De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 26 juni pagina 1

26 juni 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

NJ. 2244 Zaterdag 26 Juni A°1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN K A MP «edacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF 1 Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar | Redactie en Administratie : Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën f 0.60 per regel plus 10 cent dispositiekosten INHOUD, ZIE RAO. 11 munMiiiuun " i iiifiiiiiiiiiiiiiii EEN TEEKEN DES TIJ DS Onze oudste hoogeschool heeft deze week feestgevierd; men heeft er in alle kranten van kunnen lezen. Ook zonder die verslagen zou menig een zich misschien wel hebben kunnen voorstellen, hoe er te Leiden pret werd gemaakt; want het eene lustrumfeest pleegt niet veel van het andere .te verschillen. Maar ditmaal onderscheidde de lustrumweek zich toch door iets bij zonders. En wel in het negatieve: door de afwezigheid van een maskerade en van al het daarbij behoorende kleu rige feestbetoon. Gedurende den oorlog was dat alles ook reeds uitgebleven. Dat sprak toen van zelf. Maar de redenen, die destijds de studenten weerhielden van schateren de f eestvreugde, golden nu niet meer. Of althans slechts in verzwakte mate. Ook nu wordt er nog oorlog gevoerd, maar in veraf gelegen landen ; niemand onzer gaat daar diep onder gebukt. Het is aan andere oorzaken toe te schrijven, dat de herdenking van het zooveeljarig bestaan onzer hoogescholen niet meer geschiedt met de gebruikelijke praal en pronk. De maskerade was reeds vroeger ten doode opgeschreven. De praeses van het Leidsche collegium heeft, zonder dat te willen, de reden daarvan aan gegeven, toen hij, in zijne verwelkoming van de reunisten den lof van vroegere tijden verkondigende, zeide: heelNederland zag toen vol belangstelling uit, of het Leidsch studentencorps door een schitterenden optocht zijn collega's in andere academiesteden den loef zou kunnen afsteken." Al overschatten die woorden ver moedelijk de aandacht, die heel Nederland"aan studentenfeesten placht te wijden, deze kern van waarheid ligt erin besloten, dat de studentenkorpsen tegen elkaar waren gaan opbieden in den luister, waarmede zij hunne maskerades hielden. Aanvankelijk waren die eenvoudiger opgezet. Elk korpslid kon er aan mee doen en bijna ieder deed eraan mee; alleen de hoofdrollen gingen boven den prik van de meesten. Men nam toen een maskerade ook nog niet zoo ont zettend ernstig op; het amusement, van zichzelf en van anderen, was de hoofdzaak; om de historische ge trouwheid" van de costumes bekom merde men zich nog niet veel, om het aesthetische effect" van de vertooning nog veel minder. Langzamerhand veranderde dat. Een maskerade werd met groote zorg voor bereid ; de costumes werden steeds echter, dus ook duurder ; ter afwisseling van de eeuwige intochten" koos men nieuwe onderwerpen : een tournooi, een ridderhofspel; het hoogtepunt werd bereikt in de Romeinsche wagenrennen, bij de Utreehtsche feesten van 1906: mooier kon het niet. Een tijdlang zochten concurreerende studentenkorpsen hun toevlucht in den bijstand van kunstenaars ; die tracht ten de aesthetische waarde van de vertooningen te verhoogen, maar moes ten dan vaak hulptroepen van buiten laten aanrukken, want er kwamen ook vrouwenrollen bij te pas en er moest worden geacteerd en gedeclameerd; het studentikooze ging eraf en het artistieke kon er toch maar heel gebrekkig worden aangebracht. Ondertusschen viel het hoe langer hoe moeilijker, niet alleen om een nieuw middelstuk voor de feestweek te vinden, maar ook om de noodige personen voor een maskerade bijeen te krijgen ; de hooge kosten schrikten velen af (eigen lijk : de vaders van vele studenten); het aantal leden van de studentenkorpsen verminderde overal", omdat naast de korpsen zich nieuwe vereenigingen vormden, schijnbaar wegens verschil van meening over den groentijd, in werkelijkheid wegens het toe nemend verschil van maatschappelijken kring, waaruit de studenten voortkwamen. Zoo liep de maskerade reeds op stuntelige beenen, toen de oorlog uit brak. De daarop volgende vijfjarige staking van optreden der korpsen naar buiten", zooals de gebruikelijke term luidt, zou echter een genezingskuur voor haar kunnen zijn geworden ; juist in deze jaren van onthouding zou immers de animo kunnen zijn gewekt om de academische feesten met den ouden luister te vieren, zoodra de vrede was aangebroken. Het tegendeel was het geval. Een van de gevolgen van den oorlog zal vermoedelijk dit wezen, dat de on sterfelijke Haagsche Saar nooit meer haar guitaar zal tokkelen ter eere van een maskerade. Er zijn oorlogsgevolgen, die dieper in het maatschappelijk leven zullen ingrijpen ; wij sidderen niet voor een toekomst zonder studentenoptocht, zelfs zonder Haagsche Saar. Maar als teeken des tijds is het toch wel merkwaardig, dat de studenten het doodvonnis hebben uitgesproken over de traditioneele, luidruchtige en opzienwekkende wijze van academisch feest vieren ; geen maskerade, geen feest lokaal, geen versierde huizen, geen guirlandes langs de grachten en geen lampions meer." De aangehaalde woorden zijn outleend aan de rede, waarmede een der Leidsche reunisten den welkomsgroet van den praeses van het collegium beantwoordde. In diezelfde rede vindt men met zachte ironie, en als weer slag op wat de praeses had gezegd over het vele, dat in Leiden veranderd was de oorzaken aangegeven van de gewijzigde houding der studenten tegenover de buitenwereld. De woord voerder der reunisten zei nl. : Wanneer we met vreugde terug denken aan de maskerades van weleer, dan wil dit volstrekt niet zeggen, dat wij niet de noodzakelijkheid gevoelen om de studentenfeesten op andere, naar buiten minder luidruchtige wijze te vieren. Het met groote uitbundig heid zich, zij het ook maar voor enkele dagen, als het ware meester maken van Leiden, alle aandacht op zich te vestigen, dit is bij de gewijzigde maatschappelijke verhoudingen niet geheel zonder bedenking." En ook dit : We hebben vernomen, dat er ook in uw korps zelf redenen zijn, die het vieren van een lustrum op zoo op zichtige wijze beletten. U hebt erop gewezen, dat onder u, jongeren, de overtuiging veld wint, dat uw geslacht is bestemd om mede te werken tot het overbruggen van de maatschappelijke kloven. Wij eerbiedigen dien drang en kunnen ons er indenken, dat vertooningen, die tot het ten toon spreiden van veel nutteloos geachte weelde aanleiding geven, bij u in deze tijden geen onverdeelde sympathie vinden." Het besef, dat de gewijzigde maat schappelijke verhoudingen" de uit bundigheid van het studentenleven niet langer duldden, was reeds vóór den oorlog bij vele studenten aanwezig. Maar eerst na den oorlog is het bij hen vrij algemeen geworden en heeft het zich geuit in daden. De meeste studentenkorpsen hebben den groentijd gewijzigd, sommige zelfs afgeschaft" ; met de afschaffing" zal het zoo'n vaart niet loopen, want het wezenlijke van den groentijd : het inwijden van nieuwe lingen in de gebruiken van een hun onbekende omgeving, waarbij deze nieuwelingen dan gewoonlijk voor den gek worden gehouden, vindt men in alle kringen der maatschappij ; maar men mag aannemen, dat de misbruiken, die bij het ontgroenen waren ingeslopen, voortaan geweerd en dat zij, die er zich nog schuldig aan mochten maken, streng zullen worden gestraft. De veranderingen, die men in de studentenmaatschappij van onze dagen kan waarnemer) : minder weelde, min der baldadigheid, minder afzonderlijkheid ten opzichte van de rest van het menschdom, mogen bij sommigen een gevolg zijn van de vrees, die hunne standgenooten heeft bevangen, de groote meerderheid is ertoe gekomen iitiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniii IIIIIH1IIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIII11 1IIIIIIIIIIIIII milMUIMIIMI l MINIMI Illlllllllllllllllllllllllllllll .** JOHN WARD Zulke mannen als John Ward heeft Enge land noodig, wil het in de aanstaande tijden zijn wereld-macht handhaven. Ik denk daarbij aan dat Engeland dat in alle werelddeelen heerschappij voert, en overal, vlak bij huis, in Ierland, even goed als in Indiëen Egypte, met een stemming van vijandschap en van opstand heeft te kampen. Duitschland heeft het kunnen overwinnen, nu staat het tegenover Rusland. fcEn het is niet tegenover de materieele macht van het land, maar tegenover zijn half Aziatische ziel, die Aziëen de Wereld wil veroveren. Absolutisme en anarchie vervullen die ziel te zamen met een leeg gevoel van het onein dige dat voortdrijft als een wilde godsdienstige hartstocht. De volken, die aan den regei van Europa waren onderworpen, gaan zich daar tegen verzetten. Zij worden meegesleept door de vlaag, die van Rusland uit is opgestoken. Zal Engeland den regel van Europa kunnen ophouden, den eerbied voor Europa kunnen afdwingen, en meester kunnen blijven van het verzet? Gewichtige wereldvraag. Hoe komt John Ward hierbij te pas? Hij heeft mee geschiedenis helpen maken. In een uithoek van de wereld. In Siberië. Het waren geen daden die een menschennaarn dadelijk in 't volle licht plaatsen. Hij was niet meer dan een overste en com mandeerde een bataillon, maar hij heeft gedaan, wat hem te doen stond, wat zijn plicht hem ingaf. Zijn werk heeft hij beschreven. Onder het lezen maakt men zijn geschiedenis mee. With tlie Die-Hards" in Siltcria heet het boek. Zijn troep heeft dien naam van Die-Harcls te danken aan de reputatie dat zij n'et licht waren klein te krijgen : zij wisten zich te redden en zij kwamen er gewoonlijk goed door. Het boek berust op een journaal door Ward voor zijn zoons geschreven, opdat zij van hem zouden weten, wanneer hij er soms niet goed mocht doorkomen. Het geeft dus geen gere geld verhaal en geen einddoel, maar een reeks van indrukken en schetsen. Des te duidelijker komt misschien juist daardoor een stuk Siberisch leven in 't licht uit 'k> laatste jaren van den oorlog. Men heeft gehoord van Japansche inter ventie in Wladiwoftok, van Amerikanen die den toestand daar kwamen obscrveeren, van hulp in soldaten en amnninitie door de Enteiite verstrekt aan de antibolsjcwistische partij in Siberië, van admiraal Ko'tdiak die een redder zou worden en orde zou scheppen in den Russischcn chaos en die is te niet pegaan als zooveel andere redders, al die dingen en al die gestalten echter heeft men slechts vaag zich zien bewegen in den duisteren spiegel der Siberische historie, hier, in John Ward's boek, nemen z.ij een vorm aan en gaan tot ons spreken. Tevens zien wij den man voor ons, die vertelt. Hij behoort tot het geslacht van ineiischen die, in een kader geplaatst, de handen durven uitsteken en er niet tegen opzien een verant woordelijkheid te aanvaarden, fn voorgaande tijden zou hij misschien een kapitein-avon turier zijn geworden, nu is hij een van die Engelsche ambtenaren, die hun zelfstandig heid hebben behouden ; zij leven in het vaste gevoel : waar zij zijn, daar is Engeland met al zijn majesteit. Zonder ophef, zonder ver toon, maar daar is Engeland in zijn al macht. Hij ligt in Hongkong met zijn halve batail lon en krijgt er plotseling in November 1917 order om zich gereed te houden tot het ver trek naar een onbekende bestemming. Mis schien noopte de November-revolutie in Petrograd i'e Enten!e tot nieuwe maatregelen; maar dan kwam zij daarvan terug, want even plotseling werd het bericht overgebracht am in Hongkong !e blijven, en niet voordat er meer dan een half jaar was verloopen, her haalde zich de order tot vertrek. O wonderlijke consequentie van bevelen die over een grooteti afstand worden gegeven ! Het was reed.s .Augustus !'H8, toen de kleine expeditie in Wlfdiwo.stok landde ; :<:ij waren de eerste Europeesche troepen door de lintcnte afgezonden, en werden gretig ontvangen als een beveiliging tegen d.e Bolsheviki-.armee, behalve door de Japanners, die .zich ais mees ters gevoelden en als .meesters gedroegen daar aan de zeekust. Voor Japan bestonden de andere mogendheden niet. En was het wel veel meer dan een gering troepje, de Czechen, de Kozakken en de weinige honderden Engelschen die aan den Oostelijken uithoek van de wereld waren ver zameld? Maar John Ward s'ekie ziel' resoluut op, hij deelde zijn resolutie aan cl t' andere!: mee ; en was ook de Engclsclu1 vlag van zijn hoofd kwartier niet meer dan een oude vuile lap, zij was een tetken van bescherming tegenover de heele wereld ; en waren de stemmen van de soldaten niet recht muzikaal, de liedjes van de Tommies gaven het bewijs van cempkcfe gerustheid. Laat ons niet stilstaan bij de aanmatiging der Japanners. Al wilden zij J'HÜmedestrijders buiten de militaire operatie houden, het gelukte hun niet, toen de overste der Dic-Hurils hun pogen doorzag : hij verovert:'.' /iin aandeel aan den sl;:g tegen de Bolsjevikis - - hit was die slag welke voor hen een «ivote nederlaag werd en vooreerst liet uiterst Oosten van hun aanslagen bevrijdde. Nu moet het eigenlijk doe! van de expe ditie onder oogen worden gciumcn. Want 'iet plan kon niet zijn, om )?? blijven waar men was. Nog stond Duitschiands macht in 't veld. Niemai'.d rekende niet het onderdoen der Duitscliers, eerder, voora' bij de Japan ners, was er een geloof aan hun eindclijke overwinning; en het was dus oodig in Siberi een kern van tegenstand te organisceren, zoowel tegen de Bolsjeviki als tegen den Duiifchen invloed, dien men met hen ver bonden rekende. Dat centrum moest duizenden mijlen dieper uit overtuiging en plichtsgevoel. Want de studenten van thans zijn niet alleen veel ernstiger jongemenschen dan de reunisten van nu in hun jongen tijd waren, maar zij zijn zelfs nog ernstiger dan vergeeflijk schijnt door de gebeurtenissen, die wij beleven. Men zou hun willen toewenschen, dat zij nog niet al te zeer gebukt gaan onder het gewicht van de taak om de maatschappelijke kloven te over bruggen" : een taak, die ongetwijfeld veel van hunne krachten zal vergen, maar tot de vervulling waarvan zij morgen of overmorgen nog niet zullen worden geroepen. Laat hen breken met oude studentengewoonten, zoo zij daar geen behagen meer in vinden ; laat hen maskerades en andere studentenfeesten afschaffen, wanneer zij geen kans zien de uitwassen daarvan af te kappen ; laat hen afstand doen van het toch reeds sterk besnoeide voorrecht om verder uit den band te mogen springen dan aan de burgerij vergund wordt ; maar laat hen er aanspraak op blijven maken aan de spits der Nederlandsche jongelingschap te staan, ook door geest en humor, en dit toonen ook in de oorspronkelijke wijze, waarop zij feest weten te vieren ! Dan zal behalve de leveranciers niemand een traan plengen over het wegblijven van de maskerades. K E R x K A M P DE GROOTE AFBRAAK door ERICH GUTKIND II De Duitsch-nationalen, dat zijn de vroegere conservatieven, hebben professor Paul Eltzbacher, den bekenden geleerde en schrijver, uit hun rijen gebannen ! De grond daarvoor is zeer merkwaardig, en verdient groote be langstelling. Professor Paul Eltzbacher heeft n.l. het bolsjewisme als ecnig reddingsmiddel aanbevolen, waardoor Duitschland zich uit het geweld der Entente bevrijden kan. In een kleine brochure: Het bolsjewisme en de Duitsche toekomst," (uitgave Diederichs, Jena) zegt de schrijver het volgende : (Wij houden ons nauwkeurig aan zijne uitspraken en halen slechts aan). ,,De hoop, dat de tegenstanders er belang bij zouden hebben, Duitschland als een werkkrachtig volk te behouden, heeft gelogen. De tegenstanders hebben er de voorkeur aan gegeven Duitschland's zelfstandigheid te ver nietigen, en elk wachten op matiging is dweperij. De vredesbepalingen zijn de daad werkelijke vernietiging van Duitschland, dat tot eeuwige onmacht moet worden gedoemd. Het Duitsche volk moet geestelijk en lichame lijk worden gebroken, om met de rest van zijn kracht slavendiensten voor het buitenland te verrichten. Wat kan Duitschland doen, om dit vreeselijke lot te ontgaan? De kleinburger lijken, die thans het rijk besturen, zijn radeloos maar ook in het volk ziet men geen uitweg en men neemt dof en gelaten alles wat ons opgelegd wordt, als onafwendbaar noodlot aan. Alle kleine middeltjes, die door dilet tanten aanbevolen worden, falen. Nu is er een middel, zeker niet voor kleine geesten en middelmatigen, maar alleen voor moedig bestolenen het bolsjewisme. Wanneer wij het bolsjewisme, dit ontzachelijke kwaad, vrijwillig op ons nemen, is Duitschland met een slag uit de benauwing bevrijd. Komt, buiten Rusland en Hongarije, ook Duitsch land tot het bolsjewisme, dan zou de bolsje wistische golf alles overstroomen en ook voor de westelijke landen niet terugdeinzen. Op het -oogenblik, waarop -het proletariaat van Europa elkaar de handen reikt, kan nie mand er meer aan denken, de Duitschers tot loonslaven der Entente te vernederen. Maar zelfs, wanneer het bolsjewisme niet om zich grijpt, zal het voordeel voor Duitschland nog groot zijn, want het zou onmogelijk wezen uit een bolsjewistisch land jaarlijks milliarden te trekken. Ook ontbreekt dan de bevoegde vertegenwoordiging en voor het duurzame aanwenden van geweld is men bevreesd, wegens de aanstekelijkheid." Volgens Eltzbacher moet dus het raden systeem ingevoerd worden en men moet onmiddellijk in den grootsten omvang, zonder schadevergoeding socialiseeren. (waardoor het verhandelen van Duitsche effecten in het buitenland zou ophouden). Het gevaar voor het economische leven is lang niet zoo groot als. bij de voortdurende uitzuiging door de Entente. Elke overweging van het persoonlijk belang moet zwijgen, en evenals in 1813 moet alleen aan het groote geheel worden gedacht. In den grond blijft het ook hetzelfde of de privaatvermogens door de langzame uit zuiging der Entente, of door plotselinge onteigening verloren gaan. Het voor en tegen van bolsjewisme en entente-knechtschap is eenvoudig nuchter, zuiver rekenkundig af te wegen." Professor Eltzbacher, die ook in zijn hart zeer ver van het bolsjewisme staat, heeft voor zijn ber-nationalisme,waaruit zijn plan voortvloeit, een stevige basis. De toekomst is duister", zegt hij, en niets als knechtschap. Een geraffineerd onderdrukkingssysteem, (de schadeloosstelling bedraagt tot l Mei 1921 honderd milliard in goud en kan naar be lieven verhoogd worden) is eenzijdig vast gesteld, en ter vergelijking moet men weten, dat het totale Duitsche volksvermogen in vrede, de huishoudelijke artikelen meegerekend, op 310 milliard mark geschat werd. Ook wanneer men alleen de rente ervan betaalt, vloeit de volksrijkdom als bloed door een open wond naar het buitenland en niet alleen het staats-, maar ook het volksvermogen. Het volk kan deze som niet met werken voor het buiten land verdienen, omdat zelfs bij den meest intensieven arbeid alleen de ergste nood- kan worden gelenigd. De arbeidende bevolking is sterk verminderd door de oorlogsslacht offers en de invalieden en door de gebieds vermindering. Ook is de arbeids-prestatie van den individu, sterk gedaald en de werklust door geestelfjkéen lichamelijke uitputting gebroken. Verkorting van den arbeidsduur, afschaffing van aangenomen werk, bedrijfsraden, die een zeer gemakkelijk werken mogelijk maken, doen het verdere. De be drijfsmiddelen zijn buitengewoon verslecht, grondstoffen ontbreken, alle ondernemingen in het buitenland en de zich daar bevindende waarden, zijn vernietigd. Het Duitsche volks vermogen geraakt langzamerhand in buitenlandsche handen. Landhuizen, kunstwerken, oudheden, worden door Engelsche en Ameri kanen aangekocht. Evenzoo alle productie middelen, bergwerken, loodsen, fabrieken. De aandeden van Duitsche ondernemingen worden Engelsch en Amerikaansch eigendom. De waardeloosheid der mark verhaast dit proces. De te betalen schadeloosstelling maakt deze waardevermindering tot een voortdurenden uitverkoop !" Daalt ons inkomen, dan moeten we steeds meer ons kapitaal aantasten. Duitschland zou spoedig een Europeesch Indiëworden. Noch linanticele transactie's kunnen ons redden, noch het staats bankroet, dat de Entente nooit erkennen zou. IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIHimlIIIIIIIIIlMllllllllMIIIIMIIIIMI in het land liggin, en op niet te grooten af stand van de Oeralgrens om ook in Rusland zelf invloed te kunnen oefenen. Omsk werd uitgekozen als het meest geschikte punt. Maar hoe dit aan te leggen? Een groote macht bijeen- en daarheen te brengen was binnen kor KMI tijd iT.mt-gclijk en over 't geheel onpraktisch, want liet zon den schijn hebben alsof men op verovering uitging ; een kleine macht uitrusten, daarentegen, die op onmefelijken afstand van haar basis zich zou bevinden, was ten hoogste gevaarlijk, maar in allen geval zou het geringe aantal troepen geen hebzuchtige bedoelingen ver raden. Het \\erd een zaak van zedelijken steun. Lag er gevaar in opgesloten, waarom dat niet te aanvaarden? Toen de generaal die de politieke aktie in Wlartiwostok leidde aar, John Ward de zending opdroeg, nam hij h.-iar aan. De wijze van uitvoering werd voer een i/n/ot deei aan hem overgelaten. Het was een lange reis, door mijlen en mijlen van verwaarloosde korenvelden, door de A'oneoolsclKV steppen, langs het Baikalmccr, door oneindige maapdeli'ke bosschen : zij scheen niet te wille1.' ophouden, en overal waren hinderlagen gelegd en m( esltn moeilijk heden worden ovcrwoiii'ui. li? eerste grocte stad, die men bereikte, was Irkoelsk. Hier gaf Ward een proef van zijn talent om mensclu r. te v.imien ui op hun meeiiing invloed te oefenen. Maar er mag daarbij niet wolden v-rgetcn dat hii crr-ote sympathie had voor de Russen, al zag hij waarlijk niet tegen hen op. Er werd een feestbanket in Irkoetsk ge houden. Het was niet juist te zijner cere, maar hij was wel een der hoofdpersonen. Een Russisch officier vertaalde fluisterend voor r.em de toasten die over en weer werden uitgesproken, hij was daardoor on de hoogte van den heerschendcn geest. Toen nu een dronk werd gewijd aan Engeland, den bond genoot en het orkest dien besloot met een Knie Ur/tantiiü, G ml save the Kin" werd niet gespeeld om de aanwezige sociaalrevolutionairen niet te kwetsen, ??stond hij op en verklaarde hun dat den volgenden dag bi' de revue de muziek van het 25e Middlesex hét Britsche volkslied zou spelen, al was het hecle Bolshewi?me er tegen. Want (lat was het teeken, waaronder Engelschmar. met Engelschman zich vereenigd voelde. I let was als de nationale vlag. En hier moest hij opmerken dat van Wlaciwostok af tot Irkoetsk toe, hij geen enkele Russische vlag had gezien. ,,!s dit dan de grond, had hij zich zelf afgevraagd, van het eenmaal zoo machtige Rusland, waar een vreemdeling doorreist zonder te weten welk land het is? Ik kan mij niet voorstellen, al waren er twintig revoluties over Engeland heengegaan, dat er ooit een Engelschman zal ziin die zich schaamt over zijn vlag of over zijn naam van Engelschman." Dat was een gejuich, totn de laatste woorden in het Russisch werden vertaald ! Het orkest speelde Gal we it;e A'/rg, tn liet wou bijna niet uitscheiden het te spelen. Zoo gevoelig zijn de Russen. De" vlag verscheen weer. 'n November kwam hij te Cmsk. Daar waren eveneens gekcmen de Hooge Engelsche Commissaris en de dirigcerer.de Generaal. Zij wilden de hoofdlijnen vaststellen voor de politieke actie, en hun eerste werk was cm de twee besturen,?het ecne sociaal-revolutio nair, het andere royalistisch met een sociale tint,?die van elkander gescheiden het gezag in Siberiëheetten uittioeTenen, tot verzoening ei1 tot eenheid te brengen. Zij dachten weldra dat het hun was gelukt, en ?:ij mankten een lijst op voor een directorinal bestuur en een ministerie. Daarna werd er eengroot fecstbanket gegeven. Veel KOiidbetrefte uniformen waren daar, veel redevoeringen werden er gehouden, zij leken allen op elkaar, de uniformen en de sprekers. Ook de gezichten kwamen wonder overeen. Geen had karakter. Alleen van ci'n man viel de scherpe uitdrukking van het gezicht op. Hij was laat gekomen en alleen, de minister van oorlog, Koltchak. Op hem vestigde Ward zijn verwaditing, W. G. C. B Y V A N C K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl