Historisch Archief 1877-1940
3 Ju'i 20. - No. 2245
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
"DIE
DOEN"
^[Gemeentelijke Zuigeiïagenzorg
Hoe hulpeloos is een pasgeboren kindje,
hoe teer, en hoe afhankelijk van de zorgen
zijner moeder. Gelukkig vindt bijna elk kind
die ruimschoots. En toch leeren ons de moderne
statistieken, dat vele zuigelingen sterven,
vóór zij hun Ie jaar bereikt hebben en
dat een groot gedeelte dezer kinderen, mis
schien wel de helft, onnoodig sterft, d. w. z.
dat hun ziekte en dood te voorkomen was ge
weest. Hoe komt het dan dat de moeders, met
al haar liefde, zoo falen? Het antwoord luidt:
door onwetendheid! Alle andere oorzaken, tot
armoede en sociale misstanden toe vallen in
,thet niet bij deze eene. Het is werkelijk ver
schrikkelijk zoo onwetend, in alle lagen der
maatschappij de jonge moeders zijn omtrent
alles wat zoo'n klein wezentje behoeft om
gezond op te groeien. En het ergste is nog
dat daardoor betweterigheid en bijgeloof zoo
welig tieren. Verouderde begrippen leven hard
nekkig voort en vele heerschende gewoonten
op het gebied van zuigelingenkleeding en
, voeding werken direct nadeelig op het kind.
De meer ontwikkelde moeders voelen hun
eigen onkunde wel en zoeken al gauw de
voorlichting van deskundigen, en hooren dan
beter. Maar de minder-en minst-ontwikkelden
denken daar niet aan, zij beseffen hun eigen
onwetendheid niet en de wijze" raad van
oudere vrouwen wordt geloovig geaccepteerd.
Veel zuigelingenlevens gaan hierdoor verloren,
die, door voorlichting, te redden waren ge
weest. Die voorlichting te geven is een eerste
plicht der gemeenschap en hoe weinig is er
tot nu nog gedaan!
In Amsterdam was alles overgelaten aan
het particuliere initiatief en stelselmatig werd
op dit gebied allén gewerkt door de
Vereeniging Zuigeüngenzorg 1). Die Vereeniging
werkte eerst met n, de laatste jaren met
twee consultatiebureaux. Op zoo'n bureau,
dat kosteloos toegankelijk is, geeft een
kinderarts eiken middag raad, omtrent de
voeding en verzorging van de zuige
lingen, wier moeders het bureau opzoe
ken, en bovendien bezoekt een, in
kihderverzorging speciaal ervaren, verpleegster, de
moeders aan huis, en dat is van veel belang,
daar bestaande fouten in de verzorging bij
dat huisbezoek vee! eerder aan 't licht komen,
en hun verbetering besproken kan worden. 2)
Maar, de moeders die daar komen, zoeken
al voorlichting. Die het niet zoeken, die
moesten thuis worden opgezocht. Daarvoor
zou een uitgebreide dienst noodig zijn, en
samenwerking met vroedvrouwen en doktoren.
De Ver. Zuigslingenzorg had echter steeds te
kampen met geldgebrek, wat o.a. oorzaak
was, dat aan het reeds bestaande huisbezoek
niet genoeg uitbreiding kon worden gegeven.
Het is dan ook zeer toe te juichen, dat B.
en W. van Amsterdam nu met een voorstel
zijn gekomen om de gemeente dit bij uitstek
nuttige werk zelf ter hand te doen nemen.
Consultatiebureaux op verschillende punten
der stad, elk met een voldoenden staf van
geschoold personeel (het is vooral te hopen,
dat, met het oog op de belangrijkheid van
het huisbezoek, voor voldoend deskundig
personeel daarvoor zal worden zorg gedragen)
samenwerking met andere gemeente-inrichtin
gen en met de vroedvrouwen, wanneer dat
alles bestaan zal, dan zal binnen korten tijd
bereikt kunnen worden, dat geen zuigeling
te Amsterdam meer onnoodig zal sterven,
en dat de levenden ook zoo gezond mogelijk
zullen opgroeien! .
JM J. S T a R C K E-P O L E N A A R
1) Sinds kort is ook van R. K- zijde een
Ver. opgericht, die een Cons. Bureau heeft
evenals het Ie van Z. Z. in de Jordaangelegen.
2) Ook is er een melkkeukcn aan verbon
den, voor het bereiden van
zuigelingenvoedsel, wanneer moeders niet kunnen zoo
gen en niet zelf het voedsel kunnen klaar
maken; en er worden moedercursussen gegeven.
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii IHIIII 111111 n n 1111 u i
8ste Congres van den Wereldbond
voor Vrouwenkiesrecht
6-12 Jan), Genève
(Slot)
C, Toen ik mijne artikelen over het Congres
begon, heb ik getracht een beeld te schetsen
van de moeilijkheden die het V.K. in Zwit
serland ondervindt, met het oog op het
Referendum in elk kanton en de vereischte
meerderheid der kantons. Deze gegevens
waren mij verschaft door de presidente der
Zwitsersche Vr.V.K. en door den heer Quarticr
la Tente, lid van den kantonnalen Raad
(Grand Conseil) van Neufchatel. Deze laatste
Mme A. Girardet?Vielle (Zwitserland)
Frau Marie Stritt,
Afgevaardigden op
niiiiiii'. n i minimin IIIIIHIIIIIIMMIIIIII i min
and)
Jonna Neiiendam (Denemarken)
te Genève van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht
iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiniiiiiHiiiiiiiiiiiHiii
heeft, als conférender, het recht der vrouwen
reeds menigmaal verdedigd. Door mijn ver
blijf in Zwitserland, dat eenige weken langer
heeft geduurd dan het Congres, heb ik be
merkt, dat de grootste tegenstand van de
zijde dier mannen komt, die zich verschuilen
achter het motief, dat de vrouwen te onver
schillig zijn, want dat zij (de mannen nml.)
er niet tegen zijn. Ik voor mij ben vast
overtuigd, dat die zoogenaamde onverschil
ligheid ook vaak gebrek aan moed is, om
zich in het openbaar te uiten; car c'sst nn
rude métier, d'être suffragiste! Dat hebben
wij in Holland ten minste ook ondervonden.
De Zwitsersche vrouwen sloegen een gat in
de lucht, toen zij hoorden van onze optoch
ten, betoogingen, stille wacht op het Binnen
hof, met een tentje op de markt of tijdens
de Jaarbeurs te Utrecht staan enz. Het op
richten van een ZwitserschenMannenbond voor
V,K., zal haar nu zeker wat moediger maken.
Den secretaris vanden Internationalen
Mannenbond voor V.K-, den heer Mansfeldt, is
het, na lange voorbereiding, gehikt zulk een
Bond te constitueeren. Op den avond na
afloop van het Congres, was daarvoor een
openbare vergadering belegd Het resultaat
was de oprichting van dien Bond, waarvan
dokter Maurice Muret, professor in de gynae
cologie aan de Universiteit te Lausanne, de
leiding heeft genomen.
Dat er op de Jaarvergadering van de
Zwitsersche V.v.V.K- geen nationale dracht te
zien was, zooals men die op reis zijnde, hier
en daar ziet, was jammer. Niet alleen uit
a^sthetisch opzicht, maar vooral, omdat het
een bewijs is, dat de V.K.-zaak nog niet
genoeg is ingeburgerd. De Zeetiwtjes,
Friezinnen e.a. die onze V.K- vergaderingen steeds
opluisterden, waren het sprekend bewijs, dat
wij niet om dames doch om vrouwenkies
recht vroegen. :
Nu nog in vogelvlucht de laatste gegevens
omtrent het Congres.
Een vergadering met 3-minuten speeches
door vrouwen uit de landen met V.K. Mevr.
Mulder van de Graaf deed dit voor Holland.
Enorme belangstelling van de inwoners van
Genève. Daarna een rede van de advocate,
Marie Vérone uit Parijs, oratrice par la grace
de Dieu en tot slot lantaarnphatjes uit Ame
rika, die de propaganda en den durf der
Atnerikaansche vrouwen deed bewonderen.
Een avond/erg. met de vrouwen uit het
Oosten. Rudyard Kipling niet zijn gevleu
geld woord: West is West and East is East
and never these two will meet" kreeg on
gelijk. De eerste spreeksters Ghandra Sen
en Hirabai T;Ha uit Britsen-Indië, waren
interessant, maar te lang van stof. De vlotte
Fransche vertaalster vertelde in een paar
woorden, hoe groot de emancipatie in
BritschIndie reeds was. Volgde Saroiini Naidu, een
dichteres, ook uit Britsch-Indiü. Had groot
succes, omdat zij kort en poëtisch was. Wees
ook op het verkeerd begrip, dat de vrouwen
uit Oost en West zoo zouden verschillen. Zij
zien op tot denzelfden hemel, waaruit voor
allen dezelfde ster der hope blinkt, die den
danrzamen vrede zal brengen.Toen volgden
twee Japansche vrouwen, waarvan de eene,
mrs. auntlett, met een Engelschman is
getrouwd. De eerste vertelde van de
drankbestrijding, die grcotcndeels in de hin
den der vrouwen berust, de tweede van de
emancipatie der Japansche vrouwen, wier blik
steeds naar het Westen is gericht om zoo
veel mogelijk van hare zusters aldaar te
leeren. Allen spraken goed EngelS'Ji. Volgde
mrs. Daniels, de afgevaardigde der
Amerikaansche Regeering; goed, maar ook at weer
veel te lang. Daarna een Turksche vrouw,
die, met tranen in haar stem, een pleidooi
hield voor haar arm land, dat nooit den
oorlog gewild had en hulp uit het Westen
verdiende. Zij zal waarschijnlijk wel niet
gehoord hebben, dat uit de zaal werd geroe
pen: et les Arméniens?"
Daar de Chineesche afgevaardigde door
ziekte verhinderd was, deed mrs. Chapman
Catt eenige mededeelingen over China, bij
zonderheden, door haar op haar reis met
dr. Jacobs samen, ondervonden. O.a. het
bijwonen van den Provincialen Raad in
Canton, waarin vrouwen zitting hadden en
mede beraadslaagden. Welk Kanton in
Zwitserland kan zoo iets navertellen, vroeg
zij. De Presidente was dien avond buiten
gewoon op dreef bij het inleiden der spreek
sters en gaf telkens den Zwitserschen mannen
een guitige terechtwijzing.
Volgen nu nog eenige korte mededeelingen:
Het Headquarter (Hoofdbureau) blijft te
Londen gevestigd. In het Hoofdbestuur wer
den eenige leden herkozen (de meesten be
dankten) en is het thans als volgt samen
gesteld:
Madame de Witt Schlumberger, Frankrijk.
Miss Macmillan, Schotland. Fru Wicksell,
Zweden. Mrs. Corbett-Ashby, Engeland. Dr.
Ancona, Italië. Frau Lindeman, Wurtenberg.
Miss Rathbone, Engeland. Mrs. Mac Cormick,
Amerika. Madame Girardet-Vielle, Zwitserland.
Frau Adèle Krieger-Schreiber, Duitschland.
De Presidente, die zich niet herkiesbaar
had gesteld, werd op zulk een stormachtige,
ontroerende wijze bij acclamatie herkozen,
dat zij zwichtte. Zij begreep den Wereldbond
nog eerst door deze moeilijke hervormings
tijden te moeten heen helpen. Er waren ge
durende het congres vele
begroetingstelegratnmen" ontvangen. *fer werden ookt eenige
verzonden, o.a. aan de Presidente der voor
malige Russische V. v. V.K- die thans als
balling buiten haar land vertoeft; aan de
Chineesche vrouwen; ook aan de Belgische
vrouwen om haar te beduiden, dat men haar
in Parijs 1922 zeker weer in ons midden
wenscht te zien en, door de katholieke
vrouwen uit vele landen aan den Paus, om
zijn zegen voor het Congres af te smeeken..
Bij de sluiting dankte de Presidente allen
voor hare toewijding in deze congresdagen
getoond, in het bijzonderMade.noiseUeGourd,
Presidente der Zwitscrsche V. v. V.K- Met
een opwekking ons aller krachten te geven
tot den opbouw eener gelukkiger samenleving
liet de Pres. voor het laatst den hamer vallen.
N. MANSFELDT
DE WlTT HUBERTS
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII
En zoo gij de Liefde niet hebt...
Men verzocht mij twee brieven uit Weenen
te vertalen in het Nedcrlandsch.
De reden hiervan was, dat de pleegouders
die het vijfjarig jongetje tot zich hadden
genomen, kennis kónden nemen wat geschre
ven was niet alleen aan hen zelf, doch ook
de woorden konden begrijpen [die bestemd
waren voor het kind.
De brieven lagen voor mij.
Maar ach, zij waren niet geschreven met
inkt, maar niet tranen, want het waren
de uitingen op papier gebracht door een
Moeder. ...
De brieven waren zwaar van leed.
Uit mijn herinnering moet ik den inhoud
neerschrijven, hetgeen ik betreur.
Het kan zijn, dat ik woorden zal vergeten,
woorden die juist wellicht het meeste vermoch
ten uit te drukken.
De moeder dan schreef aan de pleegouders
als volgt;
Hierbij dank ik u, hetgeen gij, onbekenden,
doet aan jnijn hartejongentje.
Zoudt gij, die zoo medelijdend zijt en voor
zijn lichaam wilt zorgen, hem ook liefde willen
schenken ? Het is geen lastig, ondeugend
kind, hij was nog nooit een dag van huis en
is gewend aan veel liefde. Wil hem ook niet
alleen over straat laten gaan, opdat hem geen
ongeluk overkome. Misschien wilt ge zoo goed
zijn mij met een paar woorden te melden of
hij goed is overgekomen en gezond is. Ik heb
terwille van hemzelve, het groote offer ge
bracht. Ik dank u nogmaals. enz.
En voor mijn blikken zag ik een stil vertrek
in een stille straat.
Geen kindervoetjcs trippelen thans over
den parketvloer en geen speelgoed ligt nu
over den grond verspreid.
En buiten is het ook zoo stil, want het leed
waart rond en legt op zoo menige gebogen
gestalte de zware hand.
Een moedertje, uitgehongerd misschien
zelf, schrijft nu voor en aan het kindje
dat wél eten heeft, maar haar moet missen.
En moede is de hand welke gaat over het
papier. Van tijd tot tijd wisent zij iets weg
van de wangen, opdat dit iets" geen sporen
zal geven op het papier dat in de handjes
komen zal van haar jonkske, en in de handen
der vreemde pleegouders. Maar de angst van
het moederhart schreeuwt ons tegen uit de
eenvoudige woorden, hem te behoeden voor
de straat.
Doch er is meer.
Zoudt u hem ook wat liefde willen schen
ken ?"
Hier smeekt een vrouw, een moeder, om
een gift voor haar kind, van menschen haar
vreemd.
Stil?nu schrijft zij aan dat kind dat ver is,
het vijfjarig jonkske, dat nog nooit een dag
van huis is geweest :
Mijn hartejongetje!
PÉDeze dient om je te vragen of je goed bent
overgekomen en niets hebt verloren van het
geen je mede hadt ? Ben je gezond en heb je
geen heimwee ?
Zal je vooral altijd gehoorzaam en zoet zijn,
dat je je lieve pleegouders geen last geeft ?
Als je iets mocht mankeeren, zeg het dan
dadelijk, mijn lief ventje.
>? Ga vooral nooit alleen op straat, opdat je
geen ongeluk overkome. Ik stuur je hierbij
je portret dat gemaakt werd vóór je vertrek.
Het is slecht uitgevallen. Misschien wil iemand
wel eens een portret van je zenden, dat zou
ons zoo'n plezier doen.
^ Nu, vaarwel mijn hartejongetje, vele, vele
Bussi" van Mammi, Pappi en tante Mimi.
. En onderaan stond geschreven Wilt U
alsjeblieft zijn haar niet af knippen, hij is rein."
Welk een zorg en angst opgesloten in deze
eenvoudige woorden !
Er zijn vele menschen geweest die een kind
in huis konden nemen en het niet wilden.
Er zijn anderen geweest die het wilden en
niet konden.
f Zij die hun huis openstelden voor de hon
gerende kleinen, gaven blijk van een ruim
denkend en grootmoedig hart.
Maar geven die alle liefde ?
Zij schenken het kind kleeren, zij geven het
Miss Crystall Macmillan (Schotland)
brood en het kindje is dankbaar voor
kleeren en brood
Zou echter zijn zieltje niet hunkeren en
smeeken naar liefde?
Geeft liefde!
De gedachte waarmede wij onze gaven
uitreiken, doet zoo veel. 0E
Een klein geschenk kan men hierdoor groot
maken, een waardevolle gift kan nietig worden,
indien niet de liefde-gedachte het omhulsel
toovert, waarin onze gave is gewikkeld !
Onze ziel moet het wachtwoord fluisteren..
Zijn kind te moeten zien vertrekken en het
over te geven aan vreemden, is een
wanhoopsoffer gebracht in liefde, met tranen. ?
En die ouders zullen wel bidden, dat men
hun schat liefde geeft!
Mogen zij, de grooten van hart, die
denhongercnden "spijzen en van kleeding voorzien,
zich t' avond en te morgen de woorden te bin
nen roepen :
En zoo gij de liefde niet hebt"....
Jo DE Vos
Pax vobiscum
Vredesklokken luidt uw boodschap ;
Vredesklokken, brengt uw groet
Aan d' uiteengescheurde wereld,
Pas gezengd door oorlogsgloed ;
Laat uw bronzen tonen schallen,
Heft uw klanken in 't azuur :
Vrede's rijk is nu gekomen
Na een tijd van brand en vuur.
Velden, die in bloed gedrenkt zijn,
Zullen weeld'rig prijken gaan
Met een zee van gele halmen,
Met een rijken oogst van graan ;
Waar de dooien zijn gevallen,
En de doodskreet is gesmoord,
Wordt eerlang 't geluid der sikkels
En des maaiers lied gehoord.
Nu het vredeswoord gezegd is
En de vredesdaad verricht,
Nu is 't tijd, dat alle tweedracht
Voor der liefde adem zwicht;
Waar de mensen den mensen vermoordde
En een v uurhei is geweest,
H' Heersene, nu 't woord gezegd is,
Oppermachtig vrede's geest!
A. K i. E i N?v. D. L E Y.
iiiiiiiiiiiiiimiuiiiilimiMlliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiitiiiiiiiiHiiiiiiiii
Verbetering
De lezeressen en lezers onzer rubriek Voor
Vrouwen" zullen wel hebben begrepen, dat
de stad Middelburg in geenerlei contact staat
met de militaire huisvlijt van Duitsche ge
wonden. (Zie onderschrift van de plaat in de
rubriek Voor Vrouwen" van 26 Juni 1.1.)
Men leze daarvoor Mallmitz.
E. M. R.
j Drinkt
* SIPKES' Limonades.
f Smaken zuiver en ver frisschend.
itiiittmmmttimtmttii mm timiiiiiiiiiuiimiiiitiiii
tinmiiniinmiinimmtnmimiiiiiii
DE WATERLELIE
Dit"is een bloem, die door de dichters en
schrijvers al bitter slecht bekeken is en dat
ligt wel aan den diepen indruk, dien zij al da
delijk" bij liet eerst aanschouwen maakt. Dat
zet de'fantaisie aan het werk n dan zijn er
zooveel omstandigheden van kleur en vorm,
standplaats en jaargetijde, dat er aan de
verzinsels geen eind komt en men zich in het
geheel de moeite niet meer geeft, om eens na
te gaan, hoe het leven van de bloem nu wer
kelijk verloopt. En niet alleen de dichters,
maar ratuurbcschrijvers van naam vertellen
van onze Nymphaea alba allerlei onjuist
heden. Zij willen, dat een zoo groote en mooie
bloem ook allerlei merkwaardige eigenschap
pen vertoont en gevoeligheden aan den dag
legt in overeenstemming met den indruk,
Witte Waterlelie
Futo van E.
Lucb
dien zij geeft. En als mijn foto, die een van
onze gevoeligste en meest kunstzinnige ama
teur-fotografen voor mij gemaakt heeft, goed
afkomt, dan zult ge moeten toegeven, dat
zelfs een afbeelding van de bloem er veelbe
lovend kan uitzien.
De sympathieke Geibel laat in zijn bekend
lied een witte zwaan in den maneschijn rond
zwemmen om de stille waterroos, wit als
sneeuw. Wel, ik heb menigmaal in den mane
schijn wateren bevaren, bevloerd met water
lelies, maar er dan nooit een open gezien.
Lang voor zonsondergang hebben alle witte
waterlelies zich reeds gesloten. Professor Miall
en Ernst Krause weten dat wel, maar om het
toch nog mooi te maken, laten zij in den avond
de gesloten bloemen onderduiken. Vroeg in
den morgen zou dan de knop weer uit den
schoot der wateren verrijzen, om zich te ope
nen en wel, volgens Krause, naar het Oosten
geneigd, om dan in den loop van den dag de
zon te volgen en dus den avond-duik te nemen
met het gouden hart naar het Westen gericht.
Nu, daar is allemaal niets van waar. Zoo
schrijft men natuurlijke historie, om het lek
ker te maken voor de menigte en haar te laten
smullen aan oorzaak en gevolg.
De heele zaak is, dat het gedrag van de witte
waterlelie ondergeschikt is aan haar schoon
heid. De bloem gaat 's morgens een paar uur
na zonsopgang open, spreidt zich wijd uit,
zooclat de meeldraden en de stamper goed te
zien komen en dan kunnen er uren voorbij
gaan, zonder dat er iets nieuws gebeurt,
zondei' dat die zoo groote en duidelijk zichtbare
bloem de aandacht trekt vanjeenig insect.
Het kan treffen, dat er eens een partijtje
vliegen of kleine bijtjes op bezoek komen,
maar dat lijkt dan zeifs nog tamelijk toevallig.
Toen ik studies maakte voor mijn Omgang
met Planten" heb ik heel genoegelijk iu mijn
bootje van den vroegen morgen tot den laten
avond getoefd in de groote waterlelievelden
van het Naardermeer en had mij er steeds
over te verwonderen, dat de insecten al die
mooie witte bloemen voorbijvlogen om liever
naar de gele plompen te gaan en naar de rose
veenwortels. Die hebben dan ook honig en
een aantrekkelijker! geur, de waterlelie kan
hun alleen stuifmeel aanbieden en geurt in
den regel weinig of niet. Soms wel en vooral
in warme beschutte hoekjes, waar de bloe
men ook reusachtige afmetingen kunnen be
reiken en dan gaan ze er een beetje exotisch
uitzien. Ook kunnen ze dan lichtrose getint
zijn.
De vier kelkbladeren, die soms vlak op
het water liggen, maar zich ook dikwijls
op een steel een centimeter of meer nog boven
de oppervlakte verheffen, zijn doorgaans
paarsachtig aan den binnenkant. Ook de
drijvende bladeren, donkergroen, en vettig,
zijn aan de onderzijde rossig paars en verschil
len daarin van de bladeren van de gele plomp,
die door en door groen zijn. Deze paarse kleur
stof is het bekende anthokyaan en haar aan
wezigheid wijst er op, dat de witte waterlelie
heel andere eischen stelt aan de verdeeling van
licht en warmte dan de gele plomp. Die plomp
is veel minder gevoelig, behoudt zijn bladeren
in den winter, bloeit een dag of tien vroeger
en houdt zijn bloemen het heele etmaal open.
Hij loktyiommels en bijen met een behoorlijke
hoeveelheid honig en geurt allerverleidelijkst
naar advocaat. Bovendien lijken zijn meeldra
den en bloembladeren ook smakelijk en voed
zaam te zijn, want de zwarte, witgebleste
koeten zitten er dag en nacht aan te knabbelen.
Soms heb ik in het rijk der koeten werkelijk
moeite om een gave gele plomp te vinden.
Als de witte waterlelie na eenige dagen
uitgebloeid is en de vrucht moet rijpen, dan
gaat de knop, na zich voor het laatst gesloten
te hebben, werkelijk wegzinken. Onder water
worden dan de zaden rijp en later komt de
vrucht weer boven maar gescheurd en als een
slijmerige massa. Tegen dien tijd zijn ook de
mooie bladeren vergaan en vernield en
vervreten, zoodat de heele plant een
hcrfstbeeld te aanschouwen geeft van zeer suffisante
narigheid. Maar in den bodem van de plas
blijft de dikke wortelstok leven en die heeft
zich in den afgeloopen zomer vergroot en
vertakt, zoodat het volgend jaar alweer meer
nieuwe bladeren en bloemen te voorschijn
komen en de plas onbevaarbaar maken. De
arbeider, die een vaargeul vrij maakt, haalt
met zijn haak wortelstokkeu omhoog,zoo dik
als een arm en drie meter lang.
Wanneer ge thuis het openen en sluiten van
de waterlelie wilt zien, neem dan een stuk of
drie bloemen, snijd de stelen af vlak tegen de
kelk en leg ze dan in een diep bord met water.
Als ze goed in de zon staan, houden ze het best
een dag of drie uit.
J A c. P. T n i jjs_sj;