De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 3 juli pagina 1

3 juli 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 8245 Zaterdag 3 Juli A°. 1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO J r., Dr, FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF ( Prijs per No. f 0.25. Per half jaar 16.25. Abonn. loopen per jaar Advertentiën t O 75 per regel plus 10 cent dispositiekosten | INHOUD : Bladz. l: De Nieuwe Schoolwet, door prof. dr. O. W. Kernkamp; Uit het Amerikaansche politieke leven, door mr. E. van Raalte; Tïjdg«nooten, door dr. W. G. C. Byvanck. 2. De geheime propa ganda van Onze Vloot", teekening van Jordaan ; Krèkelzang, door J. H. Speenhoff; Buitenlandsch Overzicht, door prof. mr. J. C. van Oven. 3. Nieuwe Boeken, door dr. Frederik van Eeden. 5. Voor de Vrouwen (Onder Red. van mej. Elis. M. Rogge): Gemeentelijke Zuigelingenzorg, door J. Starcke?Polenaar; 8ste Congres van den Wereldbond voor Vrouwen-kiesrecht te Genève door mevr. N. Mansfeldt-De Witt Huberts; En zoo gij de Liefde niet hebt, door Jo de Vos ; Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. ? 7. Hans Paasche, door dr. Alfred H. Fried; Onafhankelijke lersche Republiek, teekening van George van Raemsdonck; Boekbe spreking, door dr. J. Prinsen J.Lzn. 9. Vermoeidheid-Overlading (II), door dr. J. E. Enklaar; De Jong-Friesche Beweging I, door G. K. Wiersma ; De neefjes van Schinderhannesje, door Frits van Raalte. 10. Charon, door dr. J. A. Schröeders; De economie van het brandstofverbruik, door G. de Clercq i Het Schietgat: Onze Doornsche Gast, door Melis Stoke. 12. Charivaria: Uit het Kladschrift van Jantje ; Het Rijksmuseum (De Nachtwacht), door H. V. ; Feuilleton : Een hedendaagsch Concert, door M. W. v.d. K- 13. Vliegverbod boven Doorn, teekening. van Joh. Braakensiek,; Royal Auction Bridge. Bijvoegsel: De veiligheid op de Nederlandsche wegen, teekening van Joh. Braakensiek. MIIIIIII IMIIIIIIIIIIIIIII IIIIHII imiiiiiiiiim DE NIEUWE SCHOOLWET De nieuwe wet op het Lager Onder wijs is deze week door de Tweede Kamer aangenomen. Men kan dus veilig zeggen, dat de nieuwe regeling van het volksonderwijs haar beslag heeft gekregen ; de Eerste Kamer zal het werk niet ongedaan maken. Groote belangstelling is aan deze wet jiiet ten deel gevallen, noch in de Kamer, noch daarbuiten. De meeste menschen vinden onderwijszaken ver velend en vertrouwen de discussie daarover gaarne aan de schoolmeesters toe. Ook in de Kamer denkt men daar zoo over; nagenoeg alle politieke fracties tellen onder hare leden eenige gewezen onderwijzers ; die maken, in den regel uit, hoe de partij moet stemmen over allerlei artikels en amen dementen, die de eigenlijke onderwijs zaken betreffen. Hiertegen zou weinig in te brengen zijn, indien slechts deze zoogenaamde onderwijs-specialiteiten hunne verkiezing tot volksvertegen woordiger te danken hadden niet aan de rol, die zij in hunne politieke partij spelen, maar aan hunne verdiensten op het gebied van het onderwijs. In en buiten de Kamer zou de belang stelling grooter geweest zijn, zoo de politieke room niet reeds van het ontwerp afgeschept was. Maar sinds de beroemde pacificatie stond het vast, dat het bijzonder onderwijs gelijk zou worden gesteld met het openbare; daaraan viel niet meer te tornen. Reeds lang vóór de pacificatie hebben wij de billijkheid erkend van het ver langen, dat het bijzonder onderwijs, mits het voldeed aan eisenen van deugde lijkheid, niet alleen zou worden gesubsi dieerd, maar dat alle kosten ervan door den staat zouden worden gedragen. Daarmede geven wij niet te kennen eenige sympathie met bijzonder onder wijs- van confessioneele strekking; in tegendeel, wij betreuren het, dat dit zulk een vlucht heeft kunnen nemen. Dit gemis van sympathie mag echter geen reden zijn om het den geldelijken steun te onthouden, dien het van den staat mag opeischen. De nieuwe wet op het Lager Onder wijs herstelt een onrecht, dat lang is gepleegd ; zij gaat echter verder en geeft aan het bijzonder onderwijs voortaan een voorsprong op het open bare. Het eerste zal niet alleen ver goeding krijgen van alle kosten, die het heeft te maken, maar ontvangt bovendien uit de gemeentekas 6-|- pCt. per jaar van de waarde, die zijne schoolgebouwen in 1914 hadden, ook al waren die gebouwen verkregen door schenking of al was reeds een groot deel afgeschreven van het bedrag, waarvoor zij vroeger waren gekocht. Het bijzonder onderwijs zal voortaan over de middelen beschikken om zijne scholen beter en aantrekkelijker te maken dan de openbare. Beter, omdat op de bijzondere scholen meer leer krachten kunnen worden aangesteld en dientengevolge het aantal leer lingen van elke klasse kleiner kari zijn ; aantrekkelijker ook hierdoor, dat zij het recht heeft behouden om leerlingen te weigeren en daardoor dus in ne school leerlingen kan samenbrengen, wier ouders ongeveer tot denzelfden maatschappelijken stand behooren. Dit laatste kan op de openbare school niet meer geschieden. Er zullen geen openbare scholen meer zijn van verschillende klassen, naarmate van het schoolgeld, dat er wordt geheven ; het schoolgeld wordt geregeld niet naar de school, die het kind bezoekt, maar naar de inkomen-klasse, waartoe de ouders behooren ; kinderen van ouders uit elke inkomen-klasse zullen op de openbare school worden samen gebracht. Met de standenscholen, zooals wij die tot dusverre kenden, hadden wij weinig op ; de differentiatie was ons daar te ver doorgevoerd ; in tal van steden vond men wel vijf soorten van scholen, met verschillend school geld en dus met kinderen van vijf verschillende maatschappelijke groepen; drie of twee zouden naar onze meening voldoende zijn geweest. Maar hoe men hier zelf ook over moge denken, men kan-met zekerheid zeggen dat een groot aantal ouders uit de eenigszins gegoede klassen hunne kinderen niet meer naar de openbare school zullen zenden, wanneej" die ook bezocht wordt door kinderen van veel minderen stand ; zij zullen er liever een plaats voorvragen op een bijzondere school. Het is overdreven, te zeggen dat de openbare school over eenigen tijd een armenschool zal worden; maar dat de regeling, die wij zooeven noemden, aan de openbare school een groot aantal leerlingen zal ontnemen, lijdt geen twijfel. Nog in een ander opzicht zal de openbare school voortaan verschillen van de bijzondere. Aan de eerste is, be houdens enkele uitzonderingsgevallen, het ambulantisme afgeschaft; tot l Januari 1923 zullen de hoofden ambulant kunnen blijven, tenzij vóór dien datum een vacature in het onder wijzend personeel moet worden aange vuld ; in dat geval, en anders na l Januari 1923, zullen de hoofden een eigen klasse krijgen. De bijzondere school blijft vrij om het hoofd ambu lant te laten. De strijd tegen het ambulantisme is jarenlang door den Bond van Onder wijzers gevoerd, en nu gewonnen. Onder de argumenten, die tegen het ambulantisme werden ingebracht, waren er enkele, die haout-sneden. Er zijn ongetwijfeld Ifdtfmé'ri geweest, die, toen zij geen kïassWoor hunne rekening hadden, het zich gemakkelijk maakten ; die, ook al kweten zij zich goed van hunne taak om toezicht te houden op den goeden gang van zaken en al verrichtten zij nauwgezet hunne administratieve werkzaamheden, nog veel tijd overhielden en dien niet heel nuttig gebruikten ; er zullen er zeker ook zijn geweest, die langzamerhand ongeschikt werden voor het geven van klasse-onderwijs, omdat zij teveel directeurtje speelden. In het belang van de hoofden zelf zou het geweest zijn, wanneer zij een deel van hun tijd hadden moeten bein ui in iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiii 1 ,-!:'?' '.'??. ? - -, ? '?'«? ' i l [l T]/DGENGG>TEN'\J h lilÜn'i; ', ' »''i II i,i-i l i/. .'; ( /,U JOHN WARD II. Men herinnert zich het verzoeningsfeest te Omsk van de twee partijen die in Siberi tegenover de Bolsjewiki het Russisch gezag wilden vestigen : royalisten de eene partij, sociaal-revolutionairen de andere. Daar pas heeft de overste John Ward het ernstige, gespannen gezicht van Admiraal Koltchak, minister van Oorlog, leeren kennen. Het was begin November 1918. Geen veertien dagen later en Koltchak was hoofdbestuurder van AI-Rusland." Ward heeft zijn hand in die verheffing gehad : hij heeft toegezien en op 't gegeven moment ten minste niet tegengewerkt. De sociaal-revolutionairen wilden de macht uit sluitend voor zich behouden. Zij misgunden den Minister van Oorlog elke vrijheid van beweging. Wat zoudt ge in Engeland er van denken, wanneer, zooals hier, de opperbevelhebber van het leger den minister van Oorlog zeide dat de toestand der armee hem niet aanging : hoe minder hij zich met de zaken van zijn departement bemoeide, hoe beter het onder alle omstandigheden zou wezen?" Dat was de vraag door Koltchak aan Warci gesteld. Als ik zoo'n minister was," kwam het antwoord, dan zou ik het absolute gezag over mijn departement eisenen, of mijn ont slag nemen." Dat heb ik gedaan," zeide Koltchak. En wat deed de minister?" vroeg Ward. O 't is geen kwade man, hij kon wel in mijn gedachte treden, hij zou aanbevelen dat mij grooter macht werd gegeven, hij beloofde mij in staat te stellen het leger te behouden, en daardoor het Russische Rijk weder uit zijn onmacht te doen opstaan...." Koltchak gebruikte het wuordherppslamting. Rusland leefde niet langer, noch in Europa, noch daar in Siberië. Het werd verscheurd onder de wetteloosheid der partijen. In Omsk, waar de regeering heette te zete len,was het, zoodra de avond viel, een voort durend schieten op straat. Des morgens gin gen de lazarethkarren rond en zamelden de lijken op van officieren en van de slacht offers der officieren. Want de officieren, on verbeterlijk aan den ouden toestand gehecht, hadden in hun clubs gezworen dat voor ieder van hun genooten,die was gevallen of die viel, volop wraak zou worden genomen. Het was een officier van Korniloff's leger, na het verraad aan zijn chef gepleegd uit Rus land naar Siberiëgevlucht, die te Omsk de sanenspanning leidde, in den nacht de leden van het bestuur gevangen nam en aan Kolt chak de dictatuur opdro.eg. Men wist dat een onweer dreigde ; Kolt chak zelf was oorspronkelijk niet ingewijd in het plan. Het bataillon van Ward lag op den weg die naar het regeeringskwartier leidde ; de overste begreep w:it er voorviel, hij werd ook verwittigd en hield zijn troep onder de wapenen bijeen. Eindelijk kwam de boodschap dat Koltchak in den avond zelf zijn opwachting bij den Franschen civielen commissaris en bij den Engelschen comman dant zou maken, om hun de nadere inlichtin gen te geven over de aanvaarding der dicta tuur. Ward van zijn kant stond er op, dat aan de gevangen genomen leden van het bestuur geen geweld zou worden gedaan. In die dagen waren de gebeurtenissen van het Europeesche slagveld bekend geworden. De wapenstilstand met Duitschland, met zijn harde voorwaarden, was gesloten ; de Entente had gezegevierd ; Ward begreep dat Koltchak's gezag nooit zou worden erkend, wanneer de dictatuur met een moord werd ingezet. Om zeker te gaan, want hij vertrouwde de Russi sche officieren volstrekt niet, zond hij onder een Engelsen geleide de gevangen bestuur ders over de grens naar China. Hier werd door de Engelschen een moreele steun aan het Koltchak-regime verstrekt, zij trachtten ook op andere wijze het gezag van den Hoofdbestuurder van Al-Ruslaud" bij te springen. Bij het ordenen der regeering werd een cor respondentie ontdekt tusschen de voorgaande machthebbers en Japan. De Japanners, vroeger belachelijk en on beschaamd hoog tegenover de Russen en de vreemdelingen in Siberië, waren sinds den val van Duitschland zoo vriendelijk geworden als een Japanner het kan wezen, wanneer hij vriendelijk wil zijn. Zij drongen thans admiraal Koltchak hun diensten op, zij wilden hem een volledig uitgerust leger zenden en zij waar borgden hem dat hij binnen enkele maanden meester zou zijn van de Bolsjeviki en Moskou zou binnenrukken, als hij hun alleen maar de beschikking gaf over de spoorlijnen die van Wladiwostok naar de Oeral voeren. Dien prijs vonden n Koltchak n Ward te hoog. Moest men integendeel niet aan de vorming van een eigen leger denken? Dat zou het teeken zijn der wederopstanding van het Russische Rijk. Er waren versche Engelsche troepen aan gekomen. De dirigeerende Engelsche generaal maakte met John Ward een plan op tot organisatie van een armee, waarbij zich de vreemde militairen, Tschecho-Slowaken, Ser viërs, Italianen, Polen zouden aansluiten, toen daar plotseling uit Parijs tegenbevel kwam. Frankrijk verzette zich. De Franschen hadden het oppercommando verkregen van de oorlogvoerende legers, zij zouden een Franschen generaal naar Siberi zenden voor de militaire leiding. In de omstandigheden, waarin Siberiëop dat oogenbiik verkeerde, was een oponthoud van vier dagen reeds van beteekenis, nu duurde het vier maanden eer men een overeenkomst had. Ondertusschen was op den overgang van 11)18 tot '19 admiraal Koltchak met een eigen leger den Bolsjeviki over den Oeral tegemoetgetrokken en had hen bij Perm een gevoelige nederlaag toegebracht. Maar een geheel onverwacht bericht brengt aarzeling en onbeslistheid in het handelen. Ue Europeesche conferentie oppert het denkbeeld, wie had het iu Siberiëkunnen voorzien? van een samenkomst der ver schillende Russische partijen en machthebbers op het eiland Prinkipo om daar tot een vergelijk met de Bolsjeviki te k( men en den vrede aan het Al-Russische Rijk terug te geven. Koltchak, in zijn hart een echt Russisch officier, was verontwaardigd. Hij heeft er zich hij dui aandrang der Engelschen toe laten bewegen urn een consteden aan klasse-onderwijs. Maar daarmede is dan ook alles gezegd, wat er met recht tegen het ambulantisme kon worden aangevoerd. Zoodra aan het hoofd echter het volledige onderwijs van een klasse wordt opgedragen, kan hij niet meer de leider zijn. En ook aan een lagere school is een leider noodig; ook daar moet er een man van ervaring zijn, die toezicht houdt, die zich verant woordelijk gevoelt voor het geheele onderwijs op de school, die de klasse onderwijzers, zoo noodig, opmerkzaam kan maken op hunne fouten en daarom af en toe bij hen in de les moet komen luisteren. De administratieve werk zaamheden kunnen aan een persoon buiten het onderwijs worden opge dragen, die een aantal scholen tegelijk bedient; maar buiten die werkzaam heden blijft er een taak over-voor het hoofd. Het strekt tot schade van de school, wanneer diétaak door niemand wordt vervuld. De strijd van den Bond tegen het ambulantisme is niet een strijd geweest alleen tegen de misbruiken van dat ambulantisme, maar een strijd tegen de meening, dat er aan een lagere school een leider moest zijn. Leeraren van een H. B. S. of een gymnasium, hebben nooit de noodzakelijkheid ontkend, dat n hunner de leiding en de ver antwoordelijkheid zou hebben; de onderwijzers van de lagere school, althans de meerderheid hunner, werden voorstanders van de republikeinsche school", op grond van quasi-democratische principes; alsof democratie de ontkenning van gezag en tucht was! Zij hebben hun doel nu bereikt maar alleen voor de openbare school. Daarmede werd die school weer ver zwakt in den toch reeds ongelijken strijd, dien zij voortaan tegen het bij zonder onderwijs zal hebben te voeren. Wij mogen niet den indruk wekken, alsof de nieuwe schoolwet als een ramp moet worden beschouwd. Zij bevat tal van bepalingen, die aan het lager onderwijs ten goede zullen komen ; zij heeft met name een groote verbetering gebracht in de tot dusverre zoo gebrekkige opleiding van de onder wijzers voor hunne taak. Maar wanneer men de nieuwe wet alleen beoordeelt naar de toekomst, die het openbaar lager onderwijs tegemoet gaat, dan is er voor de voorstanders van dat onderwijs weinig reden tot juichen. Indien openbare en bijzondere school voortaan, onder gelijke condities, met stitutionneelen regeeringsvonn af te kondigen, en had zeker het voornemen zijn woord te houden, maar over die noodiging naar het Hondeneiland" in de buurt van Constantinopel, stond hij versteld. Hoe kunnen wij menschen die Rusland moorden en martelen als onze gelijken behandelen ! Geen fatsoen lijke regeering, als zij met de feiten bekend is, kan verwachten dat wij een compromis aan gaan met het Bolsjevisme !" riep hij uit in 't bijzijn van John Ward. Het Prinkipo-idee, plotseling opgekomen, is even plotseling verstoven. Het gaf een schijn van vaagheid aan de hulp, welke de Entente verschafte. Daar moeten feiten zijn waarvan wij niets afweten," zeide Koltchak, dat men ons van de Entente verster king en voorziening stuurt, en tegelijkertijd over vrede spreekt." Men troostte zich dus wederzijds met het vermoeden van feiten, waarvan men niet afwist. Andere feiten sprongen in 't oog en deden daarom niet pleizieriger aan. Er was rivaliteit bij de Franschen. Hun troepenaantal was gering, des te meer stonden zij op hun voorrang als leiders in den oorlog. Moest Koltchak bij gelegenheid van een tocht begeleid worden door een escorte van vijftig vreemde militairen, Ward was dadelijk gereed zijn Engelschen daarvoor te bestemmen. Maar waar blijft dan liet prestige der Fransche armee? vroeg de Fransche comman dant ; - 't is waar wij kunnen, alle schrijvers en bijbehoorenden bijeen geteld, slechts nauwlijks tien man opbrengen, want de staf wil den kok niet missen. Wat doet het er toe? zeide John Ward, dan leveren wij er veertig en de vijftig zijn compleet," Maar dit idee verwekte ontsteltenis, het ging niet meer tegen de eer der armee, maar tegen de eer van 'Frankrijk zelf. En twintig man maakten de escorte uit, tien Franschen en tien Engelschen. Waren de Fransche officieren niet zulke excellente menschen geweest, het zou tot groote geschillen zijn gekomen. Nu gingen zij hun eigen weg en verkeerd, tot groot nadeel voor de zaak. Och, roept John Ward uit, een coalitie is misschien een mooi ding, zoolang er een vijand tegenover staat, na den vrede deugt zij niet. Te veel elementen van onrust en verwarring Aan onze Medewerkers De redactie acht het gewenscht, haren medewerkers en inzenders nadrukkelijk te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo veel mogelijk rekening te houden met den voor het Weekblad meest geschikten om? vang. Te lange artikelen leveren ver schillende bezwaren op, zijn ook voor de lezers veel minder aantrekkelijk. De nortnale afmeting van artikelen moét op ten hoogste 1500 woorden, en, die van Feuilletons op ten hoogste 2000 woorden worden gesteld. ' Van met potlood geschreven bijdragen kan de redactie geen kennis nemen; evenmin van die bijdragen waarvan het papier aan beide zijden is beschreven. Zoo mogelijk, gelieven de inzenders ge typte copie in te zenden-. Alle inzendingen moeten geadresseerd worden: Aan het Secretariaat der Redactie van De Amsterdammer", Week blad voor Nederland, Keizers gracht 333, Amsterdam, zonder vermelding van persoonsnamen. Eventueele vragen over drukproeven, overdrukken, tijdstip van plaatsing e.d, eveneens en uitsluitend te richten tot het Secretariaat". elkaar konden wedijveren, dan zou men niet behoeven te vreezen, dat de eerste bij de laatste zal achterblijven. Onder de leus van gelijkstelling is echter aan de bijzondere school een voorsprong gegeven. Van meet af heeft de openbare school een achterstand in te halen. Zij mag dat wijten aan de rechterzijde van de Tweede Kamer, die enkele financieele bepalingen van de wet door een zuivere partijstemming heeft doen aannemen. Maar niet alleen aan de rechterzijde. Ook aan een aantal leden van links, die, ter wille van het ideaal der zooge naamde eenheidsschool, waar alle kin deren, onverschillig van welken stand, gelijk onderwijs zullen ontvangen, de openbare school zóó naa^benedenheb ben gehaald, dat tal van ouders, zelfs onder hun eigen geestverwanten, er niet meer van gediend zijn. KERNKAMP UIT HET AMERIKAANSCHE POLITIEKE LEVEN l DE NATIONALE CONVENTIES We genieten van de mooie Junimaand en alleen een enkele pruttelaar klaagt over de warmte. Die Nurks mag blij zijn, dat hij in het rustige Holland languit in de wei kan liggen en IIIHIIIIIIHMIII1IIIIII bestonden er in Siberië, dan dat het op den duur goed kon gaan. De Japanners stookten onder de officieren van Koltchaks leger en de officieren gedroegen zich als de kindaren, die zij, naar den geest, waren; generaals verzetten zich tegen de gegeven orders, hielden onmenschelijk huis en brachten de regeering in een slechten naam ;. de Siberische boeren die zich hadden verrijkt door onteigeningen, erkenden geen regeering welke hun belasting en diensten vroeg; benden van vreemdelingen stroopten en moordden en scholen weg in het onmetelijke land. Tucht kon alleen worden bewaard door een flink geordend leger; het congres van Parijs door zijn weifelende houding bracht er het zijne niet toe bij. Bolsjewiski, royalisten, en de anderen die zich in Siberiëmoeiden, schenen allen samen te spannen tot n groot doel van anarchie. Hier zou ik moeten spreken over de cam pagne die John Ward in West-Siberiëin de steden en groote werkplaatsen bij het werk volk ondernam, om de arbeiders op de hoogte te brengen van het vakvereenigingsleven in Engeland. De bolsjewiki stuurden wijd en zijd hun propagandisten heen. Zij predikten afschaffing van de wet, omdat zij door de bourgeoisie was gemaakt, teneinde den werkman te kunnen berooven : zeker zou het meer recht zijn dat de proletariër den bourgeois be roofde. In een land als Siberiëriepen zij niet alleen mijn- en ijzerwerkers, maar vooral de spoor arbeiders op tot staking. Daardoor werden de militaire operaties verlamd. Dat was waar het op aankwam. John Ward ondernam van zijn kant een bekeeringstocht in gezelschap van den Russischen officier en zijn echtgenoote, die als tolken dienst deden en uitstekende diensten verrichtten. Men moet hem daar zien, redeneerende en overtuigende, de dringendste avonturen bestaand voor het heil der goede zaak. Hij liet zich gelden, hij hield de eer van Old England op. Zoover het in zijn macht lag, had hij orde geschapen. Toen Koltchak ten slotte, in Mei H) l'J, de belofte gaf van een constitutioneelen regeeringsvonn, rekende hij zijn taak volbracht en vertrok naar huis.... Weldra overwon de anarchie. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl