Historisch Archief 1877-1940
19 Juni '20. No. 2243
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VERMOEIDHEID OVERLADING
l
Ieder kent het gevoel van vermoeidheid.
Nauwkeurig te beschrijven is het niet. Het
moet beleefd worden en het wordt dit zoo
algemeen, dat~een bepaling ervan niet noodig
is. Het treedt op na langdurigen lichamelijken
of geestelijken arbeid. Het kan zich open
baren alleen in bepaalde ledematen of in het
algemeen het geheele lichaam betreffen. De
lust en de geschiktheid om arbeid te verrichten
wordt er door verminderd, de behoefte aan
rust doet zich gelden; wordt het vermoeide
lichaam door krachtiger zenuwprikkels tot
voortgezetten arbeid gedwongen, dan ver
toont zich ten slotte uitputting en inzinking
en dan kan er groot nadeel toegebracht zijn.
Daarom is het van groot belang om den toe
stand van vermoeidheid bijtijds vast te
stellen en hiermede denken wij in de eerste
plaats aan het jonge geslacht, en aan ver
moeidheid door geestesarbeid ; een vraagstuk
dat onder den naam van overlading" reeds
vele pennen in beweging bracht.
Het gevoel van vermoeidheid is subjectief,
en als zoodanig alleen te kennen door het
subject, dat het ondervindt. Maar elke belang
rijke verandering in onzen geestelijken toe
stand heeft een lichamelijke tot keerzijde en
de laatste is voor een toeschouwer waarneem
baar. Wij weten wat het beteekent, als bij
den arbeid versnelling der polsslagen, vermin
dering van de diepte der ademhaling, verhoo
ging van de temperatuur, zweetafscheiding en
soortgelijke verschijnselen optreden. Maar zoo
ver mag het hij arbeid van den geest niet komen.
Het is noodig de aanwezigheid van vermoeid
heid in lichten graad te kunnen aantoonen
en de ontwikkeling er van nagaan ; d.i. haar
bedrag te kunnen meten. Daarvoor worden
fijnere uitwendige kenmerken vereischt. Naar
zulke kenmerken heeft men gezocht. In
grooten getale zijn zij aangewezen en gebruikt.
Te dezen opzichte bestaat een uitgebreide
litteratuur, die in de vaktijdschriften te
vinden is. Voordat wij onze aandacht geven
aan het meten der vermoeidheid, moeten wij
enig denkbeeld trachten te geven van hetgeen
de physiologen voor haar wezen houden.
Geen enkel orgaan van ons lichaam verricht
meer arbeid dan het spierstelsel. Daarmede
is dan ook het onderzoek, dat ons bezighoudt,
voornamelijk geschied. Elke arbeidsverrichting
van een spier gaat gepaard met chemische
omzetting van stof. Als wij de zaak op haar
eenvoudigst, min of meer schematisch voor
stellen, kunnen wij zeggen, dat elke arbeid
van dien aard plaats vindt ten koste van een
oxydatie, een verbranding van stoffen in het
weefsel van de spier aanwezig. Het onderzoek
heeft geleerd, dat voornamelijk vet en kool
hydraten druivensuiker (uit glycogeen)
voor deze oxydatie gebruikt worden en dat
daarbij o.a. melkzuur en zuur
kaliumphosphaat ontstaan.
Een gedeelte dier stoffen wordt verder
geoxydeerd tot koolzuur en water, waarvoor
het slagaderlijk bloed de zuurstof levert en
door aderen, huid en longen uit het lichaam
verwijderd. Het arbeidsvermogen, dat bij
deze oxydatie ontstaat, wordt, wellicht
direct zónder productie van warmte, voor
den arbeid gebruikt. Men heeft een
werkende spier wel eens vergeleken met
een stoommachine, waarbij dan de kool
hydraten de steenkool vertegenwoordigden.
Men mag zulk een grove vergelijking
niet ver voortzetten. Een treffend punt
van overeenkomst is echter, dat in beide
gevallen chemische energie het arbeids
vermogen levert. Verliest het lichaam het
vermogen om genoemde stoffen te oxydeeren
wat bij bepaalde ziekten, o.a. bij de bekende
suikerziekte, diabetis, het geval is dan
wordt de suiker in groote hoeveelheden door
de nieren in de urine afgescheiden. Geestelijke
arbeid vereischt evenzeer stofverbruik als
lichamelijke. In een arbeidende spier hoopen
zich de genoemde oxydatie-producten allengs
op. Velen ervan zijn giften, die onze Oostelijke
buren onder den naam van Ermüdungs
stoffe" samenvatten. Inderdaad doen zij ver
moeidheid ontstaan, ontnemen zij aan de
spier het vermogen om zich onder den invloed
van natuurlijke of kunstmatige prikkels
samen te trekken, zoodat zij ten slotte als
verlamd is. Het laatste treedt echter eerst op,
als al het oxydeerbare materiaal in het
spierweefsel verbruikt is. Dan worden de
bestanddeelen van de spier zelf aangetast
en ontstaat wat men met den naam uit
putting" aanduidt. Men moet aannemen, dat
bij geestesarbeid soortgelijke processen in de
hersenen plaats vinden en daar vermoeidheid
veroorzaken, die zich over het geheele lichaam
kan uitbreiden. Dat de Ermüdungsstoffe"
inderdaad de beteekenis hebben, die haar
naam aanduidt, is door tal van proeven
bewezen. De physiologen Ranke en Mosso
waren hier de baanbrekers. De laatste spoot
een hond het bloed in van een anderen hond,
wiens zenuwstelsel door sterke electrische
stroomen uitermate vermoeid was. De eerste
hond vertoonde na het ontvangen der
Er' müdungsstoffe" alle teekenen van vermoeid
heid zonder zelf eenigen arbeid verricht te
hebben. Dezelfde uitwerking had de inspuiting
van zuur phosphorzuur kalium, door Landois
gedaan. Men kan door een verdunde oplossing
van keukenzout 0.7-1% genoemde
giftstoffen uit de spier wegwasschen en dan
stelt zich ook de prikkelbaarheid, het ver
mogen om te arbeiden, weder in. De merk
waardigste proef op dit gebied is door Verworn
te Göttingen genomen, Hij verdrong bij een
levenden kikvorsen het bloed door een gasvrije
oplossing van keukenzout van 0,8 proc., die
door het aderenstelsel van het dier circuleerde.
Met een weinig strychnine werden hevige
krampen en daarmede Ermüdungsstoffe"
voortgebracht. De spieren konden zoo her
haaldelijk in den prikkelbaren toestand hersteld
worden met de oplossing, die genoemde
stoffen telkens wegspoelde. Alleen dan even
wel, als de oplossing zuurstofhoudend was
en ook van het direct stollende eiwit bevrijd
ossenbloed in de circulatie gebracht werd,
konden zulke proeven met succes urenlang
voortgezet worden.
Volgt op de werkzaamheid een tijdperk
van rust van voldoenden duur, dan worden de
Ermüdungsstoffe" langs den natuurlijken
weg, hoofdzakelijk door de nieren, uit het
lichaam verwijderd en de toestand van
frischheid en geschiktheid voor arbeiden hersteld,
als althans de vermoeidheid niet tot uitputting'
geleid heeft en tot beschadiging der werkende
organen. De physioloog Weichardt (Münch.
Med. W. 1904) meent, dat het lichaam zich
nog op andere wijze verdedigt tegen de
Ermüdungstoxine" en wel door het voort
brengen van antitoxinen. Hij meende zelfs, dat
het hem gelukt was zulk een antitoxine af
te scheiden en een muis, die hij het inspoot,
voor eenigen tijd tegen vermoeidheid immuun
te maken. Wat hiervan ook zij, het gezegde
maakt het reeds duidelijk, dat studie in huis
en school door rustpoozen afgebroken moet
worden en stelt de groote beteekenis van een
rustigen droomvrijen slaap in het licht. In
den slaap overtreft het terugvormen der
stoffen, voor den arbeid vereischt, verreweg
het verbruik er van. Het is dus, vooral met
het oog op den geestesarbeid van het aan
komende geslacht, van belang, om te weten
welke werkzaamheden en welke omstandig
heden het meest aanleiding geven tot ver
moeidheid en hoe men het moet inrichten,
om ze tot een minimum te beperken. Daarvoor
is noodig objectief de aanwezigheid en het
bedrag der vermoeidheid te kunnen bepalen.
Het subjectieve gevoel Is bedriegelijk. Allerlei
stemmingen kunnen den schijn er van doen
ontstaan, prikkels als koffie en thee kunnen
het werkelijk gevoel tijdelijk verdrijven. De
beoefenaars der proefondervindelijke
physiologie hebben in den laatsten tijd tal van
uitwendig waarneembare kenmerken aan
gewezen, die als maat voor vermoeidheid
konden dienen. Tal van onderzoekers hebben
met behulp daarvan vermoeidheid gemeten.
Elk er van heeft eigenaardige voordeelen
maar geen van allen kan die kritiek volkomen
doorstaan. Bijzondere toestellen zijn voor dit
doel uitgedacht en onder den naam van dyna
mometers, ergometers en ergografen gebruikt.
Bij de laatste gaat men uit van het denkbeeld,
dat vermoeidheid door geestesarbeid ontstaan,
zich openbaart door het afnemen van het
vermogen om lichamelijken arbeid te ver
richten. Het meest bekend is de ergograaf
van den Italiaanschen physioloog Mosso.
Andere onderzoekers gingen uit van het af
nemen van de diepte der ademhaling of van
het verlangzamen en verzwakken van den
polsslag als kenteekenen van vermoeidheid.
Het zij voldoende op deze methoden de aan
dacht te vestigen.
Nauwkeuriger uitkomsten geven de zooge
naamde psychische methoden van onderzoek.
Een daarvan berust op de stelling, dat
een kenteeken van vermoeidheid bestaat in
het afnemen van de gevoeligheid van de huid,
waarbij evenwel ook physische factoren in
de huidzenuwen werkzaam zijn. Deze methode
kan elk der lezers toepassen en verifieeren.
Men plaatst de punten van de beenen van
een passer, die stomp genoeg moeten zijn,
om geen gewaarwording van pijn te veroorzaken
gelijktijdig op de huid en vermindert den
afstand er tusschen zoolang, totdat men de
gewaarwording verkrijgt, dat niet twee maar
slechts n plaats op de huid wordt aange
raakt. Men zal groote verschillen in de uit
komst bemerken naar de plaats van de huid,
die wordt aangeraakt met het oog op den
afstand der punten, waarop de overgang
volgt van het onderscheiden van twee punten
in dat van een enkel. Voor plaatsen op den
rug en in den nek vindt men voor den afstand
der aanrakingspunten, waarop voor het
gevoel de twee overgaan in n, een veel
grootere waarde dan voor die op de toppen
der vingers. Nu wordt die afstand vergroot,
Teekenlng voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
De Wielingen-zaak door 't vergrootglas gezien.
UMIIIIIIMlMMIIIIMMIIMtlMIIIIHIUnilllliniMIIIIIII MINIMI MnMIMMIMIIIIIMIMMIMMMMIIMimMMIMUMIMHIIIIIIIIMHIHIIMIIIIMIIIIIIHHHI
op elke plaats van de huid, zoodra vermoeid
heid optreedt. Het verband tusschen beide
verschijnselen is er zeker. Maar of er even
redigheid tusschen bestaat, is te betwijfelen.
In elk geval laat deze methode toe zich een
oordeel over den graad der vermoeidheid
te vormen.
Griesbach heeft er heel wat proeven mede
gedaan met leerlingen van het gymnasium en
de oberreaalschool te Mühlhausen.
In een volgend artikel vindt nog een kort , . . ... ,
woord een plfats over methoden, die berusten leeren enz.) en over de verkregen uitkomsten
op de door vermoeidheid afnemende geschikt- en wat Z1Jons 'eeren.
heid voor geestesarbeid (rekenen, van buiten Dr. J. E. E N K L A A R
lllllllllllllHimilMIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIlIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii
IHOERSCHOEISEL
AMSTERDAI^
LE1DSCHESTRAAT.I3
OEN HAAG
PRINSESTRAAT 52 - 56
De Witte
Kalverstraat
GROOTE
ZOMEROPRU1MING
Bijzonder lage prijzen.
Jongens» en
Meisjes-Confectie,
Dames-Blouses,
Peignoirs, enz.
LICHTENSTEIN & Co.
KALVERSTRAAT 132
OPRUIMING
van al onze
Wollen, Zijden, Katoenen Stoffen etc
ii
Van Nelle's Tabak
Wij houden onze kwaliteiten onveranderd.
De Prijzen zijn thans :
Maryland 16
Maryland 14
Maryland 12
Maryland 10
Maryland 9
Maryland 7
per halfonspakje
3O ets.
27
24
22
20
18
ALOM VERKRIJGBAAR.
De ERVEN de Wed. J. VAN NELLE