Historisch Archief 1877-1940
10 Juli '20. No. 2246
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
DE CREDIETVÈRLEEN1NG VAN NEDERLAND AAN DUITSCHLAND
Teekining voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
Juffrouw Germania: Hebben de heeren er nog lang over gesproken?"
Procuratiehouder Fock: Kan je begrijpen, mensch, ze moesten met vacantie!"
llllllflIIMIIIIIIIIimlIllllllllllllllllllllmlMIII
IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlmlIllllllllmlIIIMIIIIIIIMIIIIIMIMIMMIIIIIIIII :|IIIIIIIIIIII1IIIIIIII 111111
U l Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
»"? A. R. Falckstraat 5, Utrecht
-Aïle berichten, deze rubriek betreffende, gelieve
te adresseeren aan bovenstaand adres
10 Juli 1920
OPLOSSING PROBLEEM No. 123
VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM
1. Ta8?d8, Kd4?c4, 2. Pd7?bof Kc4
b4, 3. Dg2?b2f.
l...., c5?c4, 2. Dg2?c6, Pc3?e4, 3.
Dc6 x e4T.
l , Pc3?d5, 2. Pd7?b6, onversch. 3.
Dg2 x d5f.
l Lf6?e5, 2. Pd7Xe5f Pc3?d5, 3.
Td8 x d5f.
Goede oplossing ontvingen we van: M. Dol
man te Zeist, W. M. Blom te Krimpen a/d
IJsel, A. Don te Vlaardingen, J. S. te Zeist,
J. Rietman te Dieren.
1. Pd7?b6 faalt door 1.. Lf6?e5, 2.
Dg2?c2, c5?c4 en mat op den derden zet
is niet mogelijk.
OPLOSSING PROBLEEM No. 124
VAN K-'A. K. LARSEN
1. Df8?h6.
Juist opgelost door M. Dolman te Zeist,
A. H. Wefers Bettink te Sappemeer, H. Mendes
da Costa te A'dam, J. G. Arnoldus te Middel
burg, J. S. te Zeist en J. Rietman te Dieren.
BERICHT
In de Telegraaf" deelt Dr. Lasker mede,
dat hij afstand doet van den titel van wereld
kampioen ten behoeve van den Cubaanschen
meester Capablanca.
Deze mededeeling zal zeker meer verwon
dering dan bewondering verwekken.
Onderstaande interessante partij werd cns
toegezonden door meester Marco fe \Veenen.
De opmerkingen in den tekst zijn van zijn
hand. De partij werd gespeeld den 23en
April 1920 in een vierkamp tusschen de H.H.
Maroczy, Dr. Tartakower, Grünfeld en Dr.
Blumenfeld en verwierf den eersten schoon
heidsprijs.
nmiiiii IIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIII
RAT
door PIET VAN VEEN
Meester, we hebben gisteren een rat ge
vangen," was 't eerste wat Keesje Verstrate
zei, toen hij dien Maandag het schoollokaal bin
nenkwam. Meester keek hem even aan, zoo
van ter zijde naar omlaag en vroeg dan : Zoo
waarin ?" half slechts met zijn gedachten bij
wat Keesje gezegd had. Vlug plaats nemen,
jongens, we hebben pas weer een heelen dag
vacantie gehad, dus nieuwe ijver, hoor."
Keesje, verwonderd dat meester er zoo
overheen sprak, begon verder te vertellen :
Hij is dood, meester. Me broer heeft 'em
doodgegooid."
Zoo jongen, heusch ? Ga nu naar je plaats.
Als je 'em doodgegooid hebt moet je niet zeg
gen gevangen," want dat zegt men bijna
alleen als je ze levend in de val krijgt."
Zacht drong Wout Hebers den kleinen jon
gen naar zijn bank ; ze hadden allemaal wat
nders, dus kon je je niet te veel met hun ge
dachten bemoeien.
Meester, is een rat gevaarlijk ?"
Ja, Kees, vraag nu niet meer, want we
moeten de les beginnen. Houdt nu je mond.
Als je straks uit school komt, mag je wel weer
opnieuw aan de jacht denken maar bepaald
nu je aandacht bij je werk, hoor."
Kees schoof zich de bank in, zou doen wat
rneester zei en tot twaalf uur ophouden met
aan de rat te denken. Maar even later al, bij 't
sommen maken, geraakte hij in de war en mij
merde hij wat beter was : een rat te dooden, of
ze levend te vangen, of ze vrij te laten loopen.
MT Gebogen over z'n lei, met z'n grift de
cijferteekens krabbend, zat hij even in aandachtige
turing te rekenen. Langzamerhand dan werd
z'n blik minder scherp, z'n drukken der grift
lichter en zag hij opnieuw het heele tooneel
zooals het gistermiddag gebeurd was, zooals
hij er vannacht van gedroomd had.
Hij zat met Jan voor 't raam en zij keken
in het tuintje. Jan vertelde wat van een leuk
boek dat hij pas gelezen had. Toen.... toen
kwam hij, de rat. Ze hadden 'em het eerst
gezien bij het konijnenhok. Of Jan of hij er het
eerst naar gewezen had wist ie niet, misschien
hadden ze 't wel gelijk gedaan. Jan had een
steen gegrepen, waarvoor ie zich ver uit het
raam moest bukken, en had gegooid.
't Was mis geweest en de rat had zich ver
borgen onder het konijnenhok. Toen hadden
ze samen broodkruimels gestrooid om hem
weer op her gras te krijgen. Kees en Jan ge
noten al bij het vooruitzicht dat ie komen zou
en Jan had een grooteren steen naast zich lig
gen om, als ie kwam, 'em dood te gooien. Kees
had eerst nog even geaarzeld en gevraagd
waarom Jan dat doen wou, maar toen die ge
zegd had dat het aardig was en prettig, had ie 't
ook geloofd en heel stil uitgekeken. Als ie zoo
nu en dan eens even zich bewoog omdat zijn
elleboog hem pijn ging doen, dan gaf Jan hem
een stoot in z'n zij, alsot ie bang was dat
daardoor de rat wegblijven zou. Maar toen
kwam ie toch, heel langzaam, vooruit en hij
knapperde het brood tusschen z'n kleine
witte tandjes.
Jan had heel voorzichtig zijn arm
omhooggeheven, met den steen in de hand en Kees
had heel benauwd gekeken, had een gekken
angst gevoeld voor het moment waarop die
steen het beest zou raken.
Jan mikte even. Kees zag hoe hij zich op de
lippen beet om toch maar te raken. Toen
gooide hij. 't Was raak.
De rat gaf een vreeselijken schreeuw, zooals
Kees ook wel eens z'n broertje had hooren
huilen. Toen lag ie tegen 't konijnenhok, den
buik open en 't vleesch zichtbaar. En op den
grond, om het beest heen, een heel groote plas
bloed. Jan was in den tuin gegaan en had 'em
in den put geworpen. Kees had zich afge
wend, hij kon dat niet meer zien. Het was als
hoorde hij nog steeds dien schreeuw, dien
akeligen kreet na de pijnlijke stilte van het behoed
zaam richten, 's Nachts had ie 't weer gezien
en was ie wakker geschrokken van dat ge
schreeuw.
Maar als een rat nou toch gevaarlijk was,
dan moest ie toch dood gemaakt worden. Of
zou ie niet bijten als je'em niets deed? Een
hond is toch veel grooter en die bijt ook niet
als je 'em niet plaagt, zooals Wim en Ger wel
eens doen. Die groote hond van den slager
liet zich heel prettig door hem aaien. En zou
een kleine rat dan zoo gevaarlijk zijn. En dan,
als ie nou gevaarlijk was, dan kon je 'em mis
schien wel temmen, zooals die beer op de ker
mis toen bij dien grooten man. Maar zou die
nou heusch wel kwaad doen als je 'em niets
deed ? Zou die mij bijvoorbeeld nou gebeten
hebben als we 'em hadden laten eten ?.. O ja,
4 x 3 = 12 ; 4 x 4=18 of nee, 15.. of
wacht 12, 13, 14, 15, 16 juist, 16."
Kees telde na z'n tafels. Meester had zijn
naam genoemd en 'em aangekeken omdat ie
niet werkte. Ijverig betikte weer z'n griffel
de lei, z'n vingers bogen strak er overheen,
en 't hoofd diep over 't werk gebogen cijferde
hij verder : 4 :< l = 28 ; 4 x 8 = 32 ; 4 x 9 =
36 ; 4 x 10 --= 40. Ziezoo, l x 5 = 5 ; 2 x 5 =
10 ; 3 .-; 5 = . . . .'t zou toch wel niet waar
zijn. Waarom zouen ze nou valsch zijn. Ze
hadden helemaal geen reden om te bijten, dus
waarom zouen ze het dan doen. Ja, Toppie
krabt wel eens, maar clan denkt ze Uat we pla
gen inplaats van spelen.
En dan, een poes heeft scherpe nagels en
een rat niet, anders zou die wel tegen het hok
opgeklommen zijn. En dat kon die niet....
De voorsprong, die ONZE
rijwielen door hun bouw,
constructie, kwaliteit en
eigenschappen hebben ver
kregen, is thans grooter
dan ooit te voren.
De motieven, die tot de
keuze van een
FONGERS
leiden, zijn derhalve thans
nog sterker dan voorheen.
Difironingirliiwi8liHlaiiriikI,FOI6EIS
tllllllllMIIIIIII
Gelijk bekend behaalde Dr. Tartakower in
dezen vierkamp den eersten prijs.
DRIEPAARDENSPEL
Wit: O. Maroczy. Zwart: E. Grünield.
?"1. e2?e4, e7?e5, 2. Pgl?f3, Pb8?c6,
3. Pb l?c3, Lf8?b4, 4. Pc3?d5, Pg8?f6,
5. Lfl?c4, 0?0, 6. c2?c3, (gebruikelijk is
ook 6. 0?0, waarop Lb4?e? het beste is).
6. Lb4-e7, 7. Pd5xf6 (beter dan 7. Pe7:)
Le7xf6, 8. 0?0, d7?do, 9. d2?d3 (in aan
merking komt 9. h2?h3, gevolgd door d2
d4) 9..Pc6?e7, 10. Lc4?b3, Pe7?g6 11.
h2?h3, c7?c6,12. d3?d4, h7?h6, 13. Tf l
cl (beter ware 13. Lel?e3 of 13. Kg.1?hl
gevolgd door Pf3?gl?e2). 13.. Dd8?c7,
14. Lel?e3, Lf6?e7, 15. Kgl?hl, Lc8?d7,
16. Pf3?gl, Kg8?h7, 17. Pgl?e2, Ta8?e8,
18. f2?f4, e5 x f4, 19. Pe2 x f4, d6?d5: (anders
?wordt wit's aanval overweldigend) 20. Pf4 x g6,
<hierdoor verschaft wit zich een gedachten
vrij-pion op e5, een gewichtig voordeel, dat
in een zuiver pionnen-eindspel beslissend is)
20.. f7 x g6,21. e4?e5, Dc7?c8,22. KM?h2,
Ld7?T5, 23. Tel?fl, Lf5?e4, 24. Ddl?e2,
Tf8?f5, 25. g2?g4, TfSxfl, 26. Tal x f l,
Te8?f8, 27. tfl xf8, Dc8xf8, 28. Kh2?g3,
Df8?d8, 29. Lb3?c2, Lp7?h4f30. Kg3?h2,
Le4xc2, 31. De2xc2, Dd8?f8, 32.
Kh2?g2, Df8?f7. 33. Le3?f2, Lh4?d8,
{zwart vermijdt den ruil der raadsheeren
daar het pionneneindspel voor hem ongunstig
staat. De zwarte raadsheer speelt echter in
het vervolg een treurige rol terwijl de witte
looper zeer lastig wordt. Daarom was de af
ruil der loopers toch nog het beste) 34. Dc2
e2, Kh7?g8, 35. a2?a4, Df7?e6, 36. b2?b3,
Kg8?f7, 37. De2?f3f Kf7?e8 (een poging
om den koning actief te gebruiken. Of zuiver
passief afwachten bijv. Kf7?g8?h.7 etc. op
den duur gunstiger zou zijn moet betwijfeld
worden) 38. Df3?d3, a7?a6, 39. c3?c4,
Ke8?d7, 40. c4?c5, Kd7?e8, 41. b3?b4,
Ke8?d7, 42. b 4?b5, a6xb5, 43. a4 x b5,
Kd7?e8, 44. b5xc6, b7xc6, 45. Dd3?bl!
Ke8?f7 (zwart tracht zijn koning weder naar
zijn ouden schuilhoek h7 in veiligheid te
brengen; in aanmerking kwam 45. Le7,) 46.
Dbl?b7f Ld8?e7 (gedwongen, want op 46..
Kf8 zou volgen: 47. Da8 en zwart staat nog
slechter) 47. Lf2?h4! g6?g5, 48. Lh4?f2!
(het beste! Op 48. Lel kon volgen 48.. h5!
n zwart krijgt tegenaanval, welke de winst
kansen voor wit denkbeeldig zouden maken,
bijv. 49. Kg3, hg4: 50. hg4: Dh6! etc. De
juistheid waarmede Maroczy de bevrijdings
poging doorziet en het verkregen voordeel
vasthoudt is even leerrijk als bewonderens
waardig) 48.. «7?g6 (zeer verleidelijk is 48..
Dg6, maar ook daarna is de nederlaag voor
zwart onvermijdelijk. Men ga de volgende
subtiele winstvarianten na: 49. Dc8! De4f,
50. Kh2, Dc2! [50.. Dc2, 51. Kgl. Ddlf 52.
Ke2, Da4, 53. e6f Kf6, 54. DgS] 51. Df5f
Df5: 52. gf5:g6, 53. f6, Ld8 [Lf6: is eveneens
onvoldoende] 54. Lel! Ke6, 55. Kg3, Kf7,
56. Kf3, Ke6, 57. Kg4, Kf7, 58. Ld2, Ke6,
59. h4, Kf7, 60. Lg5: hg5: 61. Kg5: La5, 62.
e6f Ke6: 63. Kg6: Ld8'[op Lc3 volgt 54 f7
Ke7, 65. Kg7, Ld4:f 66. Kg8J 64. f7, Le7,
65. Kg7, Kf5, 66. f8 Df Lf8:f 67. Kf8: Ke4,
68. h5 en wint) 49. Lf2?el. kDe looper komt
nu de beslissing brengen. De zwarte strijd
krachten zijn onschadelijk gemaakt) 49..
Kf7?g8, 50. Db7?a8f KgS?f? (De koning
moet weer terug naar f7, want op Kg7 of
Kh7 zou volgen 51. Da8?e8 en zwart
kan zich niet verroeren. Zonder moeite zou
wit ook winnen na 50.. Le7?d8 bijv. 51. Laö,
h5! 52.. Lc7! hg4: 53.. LdO, gh3:f 54.. Kh2,
Df5, 55. Df8: enz.) 51. Lel?a5, De6?d7.
(Zwart verdedigt zich voorbeeldig. Door den
tekstzet verhindert hij den dreigenden afruil
der loopers en zet tegelijk een val; immers
Nee, nee, ze weten het niet. Een beest is niet
valsch als je ze niets doet.... net zoo min
als de menschen. Je gaf toch zoo maar niet
voor niets een anderen jongen een klap. Dan
moest je eerst geslagen worden. En die rat
had hun toch niets gedaan, dus hadden zij
niet mogen gooien. Als ie Jan nou gebeten
had, was het hun eigen schuld geweest. Maar
dat kon ie niet meer, hij was dood na dien
schreeuw. Die schreeuw, o, die vreeselijke
schreeuw. Wat zou die dan pijn gehad hebben
van dien steen. En al dat bloed. Het deed al
zoo'n erge pijn als je in je vingers prikte, een
heel klein gaatje maar. En dat dier had zoo'n
groot gat in z'n lijf.
Die schreeuw was eigenlijk het ergste van
alles, 't Was net een kind dat....
Kees Verstrate, denk toch om je sommen.
Je droomt al den ganschen morgen."
Ja, meester," pruttelde hij verlegen.
5x5 = 25. Wat gemakkelijk die tafel van
5., altijd een vijf of een nul aan 't eind en het
eerste cijfer telkens net tweemaal het zelfde.
7x5 = 35.
Kees schreef nu vlugger omdat hij bijna
niet te tellen behoefde, 't Ging heel van zelf.
Die van zes was weer moeilijker, dat ging zoo
vlot niet 3 x 6 = 18 ; 4 x O -= 20,
2 h 22, 23, 24 Goed. 5x6^= o wacht
daar staat het al bij de tafel van vijf.... 30.
6 '/.. 6 = .... Toch gemeen dan dat dier te
gooien.... 36.... Hij deed hun niets, als
ie nou nog gebeten had. En dan die o ja..
42.... die schreeuw, 't was meer een gil eigen
lijk. Akelig 8x6= 46, 47 48 48.
Wat 'n pijn, o wat 'n pijn zou 't arme dier ge
had hebben. ... 54. ... Als hij zoo'n pijn had
van een prik of als hij z'n voet had zeer ge
daan door 't hard loopen, dan zoende moe
der 't altijd af 10 x O = En dat
stomme dier moest maar allén zoo liggen... .
Hé, nou die van zeven.... 't Arme beest, als
moeder het gezien had zou ze 't wel niet goed
gevonden hebben. Want als hij bloedde
speelde wit nu bijv. 52.. Dh8 wat zeer
plausible lijkt, dan zou volgen 52.. Db7 en remise
is niet te vermijden.) 52. Da8?b8, h6?h5
(weer het beste; foutief ware52.. Kg7want
na 53. Lb6, Kf7, 54. Dh8 bevindt zwart zich
in een matnet.) 53. Kg2?g3, h5xg4, 54.
h3Xg4, Kf7?g7, 55. La5?b6, Kg7?h? (op
Kf7 volgt Dh8.) 56. Db8?a8, Kh7?g7, 57.
Lb6?a5, Kg7?h7, 58. Da8?b8, Kh7?g7,
59. La5?c7, Kg7?f7, 60. Lc7?b6, Kf7?g7.
(De laatste zetten van wit dienden slechts om
tijd te winnen voor de nu volgende com
binatie.) 61. Lb6?c7, Kg7-~fl, 62l Kg»?U3J
(De doodsteek! Zwart is nu gedwongen de
koningin te ruilen, want op Kf7?g7 zou nu
volgen: 63. Ld6, Ld8 [63.,? Ldö: 64. cd6:
gevolgd door dameruil) 64. eöy De6:, 65. De8:,
De3f, 66. Lg3], 62.. Dd7?e8, 63. DbSxeSf,
Kf7xe8, 64. Kh3?g3, Ke8?d7, 65. Lc7?b6,
Kd7?c8, 66. Kg3?f3, Kc8?d7, 67. Kf3?e3,
Kd7?c8, 68. Ke3?d3, Kc8?d7,69. Kd3?c3,
Kd7?c8, 70. Kc3?b4, Kc8?b8,71. Kb4?a4,
Kb8?c8, 72. Ka4?b3 (een afwachtende
zet; wit moet een tempo winnen om op het
juiste oogenblik de beslissende dreiging
Ka4?a5 te kunnen ten uitvoer brengen),
Kc8?d7,73. Kb3?b4, Kd7?c8,74. Kb4?a4,
(Nu moet zwart Kc8?b8 spelen om de drei
ging Ka4?a5?a6 te pareeren), Kc8?b8,
75. Lb6?a5, Kb8?c8, 76. La5?d2, Le7?d8,
77. e5?e6 (de pointe! Op deze stelling had
Wit zijn overwinningsplan gebouwd!) 77.
Ld8?f6, 78. Ka4?a5, Kc8?b7 (op 78..
Ld4: wint 79. Kb6, Lf6, 80. Kc6:d4, 81.
Kd6, Kd8, 82. La5 Ke8, 83. c6,) 79. Ld2
el, Lf6?d8, 80. Ka5?a4, Kb7?c8, 81.
Lel?g3, Ld8?f6, 82. Ka4 -a5, Lf6xd4,
83. Ka5?b6, Ld4?f6, 84. Kb6 x c6, d5?d4,
85. Lg3?e5 !Zwart geeft op. Een partij voor
fijnproevers! (Red.)
PROBLEEM No. 125
VAN G. G RABO WS KI TE WARZAWA
(Tidskrift för Schack)
ZWART
d e f g h
WIT
Wit : Ka3, Dh4, Td2, Te8, Pc8, pionnen
b3, c2, g2 en g5.
Zwart: !<d5, Dd4, Pe2, Pg7, pion c6.
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossing volgende rubriek (14 Aug.).
* ...... "«" ..... "iiiiiiiiiiiiii .......... ni ....... iiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiii ..... i
*
Inhoud van de Juli-Tijdschriften
De Mercure de France" van 15 Juni bevat:
Z.-L. Zaleski, Les Eléments de l'Ame russe;
Jean Royère, l'Erotologie de Baudelaire;
Franz Toussaint, Histoire de Youssef et de
Zouleïkah; Alph. Métérié, Vita Nova; George
Préyot, les plans scéniques dans Ie Théatre
ancien et dans Ie Théatre moderne; Pierre
Grymoult, l'Universitéde Fez et les
Intellectuels marocains; Jean d'Esme, Thi-Ba,
roman.
Nederland bevat: N. M. Prins-Burgers,
Het Zoenoffer; J. B. Meerkerk, De Land
jonker-Dichter II; Ralph Springer, Jim, de
Verleider (; Boekaankondiging.
Het Tijdschrift voor Economische Geographie,
afl. 6 bevat: prof. mr. dr. A. Heringa, Ver
keer en Verkeerspolitiek; prof. dr. H. Blink,
De gemeente Groningen als economisch cen
trum in verband met haar economisch milieu
in het verleden en heden; Revue;
Biblographie; In Memoriam dr. E. B. Kielstra.
In Oude Kunst vinden we : Romeinsche
Kunst in het Museum G. M. Kam te Nijme
gen, door dr. A. W. Byvanck ; Een merk
waardig schilderij van Hendrick Pot, door
mr. M. J. Schreilen; Oude
Goudwegersdoozen; De Duitsche Fayencen der 17e en 18e
Eeuw, door O. Riesebieter; Symboliek en
Mystiek in de kunst, door dr. H. A. W.
Speekman; Physionotrace, door dr. N. G. van
Huffel.
huilde ze bijna en. ... 3 x 7 =.
Kees, je bent een heel eind achter. De an
deren hebben 't al bijna af. Je moet niet den
ken dat het eiken dag Zondag is en je altijd
ratten moogt doodgooien. Laat eens kijken.
Nou, ze zijn nogal goed, maar je bent
vreeselijk lyi, kijk op je werk, Anna ; je bent niet
goed wakker nog, geloof ik."
Meester legde weer de lei op de bank, wou
weggaan, zag dan het vragend gezichtje van
Kees naar 'em opgeheven.
Nou, wat wou je nog ?"
Meester. . . .é. . kunnen ratten erge pijn
hebben of voelen ze d'r niets van als ze dood
gegooid worden ?" ?
Maak liever je tafels. Nee, als ze gauw
dood zijn is 't dirckt voorbij. Dan voelen ze,
niets. Maar je werk, jongen, je werk."
Dus 't was niet zoo hél erg geweest....
Maar die gil dan, die schreeuw ?. . . .3x8 =
24 ; 4 x 8 = 32.
En zoo vechtend tegen z'n behoefte om aan
de rat te denken cijferde hij voort, telkens
toch weer terug komend op dien gil, dien akeligen
schreeuw. En meester begreep niet wat er
woelde in dat jonge brein : meester had nooit
nog zoover gedacht over de pijn, die een rat
hebben kon. Meester vond Kees erg lui en ge
makzuchtig. Maar meester was ook geen kind
meer en Kees nog wel, Kees nog wel, die z'n
best deed meester's bevel te gehoorzamen ;
Kees, die vocht tegen het mooie meevoelen'
van pijn van anderen om gedwee de moeielijke
cijfers op te zoeken.
En Kees kraste z'n lei vol, rekende : 5 x 8 =
40 ; 6 < 8 = ____ 45, 46, 47, 48 ____ 48 ____ o,
die gil, dat arme beest. Jan mocht het nooit
meer doen. . . v 7 X 8 = . . . .Jan zou ook wel
spijt hebben. ... 51, 52, 53, 54, 56, . ... 56. ...
Jan zou z'n les ook wel niet kennen al was ie
dan ook grooter en op een andere school.
Maar meester zou 't wel weten, 't gaf niets
eigenlijk. ... 8 v 8 = ---- toch, o, die kreet
____ 62, 63, 64 ____ 64 ____ 9x8= ____