Historisch Archief 1877-1940
10 Juli '20. - No. 2246
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Rythmische Gymnastiek
Reeds verschillende jaren komt bij een uit
voering van de Middelburgsche Gymnastiek
Vereeniging Medioburgum" op haar pro
gramma een paar nummers Rythmische
Oymnastiek voor.
P^Deze nummers worden uitgevoerd door een
6 a Stal meisjes, welke op de muziek van een
eenvoudig versje beeldende lichaamsbewe
gingen uitoefenen.
Veel van deze uitvoeringen zijn door mij
telken jaren bijgewoond en steeds hebben deze
oefeningen mij getroffen door hun natuurlijke,
eenvoudige, doch treffende voordracht.
En den gang van dit klubje volgend in al
die jaren heb Ik gemerkt, dat het werk wat
deze meisjes geven allengs weinig meer den
naam van gymnastiek verdient. Waar men
bij gymnastiek denkt aan krachtige en ferme
bewegingen, aan een forsch uitstooten van
de armen en een flink strekken der beenen,
stipt enfgelijk op den tel van den leider, gaat
hier elke beweging zacht en soepel van de eene
in de andere over.
Maar niet alleen zijn deze rythmische oefe
ningen tot een aesthetisch gebarenspel ge
worden, doch hebben ze iets kunstzinnigs
verkregen, die elk liedje wat het kleine strijkje
ons voorspeelt, daar in die slanke meisjes
gestalten voor ons doet leven.
Soms wanneer ons een simpel liedje wordt
voorgespeeld, wat ons grijpt, kan dat weg
voeren en doen droomen. Kunnen we in ver
voering van de eenvoudige muziek ons lieve
beelden voorfantaseeren, zouden we
onbetrapt ons lijf willen buigen en bewegen in
verlangen en levenslust.
Dit nu spreekt uit dat gebarenspel.
Wanneer het scherm rijst staan daar een
6 a 8 meisjes, allen in sober, doch smaakvol
kostuum voor een evenredig dékor, die, bij
de tonen uit piano en viool, hun lijven ryth-.
misch laten bewegen. En heel het ons bekende
versje wordt daar op 't tooneel door die don
kere figuurtjes vertoond.
Onopgesmukt, zonder overdrijving, reaal
den inhoud van het voorgespeelde lied. En
als het scherm zakt kunnen we zeggen : we'
hebben dat liedje gezien,
Ook in de vrije natuur hebben 's zomers
oefeningen plaats.
Over de opvatting en aanvoeling van som
mige melodietjes en de daarnaar gerichte be
wegingen van den maker is voorzeker nog wel
wat +e zeggen: Dit echter ligt niet in mijn
bedoeling, hier in ben ik ook niet geheel en al
toe bevoegd. Enkel wil ik hier de aandacht
vestigen op een nog weinig bekende
vereenigingskunst, die zich bizonder leent voor
intieme klubjes, waarvan de leden ernstige
gevoelsmenschen zijn.
Zoovele meisjes hebben behoefte zich te
uiten en missen voldoende talent en ontwik
keling in zang, muziek of andere kunst dit
volledig te doen.
En juist omdat dit aesthetisch gebarenspel
zoo begrijpelijk is, zoo eenvoudig en reaal,
zonder pikante wendinkjes en kokette
houdinkjes, kan ze van veel waarde zijn voor de
intelligentie van onze meisjes. Ze leeren er
door muziek en liederen en hun poëzie be
grijpen en uit te beelden. Terwijl het ouderen
geestelijke ontspanning biedt, waaraan een
physiek voordeel is verbonden, daar door de
bewegingen het heele lichaam evenredig ont
wikkelt en de lenigheid behouden blijft.
Ik haal -hier een voorwoord uit het tekst
boekje der liederen met gebarenspel onder
leiding van Christ. J. Mazure aan :
Dr. Dresdner, een Berlijnsche kunstkriti*
kus van naam zegt o. a. :
De muziek, de gymnastiek en dans moeten
de eerste kunsten der opvoeding zijn ; en voor
den paedagoog bestaat de taak hierin, de na
tuurlijke welsprekendheid van het lichaam
te doorgronden, te vormen, te
systematiseeren en te veredelen. Om dit doel te bereiken,
bestaat er geen beter middel, dan de rythmus,
de muziek.
De rythmus zet het heele lichaam in bewe
ging, noodzaakt de gebaren vol bcteekenis
te zijn, terwijl hij tegelijkertijd paal en perk
stelt aan hunne overdrijving. Door liederen
en gedachten met plastische bewegingen toe
te lichten, leert men op passende wijze ver
voegen over de middelen van uitdrukking
door het gebaar, terwijl de gymnastiek, doel
. hebbende het lichaam te versterken, toch hare
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VflN 5CHRICK
BOOTHSTRRflT UTRECHT
OVER MUSSCHEN
Nu het koren in zijn aren schiet, komen er
weer kwade dagen voor de musschen en indi
rect ook voor andere kleine zangvogeltjes.
Als de boeren wolken van die grauwe
graanvreters boven hun akkers zien zwieren en de
leege aren of gebroken halmen aanschouwen,
dan zijn ze al heel gauw met hun veroordee
ling gereed : ,,la mort sans phrase". Met de
executie verloopt het al naar omstandigheden.
In sommige streken wordt er heelemaal niets
aan gedaan en ik heb nog niet gehoord, dat
daar veel landbouwers failliet zijn gegaan of
hun pacht niet konden betalen. Elders heb je
de oolijke instelling van de niusschengilden,
waar het zoogenaamd nuttige met het zooge
naamd vermakelijke wordt gecombineerd en
een enkele maal, wat nog veel erger is, worden
de kinderen aan hpt werk gezet, die aldus hun
pas ontwaakte en meest zeer rudimentaire
gevoelens van deernis leeren afstompen. In
beide gevallen, musschengilde of kinderhulp,
vallen er veel onschuldige slachtoffers, aller
lei kleine vogels, die we niet kunnen missen.
Dit is een zeer ernstige omstandigheid, zoo
zelfs, dat Prof Ritzema Bos reeds in 1871) in
zijn Landbouwdierkunde schreef, dat hij,
gaarne aan huis- en ringmusch een, hoewel
niet onvoorwaardelijke, wettelijke bescherming
zou willen zien] verleend, omdat op die wijze
het anders, naar 't schijnt, onvermijdelijke
dooden van werkelijk nuttige vogels wordt
voorkomen." Hetgeen intusschen niet
voorCursus-oefeningen. Op den achtergrond de heer Mazure als leider
Momentopname uit Amerikaansch Wiegeliedje": Momentopname uit, ,Sing Me to Sleep". Words byCliftonBingham. Musicby Edwin
Daar breekt de tak" (de gierende wind werpt neer van de hoogte moeder en kind.) Greene: Our fingers as in prayer en-twine."
illllliiilliillllllllllllliliillliiiiiiliiiiiiiiiiliiiiililliiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiimiiMiliiliiinimlilli' l Hm imllliiiiiiiiiiiiiliiiliiiiiiiiiiiiifiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuililtiliiiiii
onafhankelijke beteekenis behoudt."
En de heer Mazure, komponist van vele ge
voelvolle gebarenspelen, leider van ver
schillende damesklubjes in Zeeland, streeft
naar deze veredeling in
eenschoonenenkunstzinnigen vorm. En omdat zijn werken
belangloos is en alleen uit innerlijken drang voort
komt, verdient hij de aandacht van allen die
zich bezighouden met onze geestelijke en
lichamelijke ontwikkeling.
Hij zal zeker gaarne aan ieder die belang In
zijn werk stelt uitleg geven van zijn streven
en zijn wijze van werken uiteen zetten.
L i B E R T H E Y L
iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiUiittiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiKiiiiHiiimiiiu
Naar aanleiding van de openbare les
aan de 's Gravenhaagsche Vak
school voor Meisjes
Het is meer naar aanleiding van dan over
de openbare lessen aan bovengenoemde school,
welke 24 en 25 Juni 1.1. gehouden werden,
dat ik ditmaal wensch te schrijven. Het werk,
dat aan die school verrich't wo dt, mag bekend
genoeg heeten, zoodat ik er nu niet het licht
op behoef te laten vallen. Uit het heele land
komt men voortdurend kijken en
bestudeeren welke arbeid er verricht wordt en
hoe het geschiedt. Zijn er buitenlandsche
gasten te onzent, die op de hoogte willen
komen van ons meisjesvakonderwijs, dan
verzuimt geen autoriteit een bezoek aan de
school met hen te brengen. De faam van het
werk er gedaan is dus wel voldoende door
gedrongen en ook de laatste openbare lessen
bewezen weer, dat de school haar goeden naam
verdient en hoog houdt.
Weer was alles in de puntjes verzorgd.
Het gebouw, dat zeven jaar reeds in gebruik
is, maakt steeds den indruk van geheel
nieuw te zijn, omdat het zoo buitengewoon
goed onderhouden wordt. Alles blonk en
straalde en een der bezoeksters wist niet
anders haar lof te uiten dan door te zeggen,
dat zij meende in de school in het buitenland
te zijn. De smaak, die op alles zijn stempel
heeft gezet, is dan ook werkelijk soms
onHollandsch, al herinneren de groote degelijk
heid en nauwgezetheid, waarmee alles af
gewerkt en in elkaar gezet wordt, weer vol
komen aan die deugden, waardoor ons goede
Holland in zijn besten arbeid zich steeds
onderscheiden heeft.
Doch wie in de kringen van ons vakonder
wijs rondgekeken heeft en er volkomen thuis
is, weet juist door deze school en haar bizonder
verzorgde openbare lessen en tentoonstellingen
dat er voor ons vakonderwijs gevaren dreigen,
die niet te onderschatten zijn.
De 's-Gravenhaagsche Vakschool heeft
zich opgewerkt als geen andere inrichting in
ons land en dat terwijl zij nog geen achttien
jaar bestaat. Zij aanvaardde den arbeid onder
zeer ongunstige omstandigheden. Maar on
middellijk werd gestuurd naar de praktijk
van het leven en de school wilde dadelijk
voor het meisje wezen, wat een groote
ambachtsschool reeds voor den jongen was :
alle soorten opleiding betrok zij in haar
leerplan.
Rustig en toch rusteloos was men er aan
den arbeid, zonder dat er ooit van overhaasting
of proefnemingen sprake was, waarbij alles
eigenlijk gaat ten koste van de leerlingen.
Allerlei zaden werden weloverwogen aan den
grond toevertrouwd en zorgvuldig werd er
op de omstandigheden toegezien, waaronder
ze rijpen konden. Vakonderwijs in de meest
technische beteekenis van het woord werd er
gegeven, zonder dat daarbij ooit werd ver
geten, dat de vakarbeidster later een gezin te
verzorgen kan hebben. In den onderbouw der
school werden de fondamenten gelegd voor
al de verschillende beroepen en vakken, door
het meisje te leeren. In den bovenbouw kon
zij in haar vak het tot grootere volmaking
brengen. Ging het meisje van school na den
cursus in de vooropleiding geheel gevolgd te
hebben, goed ! Bleef zij, nog beter ! Zij werd
dan nog anders voor den. bestaansstrijd uit
gerust. Zoo werd het mogelijk, dat bijv. een
leerlingetje op de school kwam dadelijk na
de lagere school, alleen met vaardige vingertjes
en een gewillig hoofd om te leeren en ze
verliet om bijv:. ais leerares
dameskleedermaken of lingerie eeft plaats in te
nemen bij het vakonderwijs, waar zij n zich
geheei kon geven n een positie bekleedde,
waardig om er naar te streven door het
leerlingetje, dat als kind nog op de school
kwam.
Wanneer men nu den verzorgden en
degelijken leergang nagaat, lijkt het of het meisjes
vakonderwijs op het oogenblik soms een
plant dreigt te worden, die in de hoogte groeit
uit gebrek aan kracht. Door de bepalingen der
wet op het Nijverheids-onderwijs schieten op
het oogenblik de zoogenaamde vakscholen
als paddestoelen uit den grond. Zij worden
in het wilde opgericht op kleine plaatsen soms,
die vlak bij een groote stad liggen, ook daar,
waar er versnippering van krachten dreigt.
Het zijn vooral de volkshuishoudscholen, die
er in groot aantal komen, in haar soort aller
minst volmaakt, terwijl zij toch als vak
scholen .beschouwd willen worden. De meisjes
uit het volk krijgen er soms njarige cursussen,
dan weer twee-jarige, zelden drie-jarige. Die
scholen kunnen aanvaard worden als een soort
voortzetting van de lagere school, maar het
eigenlijke vakonderwijs dienen zij niet. De
meisjes, die ze verlaten op veertien- of vijftien
jarigen leeftijd, kunnen nog niet klaar zijn
voor den echten beroepsarbeid. Zij doen wat
handigheid op, maar vakarbeidsters kunnen
zij nog niet wezen, ook omdat zij den boven
bouw eener echte vakschool geheel missen,
terwijl onze tijd voor alle beroepen in de
eerste plaats dringend vraagt naar werk
krachten, die haar vak kennen en van het
leven geen andere vorming meer noodig
hebben dan die der ervaring.
Doch niet alleen voor do leerlingen dreigt
er gevaar uit het versnipperen, en een onder
wijs, dat in alles met een beetje volstaat.
Er is door den snellen groei een groot gebrek
aan leerkrachten en wie in de vakkringen thuis
is, weet, dat er een strooming is, niet alleen
om, wat nu niet anders altijd kan, leeraars
en lecraressen aan te stellen, zonder betrouw
bare bevoegdheid, maar ook om het met
exameneischen op een accoordje te gooien.
Er komt een streven om door schijnexamens
het aantal leeraars en leeraressen bij het
vakonderwijs kunstmatig te vermeerderen,
wat natuurlijk in zijn beteekenis fataler is
dan het aanstellen van menschen, aan wie
officieel gén onderwijsbevoegdheid gegeven
is, maar die men gebruikt, door den nood
gedwongen !
Op verschillend gebied openbaart zich dit
streven, niet om te roeien met de riemen,
die men heeft, doch om ondeugdelijke voor
geschoolde te laten doorgaan! Zoo bijv.
werpen zich verschillende scholen op het vak :
leerares kinderverzorging! Al lange jaren
streef ik naar en ijver voor een betere
opleiding van elk meisje voor haar
moedertaak. Ik kan het dus slechts toejuichen en
bet bereiken van het doel vinden, wanneer
onze geheele meisjesopvoeding doortrokken
wordt van opvattingen, die in elke vrouw de
moeder en het gezinshoofd der toekomst zien.
Maar het ople-den van leeraressen is een
taak, de aiiten na grondige studie kan aan
vaard worden en het is te vreezen, dat zij,
die zeggen haar te aanvaarden zonder haar
van alle kanten bekeken te hebben en haar
te stellen onder de hoede van hoogstaande
mannen en vrouwen, op zijn hoogst menschen
naar de scholen sturen met een ontwikkeling,
gelijk staande met die van een kinderverzorg
ster. Een leerares is echter iemand anders!
Haar opleiding kan maar niet overal uit den
mouw geschud worden !
Aan deze overdenkingen moest ik uiting
geven, toen ik de openbare lessen der
's-Gravenhaagsche Vakschool bijwoonde. Het moet mij
voorkomen, dat deze school in een tijd van
verwarring, overhaasting en een schipperen
met degelijkheid als een soort baken te be
schouwen is. Zij werd wat zij geworden is
door inzicht, toewijding, nauwgezetheid en
een volkomen afwerken van alle cursussen
en opleidingen.
Daarom kunnen zij, die goeden arbeid naar
waarde schatten, geen vrede hebben met
zoogenaamde vakscholen, die een voorbe
reiding voor een vak al als afgedaan beschou
wen, wanneer nog pas van een begin sprake is,
en haastig zoogenaamde opleidingen in elkaar
zetten zonder er rekening mee te houden,
dat geen gebouw ooit als goed te beschouwen
is, wanneer de fondamenten niet goed en
de werklieden, welke ze op wilden trekken,
onbekwaam waren.
IDA H E ij E R M A N s
UIJJIIIIIIIIIIIlHlllllllllllUlllllllllllllltllllllllllllllllltlllllllllllIIllllllllllII
Wat de week bracht
Op verschillende onzer zcebadplaatsen is in
deze maanden een practische,omvangrijke ten
toonstelling te bezichtigen. Ze is gebaseerd
op den verkoop der in ons land reeds be
kende tricot Lutétia-modellen. Aan het
zeestrand met zijn afwisselende
luchtgesteldheid en bolle zeewinden vallen die verwar
mende kleedingstukken voor jong en oud
zeer in den smaak.
De verzameling modellen is zeer volledig.
De wollen en zijden tricot-industrie heeft
zich in kleur, vorm en uitvoering tot op een
verbazende hoogte weten op te werken.
Vooral de kleurtinten zijn in hun beschaafden
en toch flink kleurbekennenden toon schit
terend te noemen.
Men vindt er oorspronkelijke modellen
voor alle leeftijden. Van af de sierlijke,
vroolijke. klein-kinderjurken tot de in
gedekten toon met borduursel versierde robe
voor de vrouw van middelbaren leeftijd.
Verder mantels, jumpers, jerseys, japonnen,
hoeden in alle schakeeringen der mode.
Ve,I handwerk is er bij. Van dat echt
mooi-rekbare handbreiwerk, dat de machine
in gevoeligheid niet kan benaderen. Ook ziet
men fraai geborduurde tullen robes en zelfs
geregen kralen colliers.
Want het Lutétia-werk is een ,,Oeuvre de
guerre". De kunstzinnige handen van ver
minkten, van blinden, van
oorlogsweduwenen weezen, werken te Parijs met vlijtigen
spoed voor het dagelijksch brood, Zij breien,
zij borduren, zij tamboureeren, zij rijgen
kralen, kortom zij voeren uit, wat men in
andere Janden wenscht dat zij doen zullen.
Elk werkstuk is er een van distinctie en
goeden smaak.
Nederlandsche vrouwen halen dit werk
maandelijks uit Frankrijk en brengen het
onder de oogen van de vrouwen en meisjes
in ons vaderland. De regeering verleent
daartoe alle mogelijke steun. De verkoop van
de Lutétia-modellen draagt dus
eenphilanthropisch karakter, waarover mej. G. Evertsz,
Heuvellaan 12, Hilversum, als vertegen
woordigster gaarne verdere inlichtingen ver
strekt, j EL i s. M. ROGGE
Gedicht
Herinnering aan liefs in 't leven
Blijve onberoerd,
Hoe, wat de dagen om ons weven
't Ons weer ontvoert.
Tracht hoog te staan en stil te dragen
Het vreemd gemis,
En koester het uw levensdagen,
Of 't weelde is.
TONY DE RlDDEK
MIIIIIIIIIIIIIIIIIII
EISCHT STEEDS
SIPKES'JANIS
iiiilllilliiiliiiiMlMH liiiiiiimiimiiiiiiimiiiii
komen heeft, dat de nieuwe vogelwet van
1010 niet tot stand kon komen of er moest
een zwarte lijst bij van vogels, die elke be
scherming moesten derven en daartoe be
hoorden dan allereerst de huisimisch en de
ringmusch. Het musschenvraagstuk is nog
even ver van zijn oplossing als vijftig jaar
geleden. De positie van de musschen is er eer
sterker dan minder sterk op geworden : ste
den en dorpen zijn uitgebreid, duizenden
hcktaren woeste grond zijn in bouwland veran
derd en nog altijd worden roofvogels en uilen
klein gehouden. Ook komen er goede dingen
aan het licht, wij hebben de musschen leeren
waardeeren als bladluizenverdelgers en dat is
werkelijk geen kleinigheid. Onlangs is voor
de goede uitvoering van de vogelwet een
staatsornitholoog aangesteld, een bekend en
origi? neel onderzoeker en als die de musschen eens
onder handen nam, dan zouden we nog wel
eens iets nieuws kunnen beleven. Het zou
mij niet verwonderen, als het bleek dat Prof.
Ritzema Bos het veertig jaar geladen reeds
aan liet goede eind had gehad en dat de mus
schen van de zwarte lijst gewoonweg konden
verhuizen naar artikel !), waar ook nog genoeg
gelegenheid bestaat voor verdrukking.
Nu de vacantietijd ons weldra naar buiten
brengt, zijn we allen in de gelegenheid om, al
is 't ook oppervlakkig, onze aandacht aan
het vraagstuk te wijden. Het zal u al spoedig
blijken, dat die miisschenplaag, als zoo vele
andere dingen, zeer ongelijk verdeeld is. In
den Achterhoek van Gelderland kunt ge heele
Ringmusch
stukken tnsschen de rijpende rogge wandelen
zonder een musch te zien, in sommige deelen
van de Haarlemmermeer hangen ze als een
onheilswolk over de velden. Of daar nu Amster
dammers bij zijn, is nog altijd niet met zeker
heid uitgemaakt ; er is echter wel reden, om
te vermoeden, dat de stadsmusschcn in den
tijd van het mclkrijpe graan naar buiten trek
ken. Ook zijn er aanwijzingen, dat de gewone
huismusch, die altijd en overal voor een stand
vogel wordt versleten, er ook een najaarstrek
op na houdt.
Hetzelfde is ook buiten twijfel het geval
met de ringmusch, die maar al te veel met de
huismusch over n kam wordt geschoren.
Het is een heel andere vogel, geheel verschil
lend, niet alleen in kleur en teekening, maar
ook in bewegingen, geluiden en maniertjes.
Bij de huismusch zijn mannetje en wijfje ge
makkelijk ie onderscheiden, doordat de man
die zwarte borst vlek heeft, bij de ringmusch
gelijken beide geslachten volkomen op elkaar.
Allebei hebben ze den schedel egaal gekleurd,
een mooi rossig bruin kapje, niet kastanje
bruin, ook niet chocola-kleurig, maar iets
van allebei en clan nog wat wijnrood er door.
Dan onder het oog een groote zwarte vlek
met een zwarte vlek er middenin en twee geel
achtig witte dwarsstreepen op de vleugels. De
rest van het gevedertc, lijkt ietwat op dat van
de hiiisinusscheii, maar is toch fijner van
teekening en wanner van toon, vooral in de
onderveeren.
Wanneer ge nu gaat uitkijken naar deze
ringmuschjes met egaal bruine schedel, dan
?/uit ge bespeuren, dat ze nog lang niet overal
te vinden y.ijn. In sommige streken van ons
land, met name in Bloemcndaal, ziet men ze
zelfs lang zoo veel niet als een jaar of tien ge
leden. Vroeger nestelden ze geregeld in een of
meer van mijn nestkastjes ; nu heb ik er al
in vijf jaar gèeneen gehad. Langs I loog Duin
en Daal zijn ze ook zoo goed als verdwenen
en achter Elswoud, waar ze vroeger in de hol
ten van populieren en abeelen zulke
uitmundende nestplaatsen vonden, moeten ze tegen
woordig gezocht worden, alsof het ik weet
niet wat voor zeldzame vogels gold.
Nu is inderdaad de ringmusch lang zoo'n
wereldveroveraar niet als de huismusch, die
maar een zeer kleine aansporing noodig heeft
gehad, om zich te vestigen in Amerika en
Australiëen ook daar tot een plaag te worden.
In ons land is de ringmusch al zeer nabij zijn
westgrens. In Groot-Brittaniëen Ierland be
hoort hij al tot de zeldzame vogels; voor 1852
was hij in Ierland zoo goed als onbekend. De
beroemde Schotsche ornitholoog, William
Macgillivray kan in 1873 in zijn nog altijd
zeer te waardeeren History of British Birds
slechts een halve bladzijde wijden aan de ge
woonten van de ringmusch, omdat het mooie
diertje destijds in Schotland niet werd waar
genomen. Thans nestelt het er langs de Oost
kust en in Ierland ook reeds op enkele plaat
sen in Devonshcre en Cornvallis ontbreekt
hij nog altijd als broedvogel. Maar het aantal
der trekkers, die lederen herfst de Noordzee
oversteken is zeer groot. Zij blijven echter in
Engeland, slechts enkele zetten hun reis voort
tot in Ierland. Ook bij ons blijven
ringmusschen overwinteren, maar dat zijn dan hoogst
waarschijnlijk individu's uit Midden- of
OostEuropa.
Het is heel merkwaardig, dat wij nog zoo
weinig met zekerheid weten van deze vogel
soort en dat zij alvast maar geplaatst is op het
lijstje de»r dieren, die vrijelijk mogen worden
uitgeroeid. Intusschen is het alweer een troost,
dat al die uit te roeien vogels zich voorals
nog in Wakenden welstand bevinden en we
hebben nog wel een paar jaartjes, om dat
mnsschenvraagstuk eens op ons gemak uit
te, werken. Elke wandelaar kan daarbij helpen.
JAC. P. T u ij s s E