De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 3 juli pagina 5

3 juli 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

3 Ju'i 20. - No. 2245 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND "DIE DOEN" ^[Gemeentelijke Zuigeiïagenzorg Hoe hulpeloos is een pasgeboren kindje, hoe teer, en hoe afhankelijk van de zorgen zijner moeder. Gelukkig vindt bijna elk kind die ruimschoots. En toch leeren ons de moderne statistieken, dat vele zuigelingen sterven, vóór zij hun Ie jaar bereikt hebben en dat een groot gedeelte dezer kinderen, mis schien wel de helft, onnoodig sterft, d. w. z. dat hun ziekte en dood te voorkomen was ge weest. Hoe komt het dan dat de moeders, met al haar liefde, zoo falen? Het antwoord luidt: door onwetendheid! Alle andere oorzaken, tot armoede en sociale misstanden toe vallen in ,thet niet bij deze eene. Het is werkelijk ver schrikkelijk zoo onwetend, in alle lagen der maatschappij de jonge moeders zijn omtrent alles wat zoo'n klein wezentje behoeft om gezond op te groeien. En het ergste is nog dat daardoor betweterigheid en bijgeloof zoo welig tieren. Verouderde begrippen leven hard nekkig voort en vele heerschende gewoonten op het gebied van zuigelingenkleeding en , voeding werken direct nadeelig op het kind. De meer ontwikkelde moeders voelen hun eigen onkunde wel en zoeken al gauw de voorlichting van deskundigen, en hooren dan beter. Maar de minder-en minst-ontwikkelden denken daar niet aan, zij beseffen hun eigen onwetendheid niet en de wijze" raad van oudere vrouwen wordt geloovig geaccepteerd. Veel zuigelingenlevens gaan hierdoor verloren, die, door voorlichting, te redden waren ge weest. Die voorlichting te geven is een eerste plicht der gemeenschap en hoe weinig is er tot nu nog gedaan! In Amsterdam was alles overgelaten aan het particuliere initiatief en stelselmatig werd op dit gebied allén gewerkt door de Vereeniging Zuigeüngenzorg 1). Die Vereeniging werkte eerst met n, de laatste jaren met twee consultatiebureaux. Op zoo'n bureau, dat kosteloos toegankelijk is, geeft een kinderarts eiken middag raad, omtrent de voeding en verzorging van de zuige lingen, wier moeders het bureau opzoe ken, en bovendien bezoekt een, in kihderverzorging speciaal ervaren, verpleegster, de moeders aan huis, en dat is van veel belang, daar bestaande fouten in de verzorging bij dat huisbezoek vee! eerder aan 't licht komen, en hun verbetering besproken kan worden. 2) Maar, de moeders die daar komen, zoeken al voorlichting. Die het niet zoeken, die moesten thuis worden opgezocht. Daarvoor zou een uitgebreide dienst noodig zijn, en samenwerking met vroedvrouwen en doktoren. De Ver. Zuigslingenzorg had echter steeds te kampen met geldgebrek, wat o.a. oorzaak was, dat aan het reeds bestaande huisbezoek niet genoeg uitbreiding kon worden gegeven. Het is dan ook zeer toe te juichen, dat B. en W. van Amsterdam nu met een voorstel zijn gekomen om de gemeente dit bij uitstek nuttige werk zelf ter hand te doen nemen. Consultatiebureaux op verschillende punten der stad, elk met een voldoenden staf van geschoold personeel (het is vooral te hopen, dat, met het oog op de belangrijkheid van het huisbezoek, voor voldoend deskundig personeel daarvoor zal worden zorg gedragen) samenwerking met andere gemeente-inrichtin gen en met de vroedvrouwen, wanneer dat alles bestaan zal, dan zal binnen korten tijd bereikt kunnen worden, dat geen zuigeling te Amsterdam meer onnoodig zal sterven, en dat de levenden ook zoo gezond mogelijk zullen opgroeien! . JM J. S T a R C K E-P O L E N A A R 1) Sinds kort is ook van R. K- zijde een Ver. opgericht, die een Cons. Bureau heeft evenals het Ie van Z. Z. in de Jordaangelegen. 2) Ook is er een melkkeukcn aan verbon den, voor het bereiden van zuigelingenvoedsel, wanneer moeders niet kunnen zoo gen en niet zelf het voedsel kunnen klaar maken; en er worden moedercursussen gegeven. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii IHIIII 111111 n n 1111 u i 8ste Congres van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht 6-12 Jan), Genève (Slot) C, Toen ik mijne artikelen over het Congres begon, heb ik getracht een beeld te schetsen van de moeilijkheden die het V.K. in Zwit serland ondervindt, met het oog op het Referendum in elk kanton en de vereischte meerderheid der kantons. Deze gegevens waren mij verschaft door de presidente der Zwitsersche Vr.V.K. en door den heer Quarticr la Tente, lid van den kantonnalen Raad (Grand Conseil) van Neufchatel. Deze laatste Mme A. Girardet?Vielle (Zwitserland) Frau Marie Stritt, Afgevaardigden op niiiiiii'. n i minimin IIIIIHIIIIIIMMIIIIII i min and) Jonna Neiiendam (Denemarken) te Genève van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiniiiiiHiiiiiiiiiiiHiii heeft, als conférender, het recht der vrouwen reeds menigmaal verdedigd. Door mijn ver blijf in Zwitserland, dat eenige weken langer heeft geduurd dan het Congres, heb ik be merkt, dat de grootste tegenstand van de zijde dier mannen komt, die zich verschuilen achter het motief, dat de vrouwen te onver schillig zijn, want dat zij (de mannen nml.) er niet tegen zijn. Ik voor mij ben vast overtuigd, dat die zoogenaamde onverschil ligheid ook vaak gebrek aan moed is, om zich in het openbaar te uiten; car c'sst nn rude métier, d'être suffragiste! Dat hebben wij in Holland ten minste ook ondervonden. De Zwitsersche vrouwen sloegen een gat in de lucht, toen zij hoorden van onze optoch ten, betoogingen, stille wacht op het Binnen hof, met een tentje op de markt of tijdens de Jaarbeurs te Utrecht staan enz. Het op richten van een ZwitserschenMannenbond voor V,K., zal haar nu zeker wat moediger maken. Den secretaris vanden Internationalen Mannenbond voor V.K-, den heer Mansfeldt, is het, na lange voorbereiding, gehikt zulk een Bond te constitueeren. Op den avond na afloop van het Congres, was daarvoor een openbare vergadering belegd Het resultaat was de oprichting van dien Bond, waarvan dokter Maurice Muret, professor in de gynae cologie aan de Universiteit te Lausanne, de leiding heeft genomen. Dat er op de Jaarvergadering van de Zwitsersche V.v.V.K- geen nationale dracht te zien was, zooals men die op reis zijnde, hier en daar ziet, was jammer. Niet alleen uit a^sthetisch opzicht, maar vooral, omdat het een bewijs is, dat de V.K.-zaak nog niet genoeg is ingeburgerd. De Zeetiwtjes, Friezinnen e.a. die onze V.K- vergaderingen steeds opluisterden, waren het sprekend bewijs, dat wij niet om dames doch om vrouwenkies recht vroegen. : Nu nog in vogelvlucht de laatste gegevens omtrent het Congres. Een vergadering met 3-minuten speeches door vrouwen uit de landen met V.K. Mevr. Mulder van de Graaf deed dit voor Holland. Enorme belangstelling van de inwoners van Genève. Daarna een rede van de advocate, Marie Vérone uit Parijs, oratrice par la grace de Dieu en tot slot lantaarnphatjes uit Ame rika, die de propaganda en den durf der Atnerikaansche vrouwen deed bewonderen. Een avond/erg. met de vrouwen uit het Oosten. Rudyard Kipling niet zijn gevleu geld woord: West is West and East is East and never these two will meet" kreeg on gelijk. De eerste spreeksters Ghandra Sen en Hirabai T;Ha uit Britsen-Indië, waren interessant, maar te lang van stof. De vlotte Fransche vertaalster vertelde in een paar woorden, hoe groot de emancipatie in BritschIndie reeds was. Volgde Saroiini Naidu, een dichteres, ook uit Britsch-Indiü. Had groot succes, omdat zij kort en poëtisch was. Wees ook op het verkeerd begrip, dat de vrouwen uit Oost en West zoo zouden verschillen. Zij zien op tot denzelfden hemel, waaruit voor allen dezelfde ster der hope blinkt, die den danrzamen vrede zal brengen.Toen volgden twee Japansche vrouwen, waarvan de eene, mrs. auntlett, met een Engelschman is getrouwd. De eerste vertelde van de drankbestrijding, die grcotcndeels in de hin den der vrouwen berust, de tweede van de emancipatie der Japansche vrouwen, wier blik steeds naar het Westen is gericht om zoo veel mogelijk van hare zusters aldaar te leeren. Allen spraken goed EngelS'Ji. Volgde mrs. Daniels, de afgevaardigde der Amerikaansche Regeering; goed, maar ook at weer veel te lang. Daarna een Turksche vrouw, die, met tranen in haar stem, een pleidooi hield voor haar arm land, dat nooit den oorlog gewild had en hulp uit het Westen verdiende. Zij zal waarschijnlijk wel niet gehoord hebben, dat uit de zaal werd geroe pen: et les Arméniens?" Daar de Chineesche afgevaardigde door ziekte verhinderd was, deed mrs. Chapman Catt eenige mededeelingen over China, bij zonderheden, door haar op haar reis met dr. Jacobs samen, ondervonden. O.a. het bijwonen van den Provincialen Raad in Canton, waarin vrouwen zitting hadden en mede beraadslaagden. Welk Kanton in Zwitserland kan zoo iets navertellen, vroeg zij. De Presidente was dien avond buiten gewoon op dreef bij het inleiden der spreek sters en gaf telkens den Zwitserschen mannen een guitige terechtwijzing. Volgen nu nog eenige korte mededeelingen: Het Headquarter (Hoofdbureau) blijft te Londen gevestigd. In het Hoofdbestuur wer den eenige leden herkozen (de meesten be dankten) en is het thans als volgt samen gesteld: Madame de Witt Schlumberger, Frankrijk. Miss Macmillan, Schotland. Fru Wicksell, Zweden. Mrs. Corbett-Ashby, Engeland. Dr. Ancona, Italië. Frau Lindeman, Wurtenberg. Miss Rathbone, Engeland. Mrs. Mac Cormick, Amerika. Madame Girardet-Vielle, Zwitserland. Frau Adèle Krieger-Schreiber, Duitschland. De Presidente, die zich niet herkiesbaar had gesteld, werd op zulk een stormachtige, ontroerende wijze bij acclamatie herkozen, dat zij zwichtte. Zij begreep den Wereldbond nog eerst door deze moeilijke hervormings tijden te moeten heen helpen. Er waren ge durende het congres vele begroetingstelegratnmen" ontvangen. *fer werden ookt eenige verzonden, o.a. aan de Presidente der voor malige Russische V. v. V.K- die thans als balling buiten haar land vertoeft; aan de Chineesche vrouwen; ook aan de Belgische vrouwen om haar te beduiden, dat men haar in Parijs 1922 zeker weer in ons midden wenscht te zien en, door de katholieke vrouwen uit vele landen aan den Paus, om zijn zegen voor het Congres af te smeeken.. Bij de sluiting dankte de Presidente allen voor hare toewijding in deze congresdagen getoond, in het bijzonderMade.noiseUeGourd, Presidente der Zwitscrsche V. v. V.K- Met een opwekking ons aller krachten te geven tot den opbouw eener gelukkiger samenleving liet de Pres. voor het laatst den hamer vallen. N. MANSFELDT DE WlTT HUBERTS IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII En zoo gij de Liefde niet hebt... Men verzocht mij twee brieven uit Weenen te vertalen in het Nedcrlandsch. De reden hiervan was, dat de pleegouders die het vijfjarig jongetje tot zich hadden genomen, kennis kónden nemen wat geschre ven was niet alleen aan hen zelf, doch ook de woorden konden begrijpen [die bestemd waren voor het kind. De brieven lagen voor mij. Maar ach, zij waren niet geschreven met inkt, maar niet tranen, want het waren de uitingen op papier gebracht door een Moeder. ... De brieven waren zwaar van leed. Uit mijn herinnering moet ik den inhoud neerschrijven, hetgeen ik betreur. Het kan zijn, dat ik woorden zal vergeten, woorden die juist wellicht het meeste vermoch ten uit te drukken. De moeder dan schreef aan de pleegouders als volgt; Hierbij dank ik u, hetgeen gij, onbekenden, doet aan jnijn hartejongentje. Zoudt gij, die zoo medelijdend zijt en voor zijn lichaam wilt zorgen, hem ook liefde willen schenken ? Het is geen lastig, ondeugend kind, hij was nog nooit een dag van huis en is gewend aan veel liefde. Wil hem ook niet alleen over straat laten gaan, opdat hem geen ongeluk overkome. Misschien wilt ge zoo goed zijn mij met een paar woorden te melden of hij goed is overgekomen en gezond is. Ik heb terwille van hemzelve, het groote offer ge bracht. Ik dank u nogmaals. enz. En voor mijn blikken zag ik een stil vertrek in een stille straat. Geen kindervoetjcs trippelen thans over den parketvloer en geen speelgoed ligt nu over den grond verspreid. En buiten is het ook zoo stil, want het leed waart rond en legt op zoo menige gebogen gestalte de zware hand. Een moedertje, uitgehongerd misschien zelf, schrijft nu voor en aan het kindje dat wél eten heeft, maar haar moet missen. En moede is de hand welke gaat over het papier. Van tijd tot tijd wisent zij iets weg van de wangen, opdat dit iets" geen sporen zal geven op het papier dat in de handjes komen zal van haar jonkske, en in de handen der vreemde pleegouders. Maar de angst van het moederhart schreeuwt ons tegen uit de eenvoudige woorden, hem te behoeden voor de straat. Doch er is meer. Zoudt u hem ook wat liefde willen schen ken ?" Hier smeekt een vrouw, een moeder, om een gift voor haar kind, van menschen haar vreemd. Stil?nu schrijft zij aan dat kind dat ver is, het vijfjarig jonkske, dat nog nooit een dag van huis is geweest : Mijn hartejongetje! PÉDeze dient om je te vragen of je goed bent overgekomen en niets hebt verloren van het geen je mede hadt ? Ben je gezond en heb je geen heimwee ? Zal je vooral altijd gehoorzaam en zoet zijn, dat je je lieve pleegouders geen last geeft ? Als je iets mocht mankeeren, zeg het dan dadelijk, mijn lief ventje. >? Ga vooral nooit alleen op straat, opdat je geen ongeluk overkome. Ik stuur je hierbij je portret dat gemaakt werd vóór je vertrek. Het is slecht uitgevallen. Misschien wil iemand wel eens een portret van je zenden, dat zou ons zoo'n plezier doen. ^ Nu, vaarwel mijn hartejongetje, vele, vele Bussi" van Mammi, Pappi en tante Mimi. . En onderaan stond geschreven Wilt U alsjeblieft zijn haar niet af knippen, hij is rein." Welk een zorg en angst opgesloten in deze eenvoudige woorden ! Er zijn vele menschen geweest die een kind in huis konden nemen en het niet wilden. Er zijn anderen geweest die het wilden en niet konden. f Zij die hun huis openstelden voor de hon gerende kleinen, gaven blijk van een ruim denkend en grootmoedig hart. Maar geven die alle liefde ? Zij schenken het kind kleeren, zij geven het Miss Crystall Macmillan (Schotland) brood en het kindje is dankbaar voor kleeren en brood Zou echter zijn zieltje niet hunkeren en smeeken naar liefde? Geeft liefde! De gedachte waarmede wij onze gaven uitreiken, doet zoo veel. 0E Een klein geschenk kan men hierdoor groot maken, een waardevolle gift kan nietig worden, indien niet de liefde-gedachte het omhulsel toovert, waarin onze gave is gewikkeld ! Onze ziel moet het wachtwoord fluisteren.. Zijn kind te moeten zien vertrekken en het over te geven aan vreemden, is een wanhoopsoffer gebracht in liefde, met tranen. ? En die ouders zullen wel bidden, dat men hun schat liefde geeft! Mogen zij, de grooten van hart, die denhongercnden "spijzen en van kleeding voorzien, zich t' avond en te morgen de woorden te bin nen roepen : En zoo gij de liefde niet hebt".... Jo DE Vos Pax vobiscum Vredesklokken luidt uw boodschap ; Vredesklokken, brengt uw groet Aan d' uiteengescheurde wereld, Pas gezengd door oorlogsgloed ; Laat uw bronzen tonen schallen, Heft uw klanken in 't azuur : Vrede's rijk is nu gekomen Na een tijd van brand en vuur. Velden, die in bloed gedrenkt zijn, Zullen weeld'rig prijken gaan Met een zee van gele halmen, Met een rijken oogst van graan ; Waar de dooien zijn gevallen, En de doodskreet is gesmoord, Wordt eerlang 't geluid der sikkels En des maaiers lied gehoord. Nu het vredeswoord gezegd is En de vredesdaad verricht, Nu is 't tijd, dat alle tweedracht Voor der liefde adem zwicht; Waar de mensen den mensen vermoordde En een v uurhei is geweest, H' Heersene, nu 't woord gezegd is, Oppermachtig vrede's geest! A. K i. E i N?v. D. L E Y. iiiiiiiiiiiiiimiuiiiilimiMlliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiitiiiiiiiiHiiiiiiiii Verbetering De lezeressen en lezers onzer rubriek Voor Vrouwen" zullen wel hebben begrepen, dat de stad Middelburg in geenerlei contact staat met de militaire huisvlijt van Duitsche ge wonden. (Zie onderschrift van de plaat in de rubriek Voor Vrouwen" van 26 Juni 1.1.) Men leze daarvoor Mallmitz. E. M. R. j Drinkt * SIPKES' Limonades. f Smaken zuiver en ver frisschend. itiiittmmmttimtmttii mm timiiiiiiiiiuiimiiiitiiii tinmiiniinmiinimmtnmimiiiiiii DE WATERLELIE Dit"is een bloem, die door de dichters en schrijvers al bitter slecht bekeken is en dat ligt wel aan den diepen indruk, dien zij al da delijk" bij liet eerst aanschouwen maakt. Dat zet de'fantaisie aan het werk n dan zijn er zooveel omstandigheden van kleur en vorm, standplaats en jaargetijde, dat er aan de verzinsels geen eind komt en men zich in het geheel de moeite niet meer geeft, om eens na te gaan, hoe het leven van de bloem nu wer kelijk verloopt. En niet alleen de dichters, maar ratuurbcschrijvers van naam vertellen van onze Nymphaea alba allerlei onjuist heden. Zij willen, dat een zoo groote en mooie bloem ook allerlei merkwaardige eigenschap pen vertoont en gevoeligheden aan den dag legt in overeenstemming met den indruk, Witte Waterlelie Futo van E. Lucb dien zij geeft. En als mijn foto, die een van onze gevoeligste en meest kunstzinnige ama teur-fotografen voor mij gemaakt heeft, goed afkomt, dan zult ge moeten toegeven, dat zelfs een afbeelding van de bloem er veelbe lovend kan uitzien. De sympathieke Geibel laat in zijn bekend lied een witte zwaan in den maneschijn rond zwemmen om de stille waterroos, wit als sneeuw. Wel, ik heb menigmaal in den mane schijn wateren bevaren, bevloerd met water lelies, maar er dan nooit een open gezien. Lang voor zonsondergang hebben alle witte waterlelies zich reeds gesloten. Professor Miall en Ernst Krause weten dat wel, maar om het toch nog mooi te maken, laten zij in den avond de gesloten bloemen onderduiken. Vroeg in den morgen zou dan de knop weer uit den schoot der wateren verrijzen, om zich te ope nen en wel, volgens Krause, naar het Oosten geneigd, om dan in den loop van den dag de zon te volgen en dus den avond-duik te nemen met het gouden hart naar het Westen gericht. Nu, daar is allemaal niets van waar. Zoo schrijft men natuurlijke historie, om het lek ker te maken voor de menigte en haar te laten smullen aan oorzaak en gevolg. De heele zaak is, dat het gedrag van de witte waterlelie ondergeschikt is aan haar schoon heid. De bloem gaat 's morgens een paar uur na zonsopgang open, spreidt zich wijd uit, zooclat de meeldraden en de stamper goed te zien komen en dan kunnen er uren voorbij gaan, zonder dat er iets nieuws gebeurt, zondei' dat die zoo groote en duidelijk zichtbare bloem de aandacht trekt vanjeenig insect. Het kan treffen, dat er eens een partijtje vliegen of kleine bijtjes op bezoek komen, maar dat lijkt dan zeifs nog tamelijk toevallig. Toen ik studies maakte voor mijn Omgang met Planten" heb ik heel genoegelijk iu mijn bootje van den vroegen morgen tot den laten avond getoefd in de groote waterlelievelden van het Naardermeer en had mij er steeds over te verwonderen, dat de insecten al die mooie witte bloemen voorbijvlogen om liever naar de gele plompen te gaan en naar de rose veenwortels. Die hebben dan ook honig en een aantrekkelijker! geur, de waterlelie kan hun alleen stuifmeel aanbieden en geurt in den regel weinig of niet. Soms wel en vooral in warme beschutte hoekjes, waar de bloe men ook reusachtige afmetingen kunnen be reiken en dan gaan ze er een beetje exotisch uitzien. Ook kunnen ze dan lichtrose getint zijn. De vier kelkbladeren, die soms vlak op het water liggen, maar zich ook dikwijls op een steel een centimeter of meer nog boven de oppervlakte verheffen, zijn doorgaans paarsachtig aan den binnenkant. Ook de drijvende bladeren, donkergroen, en vettig, zijn aan de onderzijde rossig paars en verschil len daarin van de bladeren van de gele plomp, die door en door groen zijn. Deze paarse kleur stof is het bekende anthokyaan en haar aan wezigheid wijst er op, dat de witte waterlelie heel andere eischen stelt aan de verdeeling van licht en warmte dan de gele plomp. Die plomp is veel minder gevoelig, behoudt zijn bladeren in den winter, bloeit een dag of tien vroeger en houdt zijn bloemen het heele etmaal open. Hij loktyiommels en bijen met een behoorlijke hoeveelheid honig en geurt allerverleidelijkst naar advocaat. Bovendien lijken zijn meeldra den en bloembladeren ook smakelijk en voed zaam te zijn, want de zwarte, witgebleste koeten zitten er dag en nacht aan te knabbelen. Soms heb ik in het rijk der koeten werkelijk moeite om een gave gele plomp te vinden. Als de witte waterlelie na eenige dagen uitgebloeid is en de vrucht moet rijpen, dan gaat de knop, na zich voor het laatst gesloten te hebben, werkelijk wegzinken. Onder water worden dan de zaden rijp en later komt de vrucht weer boven maar gescheurd en als een slijmerige massa. Tegen dien tijd zijn ook de mooie bladeren vergaan en vernield en vervreten, zoodat de heele plant een hcrfstbeeld te aanschouwen geeft van zeer suffisante narigheid. Maar in den bodem van de plas blijft de dikke wortelstok leven en die heeft zich in den afgeloopen zomer vergroot en vertakt, zoodat het volgend jaar alweer meer nieuwe bladeren en bloemen te voorschijn komen en de plas onbevaarbaar maken. De arbeider, die een vaargeul vrij maakt, haalt met zijn haak wortelstokkeu omhoog,zoo dik als een arm en drie meter lang. Wanneer ge thuis het openen en sluiten van de waterlelie wilt zien, neem dan een stuk of drie bloemen, snijd de stelen af vlak tegen de kelk en leg ze dan in een diep bord met water. Als ze goed in de zon staan, houden ze het best een dag of drie uit. J A c. P. T n i jjs_sj;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl