De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 10 juli pagina 2

10 juli 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 10 Juli '20. No. 2246 IN DE MOTOR-EEUW Teekening votr de Amsterdammtr" van Jordaan N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 l IIIIUII MM" M Zomer-avondrust tot in een verre^toekomst reiken, tenzij de Volkenbond in staat blijkt door zijn voor beeld en invloed dien overgang ginds te be spoedigen. Nochtans heeft de Russische nationaliteit reeds uit zich zelf wil en kracht geput en den stap tot het zijn van een natie gedaan. Die' in Sowjet-Rusland slechts de uitkomst van een sociale a ommekeer zien, falen zeer sterk, Rusland was niet te verwesterschen door Peter Romanof en het Rus land van Lenin en Trotski spuwt op het Wes ten. De Sowjet-Russen zijn niet klassebewust",maar met een variant op dit afschuwe lijk termpje uit het idioticon der sociale de mocratie, zij worden natie-bewust" en aan het werk gezet om eindelijk het Russische bloed te zuiveren van alle vreemde bijmeng sels en opteerders. De heer Wijnkoop behoude gerust zün kapitalistisch rie kenden geslachtsnaam, mits dien ver talende in winoprodawets of iets Moskovietisch van dien aard. Anders nooit kans voor hem op een commissariaat in Sowjetskaja Gollandia. In het beginsel van den Volkenbond ziet de heer Benoist een natie boven de natiën, une supernation" die zich zal kunnen ontwikkelen tot een staat boven de staten. Een Franschman dweept niet met zulk een vooruitzicht. Het is hem te wijd, te mateloos. Frankrijk had kleiner ruimte, korter lijn begeerd. Inderdaad, Frankrijk streed door de macht der omstandigheden voor Europa en het moest leeren en dulden bij den vrede, dat Europa hooger begrip was dan Frankrijk. Het heeft zich geschikt, maar l tegen wille. Het kreeg Elzas-Lotharingen terug volgens de grenzen met Duitschland van Juli 1870. Maar die grenzen waren en zijn doorboord met trouées" met invalspoorten. Het was de grens van 1815, destijds door de Geallieerden vastge steld om Frankrijk goed kwetsbaar te houden. Maar Frankrijk had voor zijn veiligheid, voor zijn toekomst thans recht meenen te hebben op de grens van 1792 en 1814, met de Saarvalfei ter bescherming van Lotharingen, met Saarlouis, zelf een Fransche stichting, met Landau. Nog verder :den Rijn, de vesting gracht van Galliëtegen de barbaren: Germani trans Rhenum incolunt;! De politiek van Richelieu, Mazarin, Lodewijk XIV, Napoleon. Gén veroveraars dezen, slechts herstellers! Komaan, wat leert men in Duitsche geschiedboeken, en wat ook in Nederlandsche? Was de vrede van Nijmegen er dan niet een van nimm weg" en die van Rijswijk niet van reiss weg" ? Maar ten anderen als Frankrijk dien Rijn eens had verkregen, zou dan 1870 geschied zijn en zou dan in 1914 Europa zijnstukgescheurd? Wij zeiden 't reeds. De heer Benoist schrijft rustig. Hij gaat "niet buitenspoors. De Rijnprovinciën m Frankrijk? bezit. Het middel ware erger dan de kwaal. Hij beseft zeer goed, dat de hedendaagsche bevolking der Rijn landen desgevorderd voor aanblijven bij Duitschland zou hebben gestemd. Goed dan, bij Duitschland, maar Pruisen eruit. Pruisen, dat er niet hoort, dat in 1814/15 Saksen uit den buit had begeerd en de Rijnlanden on willig aannam. Zeer juist, maar heeft de heer Benoist dan ook niet vernomen, dat die landen daarna een eeuwlang dezelfde ge schiedenis met Pruisen hebben gehad, dat zij met hun meerdere ontwikkeling voor Pruisen veel gedaan hebben en ook veel doorstaan, dat om iets te noemen de nationaal-liberale partij, die vuur en vlam was voor Bisrnarck den Pruis, uit de Rijnlanden haar beste krach ten trok? Er was in Pruisen ook iets veranderd vóór 1914 en er is in Pruisen ook veel geleden en geleerd daarna. Pruisen is wél met Duitsch land vereenzelvigd. De heer Benoist geloofde dit liever niet, maar hij weet wel beter. Doch het is de ongerustheid voor wat Duitschland na den oorlog is gebleven en voor wat Duitschland weder worden kan, die de Fransche patriotten bevangen houdt en daarom hadden zij den Rijn zoo niet als politieke, dan toch als militaire grens verlangd. Zij betreuren het, dat Duitschland als Rijk, als eenheid op het vredescongres is behandeld en dat het niet in zijn verschillende staten is ontleed. Aan deDuitsche eenheid kon echter niet worden getornd en het land- en bevolkingsverlies, dat Duitschland moest lijden aan zijn grenzen, is daarom voor het gevoel der Franschen slechts al te matig geweest. Frankrijk ver wierf het bezettingsrecht in het Saarbekken voor den tijd van vijftien jaar. Dan zal er bij volksstemming worden uitgemaakt of deze streek bij het Rijk terugkeert, of dat zij zich bij Frankrijk aansluit of dat zij zich recht streeks bij den Volkenbond voegt. Hier voor zeker ligt een kans voor de Fransche Republiek om een bevolking van andere taal aan Frankrijk te hechten door banden van zorg en welwillendheid. Het gaat om meer dan steen kolen, het gaat om een tweede Elzas-Lo tharingen. Ons ? dunkt, de heer Benoist had met deze kans zij n Frankrijkwei iets hartelijker mogen gelukwenschen^dan hij in zijn kalmte doet.' Dat Duitschland ten minste vijftien jaren van het bezit der links-Rijnsche landen zal verstoken zijn, alsook dat Duitschlands legermacht tot een minimum beperkt wordt, acht de heer Benoist slechts süretës négatives' voor Frankrijk en hij gaat zoover te beweren, een bepaald betoog echter achterwege la tende, dat men te Versailles aan de Pruisische wapenrusting van Duitschland niet geraakt heeft of het moest zijn, om haar vaster saam te klinken. Hij wil wel aannemen, dat de alliantiën van Frankrijk met Groot-Britanniëen met de Vereenigde Staten, alsmede het ontzag, dat van den Vol kenbond zal uitgaan, een waarschuwing voor Duitschland zulle» zijn, een zedelijken dwang op Duitschland zullen oefenen. Daarentegen geeft hij genoegzaam te kennen, dat Pruisens haat tegen Frankrijk inniger is dan ooit, dat Pruisens grootheidszin ongeknot is, dat Pruisen niet vatbaar is geworden voor het burgerschap van Europa. In veel scherper vorm troffen wij deze rede neering onlangs aan bij Dr. D. G. Jelgersma in Onze Zelfstandigheid." Deze schrijft zelfs het onverbeterde en onverbeterlijke Pruissen" met twee s, om zijn afkeer goed te doen uit komen. Met afkeer echter loopt men gevaar niet billijk te beslissen en met al onze Neder landsche genegenheid en bewondering voor la vieille terre gauloise," moeten wij Neder landers ons hoeden, niet in pure moffenvreterij" te vervallen. Dat ging ten dage van de Marne en van Verdun, maar thans behooren wij te onderkennen dat er andere Duitschers zijn dan de beulen van Leuven en Dinant en dat berouw en beter willen bij het Duitsche volk niet moeten worden verstikt. Onze beste Fransche vriend, Jules Simon,diein t'heetst van de worsteling rond Verdun was, prijst volmon dig den moed der Duitsche soldaten en waar in een volk moed is tegen den vijand.kan het zijn, dat er ook moed komt tegen zich zelf om valschen waan af te werpen en edelen zin te bekennen. Bij den vrede van Versailles is men uitge gaan van het denkbeeld om Duitschland aan zijn Zuidelijke en Oostelijke grens te om ringen door nieuw geschapen of herschapen Slavische randstaten. De heer Benoist oefent Aritiek op de waarde van die ompantsering. Het gedeelte, dat voor rekening van Tsjecho-Slowakije komt, ziet hij op de scherpste bocht gebroken door den vierhoek van Glatz, die aan Duitschland gebleven is, op een geduchte vesting steunt en met een dicht net van spoorwegen is doortrokken. In het Oosten is weliswaar de republiek Polen herop gericht en is met haar herwinning van iPosen en West-Pruisen de roof van 1773-95 goeddeels te niet gedaan. Doch hiertegenover staat de groote kans, dat Opper-Sileziëmet zijn rijke steenkool- en zinkgroeven, met zijn weer bloeiend te maken nijverheid, bij volksstemming aan Pruisen zal verblijven. Voorts zal Polen niet vrij kunnen ademen aan de Oostzee. Het moet zich met een onbruikbare kuststrook vergenoegen en al is de regeling met Dantzig als vrije stad in theorie billijk, omdat de bevolking er Duitsch is, jegens Duitschland is zij feitelijk niet te verdedigen, en jegens Polen niet vol te houden. Ook al kan het niet worden vermeden, is het een zonderlinge inbreuk op Polens zelfstandigheid, dat Duitschland over Poolsch grondgebied gemeenschap heeft met Oost-Pruisen. Dit gewest bleef op ethnografische gronden aan Duitschland onder be perking, da t er in het gouvernement Allenstein en trouwens ook in de Westpruisische districten Stuhm, Rosenberg, Marienburg en Marienwerder een volksstemming zal moeten plaats hebben. n het uiterste Noord-Oosten zijn stad en district Memel van Duitschland afgenomen. Zij zijn geplaatst onder de hoede der Gealli eerde en Geassocieerde Mogendheden, die ze aan Litauen zullen afstaan, zoodra de staat van dezen naam zich geconstitueerd heeft. Graaf von Brockdorff-Rantzau heeft zich te Versailles met hand en tand tegen den af stand van Memel verzet en dit op veelszins deugdelijken grond. De heer Benoist zelf laat dit punt vrijwel rusten. Maar wanneer hij aanhaalt de meening d'un bon juge form sur place", die bl. 150 tot de slotsom komt: Dans les parties lituaniennes de la Prusse de 1914, Ie nombre des sujets parlant Htuanien ne parait guère dépasser 150.000; presque tous sont bilingues et ont 1'allemand pour langue de civilisation. L'emploi du Htuanien dans un certain nombre de localités rurales n'est qu'une survivance.." dan kan 't er bij ons niet in of de Duitsche onderhandelaar te Versailles verdedigde met Memel een rechtvaardige zaak en wordt het ons niet duidelijk, waarom niet juist hier een volksreferendum noodzakelijk werd geacht. Wat Sleeswijk aangaat, uit het Rapport van den heer Benoist blijkt, welk een moeite het heeft gekost om de grenzen der drie sterngebieden aldaar af te bakenen. De Commissie besteedde er twee of drie teksten aan en wat er uit te voorschijn kwam, ^as lang geen toonbeeld van duidelijkheid. Oorspronkelijk had men ook in Zuid-Sleeswijk een stemming willen doen houden, maar men is van dez . gedachte teruggekomen, naar wij nu lezen, op verzoek van de Deensche Regeering zelf. Toen werd voor het middeldistrict bepaald,' dat het vooraf door de Duitsche overheden en militairen zou worden ontruimd, maar ook hiervan week men ten slotte af en hoewel de heer Benoist aan de stemming in dit district niet toekomt, zou zijn oordeel kunnen zijn, dat hier de voor Duitschland gunstig uit gevallen stemming niet buiten verband staat tot de drukkende aanwezigheid der Duitsche autoriteiten. Hoe zulks zij,Noord-Sleeswijk met Aabenraa en Haderslev is mi naar Denemarken overgegaan en Bismarcks tractaatbreuk van 1866 is eindelijk hersteld. De heer Benoist laat in zachte bewoordingen merken, dat hij de houding der Deensche Regeering te dezer zake niet bewonderen kan. Koning Christiaan deed inderdaad zijn radicale en socialistische ministers te laat weg om Denemarken iets mannelijker ten tooneele te brengen, om Dene marken iets beters te doen zijn dan een begiftigde tegen wil en dank. Wat Belgiëaan grondgebied en bevolking heeft verkregen : Moresnet, Eupen-Malmédy, het laatste afhangende van een plebisciet, is zeker niet van grooten omvang. De geschie denis heeft echter in dezen vergelding ge oefend, door de Belgische driekleur te brengen op het kamp van Elsenborn, uit welks doodelijke geheimzinnigheid in Augustus 14 de slag op Belgiëwerd toegebracht. Hoe evenwel de heer Emile Bourgeois, sprekende van de verbrokkeling van België's Oostergrens in de 17de eeuw, kan beweren en met welk recht, dat de Vereenigde Nederlanden in over eenstemming met Pruisen door voortdurende inbreuken de buitenste bolwerken der toen malige Oostenrijksche Nederlanden hebben ontmanteld, 3) weten wij niet te verklaren. Het zou gemakkelijker zijn, den heer Bour geois de vraag te stellen, wat Frankrijk zich in den loop der geschiedenis zoo a! met de Belgische Zuidergrens heeft veroorloofd. Sprekende van die hij België's levens belangen noemt, namelijk de monden van de Schelde, het kanaal Gent-Terneuzen en de gemeenschap te water met het Rijngebied, Limburg vooral, heeft de heer Benoist in zijn Kamerrede gezegd : Ce qui s'est passéen Limbourg, ce qui a passépar Ie Lirnbourg en novembre 1918, prouve que cette question n'intéresse pas seulement la Belgique ,t la Hollande, mais est une question européenne, etc." Wij zouden antwoorden : ,,ce qui a passépar Ie Limbourg", gij spreekt niet zonder recht, schoon gij overdrijft in uw gevolgtrek king. Maar ,,ce qui s'est passéen Limbourg"? Herbroedt men hier soms het duivelse! vanden Duitschen aanval op Belgiëdoor ons Limburg heen? Zoo ja, dan is 't jammer dat de heer Benoist dit in de Fransche Kamer zeide en de degelijkheid van zijn arbeid heeft om zulk een sier niet gevraagd. Aardig is door den heer Benoist te pas ge bracht, dat toen in 1872 Luxemburg, om de volslagen onderschikking van zijn spoor wegen aan het Duitsche net te ontgaan, de oprichting van een gemengd Duitsch-Luxemburgsche maatschappij had durven voorstellen, de Pruisische minister Delbrück dit voorstel den hals omdraaide met te zeggen : Ik ben overtuigd dat de bepalingen, door zulk een maatschappij te maken, slechts een waarde loos vodje papier zouden zijn." miuiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuMiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iitiMiuiiiiii MUI iiiiiiuiiiiiiiiiiiiuiliiiiiiiiHiMiiiiiiliiiiiiiini IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII Pas op voor Spa!" Gelijk een Cassandra-kreet roept de Fransche staatsman Tardieu, een der geestelijke vaders van het verdrag van Versailles, het den bondgenooten toe aan den vooravond der conferentie. Spa zal de laatste stap worden tot het be reiken van een volkomen vrede," aldus de Duitsche kanselier in zijn eerste interview na aankomst in de Ardennen-badplaats. Wat de een ducht, hoopt de ander: het einde van de Entente als wereldbeheerschende en aan Duitschland vijandige groep, zoodra, voor het eerst sedert 1914, .Duitsche staatslieden met hun gewezen vijanden aan n tafel tot gemeenschappelijk overleg plaats nemen. De voorbereiding geeft voedsel aan Tardieu's vrees, want reeds op de generale repetitie der bondgenooten onderling in Brussel, Vrijdag en Zaterdag j.l., kwam het tot een uitbarsting, naar men zegt, tusschen Italia nen en Belgen, en alleen dank zij Engeland's inschikkelijkheid werd een breuk vermeden. Het ging over de verdeeling der vele milliarden gouden marken, die Duitschland niet heeft, maar toch betalen moet, de voorloopig nog imaginaire goudmijn waaruit de over winnende mogendheden putten willen om hun schade te vergoeden, en het schijnt ons inder daad geen zwaar offer, dat Lloyd George bracht, toen hij Engeland's deel in de vor dering op den insolvabelen debiteur terug bracht op 23 percent, om Italiëen Belgi elk wat meer te gunnen. Wij weten het nu en heel de wereld weet het, dat als Duitsch land er in slaagt de gedachte gouden marken om te zetten in klinkende, Frankrijk daarvan 53 percent zal beuren, Engeland 23, Ilali 10, België8, Servië5 en de andere over winnaars l percent. De verdeeling schijnt billijk genoeg, in aanmerking genomen den omvang der geleden schade, en wij hopen van harte, dat de groote geallieerden er toe zullen kunnen besluiten Belgiëden voorrang te geven waarom het vraagt, al zal het ge volg zijn, dat de anderen voorloopig niets krijgen, maar wij zijn het eens met de Westminster Gazette", dat het gekibbel over deze zaken een belachelijk en onpassend voor spel is geweest voor de besprekingen in Spa. Wij hebben het besluit om in Spa saam te komen met de Duitsche regeering begroet als het eerste lichten van een nieuwen dage raad en ondanks al het uitstel en het kleine gedoe voor en om deze bespreking, willen wij de hoop niet opgeven, dat zij een wereldhistorische gebeurtenis worden zal, een laatste stap tot bereiking van den volkomen vrede", zooals Fehrenbach zegt, maar wil dit doel bereikt worden, dan zal de geest, waarin men met de Duitschers spreekt een andere moeten . zijn dan die welke de voorbereidende onder handeling in Brussel bcheerscht heeft. Dan zal niet het belang van elke natie afzon derlijk richtsnoer moeten zijn, maar het belang van alle tezamen en van Duitsch land en de rest der wereld tevens, d.w.z. men zal moeten besoreken en overleggen in hoever het mogelijk is, dat Duitschland binnen afzienbaren tijd de waarden produ ceert, waarop het kapitaalkrachtig deel dezer wereld bereid is de gouden marken voor te schieten, die vervolgens door de overwinnaars als schadeloosstelling verdeeld kunnen worden. Spa zal óf niets beteekenen in den loop der wereld-geschiedenis, óf het zal de beteekenis hebben van een conferentie over Duitschland's herstel als eerste voorwaarde voor, en funda ment van het herstel der anderen. In dit licht zal men ook de drie sombere nota's moeten bezien, die de Duitsche regee ring kort voor de bijeenkomst aan de ge allieerden heeft toegezonden en waarin zij een beeld geeft van Duitschland's politieke en economische situatie. Het is een uiterst donker gekleurd beeld en de Temps" schrijft, na het geanalyseerd te hebben, dat als het met Duitschland zoo miserabel gesteld is, dat het er toch niet meer bovenop kan komen, 't eigenlijk niet het minste nut heeft om met de Duitschers te praten. Evenwel, men heeft natuurlijk met opzet den toestand zoo duister mogelijk afgeschilderd, omdat men hoopt daardoor het bedrag der schadeloos stelling lager gesteld te zien, en bovendien al was dat niet zoo, al mocht het in de Duitsche republiek zoo slecht gesteld zijn als daar geschreven staat . en slecht is het er inderdaad! dan nog zou het noodig zijn met de Duitschers te praten, eenvoudig en alleen omdat Duitschland zicli herstellen moet, en de geallieerden, al zijn ze nog zoo knap, geen enkele gouden mark van al de gehoopte mjlliarden zullen binnen krijgen, als zij dit niet toelaten en bevorderen, en dus als zij niet beginnen om met de Duit schers te praten. Gelukkig was dit van den beginne af aan de bedoeling der diplomaten, die de bijeenkomst in Spa tegen den zin van de Franschen doorgedreven hebben en we mogen hopen dat het nog altijd hun bedoeling is, ondanks de concessies, die zij aan de Franschen hebben gedaan. Vooraf echter moet worden afgehandeld de pijnlijke en stekelige ontwapening-quaestie die al dadelijk den eersten conferentie-dag tot vruchteloosheid gedoemd heeft, omdat de Duitschers, meenend dat zij niet of eerst later besproken zou worden, hun generaals thuis gelaten hadden. Dinsdagmiddag zijn de hoeren aangekomen en terwijl wij dit schrijven is men hierover aan liet spreken. Zijn wij te optimistisch als wij gelooven, dat er na eenig heen en weer praten wel een oplossing te vinden zal zijn? De berichten in de Entente-pers zijn in de laatste dagen niet ongunstig en door toe te staan, dat de Duitsche regeering 70.000 man meer dan aanvankelijk geoorloofd was, tot politie-lroepen vormt, heeft de Entente haar reeds een eind op streek geholpen. De vraag is nu maar of men haar een goeden raad geven kan, wat te doen met de 100.000 officieren en soldaten die nog ontslagen en ontwapend moeten worden en die de regëering Fehren bach reeds ziet overloopen, deels naar de communisten en andersdeels naar de Jonker partij. Ja, waar moeten die vechtjassen blijven? In de fabrieken natuurlijk en kan toren, kortom in de produceerende wereld van Duitschland! Maar die moet immers nog aan gang gebracht worden? Zoo zit het ontwapening-vraagstuk vastgekoppeld aan het economische, het financieele, dit laatste is het kardinale en essentieele en het moet op den weg naar de oplossing gebracht worden in Spa en daarna straks in Brussel op de financieele conferentie, anders baten alle overwinnaars-maatregelen en dreigementen geen zier, blijft Du.tschland chaotisch of wordt anarchistisch, en Franschen, Britten, Italianen en Belgen mogen naar hun percentsdeel in 't gouden-marken-bedrag fluiten. De Duitsche meerderheids-socialisten zijn zoo verstandig geweest om, toen het er op aankwam, de regeering-Fehrenbach te steu nen, d. w. z., toen zij een motie moest hebben waarop zij zich in Spa beroepen kon. Feitelijk zijn dus de meerderheids-socialisten in de Duitsche buitenlandsche politiek regeeringspartij geworden, evengoed als democraten centrum en Duitsche volkspartij. Hun hou-' ding brengt misschien geen parlementaire verantwoordelijkheid mee, maar wel moreele, d. i. verantwoordelijkheid voor de uitvoering van eventueele in Spa vastgestelde rege lingen, en zoo is de politieke toestand in Duitschland door de verkiezingen heel weinig gewijzigd *de midden-partijen, van Stresemann af tot Scheidemann toe, regeeren voorzoover er in de Duitsche republiek geregeerd worden kan, de uiterste groepen voeren oppositie. Het kon niet anders uitkomen dan zóó. Of de Entente bij de besprekingen in Spa nog rekening houdt met een gevaar voor Duitschland uit het Oosten, een gevaar voor een bolsjevvisteninval na vernietiging van het Poolsche leger? Tot dusver heeft men daar VACANTIE Heerlijk voor de Kamerleden Nu ze met vacantie zijn. Dat wordt hengelen en fietsen Rozengeur en maneschijn. Luieren en pijpjes rooken; Pootje-baden aan het strand. Niet meer spreken, niet meer stemmen En geen last meer van de krant. Braat gaat rustig koetjes melken, Duys wordt Indo-Larenaar En ter Hall gaat motor-v ar en Met zijn vriendje van de Laar. Troelstra gaat zijn peultjes plukken; Duymaer wandelt door de Peel. Kleerenkoper speelt bij Vogel tn het openlucht-tooneel. Wijnkoop rust wat uit in Zwolle En studeert harmonica. Ravesteyn trekt naar Oost-V oor ne Naar het Rotterdamsche Spa. Overal heerscht rust en vrede, Alles luiert in het gras. Ach, wat zou het heerlijk wezen Als er nooit weer zitting was! Als die lieve Tweede Kamer Heelemaal niet meer bestond Als een Eden waar' ons leven Op den Vaderlandschen grond. Maar eilaas, de Kamerleden Willen, dwars door alles heen, Dat er Kamer wordt geleden Voor het nut van 't algemeen. Eeuwen maken we al wetten; Eeuwen zijn we al gestraft. Wetten worden aangenomen, Wetten worden afgeschaft. Maar het ergste moet nog komen Als de vrouwlui kiezen gaan. Hengelen en pijpjes rooken Is dan uit en afgedaan. Houdt u dapper, Nederlanders, Draagt uw leed, weest eensgezind, Als de donder en de bliksem In September weer begint. Staalt uw zenuwen en hersens Brengt die dagen rustig door; Want ook gij hebt nu vacantie, Stemvee, weest er dankbaar voort J. H. SPEENHOFF ?" M"*«ifiiuiiiimmimmuuiimiimiiluiiiiiumillll«miiHimiiui DEVO Gourige S/gaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'a Holl. Sigarenfabrlek UTRECHT IIIIIIIHIIIIIHIHIIIIIMIIIIIIIMItllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllll Zoodat den armen heer von Bethmann Hollweg niet eens meer de troost verblijft, dat het vodje papier zijn bloedeigenmaaksel was. C H. F. H A JE. 1) Charles Benoist, membre de l'Insütut: Les nouvelles frontières d'Allemagne et Ia nouvelle carte d'Europe (avec une carte) Paris, Librairie Pion. 2) Onze al te slappe, maar nu eenmaal in zwanggebrachtebenamingvoorhet fiere La Soeiétédes Nations". 3) Travaux du Comitéd'Etudes: La fronttere oriëntale de la Belgique, aangehaald bij Benoist p. 16. tl l llMIIIIIMIIIIIIlllllllllltllllllllllMIllltllllllllllllllUIIIIIIIIIMm weinig van gemerkt, maar nu de Polen er zeer slecht voor staan, zoo slecht, dat Foch en Wilson naar Warschau zullen gaan om eens te zien of het jonge koninkrijk een prooi der Russen dreigt te worden, zal men toch ook dit wel als factor moeten laten gelden. In eik geval is het Russische probleem er de laatste dagen niet eenvoudiger op geworden: de Polen zijn overwonnen, Krassin is terug gekeerd naar Moskou, misschien tijdelijk, misschien voorgoed, en er komen telkens nieuwe ongunstige getuigenissen over den toestand in de Russische republiek uit den mond van westersche socialisten. De sterkste was die van mevrouw Snowden die uit Rus land terugkwam en zei dat wat in Rusland verwerkelijkt is, niets hoegenaamd op socia lisme lijkt! De Turksche regeering, d. w. z. de Turksche schijn-regeering, die van den Sultan, wil wel de clausules in het vredesverdrag teekenen die aan de groote geallieerden gebiedsvermeerdcring geven, maar niet die waarbij den Grieken Thraciüen Smyrna vvorden afgestaan. Vermoedelijk zal men haar dwingen, maar 't doet er niet veel toe: de Grieken nemen reeds wat zij willen hebben, zijn er in ge slaagd hun troepen, die van Smyrna oprukten en die in Panderma geland waren, met elkaar in verbinding te brengen en hebben daarmee een groot gebied in Klein-Aziëin hun macht gekregen, al blijft Kemal Pasja van 't binnen land uit dreigen. Senator Cox is candidaat der democraten bij de presidents-verkiezingen in de U. S. A., en niet Mac Adoo, Wilson's schoonzoon. Hij schijnt geen sterke candidaat, evenmin als d e van de republikeinen sterk is; de kansen van dezen laatsten stijgen nu weer, maar nie mand kan zeggen, wat er uit den strijd zal voortkomen voor de eenige vraag, die ons belang inboezemt: neemt de groote republiek deel aan vrede en volkenbond? J. C. VAN OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl