren zij willen uit hun isolement verlost vvorden om hun ideaal van een com munistische wereld te verwezenlijken. Ziedaar het Fransche standpunt, en indien de Fransche regeering nog een vertegenwoor diger naar de conferenties met Krassin zendt, dan za! hij zeker deze meening met grooten nadruk uiteenzetten. Of het evenwel dea Franschen gelukken zal, Engeland af te hou den van toenadering tot Rusland, is zeer twij felachtig en hangt af van factoren die wij als buitenstaanden niet kunnen beoordeelen : de verhouding tusschen regeering en oppositie in Engeland, de "gebeurtenissen in het oosten ook, en dan, gelijk vanzelf spreekt, van de waarborgen die Krassin kan aanbieden voorde nakoming van eventueele afspraken. Want hier ligt eigenlijk de kern der quaestie : kan Rusland werkelijk niets van belang geven in rui! voor wat het van het west,MI hebben wil, dan is verder overleg nutteloos, maar heeft het kostbare voorraden u>t verzending gereed, dan dunkt ons ile kans groot, dat de Engel sche regeering zich niet zal storen aan liet verzet van den bondgenoot, maar gehoor zal geven aan de siemmen uit eigen land die roepen om voordeeligeu handel met de Russen. En is Rusland eenmaal economisch hersteld, wie weet of het dan er niet toe te brengen zal zijn, zijn oude crediteuren af te betalen ! Het Engelseh-i-ïansch geschil ten aanzien van Rusland is in den grond der /aak van denzelfden aard als dat betreffende Dnitschland. De Engelschcn willen de normale verhoudin gen in Europa zoo «puedig mogelijk herstel len door handel te drijven met Dnitschland en Rusland, de Franschen willen de Entente als overwinnende en wereldbeheerschende groep in stand houden en anderen haar wil opleggen. In zake Duitschland heeft Frankrijk al moeten toegeven, en wat Rusland betreft zal liet wellicht'op 't eind ook zijn standpunt moeten prijsgeven, ofschoon Uit vraagstuk zooveel moeilijker en gecompliceerder is dan het Duitsche, omdat de regeering in Rusland uit haar aard vijandig staat tegenover de westersche wereld. Dat Frankrijk wat de verhouding tot Duitschland betreft in beginsel toegegeven heef i, wordt trouwens nog niet algemeen er kend en als men Poincaré's beschouwingen in de ,,Revue des deux Mondes" leest, of zelfs maar het verslag van Millerand's kamerrede voering van 't eind der vorige week, dan ziet men dat er ook in de Duitsche aangelegen heid nog heel wat wrijving tusschen de boudgeno'jie'i te wachten staat. In beginsel heeft Frankrijk zich neergelegd bij de fixeering van Duitschland's schadeloosstelling, maar ten eerste is het bedrag daarvan nog niet bepaald en ten tweede gaan er voortdurend stemmen op in Frankrijk, die roepen, dat men naast die vaste schadeloosstelling nog een andere moet bedingen, een die stijgen zal naarmate Duitschland zich herstelt. Men weet echter dat Engeland zich tot dusver sterk tegen dit denkbeeld verzet heeft. Dan is er nog een moeilijkheid : Frankrijk heeft, gelijk bekend, OVER-MAHLERT Oome Bas en tante Eefje Zaten op het Mahlerfeest. En ze waren van hun leven Nooit zoo deftig uit geweest. Tante rook naar odeklonje En was niets op haar gemak, Tante snoepte pepermuntjes Uit een ritselenden zak. Oome, met zijn halveroogen, Zat in liet Concertgebouw Als een muziekale zeeleeuw Naast zijn mummelende vrouw. Zeg, die dikke, is dat Mahler ?" Vroeg het menschje zonder erg. Ben je stapel?" siste oome Dat is Willem Mellingberg," Oome had de muziekanten Eiken dag opnieuw geteld Om er zeker van te wezen Dat hij waar kreeg voor zijn geld. Van een vriend had hij vernomen Dat je bij zoo'n symphonie Steeds het vrije spel moest laten Aan je rijke phantasie. Bij het weenen van de fluiten En het juichen der viool Dacht hij niet aan levens-drama's Maar aan akkers roode kool. Als ze zoo een uurtje zaten Werd het tante soms te bar; Naast haar vroeg ze aan een snuiter: Zijn ze nu niet in de war ?" Alles draait zoo door elkander;" Kijk maar, Melkenberg is kwaad," ,,'t Is of hij zijn wandelstok j e" In de lucht in stukken slaat." Oome Bas nam in de pauze Zeven dikke bellen port Want het kan wel eens gebeuren Dat het na-de-groktijd-wordt." Beiden volgden ze de feesten Tot de allerlaatste noot, Toen riep oom: Ik snap er niets van" Zij of wij zijn idioot." J. H. SPEENHOFF IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIItlllllllllllllllillllllllllllllllltlllllllltlllllllllllllMtllH DEVO Gour/go Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'a Holl. Sigarenfabrlak UTRECHT ten te stichten. Het is duidelijk, welk enorm gevaar voor de publieke moraal en vooral voor het politieke leven van Duitschland daaruit kan ontstaan. Op den eersten blik ziet misschien iedereen dit niet in. Want de uitgave van kranten zuiver uiterlijk be schouwd is precies een zelfde kapitalistische onderneming als de fabricatie van andere gebruiksvoorwerpen. En voor het meer of minder groot bezit van kranten heeft feitelijk ook in alle landen in de eerste plaats de kapi taalkracht van den ondernemer den doorslag gegeven. Maar ten opzichte van het beroep van kran tenuitgever is in den loop der tijden juist als tegcnmiddel tegen een al te kapitalistisch optreden en tegen de onderdrukking van gees telijke drijfkrachten een bijzondere beroeps moraal ontstaan. Parallel met het streven der journalisten-organisaties is ook in de vakvereeniging der Duitsche krantenuitgevers steeds het streven sterker geworden, om de moreele verantwoordelijkheid aller krantenuitgevers grooter te maken en vooral om pogingen te bestrijden, die er op uit zijn, geschaftliche Verquickungen" met het krantenbedrijf te verbinden, waardoor corruptie zou kunnen insluipen. Het is derhalve heel iets anders of een krantenuitgever een krant uitgeeft, om winst te behalen uit de inkomsten van abonnementen en advertenties, of dat een koopman, of industrieel, wiens belangen hoofd zakelijk op geheel ander gebied liggen, overal kranten opkoopt, om ze dienstbaar te maken aan zijn speciale belangen, die uiterlijk ver borgen blijven, maar juist onder den dekman tel van 't publiek belang des te intenser kunnen worden behartigd. Het is wel niet noodig er op te wijzen, wat liet heden ten dage voor een industrieel, met het oog op zijne zakenbelangen beteekent, als hij door 't bezit van een groot aantal kran ten in bijna onbegrensde mate economische en politieke macht kan uitoefenen. Terwijl Hugenberg, de partner van Stinnes in de kranten- en advertentie-onderneming Ala", een der leiders der Deutschnationalen" is, is Stinnes op het oogenblik lid der Deutsche Volkspartei". Als krantenkoning zou hij echter iedere Duitsche partij kunnen beheerschen, tyranniseeren en ten dienste zijner belangen kunnen gebruiken. Natuurlijk is voor een energieke figuur als Stinnes de uitoefening van politieke macht nu juist geen onverschillig bijwerkje. En toch speelt in het complex der plannen van Stinnes de krantenaankoop slechts een bijrol. Het is de uitlooper van een geweldig plan. Stinnes heeft in alle stilte de grondslagen gelegd voor een Zellstoff- und Papiertrust." Hij is in het bezit van een reeks (vooral Oost-Pruisische) cellulosefabrieken. die door zijn relaties kolen krijgen ; tevens schijnt hij ook reeds papier fabrieken te hebben. Van zuiver kapitalistisch-zakenstandpunt uit, ligt het voor de hand, in een gemengd bedrijf de productie van grondstoffen en de fabricatie van halffabricaat te verbinden met het eindsta dium: het gebruik van het halffabricaat papier voor de fabricaties van boek en krant. Maar Stinnes heef t dan belang bij de hooge prijzen van cellulose en papier. En zelfs, als hij tengevolge van zulk een prijspo litiek bij zijn eigen kranten geld moet bijleg gen, dan behaalt hij toch een zeer groote winst door de uitbuiting der overige krantenuit gevers. Dit heele geval is een bijzonder karakteris tiek symptoom voor de toestanden na de revo lutie in Duitschland. Dat Stinnes op het oogen blik zijn kapitalistische macht juist over een gebiedt uitstrekt, dat vooral het geestelijke en politieke leven bestrijkt, treedt bijna op den achtergrond tegenover het feit, dat de eerste de beste in het Duitschland-na-de-revolutie zonder beperking millioenen op millieerst bewilligd in de fixeering der Duitsche schadeloosstelling toen Engeland als tegenconcessie afzag van de terugbetaling der Fransche schuld aan Engeland, voorzoovcr Duitschland niet aan Frankrijk betalen mocht. Maar nu komen België, Italiëen de andere Entente-inogendheden die van Engeland ge leend hebben, vragen om eenzelfde uitstel van betaling en Engeland kan aan den een moeilijk weigeren, wat het den ander toestond. Evenwel voor e Engelschen wordt on deze wijze de last wel bijster zwaar, want ook Enge land heeft zich diep in de schuld moeten ste ken om den oorlog te winnen, d. i. heeft groote sommen in Amerika geleend en natuurlijk staat Amerika aan Engeland niet dezelfde voordeden toe als Engeland aan zijn schul denaren, maar eischt stipte nakoming der verplichtingen. Engeland is rijk en voorspoe dig en het herstelt zich van de klappen, maar toch is ook zijn begrooting niet schitterend en de belastingen zijn buitengewoon hoog. Wat is dus het gevolg van deze financieele regeling ? Dat de zwaarbelaste Engelsche burgers zich nog meer dan nu bezwaard zul len voelen tegenover de Franschen, die nog immer zeer weinig zwaarder belast zijn dan voor den oorlog, al heeft de Senaat in de laat ste dagen belangrijke belastingvoorstellen goedgekeurd o.a. een verhooging van 25 pCt. op alle belastingen voor de vrijgezellen ! m. a. w. dat de sympathie voor den bondge noot sterk verminderen zal, terwijl daarte genover iiet Britsche belang een zeer snel her stel van Duitschland's economisch leven zal eisenen, omdat hoe sneller Duitschland af betaalt, des te spoediger krijgt Engeland zijn geld van de Franschen terug. De wijziging in de Engelsche mentaliteit, die in de laatste maanden aan den gang is, zal dus in versnelde beweging voortgaan: vervreemding van Frank rijk en toenadering tot Duitschland, en omdat in Engeland zulke stroomingen in de publieke meening altijd grooten invloed hebben op de staatkunde, zal de politieke vereenzaming, waarvoor Frankrijk zoo beducht is, zeer in de hand gewerkt worden. Vermoedelijk is men zich in Frankrijk van deze gevaren zeer goed bewust en omdat zoo wel Franschen als Engelschen en Italianen de Entente nog in stand willen houden, zal men alles doen om ernstige verwikkelingen te vermijden. Dus zal men zorgen 't eens te zijn voordat er in Spa gepraat wordt, hetgeen ondanks 't verzoek van Italiëom die bespre king die als een Fata Morgana zich scheen te verwijderen hoc dichter men haar naderde nog eens uit te stellen, toch op 21 Juni ge beuren zal. Althans.... als er voor dien tijd geen nieuwe troebelen in Duitschland uitge broken zijn ! Men kan over 't gevaar daarvoor dagelijks zeer alarmeerende berichten lezen in de Duitsche pers, berichten over een duivelsch plan van rechts om eerst een revolu tie van links te ontketenen en dan als redder uit den chaos een Hohenzoller, steunend op Ludendorff c. s., te laten optreden. Wat is hiervan gegrond, wat verkiezings-manoeuvre ? Wij weten 't niet, maar 't spreekt van zelf dat al wat we hierboven schreven over doel en strekking der Engelsche politiek staat en valt met het behoud van de rust in Duitsch land. Dat daarvoor gevaar blijft dreigen, kan niet betwijfeld worden. Aan den anderen kant: dit gevaar zal blijven dreigen, zoolang Duitschland zich niet een weinig hersteld heeft, juist dank zij de nieuwe strooming in Engeland's staatkunde. President Deschanel is toch minder goed van zijn ongeluk afgekomen dan eerst 't ge val scheen, en hij moet rust houden. Om deze gebeurtenis heen is nu een zonderling rumoer gerezen, een intrige misschien om Deschanel kwijt te raken : men wil een vice-presidentschap in de grondwet brengen, natuurlijk met het onmiddellijke doel, naast Deschanel een ander te zetten die hem feitelijk van de plaats zou dringen. Evenwel.... waarom? Wien doet Deschanel kwaad ? Zou Clemenceau.. ? Ach, maar deze heeft toch heel wat hoogers bereikt dan een presidentschap : de naam pere de Ia victoire" beteekent meer dan de uiterlijke glans van het Elysée. Hongarije zal deze week het vredesverdrag teekenen. Misschien zullen er in bijzonder heden verzachtingen worden aangebracht in 't verdrag, maar de hoofdzaak blijft en die is, dat Hongarije een kleine staat wordt met een groote hoofdstad, omringd door krachtige buren, die zijn vrienden niet zijn. J. C. VAN OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl