Historisch Archief 1877-1940
N°. 8245
Zaterdag 3 Juli
A°. 1920
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO J r., Dr, FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
( Prijs per No. f 0.25. Per half jaar 16.25. Abonn. loopen per jaar
Advertentiën t O 75 per regel plus 10 cent dispositiekosten |
INHOUD : Bladz. l: De Nieuwe Schoolwet,
door prof. dr. O. W. Kernkamp; Uit het
Amerikaansche politieke leven, door mr.
E. van Raalte; Tïjdg«nooten, door dr.
W. G. C. Byvanck. 2. De geheime propa
ganda van Onze Vloot", teekening van
Jordaan ; Krèkelzang, door J. H. Speenhoff;
Buitenlandsch Overzicht, door prof. mr.
J. C. van Oven. 3. Nieuwe Boeken, door
dr. Frederik van Eeden. 5. Voor de Vrouwen
(Onder Red. van mej. Elis. M. Rogge):
Gemeentelijke Zuigelingenzorg, door J.
Starcke?Polenaar; 8ste Congres van den
Wereldbond voor Vrouwen-kiesrecht te Genève
door mevr. N. Mansfeldt-De Witt Huberts;
En zoo gij de Liefde niet hebt, door Jo de
Vos ; Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. ?
7. Hans Paasche, door dr. Alfred H. Fried;
Onafhankelijke lersche Republiek, teekening
van George van Raemsdonck; Boekbe
spreking, door dr. J. Prinsen J.Lzn. 9.
Vermoeidheid-Overlading (II), door dr. J. E.
Enklaar; De Jong-Friesche Beweging I,
door G. K. Wiersma ; De neefjes van
Schinderhannesje, door Frits van Raalte. 10. Charon,
door dr. J. A. Schröeders; De economie van
het brandstofverbruik, door G. de Clercq i
Het Schietgat: Onze Doornsche Gast, door
Melis Stoke. 12. Charivaria: Uit het
Kladschrift van Jantje ; Het Rijksmuseum
(De Nachtwacht), door H. V. ; Feuilleton :
Een hedendaagsch Concert, door M. W.
v.d. K- 13. Vliegverbod boven Doorn,
teekening. van Joh. Braakensiek,; Royal
Auction Bridge.
Bijvoegsel: De veiligheid op de
Nederlandsche wegen, teekening van Joh. Braakensiek.
MIIIIIII IMIIIIIIIIIIIIIII IIIIHII imiiiiiiiiim
DE NIEUWE SCHOOLWET
De nieuwe wet op het Lager Onder
wijs is deze week door de Tweede
Kamer aangenomen. Men kan dus
veilig zeggen, dat de nieuwe regeling
van het volksonderwijs haar beslag
heeft gekregen ; de Eerste Kamer zal
het werk niet ongedaan maken.
Groote belangstelling is aan deze wet
jiiet ten deel gevallen, noch in de
Kamer, noch daarbuiten. De meeste
menschen vinden onderwijszaken ver
velend en vertrouwen de discussie
daarover gaarne aan de schoolmeesters
toe. Ook in de Kamer denkt men daar
zoo over; nagenoeg alle politieke
fracties tellen onder hare leden eenige
gewezen onderwijzers ; die maken, in
den regel uit, hoe de partij moet
stemmen over allerlei artikels en amen
dementen, die de eigenlijke onderwijs
zaken betreffen. Hiertegen zou weinig
in te brengen zijn, indien slechts deze
zoogenaamde onderwijs-specialiteiten
hunne verkiezing tot volksvertegen
woordiger te danken hadden niet aan
de rol, die zij in hunne politieke partij
spelen, maar aan hunne verdiensten
op het gebied van het onderwijs.
In en buiten de Kamer zou de belang
stelling grooter geweest zijn, zoo de
politieke room niet reeds van het
ontwerp afgeschept was. Maar sinds
de beroemde pacificatie stond het vast,
dat het bijzonder onderwijs gelijk zou
worden gesteld met het openbare;
daaraan viel niet meer te tornen.
Reeds lang vóór de pacificatie hebben
wij de billijkheid erkend van het ver
langen, dat het bijzonder onderwijs, mits
het voldeed aan eisenen van deugde
lijkheid, niet alleen zou worden gesubsi
dieerd, maar dat alle kosten ervan door
den staat zouden worden gedragen.
Daarmede geven wij niet te kennen
eenige sympathie met bijzonder onder
wijs- van confessioneele strekking; in
tegendeel, wij betreuren het, dat dit
zulk een vlucht heeft kunnen nemen.
Dit gemis van sympathie mag echter
geen reden zijn om het den geldelijken
steun te onthouden, dien het van den
staat mag opeischen.
De nieuwe wet op het Lager Onder
wijs herstelt een onrecht, dat lang is
gepleegd ; zij gaat echter verder en
geeft aan het bijzonder onderwijs
voortaan een voorsprong op het open
bare. Het eerste zal niet alleen ver
goeding krijgen van alle kosten, die
het heeft te maken, maar ontvangt
bovendien uit de gemeentekas 6-|- pCt.
per jaar van de waarde, die zijne
schoolgebouwen in 1914 hadden, ook
al waren die gebouwen verkregen door
schenking of al was reeds een groot
deel afgeschreven van het bedrag,
waarvoor zij vroeger waren gekocht.
Het bijzonder onderwijs zal voortaan
over de middelen beschikken om zijne
scholen beter en aantrekkelijker te
maken dan de openbare. Beter, omdat
op de bijzondere scholen meer leer
krachten kunnen worden aangesteld
en dientengevolge het aantal leer
lingen van elke klasse kleiner kari zijn ;
aantrekkelijker ook hierdoor, dat zij
het recht heeft behouden om leerlingen
te weigeren en daardoor dus in ne
school leerlingen kan samenbrengen,
wier ouders ongeveer tot denzelfden
maatschappelijken stand behooren.
Dit laatste kan op de openbare
school niet meer geschieden. Er zullen
geen openbare scholen meer zijn van
verschillende klassen, naarmate van
het schoolgeld, dat er wordt geheven ;
het schoolgeld wordt geregeld niet
naar de school, die het kind bezoekt,
maar naar de inkomen-klasse, waartoe
de ouders behooren ; kinderen van
ouders uit elke inkomen-klasse zullen
op de openbare school worden samen
gebracht.
Met de standenscholen, zooals wij
die tot dusverre kenden, hadden wij
weinig op ; de differentiatie was ons
daar te ver doorgevoerd ; in tal van
steden vond men wel vijf soorten
van scholen, met verschillend school
geld en dus met kinderen van vijf
verschillende maatschappelijke groepen;
drie of twee zouden naar onze meening
voldoende zijn geweest.
Maar hoe men hier zelf ook over
moge denken, men kan-met zekerheid
zeggen dat een groot aantal ouders
uit de eenigszins gegoede klassen hunne
kinderen niet meer naar de openbare
school zullen zenden, wanneej" die ook
bezocht wordt door kinderen van veel
minderen stand ; zij zullen er liever
een plaats voorvragen op een bijzondere
school.
Het is overdreven, te zeggen dat de
openbare school over eenigen tijd een
armenschool zal worden; maar dat
de regeling, die wij zooeven noemden,
aan de openbare school een groot
aantal leerlingen zal ontnemen, lijdt
geen twijfel.
Nog in een ander opzicht zal de
openbare school voortaan verschillen
van de bijzondere. Aan de eerste is, be
houdens enkele uitzonderingsgevallen,
het ambulantisme afgeschaft; tot
l Januari 1923 zullen de hoofden
ambulant kunnen blijven, tenzij vóór
dien datum een vacature in het onder
wijzend personeel moet worden aange
vuld ; in dat geval, en anders na
l Januari 1923, zullen de hoofden een
eigen klasse krijgen. De bijzondere
school blijft vrij om het hoofd ambu
lant te laten.
De strijd tegen het ambulantisme is
jarenlang door den Bond van Onder
wijzers gevoerd, en nu gewonnen.
Onder de argumenten, die tegen het
ambulantisme werden ingebracht,
waren er enkele, die haout-sneden.
Er zijn ongetwijfeld Ifdtfmé'ri geweest,
die, toen zij geen kïassWoor hunne
rekening hadden, het zich gemakkelijk
maakten ; die, ook al kweten zij zich
goed van hunne taak om toezicht te
houden op den goeden gang van zaken
en al verrichtten zij nauwgezet hunne
administratieve werkzaamheden, nog
veel tijd overhielden en dien niet heel
nuttig gebruikten ; er zullen er zeker
ook zijn geweest, die langzamerhand
ongeschikt werden voor het geven van
klasse-onderwijs, omdat zij teveel
directeurtje speelden.
In het belang van de hoofden zelf
zou het geweest zijn, wanneer zij een
deel van hun tijd hadden moeten
bein ui in iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiii
1 ,-!:'?' '.'??. ? - -, ? '?'«? ' i l
[l T]/DGENGG>TEN'\J
h lilÜn'i; ', ' »''i II i,i-i l i/. .'; ( /,U
JOHN WARD
II.
Men herinnert zich het verzoeningsfeest
te Omsk van de twee partijen die in Siberi
tegenover de Bolsjewiki het Russisch gezag
wilden vestigen : royalisten de eene partij,
sociaal-revolutionairen de andere. Daar pas
heeft de overste John Ward het ernstige,
gespannen gezicht van Admiraal Koltchak,
minister van Oorlog, leeren kennen. Het was
begin November 1918. Geen veertien dagen
later en Koltchak was hoofdbestuurder
van AI-Rusland."
Ward heeft zijn hand in die verheffing
gehad : hij heeft toegezien en op 't gegeven
moment ten minste niet tegengewerkt. De
sociaal-revolutionairen wilden de macht uit
sluitend voor zich behouden. Zij misgunden
den Minister van Oorlog elke vrijheid van
beweging.
Wat zoudt ge in Engeland er van denken,
wanneer, zooals hier, de opperbevelhebber
van het leger den minister van Oorlog zeide
dat de toestand der armee hem niet aanging :
hoe minder hij zich met de zaken van zijn
departement bemoeide, hoe beter het onder
alle omstandigheden zou wezen?"
Dat was de vraag door Koltchak aan Warci
gesteld.
Als ik zoo'n minister was," kwam het
antwoord, dan zou ik het absolute gezag
over mijn departement eisenen, of mijn ont
slag nemen."
Dat heb ik gedaan," zeide Koltchak.
En wat deed de minister?" vroeg Ward.
O 't is geen kwade man, hij kon wel in mijn
gedachte treden, hij zou aanbevelen dat mij
grooter macht werd gegeven, hij beloofde
mij in staat te stellen het leger te behouden,
en daardoor het Russische Rijk weder uit zijn
onmacht te doen opstaan...."
Koltchak gebruikte het wuordherppslamting.
Rusland leefde niet langer, noch in Europa,
noch daar in Siberië. Het werd verscheurd
onder de wetteloosheid der partijen.
In Omsk, waar de regeering heette te zete
len,was het, zoodra de avond viel, een voort
durend schieten op straat. Des morgens gin
gen de lazarethkarren rond en zamelden de
lijken op van officieren en van de slacht
offers der officieren. Want de officieren, on
verbeterlijk aan den ouden toestand gehecht,
hadden in hun clubs gezworen dat voor ieder
van hun genooten,die was gevallen of die viel,
volop wraak zou worden genomen.
Het was een officier van Korniloff's leger,
na het verraad aan zijn chef gepleegd uit Rus
land naar Siberiëgevlucht, die te Omsk de
sanenspanning leidde, in den nacht de leden
van het bestuur gevangen nam en aan Kolt
chak de dictatuur opdro.eg.
Men wist dat een onweer dreigde ; Kolt
chak zelf was oorspronkelijk niet ingewijd
in het plan. Het bataillon van Ward lag op
den weg die naar het regeeringskwartier
leidde ; de overste begreep w:it er voorviel,
hij werd ook verwittigd en hield zijn troep
onder de wapenen bijeen. Eindelijk kwam de
boodschap dat Koltchak in den avond zelf
zijn opwachting bij den Franschen civielen
commissaris en bij den Engelschen comman
dant zou maken, om hun de nadere inlichtin
gen te geven over de aanvaarding der dicta
tuur. Ward van zijn kant stond er op, dat aan
de gevangen genomen leden van het bestuur
geen geweld zou worden gedaan.
In die dagen waren de gebeurtenissen van
het Europeesche slagveld bekend geworden.
De wapenstilstand met Duitschland, met zijn
harde voorwaarden, was gesloten ; de Entente
had gezegevierd ; Ward begreep dat Koltchak's
gezag nooit zou worden erkend, wanneer de
dictatuur met een moord werd ingezet. Om
zeker te gaan, want hij vertrouwde de Russi
sche officieren volstrekt niet, zond hij onder
een Engelsen geleide de gevangen bestuur
ders over de grens naar China.
Hier werd door de Engelschen een moreele
steun aan het Koltchak-regime verstrekt, zij
trachtten ook op andere wijze het gezag van
den Hoofdbestuurder van Al-Ruslaud" bij
te springen.
Bij het ordenen der regeering werd een cor
respondentie ontdekt tusschen de voorgaande
machthebbers en Japan.
De Japanners, vroeger belachelijk en on
beschaamd hoog tegenover de Russen en de
vreemdelingen in Siberië, waren sinds den val
van Duitschland zoo vriendelijk geworden als
een Japanner het kan wezen, wanneer hij
vriendelijk wil zijn. Zij drongen thans admiraal
Koltchak hun diensten op, zij wilden hem
een volledig uitgerust leger zenden en zij waar
borgden hem dat hij binnen enkele maanden
meester zou zijn van de Bolsjeviki en Moskou
zou binnenrukken, als hij hun alleen maar de
beschikking gaf over de spoorlijnen die van
Wladiwostok naar de Oeral voeren. Dien prijs
vonden n Koltchak n Ward te hoog.
Moest men integendeel niet aan de vorming
van een eigen leger denken? Dat zou het
teeken zijn der wederopstanding van het
Russische Rijk.
Er waren versche Engelsche troepen aan
gekomen. De dirigeerende Engelsche generaal
maakte met John Ward een plan op tot
organisatie van een armee, waarbij zich de
vreemde militairen, Tschecho-Slowaken, Ser
viërs, Italianen, Polen zouden aansluiten, toen
daar plotseling uit Parijs tegenbevel kwam.
Frankrijk verzette zich.
De Franschen hadden het oppercommando
verkregen van de oorlogvoerende legers, zij
zouden een Franschen generaal naar Siberi
zenden voor de militaire leiding.
In de omstandigheden, waarin Siberiëop
dat oogenbiik verkeerde, was een oponthoud
van vier dagen reeds van beteekenis, nu duurde
het vier maanden eer men een overeenkomst
had.
Ondertusschen was op den overgang van
11)18 tot '19 admiraal Koltchak met een eigen
leger den Bolsjeviki over den Oeral
tegemoetgetrokken en had hen bij Perm een gevoelige
nederlaag toegebracht.
Maar een geheel onverwacht bericht brengt
aarzeling en onbeslistheid in het handelen.
Ue Europeesche conferentie oppert het
denkbeeld, wie had het iu Siberiëkunnen
voorzien? van een samenkomst der ver
schillende Russische partijen en machthebbers
op het eiland Prinkipo om daar tot een
vergelijk met de Bolsjeviki te k( men en den
vrede aan het Al-Russische Rijk terug te geven.
Koltchak, in zijn hart een echt Russisch
officier, was verontwaardigd.
Hij heeft er zich hij dui aandrang der
Engelschen toe laten bewegen urn een
consteden aan klasse-onderwijs.
Maar daarmede is dan ook alles
gezegd, wat er met recht tegen het
ambulantisme kon worden aangevoerd.
Zoodra aan het hoofd echter het
volledige onderwijs van een klasse
wordt opgedragen, kan hij niet meer
de leider zijn. En ook aan een lagere
school is een leider noodig; ook daar
moet er een man van ervaring zijn,
die toezicht houdt, die zich verant
woordelijk gevoelt voor het geheele
onderwijs op de school, die de klasse
onderwijzers, zoo noodig, opmerkzaam
kan maken op hunne fouten en daarom
af en toe bij hen in de les moet komen
luisteren. De administratieve werk
zaamheden kunnen aan een persoon
buiten het onderwijs worden opge
dragen, die een aantal scholen tegelijk
bedient; maar buiten die werkzaam
heden blijft er een taak over-voor het
hoofd. Het strekt tot schade van de
school, wanneer diétaak door niemand
wordt vervuld.
De strijd van den Bond tegen het
ambulantisme is niet een strijd geweest
alleen tegen de misbruiken van dat
ambulantisme, maar een strijd tegen de
meening, dat er aan een lagere school
een leider moest zijn. Leeraren van een
H. B. S. of een gymnasium, hebben
nooit de noodzakelijkheid ontkend,
dat n hunner de leiding en de ver
antwoordelijkheid zou hebben; de
onderwijzers van de lagere school,
althans de meerderheid hunner, werden
voorstanders van de republikeinsche
school", op grond van
quasi-democratische principes; alsof democratie
de ontkenning van gezag en tucht
was!
Zij hebben hun doel nu bereikt
maar alleen voor de openbare school.
Daarmede werd die school weer ver
zwakt in den toch reeds ongelijken
strijd, dien zij voortaan tegen het bij
zonder onderwijs zal hebben te voeren.
Wij mogen niet den indruk wekken,
alsof de nieuwe schoolwet als een ramp
moet worden beschouwd.
Zij bevat tal van bepalingen, die aan
het lager onderwijs ten goede zullen
komen ; zij heeft met name een groote
verbetering gebracht in de tot dusverre
zoo gebrekkige opleiding van de onder
wijzers voor hunne taak.
Maar wanneer men de nieuwe wet
alleen beoordeelt naar de toekomst, die
het openbaar lager onderwijs tegemoet
gaat, dan is er voor de voorstanders
van dat onderwijs weinig reden tot
juichen.
Indien openbare en bijzondere school
voortaan, onder gelijke condities, met
stitutionneelen regeeringsvonn af te kondigen,
en had zeker het voornemen zijn woord te
houden, maar over die noodiging naar het
Hondeneiland" in de buurt van
Constantinopel, stond hij versteld. Hoe kunnen wij
menschen die Rusland moorden en martelen
als onze gelijken behandelen ! Geen fatsoen
lijke regeering, als zij met de feiten bekend is,
kan verwachten dat wij een compromis aan
gaan met het Bolsjevisme !" riep hij uit in 't
bijzijn van John Ward.
Het Prinkipo-idee, plotseling opgekomen,
is even plotseling verstoven. Het gaf een
schijn van vaagheid aan de hulp, welke de
Entente verschafte. Daar moeten feiten
zijn waarvan wij niets afweten," zeide
Koltchak, dat men ons van de Entente verster
king en voorziening stuurt, en tegelijkertijd
over vrede spreekt."
Men troostte zich dus wederzijds met het
vermoeden van feiten, waarvan men niet
afwist.
Andere feiten sprongen in 't oog en deden
daarom niet pleizieriger aan.
Er was rivaliteit bij de Franschen. Hun
troepenaantal was gering, des te meer stonden
zij op hun voorrang als leiders in den oorlog.
Moest Koltchak bij gelegenheid van een tocht
begeleid worden door een escorte van vijftig
vreemde militairen, Ward was dadelijk gereed
zijn Engelschen daarvoor te bestemmen.
Maar waar blijft dan liet prestige der
Fransche armee? vroeg de Fransche comman
dant ; - 't is waar wij kunnen, alle schrijvers
en bijbehoorenden bijeen geteld, slechts
nauwlijks tien man opbrengen, want de staf
wil den kok niet missen. Wat doet het
er toe? zeide John Ward, dan leveren
wij er veertig en de vijftig zijn compleet,"
Maar dit idee verwekte ontsteltenis, het ging
niet meer tegen de eer der armee, maar tegen
de eer van 'Frankrijk zelf. En twintig man
maakten de escorte uit, tien Franschen en
tien Engelschen.
Waren de Fransche officieren niet zulke
excellente menschen geweest, het zou tot
groote geschillen zijn gekomen. Nu gingen zij
hun eigen weg en verkeerd, tot groot
nadeel voor de zaak.
Och, roept John Ward uit, een coalitie is
misschien een mooi ding, zoolang er een vijand
tegenover staat, na den vrede deugt zij niet.
Te veel elementen van onrust en verwarring
Aan onze Medewerkers
De redactie acht het gewenscht, haren
medewerkers en inzenders nadrukkelijk
te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo
veel mogelijk rekening te houden met den
voor het Weekblad meest geschikten om?
vang. Te lange artikelen leveren ver
schillende bezwaren op, zijn ook voor
de lezers veel minder aantrekkelijk. De
nortnale afmeting van artikelen moét
op ten hoogste 1500 woorden, en, die
van Feuilletons op ten hoogste 2000
woorden worden gesteld.
' Van met potlood geschreven bijdragen
kan de redactie geen kennis nemen;
evenmin van die bijdragen waarvan het
papier aan beide zijden is beschreven.
Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge
typte copie in te zenden-.
Alle inzendingen moeten
geadresseerd worden: Aan
het Secretariaat der Redactie
van De Amsterdammer", Week
blad voor Nederland, Keizers
gracht 333, Amsterdam, zonder
vermelding van persoonsnamen.
Eventueele vragen over drukproeven,
overdrukken, tijdstip van plaatsing e.d,
eveneens en uitsluitend te richten tot het
Secretariaat".
elkaar konden wedijveren, dan zou
men niet behoeven te vreezen, dat de
eerste bij de laatste zal achterblijven.
Onder de leus van gelijkstelling is
echter aan de bijzondere school een
voorsprong gegeven. Van meet af heeft
de openbare school een achterstand in
te halen.
Zij mag dat wijten aan de rechterzijde
van de Tweede Kamer, die enkele
financieele bepalingen van de wet door
een zuivere partijstemming heeft doen
aannemen.
Maar niet alleen aan de rechterzijde.
Ook aan een aantal leden van links,
die, ter wille van het ideaal der zooge
naamde eenheidsschool, waar alle kin
deren, onverschillig van welken stand,
gelijk onderwijs zullen ontvangen, de
openbare school zóó naa^benedenheb
ben gehaald, dat tal van ouders, zelfs
onder hun eigen geestverwanten, er
niet meer van gediend zijn.
KERNKAMP
UIT HET AMERIKAANSCHE
POLITIEKE LEVEN
l
DE NATIONALE CONVENTIES
We genieten van de mooie Junimaand en
alleen een enkele pruttelaar klaagt over de
warmte. Die Nurks mag blij zijn, dat hij in het
rustige Holland languit in de wei kan liggen en
IIIHIIIIIIHMIII1IIIIII
bestonden er in Siberië, dan dat het op den
duur goed kon gaan. De Japanners stookten
onder de officieren van Koltchaks leger en
de officieren gedroegen zich als de
kindaren, die zij, naar den geest,
waren; generaals verzetten zich tegen de
gegeven orders, hielden onmenschelijk huis
en brachten de regeering in een slechten naam ;.
de Siberische boeren die zich hadden verrijkt
door onteigeningen, erkenden geen regeering
welke hun belasting en diensten vroeg;
benden van vreemdelingen stroopten en
moordden en scholen weg in het onmetelijke
land. Tucht kon alleen worden bewaard door
een flink geordend leger; het congres van
Parijs door zijn weifelende houding bracht
er het zijne niet toe bij.
Bolsjewiski, royalisten, en de anderen die
zich in Siberiëmoeiden, schenen allen samen
te spannen tot n groot doel van anarchie.
Hier zou ik moeten spreken over de cam
pagne die John Ward in West-Siberiëin de
steden en groote werkplaatsen bij het werk
volk ondernam, om de arbeiders op de hoogte
te brengen van het vakvereenigingsleven in
Engeland.
De bolsjewiki stuurden wijd en zijd hun
propagandisten heen. Zij predikten afschaffing
van de wet, omdat zij door de bourgeoisie
was gemaakt, teneinde den werkman te
kunnen berooven : zeker zou het meer recht
zijn dat de proletariër den bourgeois be
roofde.
In een land als Siberiëriepen zij niet alleen
mijn- en ijzerwerkers, maar vooral de spoor
arbeiders op tot staking. Daardoor werden
de militaire operaties verlamd. Dat was waar
het op aankwam.
John Ward ondernam van zijn kant een
bekeeringstocht in gezelschap van den
Russischen officier en zijn echtgenoote, die als
tolken dienst deden en uitstekende diensten
verrichtten. Men moet hem daar zien,
redeneerende en overtuigende, de dringendste
avonturen bestaand voor het heil der goede
zaak. Hij liet zich gelden, hij hield de eer van
Old England op.
Zoover het in zijn macht lag, had hij orde
geschapen. Toen Koltchak ten slotte, in Mei
H) l'J, de belofte gaf van een
constitutioneelen regeeringsvonn, rekende hij zijn taak
volbracht en vertrok naar huis....
Weldra overwon de anarchie.
W. G. C. BYVANCK