De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 26 juni pagina 2

26 juni 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 26 Juni '20. No. 2244 GEVAARLIJK VAARWATER Teekening ven de Amsterdammer" van Jordaan N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN Rokin 128 Telef. 4541 ? lim.llMIIIIIIIIII ............ IIMIIIIIIIIIIIIII ....... IIIIIIHIIIIIItUIII ...... Illllll teeken, dat wij meenden den inhoud van zulk een opzienbarend geschrift, te moeten meedeelen. Peerke, pas op den draaikolk!" lIlllHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiliiiiiiiiiiiiiniiifiiiiiiiiimi IMIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IIIIIMIIII De opzuiging'van het volksvermogen door het buitenland treft ieder aan den lijve. Inplaats van socialiseering heeft zich ententiseering def productiemiddelen voltrokken. Ook voor de arbeiders is dat niet onverschillig, wapt de meerwaarde, die zij moeten verkrijgen, maakt ze slechts van het buitenlandsche kapitaal afhankelijk, dat zonder te vragen, zoodra het hem goeddunkt, een druk op de arbeiders zal uitoefenen en ten allen tijde de levensmiddelenvoorziening als hevel kan gebruiken. Alles wat wij voortbrengen behoort reeds, op het oogeblik der voortbrenging, voor het grootste deel aan het buitenland. Wij moeten slecht leven, ons minderwaardig voeden, on voldoende kleeden. Na eenige tientallen jaren zal het volk op de Silezische wevers gelijken, (de meest ellendige volkslaag van Duitschlarid) een volk van blanke slaven worden, dat temidden van een hem niet behoorenden overvloed voort vegeteert. Zijn cultuur is vernietigd, trots en eergevoel bestaan niet meer, en dat is geen duistere hersenschim,want zelfs een grooter volk, als de Grieken, is ten onder gegaan. Bijzonder dwaas echter is de hoop, dat de tegenstanders er belang bij hebben ons weer in de hoogte te brengen, of er moesten oneenigheden tusschen hen uitbreken." Zoo duister teekent Eltzbacher het beeld; inderdaad zal men zich afvragen, of deze sombere perspectieven slechts voor Duitschland gelden en niet evenzoo, zij het ook in andere variatie's, voor de overwinnende landen. Zoodat deze chaotische verschijnselen zeer algemeene oorlogsgevolgen zijn. De schrijver zegt nu, dat de keuze niet meer moeilijk is tusschen zulke ellende en de ellende van het bolsjewisme en we moeten iets groots wagen om vrijheid en cultuur te redden. We moeten ons bij de beschouwing van het bolsjewisme, losmaken van de praatjes en schelle aanplakbiljetten. We zijn allen zeer slecht georiënteerd en zien alles veel erger in, dan het in werkelijkheid is. Ook hebben de bolsjewisten reeds veel geleerd en er is ook, volgens de idee, een van straffe orde in be grepen. De treurige toestanden zijn meer Russisch dan bolsjewistisch, ook oorlogsgevol gen en algemeene verwildering. Andererzijds is het Duitsche arbeidende volk bezonnen en verstandig en zou het slechte in het Russische voorbeeld niet nadoen. Altijd is het nog beter wanneer het komt tot de dictatuur van het proletariaat, dat Duitschers heerschen over Duitschers, dan Franschen en Engelschen over Duitschers. De socialiseering der' productie middelen is beter te verdragen, dan de ententi seering, want bij socialiseering zijn ze voor ons toch niet geheel verloren. Slechter kunnen de verhoudingen in Duitschland niet worden en anderzijds zal de hoop op een toekomst alles nieuw leven inblazen. Daardoor bereiken wij aansluiting bij Rusland en ook het Poolsche gevaar is door isoleering van Polen gebroken en met de voorgenomen tweede deeling" van Duitschland, die op de eerste spoedig zal volgen, ware .het gebeurd, wanneer de beweging op de westelijke staten overging. En dat is zeer denkbaar, want het gist er tamelijk en de invloeden van de overwinning vervliegen spoedig." De schrijver sluit de oogen niet voor de gevaren van het bolsje wisme, hij is op alle verschrikkingen voor bereid, honger, bloed, wanorde. Hij haalt Qaribaldi aan, die zijn getrouwen opriep met de woorden: Ik bied u honger, dorst, marschen, veldslagen, den dood!" Maar hij meent, dat wij met Marx moeten zeggen : We hebben niets te verliezen als onze ketens." Hoewel men den schrijver niet volgen kan, noch in zijn aansporing tot bolsjewisme, noch in de broosheid der gedachtendoorvoering, is deze kreet van wilde verbijstering toch een zoo belangrijk symptoom, een stormiiiiiiiiiiiiiiiiiiHMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii" ......... i ........ ? Prof. Plrenne over den aanvang van hec Nederlandsch Anabaptisme door ds. K- Vos De bedelaars, arbeiders en matrozen' sloten zich bij scharen met hartstochtelijken ijver aan een leerl) aan, die hun de omver werping van de bestaande orde beloofde, de spoedige komst van het rijk Kvan den gerechtige, het verdwijnen van koningen, vorsten en overheden, de zege des geestes over het vleesch in een nieuwe schitterende wonderwereld. De leer der wederdoopers verdoemde niet alleen de kerk, maar tegelijk ook staat en maatschappij, beloofde aan de vermoeiden en belasten een gouden eeuw, die hen zou verlossen uit hun lange slavernij, verkondigde, dat de dag van hun overwin ning een dag van wrake zijn zou, en riep hen op met het zwaard in de vuist het Godsrijk te stichten. Het schijnt dat regeering en inquisitie tamelijk lang van den vooruitgang der nieuwe leer in het noordelijk deel der Nederlanden niets bemerkt heeft, of ten minste, als zij dan soms hier of daar eenig teeken heeft waargenomen, haar ware karakter niet be grepen heeft. Eerst in 1531 werd men plotse ling gewaar, dat er een nieuwe sekte ontstaan was, die het voortbestaan der burgerlijke maat schappij bedreigde. Diensvolgens waren het veelmeer sociale dan religieuze beweegrede nen, die de regeering aanleiding gaven zich tegen de wederdoopers te verweren en hun openlijk den oorlog te verklaren. In 1534 schildert de landvoogdes Maria hen met afgrijzen'aan de Algemeene Staten als een hoop onbeschaafde lieden, bedelaars en arbeiders, wien het enkel te doen was om kerken, edel lieden, burgers en kooplieden, in 't kort alle bezitters, uit te plunderen om van het geroofde n grooten hoop te maken en^dan aan elkeen uit te deelen wat hij voor zijn levens onderhoud noodig had." De slechte tijd, waardoor het zeevolk kortelings door den oor log met Denemarken en de afsluiting van de Sont werd getroffen, begunstigde de uitbrei ding van een werke'ijk rrystieke geestesepidemïe. Toen het beleg van Munster aanving, volgden honderden de roepstem van de zendelingen van Jan van Leiden, en begaven zich op weg naar de heilige stad, zoodat de stadhouder van Holland, de graaf van Hoogstraeten zijne compagnieën tegen hen moest afzenden en hen op de vlucht drijven. Toch konden tijdens het kritieke jaar(l 534-35) zelfs de onbarmhartigste onderdrukkings maatregelen de verdere verbreiding van de leer der wederdoopers niet tegenhouden. Maar de beweging was te heftig om lang te kunnen duren. Met Munster's val vindt zij een einde. Sinds verloor het dooperdom zj'n staatsgevaarlijk karakter. 2). Men houdc in 't oog, dat de leer der weder doopers zoowel wegens den eenvoud van haar geloofsregels, als ooi: wegens den aard van het mysticisme, waarmee zij onder invloed van Hoffman gedrenkt werd, uitstekend paste voor het simpel begrip en den kinderlijken eenvoud der volksmassa. Want het richtte zich op die|gevoelens, die op die massa den machtigsten invloed uitoefenden: vrees en hoop, bij de voorspelling van den naderenden ondergang der wereld en de komst van het Godsrijk. Dus moest de leer der wederdoopers noodzakelijk een revolutionnair karakter aannemen. Door haar apocalyptisch mysti cisme werd zij genoodzaakt tot verwerping van alle grondslagen, waarop de maat schappelijke orde rustte, omdat zij daarin stechts een werk van satan zag en naar zijn uitroeiing verlangde. Zij verwierp en verdoemde kerk en staat. Geen priesters, maar ook geen bezitters, geen legers, geen rechtbanken, geen heeren zouden er meer zijn. Veeleer zouden de door Gods woord verlichten, de gerechtigen en de reinen, in alle heerlijkheid een volkomen wereld van deugd, vrijheid en gerechtigheid scheppen en een hemelsche stad stichten, waarin elk onderscheid tusschen de verschillende menschen was uitgewischt en alle maatschappelijke klassen in liefde en barmhartigheid in elkaar waren opgelost. Overigens poogden Hoffman en zijn volge lingen niet het door hen gedroomde ideaal met geweld te verwezenlijken. Ofschoon revolutionnair in den geest, waren zij het toch niet met de daad. Desniettemin beteekende hun leer een uiterst ernstig gevaar voor den staat, die dan ook toen circa 1530 haar ware wezen herkend werd en haar vooruitgang bespeurd, tegen hen een verbitterden strijd voerde. Het werd bedenkelijker, toen in 1533 een nieuwe profeet de bakker Jan Matthijs van Haarlem opdook. Met hem kwam het beslissend keerpunt voor de leer der wederdoopers. Van nu af was het gedaan met de stille verzaking en het geduldige afwachten, Men vergenoegde er zich niet meer mede, de komst van het Godsrijk af te wachten. maar men wilde het met het zwaard oprichten, de boosdoeners uitroeien, en met geweld een nieuw Jeruzalem stichten. Het uur der wrake had geslagen. Het mysticisme der door de zendelingen van Jan Matthijs overprikkelde verlichten sloeg over tot oorlogsrazernij. Maar de door hen bedreigde burgerlijke maat schappij verweerde zich met vereende krach ten. De protestanten vervolgden hen met een zelfden haat als de roomschen deden. In de zelfde steden, waar de schepenen slechts met tegenzin de plakkaten tegen de Lutherschen uitvoerden, was men tegenover de weder doopers onverbiddelijk. Dit vloeide voort uit het besef, dat bij deze laatsten de religieuze vraag was geworden tot een sociale. Hun communistische leer verbitterde alle bezitters en verwekte onrust, waardoor het hart voor elke barmhartige opwelling ongevoelig werd. 3) Zelfs in de zuidelijke provinciën verbreidden zij zich, alwaar het proletariaat der industrie-centra tot hen overging. Maar althans in het Noorden telden zij, voor en na, ook aanhangers onder de betere standen. 4). Uit deze citaten blijkt, hoe deze groote Belgische geleerde erkent l o. dat de anabaptistische beweging aanvankelijk een pro letarische was, 2o. dat de profetie van Hoff man aan zijn volgelingen een maatschappe lijke verandering aankondigde, 3o. dat de overheid mér uit sociale beweegredenen ver volgde, 4o. dat de landvoogdes in 1534 klaagt over aanvallen op het bezit, 5o. dat de leer der wederdoopers noodzakelijk een revolu tionnair karakter aannemen moest. Echter is dit opmerkelijk : de tijd van 1535 met zijn revolutionnaire woelingen, veroorzaakt door slechte economische verhoudingen en de volks begeerte naar bevrijding van de heerschappij der toenmalige machthebbers, vindt zijn her haling in onze dagen in de communistische woelingen. Het toenmalige verlangen naar verandering wortelde in een godsdienstig geloof aan een betere nabijzijnde toekomst, het verlangen van thans wortelt in de Marxisti sche wijsgeerige wereldbeschouwing. Achter beiden schuilt de begeerte naar vrijheid en gelijkheid, die bereikt worden moet door ontplooiing der volksmacht, en de zucht naar een samenleving, waarin de verdeeling deigoederen minder ongelijk zijn zou of zal. In beide tijden is fantastisch idealisme de drijf veer en geeft de volksmassa zich in grenzen loos naïef en kinderlijk vertrouwen over aan de leiding vnn veelbelovende redenaars, die iiiiiiiiiHiiiiiiiimiimimiiiii « mimi n IHII n iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii minimin iiiiiiiniiiiiiiiinnniiiiiiniiiii Wij beleven dit jaar den zomer der confe renties l Eerst was het San RentJ, toen Hythe, nu nog eens weer Hythe gevolgd door Bou logne, straks Spa, daarop Brussel.... Wat zal het resultaat zijn? Een wereld in vrede onder leiding van den volkenbondsraad en een internationaal gerechtshof in den Haag ? Het lijkt er nog niet veel op : de voorberei dingscommissie in den Haag is volgens de communiqués nog immer bezig met de quaestie hoe de rechters te benoemen en toen Asquith dezer dagen in 't Britsche lagerhuis om den volkenbondsraad riep, die juist nu zoo 'nuttig zou kunnen werken bij de regeling der vele moeilijkheden dezer dagen, toen antwoord de Balfour, dat het nog te vroeg was en dat de overwinnende Entente voorloopig zelf 's werelds lot bestieren moet. Nu, ze wijdt zich met ijver aan deze taak, maar licht is ze niet en velen apprecieeren haar werk slechts matig, terwijl haar zwarigheden niet weinig verhoogd worden door de omstandigheid dat de overwinnende Entente niet zoo sterk meer is als anderhalf jaar geleden, gezien haar in nerlijke strubbelingen en het vaste besluit der naties om geen nieuwen oorlog te beginnen. Ja, dit ontbreken van de wereldmacht, de on mogelijkheid om de genomen beslissingen zoo noodig te gaan afdwingen met een groot Engelsch, Fransch of Italiaansch leger, ligt zeker ten grondslag aan alle problemen die Zaterdag en Zondag in Hythe en Maandag en Dinsdag in Boulogne besproken zijn. Op't onverwachts zijn de staatslieden Zater dag in Hythe bijeengekomen, tot het houden van voor-besprekingen tot voorbereiding van die in Boulogne, die zelf weer een voorberei ding zouden zijn van de conferentie in Spa. Edoch, het werd veel meer dan de aanvankelijk beraamde informeele gedachtenwisseling in verband met Spa, het werd een volslagen zitting van de Entente-leiding tot bespreking van alle hangende quaesties, een tweede San Remo kortom. Dat bleek reeds dadelijk toen in Hythe niet alleen Lloyd George en Millerand bijeenkwamen, maar ook Foch, generaal Wilson de chef van tien Biitschen staf, bekend o. m. door zijn redevoering over de eeuwige noodzakelijkheid van den oorlog --en den Griekschen premier Venizelos. Dit bewees dat de netelige en hoogst urgente Oostersche quaestie als punt n op het program ma stond en inderdaad hebben wij sindsdien vernomen, dat zoowel deze als de Duitsche en de Russische vraagstukken behandeld worden, zoowel in Hythe als in Boulogne. Zaterdag en Zondag is namelijk het overleg in Hythe voortgezet en Maandagmorgen stak men bij heerlijk weer het Kanaal over, op het s. s. Maagd van Orleans", een bijna symbo lische naam voor een sciiip dat de Britsche en Fransche vlag naast elkander in den mast voert. Daarop is in Boulogne onverwijld de conferentie met de Belgische, Italiaansche en Japansche staatslieden geopend, en Dins dag zijn de diplomaten weer huiswaarts ge keerd. De resultaten zijn nog niet bekend, maar door de pers-berichten kennen wij de richting, waaruit de wind waait. Het moeilijkste en meest dringende pro bleem is voar het oogenblik ongetwijfeld het Oostersche. Het is dit niet alleen voor Enge land, welks macht in Turkije, K'ein-Azië, Mesopotatniëen Herzie in gevaar wordt ge bracht, maar voor de geheele Entente, die zoo juist een vredesverdrag ter teekening heeft voorgelegd aan een Turksche regeering welke geen schijn van macht meer bezit, omdat Europeesch Turkije buiten KonstantinopL'l Grieksch gaat worden, Konstantinopel bezet is door Britsche en Fransche troepen en K'einAzië, enkele kleine stukjes uitgezonderd, zich in de macht bevindt van Moestafa Kemal Pasja, die genaderd is tot aan de Zee van Marmora en dreigt zeer spoedig tegenover Konstanti nopel aan den Bosporus te verschijnen. Dit is voor 't oogenblik de aliesbeheerschende moeilijkheid en in verband met haar zijn Venizelos, Foch en generaal Wilson mee naar Hythe geweest. Venizelos heeft namelijk voorgesteld om dat nationalistische Turksche leger van Moestafa Kemal te laten verslaan door de Grieksche troepen onder generaal Paraskevopoelos. Deze voelt zich tot die on derneming in staat, is overtuigd dat KcmaFs troepen slecht geschoold, slecht uitgerust en zwak zijn en dat de kleine honderdduizend Grieken hen op dit klassieke terrein in K'einAziëgemakkelijk baas zullen worden. Foch en Wilson willen blijkbaar hiervan niet hooren, misschien omdat zij dien Griekschen generaal met den langen naam de eer niet gunnen de Turken te verdelgen, misschien nok omdat zij ineenen dat hij het niet kan. Lloyd George echter moet Venizelo-. gesteund hebben en hem in Hythe althans de overwinning hebben bezorgd. Wat er in Boulogne beslist is, weten wij nog niet. inderdaad kunnen wij ons de meening van beide partijen indenken : de Engelsche diplomaten moeten er veel voor voe len dat de Grieken, die niet een zoo grooten buit strijken gaan, het zaakje opknappen, nu Engeland elders zooveel werk aan den win kel heeft en de lasten der schatkist zoo enorm hoog zijn. Maar de generaals, die zich de moei lijkheden van een veldtocht in Klein-Azi beter kunnen voorstellen, moeten er wel aan twijfelen of de Grieken tot dit werk in staat zijn, en waarlijk als men op de kaart ziet hoe ontzettend ver Smyrna, de basis van het Grieksche leger, verwijderd ligt van het terrein van den strijd en van Angora, Kemal's hoofdkwartier, dan begrijpt men inderdaad niet hoe de Grieken het aandurven. Trouwens, in Btinlogne zal er ook van politieke zijde wel verzet gekomen zijn tegen Venizelos' plan, want als de Grieken optreden als redders uit den nood zullen hun eisenen nog hooger worden dan ze waren zij hebben het verlangen naar By/.antium nog niet opgegeven ! en daarvan is men in Italiëniet gediend, terwijl ook Frankrijk, hoe Grieksch-gezind ook, er blijk baar weinig voor voelt hen tot kampioenen voor de Entente in het Oosten te maken. Edoch, zoo niet de Grieken wie dan wel? Een gezairulijke Entente-actie? Er is over gedacht, maar de Entente is niet zoo vechtgraag meer en.... de kosten! Neen, roepen Fransche bladen, een andere politiek : in trekking of wijziging van het ontwerp-vredcsverdrag met den Sultan, overleg met de Turksche nationalisten, opnieuw een levens krachtig Turkije waarmee saam te werken valt. Merkwaardig dat nu eens van Franschen kant geroepen wordt om het prijs geven van de overwinnaarshouding en om overleg met den vijand van gister. Want Moestafa Kemal en Enver Pasja, de Duitschers-vriend, gaan hand in hand en overleg met de nationalisten beteekent overleg met de Turken die aan Duitschland's zijde vochten. Maar laat ons niet op de beslissing van Bou logne voornitloopen, die misschien bekend zal zijn als de lezer dit blad onder de oogen krijgt. In elk geval, al draagt men dit werkje aan de Grieken op, en al verslaan zij Moestafa Kemal, dan is daarmee de Oostersche quaestie nog lang niet geregeld, want Engeland moet nog een eind maken aan de aanvallen op zijn nederzettingen in Mossoel, in Mesopotamië, en aan de Boisjewisten-actic in Perzië. En dit alles houdt verband in_>t elkander, want ook Kemal wordt weer gesteund door de Russe n. Zoo komt nu;i, pratend over de Oostersche quaestie, vanzelf op de verhouding tot 'uisiand e n zo > wordt ook hel verlangen van Lloyd (ieorgc /e'T verklaarbaar om via het aanknoopen va:i handelsbetrekkingen nut de Sov jets leiU'lijk tol vrede nut Rusland te komen. Jamnur genoeg schijnen de onderhandelingen nut Kra^sin. verleden week nog /oo\\'L-i belovend, thans vrijwel op het doode punt gekomen, zoo niet afgebroken te zijn. De brief van Lenin, waarover ik de vorige week schreef, heeft zeer ongunstig gewerkt, vooral toen mi nister Churchill dit Russische staatsstuk op zijn bekende pootige wijze beantwoordde in een Engelsch blad en zijn artikel per vliegtuig aan Millerand liet zenden, aldus een beroep doende op den vreemden staatsman tegen de politiek van zijn eigen premier, Lloyd (ieorge. Millerand heeft zeer diplomatiek gereageerd op deze geste en wij weten niet wat er binnens kamers tusclien George en Churchill over ge zegd is, maar in elk geval zal het gebeurde niet dienstig geweest zijn voor de onderhande lingen met Rusland, en daar Lenin allerminst in een toeschietelijke bui schijnt te wezen en de waarborgen die Lloyd George geëischt heeft vóór er sprake kan zijn van betrekkingen tusschen Lenin en hem, blijkbaar niet geven wil, lijkt het er op 't oogenblik naar, dat de communistische dictator eenzaam zal blijven ,,op zijn troon van doodsbcendererf' Churchill's woorden en van Moskou uit de Engelschen in het Oosten zal blijven bestoken. Zoo zou dan in deze zaak Frankrijk zijn zin krijgen, dat immers van geen contact met de Sovjets-repubiiek weten wil. Niet alleen het staken van de onderhande lingen met Krassin vervult de Fransche pers met vreugde, ook de berichten over conces sies van Engeland in zake de Duitsche quaes tie worden met groote voldoening gecommenteerd. Het veel besproken vraagstuk der scha deloosstelling is in Hythe en Boulogne op nieuw aan de orde geweest en er zou daar vast gesteld zijn, dat het bedrag der schadeloos stelling verhoogd zou worden als het Duitsch land beter begint te gaan. Dat is dus juist datgene wat Engeland aanvankelijk niet wilde en Frankrijk wel. Heeft Engeland in deze zaak toegegeven, omdat het Fransche con cessies verlangt in de Oostersche quaestie ? Intusschen heeft men de quaestie nog niet definitief uitgemaakt en ze zal opnieuw be sproken worden, eerst in Parijs en dan in Spa. Misschien zal Giolitti nog een goed woord voor Duitschland doen die wel is waar dadelijk na zijn succes als kabinets-vormer uiterst vriendelijk gedaan heeft tegen de Entente-genoiiten om duidelijk te laten zien dat zijn optreden geen verandering mag brengen in de goede verhouding, maar die niettemin toch wel niet scherper zal staan tegenover Duitschland dan zijn voorganger. En vervolgens willen wij de 'hoop nog niet opgeven, dit de samenkomst met de Duity.'liers in Sna eenmaal zal plaats hebben en dat er nul hen overlegd zal worden wat zij kunnen betalen en hoe zij kunnen betalen. l'aar zal dan ook nog gepraat moeten worEEN KOEIEN-KLACHT Nu ik de tongblaar heb gekregen Ben ik er vreeselijk aan toe. Ik heb de koorts en voel me sterven Het is gedaan met Opoe-koe. De veearts kwam me onderzoeken En keek me medelijdend aan. Toen ik mijn tong had laten kijken Zei hij: Het is met u gedaan" U hebt 't schrikkelijk te pakken" Uw laatste levensuur genaakt" En aan den boer zei hij rondborstig: Mevrouw moet worden afgemaakt". De boer begon mijn neus te aaien En riep: Dat arme, brave beest" Wat zijn we al die lange jaren" Toch beste kameraads geweest." Nu is het uit, 'k moet gaan scheiden, Ik sterf aan bloedvergiftiging. Ik word gedood, gevild, begraven, Mijn einde is wel zonderling. En als het avond is geworden Dan komt de bonkenslachter aan : Dan wordt mijn halfverteerde lichaam Als lekkers van de hand gedaan. Ik word aan stukken en aan brokken In zakken naar de stad gebracht En word daar voor de arme stakkers Gereed gemaakt en koud geslacht. En sterven er een paar gezinnen Dan komt er dat niet zoo op aan. De hoofdzaak is: dat door den slachter Nog fijne zaken zijn gedaan. Hij kan vergiftigen en knoeien Daar wordt zoo streng niet op gelet. Hij wordt bekeurd, betaalt zijn boete En het bedrijf wordt voortgezet. De menschen zijn toch rare snuiters, Er wordt gescholden en gebromd Ze willen en ze blijven knoeien Totdat er weer eens oproer komt, Als koe heb ik niet veel te zeggen Maar als ik ze eens straffen mocht Dan dwong ik ze om mee te eten Van al dat walgelijke bocht. J. H. S P E E N H O F F MUI Illlllll 'UU Illll III llllllllllllllllllllllltllllllttllMIIMM poseeren als wereldhervonners, wier idealis tisch program in de praktijk toegepast onuitvoerbaar bHjkt te zijn. 1) NI. de profetie van Melchior Hoffman, dat in 1534 Christus wederkomen zou om het duizendjarig heilrijk te stichten, en het geloof dat men zich daarom moest laten herdoopen. 2) Pirenne, Geschichte Belgiëns (1907) III 141 1443) Idem 437?438. 4) Idem 441. l Illll l l>l MIMI!. lu. Illllllllillllllll DEVO Geurige Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'a HolL Sigartnfabriek UTRECHT den over de andere eeuwigdurende Duitsche aangelegenheid, de ontwapening. Daarover is men in Boulogne nog eens weer tot over eenstemming gekomen en ook daarover ver heugt zich de Fransche pers; Duitschland mag 100.000 man wapenen, en geen enkelen mér. Blijkbaar zijn de geallieerden in 't ge heel niet bevreesd, dat de Russen Polen zul len verpletteren en dan Duitschijand binnenrukken en dit tot een Sovjet-staat maken. Toch houden de Polen geen stand tegen de Russische legers, aangevoerd door generaals van het oude regime in Lenin's dienst. Of de minder gunstige stemming ten aan zien van Duitschland een gevolg is van de Duitsche verkiezingen ? Wij gelooven het niet, want men wist bij voorbaat dat deze winst zouden brengen aan links en rechts en verlies voor de regeering, en ten slotte kan toch ook de vorming van een uitsluitend bur gerlijke regeering in Duitschalnd in de plaats van een democratisch-socialistische geen ver andering brengen in de buitenlandsche poli tiek van de Duitsche republiek. Eigenlijk ook in de binnenlandsche niet, want al heet kanselier Fehrenbach nu te regeeren met zijn Centrum, Democraten en Duitsche Volks partij, het blijft een regeeren bij gratie van de socialisten, een evenwicht bewaren tusschen links en rechts, precies zooals de vorige, de socialistische kanseliers het hebben gedaan. In waarheid regeeren kan op 't oogenblik in Duitschland niemand en het is al vél als een kabinet, steunend op het parlement de orde bewaren en namens Duitschland tegen de overwinnaars spreken kan. In Ierland is het in de laatste dagen bonter toegegaan dan ooit: in de straten van Londonderry is het oorlog. Lloyd George echter heeft gezegd dat er nooit een onafhankelijk Ierland zal bestaan, al zou men er jaren voor vechten, en wij weten dat Lloyd George taai is. Een andere ernstige moeilijkheid voor En geland is de staking der Marconisten: de schepen mogen uitvaren zonder Marconist, maar de equipages weigeren, hetzij omdat ze niet durven, hetzij uit solidariteit, zoodat de scheepvaart, vooral de passagiersvaart, ernstig wordt belemmerd. De boycot van Hongarije door de arbeiders is begonnen, maar Hongarije bijt van zich af, wil nu ook niets meer uitvoeren en treft op die wijze /.eer gevoelig Oostenrijk. Wordt het doel bereikt ?" Eindigt de Witte Terreur? O i' bestaat deze in 't geheel niet? In elk geval gaat de regeering aftreden. Tot slot : lapan /egt dat het Kiau Tsjou wel aan China terug wil geven maar dat de Cliineezen het zoo moeilijk maken ! J. C. V A N O V i: N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl