De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 26 juni pagina 3

26 juni 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

26 Juni '20. No. 2244 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND lB3tayraflt,|e Oude loeien" TOURNOOIVELD -:- DEN HAAG PLATS OU JOUR - fw 1130 tot 2 MOT M vn 1 uur tot MO ? Restaurant-CaféLa Réserve" Renibrandtplein 44 bij de Utrechtechestraat ANSTERDAn Lunch Diner Souper. Vaste prijzen. Afternoon-tea, Diner- en Avond-Concert. m EENIGE SPECIALITEIT In ten KRIMPVRUH li m w m M - ^ J GEZONDHEIDS- '8L B$f «B 1ONDERGOEDEREN Nederlandsch Fabrikaat «5ÏRICOTHUIS 88 AMSTERDAM Reg. Breestraat 35 TEL. NOORD 5O6Ö. HAARLEM Gr. Houtstraat 143 TELEFOON 1466. STARK'S OXYDOL" j (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) J NiMl. Vmn. 8TARK & Ci. - Chamlseht Fibrltk VHABE", 's-Brmnhagi f VM|M|lMlMMIW|HH««tMI«NMIMH«MuillU<)fl>HHIIMtHII||Mfl|l«ltlim FLICK's BOOMSCHORS CHOCOUDEr"ï;;,"1 Is Chocolade in een vormenvan een samen stelling als in geen ander Fabrikaat wordt teruggevonden. OVERHEERLIJK VAN SMAAK! ERVEI GASPAR FLICK ? Opgericht 1T45 Hofleveranciers Anstardam Plano's, Vleugels on Kunstspol plano's door Huur In eigendom verkrijgbaar, mits In drie Jaar afbetaald. Brltvtn No. 1481, Buratu van dit Blaf Alleen ongeschonden filuïtetlguet waarborgt kwaliteit. LVE LWEG; ELEFDONJI80 DE NATUUR IS ONTWAAKT Leer haar thans kennen met behulp der boekjes uit de serie PRACTISCHK ZAKBOEKJES VOOR NATUURVRIENDEN, waarinde volgende titels zijn verschenen : Zoogdieren, Vogels, VisscKen, Vlinders, Insecten, Planten, Eetb. Paddestoelen, Vergift. Paddestoelen, Mineralen, Vogeleieren, Rupsen en Poppen, Bloemen, Reptilié'n, Hoenders en Duiven. Elk deeltje met pi. m. 100 gekl. afb. en verklarenden tekst. - PRIJS PER DEELTJE f 0.60. UITGAAF VAN W. HILARIUS WZn. TE ALMELO HILVERSUM. Vanaf 6 Juni Zondags Diner Concert O renest re Orgalie. Speciaal ingericht voor partijen, Prop.; J. F. SEIJDEL WASSENAAR RESTAURINT. AFTERKOON- TEA-CONCERT. [inelschtilt RlENTS BALT " '^^-^/O^fpostw-bij RIËNTS Eelfond. 93 Cent tr."^^*^^ "^^^^ BALT, Haag. Mond. In den Boekh. en na»^ *^'^\ l^^'té&&' en schrift, ond. Met deze figuren kunt U reeds andere woorden vormen, b. T.: oor en, eer en, ten, toon, enz. GRAN D HOTEL BOSCHHEK" 's-C R A V E N H A G E DEN 6EHEEIEN DAB RESTAURANT DINER-CONCERT Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop in het OOSTERPARK te Lage prijzen, mooie wegen, eledr. licht, water. IV. Maatschappij tot Eiploit. van Het Ooatirpark Bil. i.). STOKMANS & OHO SCHULZ Tel. Int. 38 & 48 Spoors WA spoorjr. cuiemboró |iiiiiiiuiuuuuiiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiiuiiiiiimuiiiiiiiuniiiiiiiiiifl!inif MEEREN MODE-ARTIKELEN l = - HEERENSTRAAT IJ, GRONINGEN g TELEFOON 1083 ^iHUffHBiinHiiiiiuiiHiiniiuiuiiiiuuniiiiiiiiuniiiiiuiiimiiiiMiuiuii Dames- en Heerenkleeding ?M/s-Gtavenliage 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 5812 HEMDEN HAAR MAAT MICHELIN lUiELIItDEII KWALITEIT BETER DAN OOIT TE VORENl PRIJZEN NAGENOEG ALS VOOR l DEN OORLOG Buitenband f 8.50 Binnenband 3.75 itMiiiiiftjiMimiiiiiiiiimifi iiniitiiiiiiiiiniiiiiaiiitiiiiiiiiiii lllllilllllllllllllllliiifltiliiiiiiiiliiiiaaaiiiiuiiiiiiliftiiiaiiiittiiiiiiiaiiitiiiaiiiiii llllllii HET ROODE LAMPJE Signifische Gepeinzen (51). Weer in'de stad geweest. De giftige, verderfelijke stad. . Ik was haar heelcmaal vergooien, (ieen se conde had ik gedacht aan haar leelijkheid en haar hekooring. Ze was er nog, en alles kri oelde nog eeven gedachteloos door elkaar. Ooveral geldjacht, wangunst, pronkzucht, hij de vrouwen , zinnelijkheid en nijd. Ook in de arbeiders-beweeging. Een docter zei mij, dat het al of niet religieus zijn van geen invloed was op de toestand der ziekenhuizen. De besten waren godsdienstloos. i Al ware dit juist, wat bewijst het in zulk een sfeer? Laat de inenschen eerst van de monniken onderlinge liefde loeren, en onbaat zuchtigheid en zelfverloochening, en vrijwil lige gehoorzaamheid en dan gemeenschappe lijk bezit van de bronnen van stoffelijk goed, en dan ijver en toewijding. Dan zal men een geestelijk leeven zien opbloeyen op reinen stoffelijken boodem, en alles wat wij kennen zal oovertroffen worden door de geestelijke schoonheid, die dan in uitgezochte kringen tot zichtbaarheid zal kooinen, ook voor de waereld. Dit geloof ik. % De giftige bekooring van de stad brandde nog dóór en dóór. Tot in de droomen drong haar invreetend gif. De monniken hebben 't makkelijk! Ze zeggen ,,bekooring" en dan weeten ze 't. Dan maar bidden tot de bekoo ring weer weg is. Dat lukt altijd. Maar hoe legt de duivel het aan om zoo bekoorlijk te zijn ? En hoe leggen wij het aan, om des dui vels bekoorlijkheid van God's bekoorlijkheid altoos feilloos te onderscheiden ? (52). Vandaag is de lente'ooverweldigend. Het weer is grijs, vochtig en stil, al met den dageraad begint het gekweel en gekwetter. Twee nachtegalen zongen met helderen slag om mijn hut. In het bosch was diepe stilte, en lichtgroene loovervlacnmetjes blonken op tusschen de ernstige, grauwe stammen. En in iedere lente is alles een weinig anders. Na aeonen zijn alle diersoorten gewijzigd n alle planten vervormd of uitgestorven om voor nieuwe plaats te maken. Zou dan ons ziels-leeven altijd dezelfde woorden verdra gen ? Niets blijft, niets keert weer, maar niets kan verlooren gaau. En in dit wonder heb ik deel. O zeldsamc vreugde! (53). Er is 'een .geloof, dat bergen verzet ten en dooden opwekken kan. Dat geloot' heb ik maar voor zeer weinige en eenvoudige din gen. Dat ik eeuwig leef en niet vergaan kan. En dat God goed is en met mij verbonden. Zoo stel ik de waarheid. En in den loop der eeuwen zal deeze, mijne waarheid bergen verzetten en dooden doen leeven. Dit is het puure geloof. Maar n vinger doop ik in het puure geloof en meng n droppel met een oceaan van onweetendheid. Dan zeg ik, dat ik geloot' te gelooven. En uit die oceaan laat ik weer n droppel vallen in een tweede oceaan van niet-weeten. Dan zeg ik, dat ik geloof te gelooven. De homoeopathen spreeken van ,,de tweede potentie" Zoo heeft mijn geloof meerdere potentiën. (54) fadnreiu coeli cl terrac "-' Kan ik eerlijk zeggen, dat ik dit geloof ? Maar ik begrijp er niets van. Ten eerste, wat is heemel en wat is aarde ? De aarde is een deel van den heemel, en dit is niet enkel stoffelijk, physiek bedoeld. Er zijn hoogst waarschijnlijk ongetelde millioenen en trillioenen aarde's, waarom wordt dan de onze afzonderlijk genoemd ? En ,,Maker", wat bedoelt dat ? en wat moet men er bij denken ? Het woord is genoomen uit het gewoone leeven, waarin een schrijnwerker een kast maakt. Is God nu op een bepaald tijdstip begonnen en geëindigd ? Heeft iemand hem beezig gezien 7 Staat Hij teegenoover zijn maaksel, als een schrijnwer ker tecgcnoover de kast ? Ik zie ooveral leevende, groevende, bloeyende, elkaar verdringende en dan weer af stervende weezens. Ik zie altijd en ooveral leeven. En alleen in schijn niet-leeven. Ik zie alles groeyon en neem graag aan, dat het Wee zen, dat in mij leeft" er de oorzaak van is. Maar wat maken" van heemel en aarde beteekent, dat versta ik niet. Ik loochen niets, ik zou zelfs kunnen zeggen, dat ik geloof in de derde of vierde potentie. Maar ik weet niet, wat ik erbij denken moet. (55). En zoo gaat het met heel het credo, Het zal, vrees ik, eentoonige lectuur vormen. Want ik laat geen woord als waarheid pas seeren op 't geluid van een hol-klinkend pa rool ! Zij zullen mij allen tenminste eenig idee moeten geeven, omtrent hun beteekenis, hun afkomst, hun waarde en hun kracht. Ik loo chen niets. Het kan alles waar zijn. Maar de oprechte ?--- homo justus - neemt niets op in zijn credo, waarvoor hij niet de verant woordelijkheid dragen kan. Ook het hoogste gezag kan geen kracht geeven voor hem, aan woorden, waarvan hij de beteekenis niet ver staat. Voor zulke woorden heeft hij geen neen !" en geen ja !" Omdat hij de waarheid liefheeft. (56). Ik ben geen twijfelaar, geen scepti cus, geen agnosticus. Ik ben dorstig naar kennis maar neem het leeven ernstig. Veel te lang hebben we ons tevreeden gesteld met holle klanken en ijdele geluiden. Laat ons eindelijk weeten, wat we doen, als we spreeken. En nu meen ik ook te begrijpen, waarom alle verstandelijke ken nis ons bij het leevens-eind ontgaat. Ik voel hoe ik alle geleerdheid verlies, en een arme onweetende word, met een slecht geheugen. Alle kleederen worden mij afgenoomen. Ik ben als de arme paerel-duiker, die naakt in zee gaat, om de schoone, kostbare paerel te vinden. Misschien komt er eenmaal een duikerpak bij te pas, met de nieuwste vin dingen der weetenschap. Maar tot nog toe zie ik geen teeken, dat de geleerden nauw keurig wecten, hoe de paerel der wijsheid te vinden is. Ze gaan gebukt onder hun logische argumenten. Hun zware taal-kleederen zitten vol ongedierte. Het wordt tijd tot luchten. Het wordt tijd voor den Doop. (57) Als men U vraagt : Geloof je, dat Sirius planeeten heeft? of zeeven planeeten heeft?" Kunt gij dan daarop antwoorden ja !" of neen !"? De eenvoudige, oprechte mensch zegt : Hoe kan ik iets gelooven, waarvan ik niets ken? Noch ja", noch neen" te zeggen is geen schande, waar het duistere dingen betreft. Men vreest lauw en flauw te heeten, maar het is wijzer te zwijgen, dan te liegen. (58) Nu is de groene lente op haar hoogte punt. Alles is vol aandachtig geluk. De vliegjes dwalen en dansen in den stillen gouden zonneschijn. Stil sluipen de vlijtige voogeltjes door de struweelen en zoeken en spieden naar een plekje voor hun nest. Zeer langsaam drijven kleine witte wolkjes door de blauwe luchtzee. En in die pracht en weelde voel ik mij bitter droevig. De profundis" gaat mijn stem uit om redding. Ik doe, wat ik niet wil, en wil, wat ik niet doe. Ik ben machteloos tegen den demon. Maarmijn begrip wordt duide lijker. De Demon is bekoorlijk, omdat liet zijn werk was, ons door dit oovergangsbestaan heen te drijven. Daarvoor hadden u ij harts tochten en begeerten. Die zijn nuttig en goedtotdat wij tot inzicht en erkenning koomen. Dan moeten wij ons ervan bevrijden, om naar Gods fijner en zuiverder stem te luisteren. Maar dan zijn wij aan die driften gehecht en gewend. En het losmaken doet pijn. Ons lager zelf wil niet bevrijd. Het wil de oude en ge wende pretjes. Dat is een vreeselijk en on rustig conflict. (59) Ei in U/mm Dominuin Jesiini Cliristum, tilium Dei unigcnitum" Et" is al misleidend. Het beteekent een opvolging en een optelling. Maar Deus en Filius zijn n ! De een kan niet na den ander koomen, noch bij den ander opgeteld worden. En het on juiste wordt nog duidelijker door het verschil van Deus en Dominus. De uitdrukking el in unum Dominum" doet iederonmiddelijk aan twee weezens denken, de een Deus, de ander Dominus. En als ze n zijn, waartoe dan twee woorden? (60) Maar als een ontzachelijke Ijsberg zie ik daar aan koomen drijven inden grooten, blauwen oceaan, waar ik angstig en hulpeloos ronddobber een geweldig-ontzachelijk woord unigenitum." De flonkerend witte kruin stijgt hoog booven den zeespiegel uit, maar het onzichtbare deel, het invisibilium, reikt nog veel dieper onder 't oppervlak. Ik kan de klanken uitspreeken. Maar wat moet ik er bij denken? Het woord zoon" is gelijkenis. Wij noemen ons zelve Gods kinderen" Ook dat is gelijkenis. Wat kinderen" zijn, wat een zoon" is, dat weeten we uit ons leeven. Met de grootste aandacht ooverdenkend, wat de uitdrukking God's zoon" als gelijkenis bedoelen kan. koomen wij maar tot een zeer vage uitkomst. Een hoog en machtig weezen, zelf voor onze zinnen onwaarneembaar, maar min of meer stellig vermoede oorzaak of oorsprong van bepaalde gewaarwordingen. Zoo kwamen we tot Godsbesef. Maar nu weeder een goed en machtig weezen, dat uit dat eerste weezen is voortgekoomen," expatre". Maarwat is?uit"? Kan men zich daarbij iets bepaalds denken? God heeft geen beperking, geen grens, geen vorm, geen gestalte. Wat beteekent daarbij uit" of in" ? Ik kan het met de innigste aandacht niet denken. En dan : gcnitiim, non fuctnin". Wat is hier het verschil ? Bij God is geen tijd, noch leeft hij in onze ruimte. Wij kennen geboor te" uit ons leeven, eevenals maken", ma ker", en maaksel". Maar wat beteekent dat alles bij God? Van een hcusche geboorte, op n bepaald tijdstip, kan toch geen sprake zijn. En als men nu zegt : ante omnia saecula" - dan duidt dat woord ante" toch weer op een tijdsbegrip. ; En het eenig-gebooren", unigenitum", brengt ons onverbiddelijk weer tot de absurde gedachte van een getal niet veel, niet wei nig, maar n enkei en een tijdstip, niet nu, niet heel lang geleeden, maar precies tóen een feit dus, zooals wij feiten kennen. Maar dit is alles dwaasheid. Wat moeten wij er bij denken ? (61) Men versta wel. Ik loochen niet. Ik neem aan, ik geloof zelfs in tweede potentie, dat achter deze plechtige, majestueuze woor den groote waarheid verborgen is. Dat wil zeggen, dat de mensch, die ze neerschreef, zeer leevendige Godsgevoelens had, en daar door zeer goed de oorzaak dier gevoelens besefte en ook beminde. Ook, dat hij duide lijk onderscheid wist te maken tusschen het weezen, dat hij Vader noemde en dat hij Zoon noemde. Ook het unigenitum" had beteekenis voor hem. Het was zijn uitdruk kingswijze, zijn poëzie, zijn symboliek. Maar kunnen wij daarom nu zeggen Credo" ik geloof, in puur en stellig geloof, dat wat die woorden willen uitdrukken? Deum de Deo, lumen de lumine, Deum veruin de Deo vero". Prachtig als geïnspi reerde poëzie. Maar als begrips-vaststelling nutteloos. F R E D. VAN E E D E N iiiiiiitmiiimiti iimimuiiiiiii S P AA HS OH, EHOELSOH, FRAHSOH, DUITSOH oto. Borlltz-Sohool HoerongrmcM 451 H. 3286 Praet. Onderwijs door bulten!. Leeraren

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl