Historisch Archief 1877-1940
l
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Juli '20. No. 2246
IN DE MOTOR-EEUW
Teekening votr de Amsterdammtr" van Jordaan
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 l
IIIIUII MM" M
Zomer-avondrust
tot in een verre^toekomst reiken, tenzij de
Volkenbond in staat blijkt door zijn voor
beeld en invloed dien overgang ginds te be
spoedigen. Nochtans heeft de Russische
nationaliteit reeds uit zich zelf wil en kracht
geput en den stap tot het zijn van een natie
gedaan. Die' in Sowjet-Rusland slechts de
uitkomst van een sociale a ommekeer zien,
falen zeer sterk, Rusland was niet te
verwesterschen door Peter Romanof en het Rus
land van Lenin en Trotski spuwt op het Wes
ten. De Sowjet-Russen zijn niet
klassebewust",maar met een variant op dit afschuwe
lijk termpje uit het idioticon der sociale de
mocratie, zij worden natie-bewust" en aan
het werk gezet om eindelijk het Russische
bloed te zuiveren van alle vreemde bijmeng
sels en opteerders. De heer Wijnkoop
behoude gerust zün kapitalistisch rie
kenden geslachtsnaam, mits dien ver
talende in winoprodawets of iets
Moskovietisch van dien aard. Anders nooit
kans voor hem op een commissariaat in
Sowjetskaja Gollandia.
In het beginsel van den Volkenbond
ziet de heer Benoist een natie boven
de natiën, une supernation" die zich zal
kunnen ontwikkelen tot een staat boven
de staten. Een Franschman dweept niet
met zulk een vooruitzicht. Het is hem te wijd,
te mateloos. Frankrijk had kleiner ruimte,
korter lijn begeerd.
Inderdaad, Frankrijk streed door de macht
der omstandigheden voor Europa en het moest
leeren en dulden bij den vrede, dat Europa
hooger begrip was dan Frankrijk. Het heeft
zich geschikt, maar l tegen wille. Het kreeg
Elzas-Lotharingen terug volgens de grenzen
met Duitschland van Juli 1870. Maar die
grenzen waren en zijn doorboord met trouées"
met invalspoorten. Het was de grens van
1815, destijds door de Geallieerden vastge
steld om Frankrijk goed kwetsbaar te houden.
Maar Frankrijk had voor zijn veiligheid,
voor zijn toekomst thans recht meenen te
hebben op de grens van 1792 en 1814, met de
Saarvalfei ter bescherming van Lotharingen,
met Saarlouis, zelf een Fransche stichting,
met Landau. Nog verder :den Rijn, de vesting
gracht van Galliëtegen de barbaren:
Germani trans Rhenum incolunt;! De politiek
van Richelieu, Mazarin, Lodewijk XIV,
Napoleon. Gén veroveraars dezen, slechts
herstellers! Komaan, wat leert men in Duitsche
geschiedboeken, en wat ook in Nederlandsche?
Was de vrede van Nijmegen er dan niet
een van nimm weg" en die van Rijswijk
niet van reiss weg" ?
Maar ten anderen als Frankrijk dien Rijn
eens had verkregen, zou dan 1870 geschied zijn
en zou dan in 1914 Europa zijnstukgescheurd?
Wij zeiden 't reeds. De heer Benoist schrijft
rustig. Hij gaat "niet buitenspoors. De
Rijnprovinciën m Frankrijk? bezit. Het middel
ware erger dan de kwaal. Hij beseft zeer goed,
dat de hedendaagsche bevolking der Rijn
landen desgevorderd voor aanblijven bij
Duitschland zou hebben gestemd. Goed dan,
bij Duitschland, maar Pruisen eruit. Pruisen,
dat er niet hoort, dat in 1814/15 Saksen uit
den buit had begeerd en de Rijnlanden on
willig aannam. Zeer juist, maar heeft de
heer Benoist dan ook niet vernomen, dat die
landen daarna een eeuwlang dezelfde ge
schiedenis met Pruisen hebben gehad, dat zij
met hun meerdere ontwikkeling voor Pruisen
veel gedaan hebben en ook veel doorstaan,
dat om iets te noemen de nationaal-liberale
partij, die vuur en vlam was voor Bisrnarck
den Pruis, uit de Rijnlanden haar beste krach
ten trok? Er was in Pruisen ook iets veranderd
vóór 1914 en er is in Pruisen ook veel geleden
en geleerd daarna. Pruisen is wél met Duitsch
land vereenzelvigd. De heer Benoist geloofde
dit liever niet, maar hij weet wel beter.
Doch het is de ongerustheid voor wat
Duitschland na den oorlog is gebleven en voor
wat Duitschland weder worden kan, die de
Fransche patriotten bevangen houdt en daarom
hadden zij den Rijn zoo niet als politieke,
dan toch als militaire grens verlangd. Zij
betreuren het, dat Duitschland als Rijk, als
eenheid op het vredescongres is behandeld
en dat het niet in zijn verschillende staten is
ontleed. Aan deDuitsche eenheid kon echter niet
worden getornd en het land- en
bevolkingsverlies, dat Duitschland moest lijden aan zijn
grenzen, is daarom voor het gevoel der
Franschen slechts al te matig geweest. Frankrijk ver
wierf het bezettingsrecht in het Saarbekken
voor den tijd van vijftien jaar. Dan zal er
bij volksstemming worden uitgemaakt of
deze streek bij het Rijk terugkeert, of dat zij
zich bij Frankrijk aansluit of dat zij zich recht
streeks bij den Volkenbond voegt. Hier voor
zeker ligt een kans voor de Fransche Republiek
om een bevolking van andere taal aan
Frankrijk te hechten door banden van zorg en
welwillendheid. Het gaat om meer dan steen
kolen, het gaat om een tweede Elzas-Lo
tharingen. Ons ? dunkt, de heer Benoist had
met deze kans zij n Frankrijkwei iets hartelijker
mogen gelukwenschen^dan hij in zijn kalmte
doet.'
Dat Duitschland ten minste vijftien jaren
van het bezit der links-Rijnsche landen zal
verstoken zijn, alsook dat Duitschlands
legermacht tot een minimum beperkt wordt,
acht de heer Benoist slechts süretës négatives'
voor Frankrijk en hij gaat zoover te beweren,
een bepaald betoog echter achterwege la
tende, dat men te Versailles aan de Pruisische
wapenrusting van Duitschland niet geraakt
heeft of het moest zijn, om haar vaster
saam te klinken. Hij wil wel aannemen,
dat de alliantiën van Frankrijk met
Groot-Britanniëen met de Vereenigde
Staten, alsmede het ontzag, dat van den Vol
kenbond zal uitgaan, een waarschuwing voor
Duitschland zulle» zijn, een zedelijken dwang
op Duitschland zullen oefenen. Daarentegen
geeft hij genoegzaam te kennen, dat
Pruisens haat tegen Frankrijk inniger
is dan ooit, dat Pruisens grootheidszin
ongeknot is, dat Pruisen niet vatbaar
is geworden voor het burgerschap van Europa.
In veel scherper vorm troffen wij deze rede
neering onlangs aan bij Dr. D. G. Jelgersma in
Onze Zelfstandigheid." Deze schrijft zelfs
het onverbeterde en onverbeterlijke Pruissen"
met twee s, om zijn afkeer goed te doen uit
komen. Met afkeer echter loopt men gevaar
niet billijk te beslissen en met al onze Neder
landsche genegenheid en bewondering voor
la vieille terre gauloise," moeten wij Neder
landers ons hoeden, niet in pure
moffenvreterij" te vervallen. Dat ging ten dage van de
Marne en van Verdun, maar thans behooren
wij te onderkennen dat er andere Duitschers
zijn dan de beulen van Leuven en Dinant en
dat berouw en beter willen bij het Duitsche
volk niet moeten worden verstikt. Onze beste
Fransche vriend, Jules Simon,diein t'heetst van
de worsteling rond Verdun was, prijst volmon
dig den moed der Duitsche soldaten en waar in
een volk moed is tegen den vijand.kan het zijn,
dat er ook moed komt tegen zich zelf om
valschen waan af te werpen en edelen zin te
bekennen.
Bij den vrede van Versailles is men uitge
gaan van het denkbeeld om Duitschland aan
zijn Zuidelijke en Oostelijke grens te om
ringen door nieuw geschapen of herschapen
Slavische randstaten. De heer Benoist oefent
Aritiek op de waarde van die ompantsering.
Het gedeelte, dat voor rekening van
Tsjecho-Slowakije komt, ziet hij op de scherpste
bocht gebroken door den vierhoek van Glatz,
die aan Duitschland gebleven is, op een
geduchte vesting steunt en met een dicht net
van spoorwegen is doortrokken. In het Oosten
is weliswaar de republiek Polen herop
gericht en is met haar herwinning van
iPosen en West-Pruisen de roof van
1773-95 goeddeels te niet gedaan. Doch
hiertegenover staat de groote kans, dat
Opper-Sileziëmet zijn rijke steenkool- en
zinkgroeven, met zijn weer bloeiend te maken
nijverheid, bij volksstemming aan Pruisen
zal verblijven. Voorts zal Polen niet vrij kunnen
ademen aan de Oostzee. Het moet zich met een
onbruikbare kuststrook vergenoegen en al is
de regeling met Dantzig als vrije stad in
theorie billijk, omdat de bevolking er
Duitsch is, jegens Duitschland is zij feitelijk
niet te verdedigen, en jegens Polen niet vol
te houden. Ook al kan het niet worden
vermeden, is het een zonderlinge inbreuk op
Polens zelfstandigheid, dat Duitschland over
Poolsch grondgebied gemeenschap heeft met
Oost-Pruisen. Dit gewest bleef op
ethnografische gronden aan Duitschland onder be
perking, da t er in het gouvernement
Allenstein en trouwens ook in de
Westpruisische districten Stuhm, Rosenberg,
Marienburg en Marienwerder een volksstemming
zal moeten plaats hebben.
n het uiterste Noord-Oosten zijn stad en
district Memel van Duitschland afgenomen.
Zij zijn geplaatst onder de hoede der Gealli
eerde en Geassocieerde Mogendheden, die ze
aan Litauen zullen afstaan, zoodra de staat
van dezen naam zich geconstitueerd heeft.
Graaf von Brockdorff-Rantzau heeft zich te
Versailles met hand en tand tegen den af
stand van Memel verzet en dit op veelszins
deugdelijken grond. De heer Benoist zelf laat
dit punt vrijwel rusten. Maar wanneer hij
aanhaalt de meening d'un bon juge form
sur place", die bl. 150 tot de slotsom komt:
Dans les parties lituaniennes de la Prusse
de 1914, Ie nombre des sujets parlant Htuanien
ne parait guère dépasser 150.000; presque
tous sont bilingues et ont 1'allemand pour
langue de civilisation. L'emploi du Htuanien
dans un certain nombre de localités rurales
n'est qu'une survivance.."
dan kan 't er bij ons niet in of de Duitsche
onderhandelaar te Versailles verdedigde met
Memel een rechtvaardige zaak en wordt het ons
niet duidelijk, waarom niet juist hier een
volksreferendum noodzakelijk werd geacht.
Wat Sleeswijk aangaat, uit het Rapport
van den heer Benoist blijkt, welk een moeite
het heeft gekost om de grenzen der drie
sterngebieden aldaar af te bakenen. De Commissie
besteedde er twee of drie teksten aan en wat
er uit te voorschijn kwam, ^as lang geen
toonbeeld van duidelijkheid. Oorspronkelijk
had men ook in Zuid-Sleeswijk een stemming
willen doen houden, maar men is van dez .
gedachte teruggekomen, naar wij nu lezen,
op verzoek van de Deensche Regeering zelf.
Toen werd voor het middeldistrict bepaald,'
dat het vooraf door de Duitsche overheden
en militairen zou worden ontruimd, maar ook
hiervan week men ten slotte af en hoewel de
heer Benoist aan de stemming in dit district
niet toekomt, zou zijn oordeel kunnen zijn,
dat hier de voor Duitschland gunstig uit
gevallen stemming niet buiten verband staat
tot de drukkende aanwezigheid der Duitsche
autoriteiten. Hoe zulks zij,Noord-Sleeswijk met
Aabenraa en Haderslev is mi naar Denemarken
overgegaan en Bismarcks tractaatbreuk van
1866 is eindelijk hersteld. De heer Benoist
laat in zachte bewoordingen merken, dat hij de
houding der Deensche Regeering te dezer
zake niet bewonderen kan. Koning Christiaan
deed inderdaad zijn radicale en socialistische
ministers te laat weg om Denemarken iets
mannelijker ten tooneele te brengen, om Dene
marken iets beters te doen zijn dan een
begiftigde tegen wil en dank.
Wat Belgiëaan grondgebied en bevolking
heeft verkregen : Moresnet, Eupen-Malmédy,
het laatste afhangende van een plebisciet, is
zeker niet van grooten omvang. De geschie
denis heeft echter in dezen vergelding ge
oefend, door de Belgische driekleur te brengen
op het kamp van Elsenborn, uit welks
doodelijke geheimzinnigheid in Augustus 14 de slag
op Belgiëwerd toegebracht. Hoe evenwel
de heer Emile Bourgeois, sprekende van de
verbrokkeling van België's Oostergrens in
de 17de eeuw, kan beweren en met welk
recht, dat de Vereenigde Nederlanden in over
eenstemming met Pruisen door voortdurende
inbreuken de buitenste bolwerken der toen
malige Oostenrijksche Nederlanden hebben
ontmanteld, 3) weten wij niet te verklaren.
Het zou gemakkelijker zijn, den heer Bour
geois de vraag te stellen, wat Frankrijk zich
in den loop der geschiedenis zoo a! met
de Belgische Zuidergrens heeft veroorloofd.
Sprekende van die hij België's levens
belangen noemt, namelijk de monden van
de Schelde, het kanaal Gent-Terneuzen en de
gemeenschap te water met het Rijngebied,
Limburg vooral, heeft de heer Benoist in zijn
Kamerrede gezegd : Ce qui s'est passéen
Limbourg, ce qui a passépar Ie Lirnbourg en
novembre 1918, prouve que cette question
n'intéresse pas seulement la Belgique ,t la
Hollande, mais est une question européenne,
etc." Wij zouden antwoorden : ,,ce qui a
passépar Ie Limbourg", gij spreekt niet zonder
recht, schoon gij overdrijft in uw gevolgtrek
king. Maar ,,ce qui s'est passéen Limbourg"?
Herbroedt men hier soms het duivelse! vanden
Duitschen aanval op Belgiëdoor ons Limburg
heen? Zoo ja, dan is 't jammer dat de heer
Benoist dit in de Fransche Kamer zeide en de
degelijkheid van zijn arbeid heeft om zulk
een sier niet gevraagd.
Aardig is door den heer Benoist te pas ge
bracht, dat toen in 1872 Luxemburg, om de
volslagen onderschikking van zijn spoor
wegen aan het Duitsche net te ontgaan, de
oprichting van een gemengd
Duitsch-Luxemburgsche maatschappij had durven voorstellen,
de Pruisische minister Delbrück dit voorstel
den hals omdraaide met te zeggen : Ik ben
overtuigd dat de bepalingen, door zulk een
maatschappij te maken, slechts een waarde
loos vodje papier zouden zijn."
miuiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuMiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iitiMiuiiiiii MUI iiiiiiuiiiiiiiiiiiiuiliiiiiiiiHiMiiiiiiliiiiiiiini
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII
Pas op voor Spa!" Gelijk een
Cassandra-kreet roept de Fransche staatsman
Tardieu, een der geestelijke vaders van het
verdrag van Versailles, het den
bondgenooten toe aan den vooravond der conferentie.
Spa zal de laatste stap worden tot het be
reiken van een volkomen vrede," aldus de
Duitsche kanselier in zijn eerste interview na
aankomst in de Ardennen-badplaats. Wat
de een ducht, hoopt de ander: het einde
van de Entente als wereldbeheerschende en
aan Duitschland vijandige groep, zoodra, voor
het eerst sedert 1914, .Duitsche staatslieden
met hun gewezen vijanden aan n tafel tot
gemeenschappelijk overleg plaats nemen. De
voorbereiding geeft voedsel aan Tardieu's
vrees, want reeds op de generale repetitie
der bondgenooten onderling in Brussel,
Vrijdag en Zaterdag j.l., kwam het tot een
uitbarsting, naar men zegt, tusschen Italia
nen en Belgen, en alleen dank zij Engeland's
inschikkelijkheid werd een breuk vermeden.
Het ging over de verdeeling der vele
milliarden gouden marken, die Duitschland niet
heeft, maar toch betalen moet, de voorloopig
nog imaginaire goudmijn waaruit de over
winnende mogendheden putten willen om hun
schade te vergoeden, en het schijnt ons inder
daad geen zwaar offer, dat Lloyd George
bracht, toen hij Engeland's deel in de vor
dering op den insolvabelen debiteur terug
bracht op 23 percent, om Italiëen Belgi
elk wat meer te gunnen. Wij weten het nu
en heel de wereld weet het, dat als Duitsch
land er in slaagt de gedachte gouden marken
om te zetten in klinkende, Frankrijk daarvan
53 percent zal beuren, Engeland 23, Ilali
10, België8, Servië5 en de andere over
winnaars l percent. De verdeeling schijnt
billijk genoeg, in aanmerking genomen den
omvang der geleden schade, en wij hopen
van harte, dat de groote geallieerden er toe
zullen kunnen besluiten Belgiëden voorrang
te geven waarom het vraagt, al zal het ge
volg zijn, dat de anderen voorloopig niets
krijgen, maar wij zijn het eens met de
Westminster Gazette", dat het gekibbel over
deze zaken een belachelijk en onpassend voor
spel is geweest voor de besprekingen in Spa.
Wij hebben het besluit om in Spa saam te
komen met de Duitsche regeering begroet
als het eerste lichten van een nieuwen dage
raad en ondanks al het uitstel en het kleine
gedoe voor en om deze bespreking, willen
wij de hoop niet opgeven, dat zij een
wereldhistorische gebeurtenis worden zal, een laatste
stap tot bereiking van den volkomen vrede",
zooals Fehrenbach zegt, maar wil dit doel
bereikt worden, dan zal de geest, waarin men
met de Duitschers spreekt een andere moeten
. zijn dan die welke de voorbereidende onder
handeling in Brussel bcheerscht heeft. Dan
zal niet het belang van elke natie afzon
derlijk richtsnoer moeten zijn, maar het
belang van alle tezamen en van Duitsch
land en de rest der wereld tevens, d.w.z.
men zal moeten besoreken en overleggen in
hoever het mogelijk is, dat Duitschland
binnen afzienbaren tijd de waarden produ
ceert, waarop het kapitaalkrachtig deel dezer
wereld bereid is de gouden marken voor te
schieten, die vervolgens door de overwinnaars
als schadeloosstelling verdeeld kunnen worden.
Spa zal óf niets beteekenen in den loop der
wereld-geschiedenis, óf het zal de beteekenis
hebben van een conferentie over Duitschland's
herstel als eerste voorwaarde voor, en funda
ment van het herstel der anderen.
In dit licht zal men ook de drie sombere
nota's moeten bezien, die de Duitsche regee
ring kort voor de bijeenkomst aan de ge
allieerden heeft toegezonden en waarin zij
een beeld geeft van Duitschland's politieke
en economische situatie. Het is een uiterst
donker gekleurd beeld en de Temps" schrijft,
na het geanalyseerd te hebben, dat als het
met Duitschland zoo miserabel gesteld is,
dat het er toch niet meer bovenop kan
komen, 't eigenlijk niet het minste nut heeft
om met de Duitschers te praten. Evenwel,
men heeft natuurlijk met opzet den toestand
zoo duister mogelijk afgeschilderd, omdat men
hoopt daardoor het bedrag der schadeloos
stelling lager gesteld te zien, en bovendien
al was dat niet zoo, al mocht het in de
Duitsche republiek zoo slecht gesteld zijn als
daar geschreven staat . en slecht is het er
inderdaad! dan nog zou het noodig zijn
met de Duitschers te praten, eenvoudig en
alleen omdat Duitschland zicli herstellen
moet, en de geallieerden, al zijn ze nog
zoo knap, geen enkele gouden mark van al
de gehoopte mjlliarden zullen binnen krijgen,
als zij dit niet toelaten en bevorderen, en
dus als zij niet beginnen om met de Duit
schers te praten. Gelukkig was dit van den
beginne af aan de bedoeling der diplomaten,
die de bijeenkomst in Spa tegen den zin van
de Franschen doorgedreven hebben en we
mogen hopen dat het nog altijd hun bedoeling
is, ondanks de concessies, die zij aan de
Franschen hebben gedaan.
Vooraf echter moet worden afgehandeld
de pijnlijke en stekelige ontwapening-quaestie
die al dadelijk den eersten conferentie-dag
tot vruchteloosheid gedoemd heeft, omdat de
Duitschers, meenend dat zij niet of eerst
later besproken zou worden, hun generaals
thuis gelaten hadden. Dinsdagmiddag zijn
de hoeren aangekomen en terwijl wij dit
schrijven is men hierover aan liet spreken.
Zijn wij te optimistisch als wij gelooven, dat
er na eenig heen en weer praten wel een
oplossing te vinden zal zijn? De berichten
in de Entente-pers zijn in de laatste dagen
niet ongunstig en door toe te staan, dat de
Duitsche regeering 70.000 man meer dan
aanvankelijk geoorloofd was, tot
politie-lroepen vormt, heeft de Entente haar reeds
een eind op streek geholpen. De vraag is
nu maar of men haar een goeden raad geven
kan, wat te doen met de 100.000 officieren
en soldaten die nog ontslagen en ontwapend
moeten worden en die de regëering Fehren
bach reeds ziet overloopen, deels naar de
communisten en andersdeels naar de Jonker
partij. Ja, waar moeten die vechtjassen
blijven? In de fabrieken natuurlijk en kan
toren, kortom in de produceerende wereld
van Duitschland! Maar die moet immers
nog aan gang gebracht worden? Zoo zit het
ontwapening-vraagstuk vastgekoppeld aan
het economische, het financieele, dit laatste
is het kardinale en essentieele en het moet
op den weg naar de oplossing gebracht worden
in Spa en daarna straks in Brussel op de
financieele conferentie, anders baten alle
overwinnaars-maatregelen en dreigementen
geen zier, blijft Du.tschland chaotisch of
wordt anarchistisch, en Franschen, Britten,
Italianen en Belgen mogen naar hun
percentsdeel in 't gouden-marken-bedrag fluiten.
De Duitsche meerderheids-socialisten zijn
zoo verstandig geweest om, toen het er op
aankwam, de regeering-Fehrenbach te steu
nen, d. w. z., toen zij een motie moest hebben
waarop zij zich in Spa beroepen kon. Feitelijk
zijn dus de meerderheids-socialisten in de
Duitsche buitenlandsche politiek
regeeringspartij geworden, evengoed als democraten
centrum en Duitsche volkspartij. Hun hou-'
ding brengt misschien geen parlementaire
verantwoordelijkheid mee, maar wel moreele,
d. i. verantwoordelijkheid voor de uitvoering
van eventueele in Spa vastgestelde rege
lingen, en zoo is de politieke toestand in
Duitschland door de verkiezingen heel weinig
gewijzigd *de midden-partijen, van Stresemann
af tot Scheidemann toe, regeeren voorzoover
er in de Duitsche republiek geregeerd worden
kan, de uiterste groepen voeren oppositie.
Het kon niet anders uitkomen dan zóó.
Of de Entente bij de besprekingen in Spa
nog rekening houdt met een gevaar voor
Duitschland uit het Oosten, een gevaar voor
een bolsjevvisteninval na vernietiging van het
Poolsche leger? Tot dusver heeft men daar
VACANTIE
Heerlijk voor de Kamerleden
Nu ze met vacantie zijn.
Dat wordt hengelen en fietsen
Rozengeur en maneschijn.
Luieren en pijpjes rooken;
Pootje-baden aan het strand.
Niet meer spreken, niet meer stemmen
En geen last meer van de krant.
Braat gaat rustig koetjes melken,
Duys wordt Indo-Larenaar
En ter Hall gaat motor-v ar en
Met zijn vriendje van de Laar.
Troelstra gaat zijn peultjes plukken;
Duymaer wandelt door de Peel.
Kleerenkoper speelt bij Vogel
tn het openlucht-tooneel.
Wijnkoop rust wat uit in Zwolle
En studeert harmonica.
Ravesteyn trekt naar Oost-V oor ne
Naar het Rotterdamsche Spa.
Overal heerscht rust en vrede,
Alles luiert in het gras.
Ach, wat zou het heerlijk wezen
Als er nooit weer zitting was!
Als die lieve Tweede Kamer
Heelemaal niet meer bestond
Als een Eden waar' ons leven
Op den Vaderlandschen grond.
Maar eilaas, de Kamerleden
Willen, dwars door alles heen,
Dat er Kamer wordt geleden
Voor het nut van 't algemeen.
Eeuwen maken we al wetten;
Eeuwen zijn we al gestraft.
Wetten worden aangenomen,
Wetten worden afgeschaft.
Maar het ergste moet nog komen
Als de vrouwlui kiezen gaan.
Hengelen en pijpjes rooken
Is dan uit en afgedaan.
Houdt u dapper, Nederlanders,
Draagt uw leed, weest eensgezind,
Als de donder en de bliksem
In September weer begint.
Staalt uw zenuwen en hersens
Brengt die dagen rustig door;
Want ook gij hebt nu vacantie,
Stemvee, weest er dankbaar voort
J. H. SPEENHOFF
?" M"*«ifiiuiiiimmimmuuiimiimiiluiiiiiumillll«miiHimiiui
DEVO
Gourige S/gaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
Holl. Sigarenfabrlek UTRECHT
IIIIIIIHIIIIIHIHIIIIIMIIIIIIIMItllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllll
Zoodat den armen heer von Bethmann
Hollweg niet eens meer de troost verblijft, dat
het vodje papier zijn bloedeigenmaaksel was.
C H. F. H A JE.
1) Charles Benoist, membre de l'Insütut:
Les nouvelles frontières d'Allemagne et Ia
nouvelle carte d'Europe (avec une carte)
Paris, Librairie Pion.
2) Onze al te slappe, maar nu eenmaal
in zwanggebrachtebenamingvoorhet fiere La
Soeiétédes Nations".
3) Travaux du Comitéd'Etudes: La
fronttere oriëntale de la Belgique, aangehaald
bij Benoist p. 16.
tl l llMIIIIIMIIIIIIlllllllllltllllllllllMIllltllllllllllllllUIIIIIIIIIMm
weinig van gemerkt, maar nu de Polen er
zeer slecht voor staan, zoo slecht, dat Foch
en Wilson naar Warschau zullen gaan om
eens te zien of het jonge koninkrijk een prooi
der Russen dreigt te worden, zal men toch
ook dit wel als factor moeten laten gelden.
In eik geval is het Russische probleem er de
laatste dagen niet eenvoudiger op geworden:
de Polen zijn overwonnen, Krassin is terug
gekeerd naar Moskou, misschien tijdelijk,
misschien voorgoed, en er komen telkens
nieuwe ongunstige getuigenissen over den
toestand in de Russische republiek uit den
mond van westersche socialisten. De sterkste
was die van mevrouw Snowden die uit Rus
land terugkwam en zei dat wat in Rusland
verwerkelijkt is, niets hoegenaamd op socia
lisme lijkt!
De Turksche regeering, d. w. z. de Turksche
schijn-regeering, die van den Sultan, wil wel
de clausules in het vredesverdrag teekenen
die aan de groote geallieerden
gebiedsvermeerdcring geven, maar niet die waarbij den
Grieken Thraciüen Smyrna vvorden afgestaan.
Vermoedelijk zal men haar dwingen, maar 't
doet er niet veel toe: de Grieken nemen
reeds wat zij willen hebben, zijn er in ge
slaagd hun troepen, die van Smyrna oprukten
en die in Panderma geland waren, met elkaar
in verbinding te brengen en hebben daarmee
een groot gebied in Klein-Aziëin hun macht
gekregen, al blijft Kemal Pasja van 't binnen
land uit dreigen.
Senator Cox is candidaat der democraten
bij de presidents-verkiezingen in de U. S. A.,
en niet Mac Adoo, Wilson's schoonzoon. Hij
schijnt geen sterke candidaat, evenmin als
d e van de republikeinen sterk is; de kansen
van dezen laatsten stijgen nu weer, maar nie
mand kan zeggen, wat er uit den strijd zal
voortkomen voor de eenige vraag, die ons
belang inboezemt: neemt de groote republiek
deel aan vrede en volkenbond?
J. C. VAN OVEN