De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 10 juli pagina 5

10 juli 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

10 Juli '20. - No. 2246 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Rythmische Gymnastiek Reeds verschillende jaren komt bij een uit voering van de Middelburgsche Gymnastiek Vereeniging Medioburgum" op haar pro gramma een paar nummers Rythmische Oymnastiek voor. P^Deze nummers worden uitgevoerd door een 6 a Stal meisjes, welke op de muziek van een eenvoudig versje beeldende lichaamsbewe gingen uitoefenen. Veel van deze uitvoeringen zijn door mij telken jaren bijgewoond en steeds hebben deze oefeningen mij getroffen door hun natuurlijke, eenvoudige, doch treffende voordracht. En den gang van dit klubje volgend in al die jaren heb Ik gemerkt, dat het werk wat deze meisjes geven allengs weinig meer den naam van gymnastiek verdient. Waar men bij gymnastiek denkt aan krachtige en ferme bewegingen, aan een forsch uitstooten van de armen en een flink strekken der beenen, stipt enfgelijk op den tel van den leider, gaat hier elke beweging zacht en soepel van de eene in de andere over. Maar niet alleen zijn deze rythmische oefe ningen tot een aesthetisch gebarenspel ge worden, doch hebben ze iets kunstzinnigs verkregen, die elk liedje wat het kleine strijkje ons voorspeelt, daar in die slanke meisjes gestalten voor ons doet leven. Soms wanneer ons een simpel liedje wordt voorgespeeld, wat ons grijpt, kan dat weg voeren en doen droomen. Kunnen we in ver voering van de eenvoudige muziek ons lieve beelden voorfantaseeren, zouden we onbetrapt ons lijf willen buigen en bewegen in verlangen en levenslust. Dit nu spreekt uit dat gebarenspel. Wanneer het scherm rijst staan daar een 6 a 8 meisjes, allen in sober, doch smaakvol kostuum voor een evenredig dékor, die, bij de tonen uit piano en viool, hun lijven ryth-. misch laten bewegen. En heel het ons bekende versje wordt daar op 't tooneel door die don kere figuurtjes vertoond. Onopgesmukt, zonder overdrijving, reaal den inhoud van het voorgespeelde lied. En als het scherm zakt kunnen we zeggen : we' hebben dat liedje gezien, Ook in de vrije natuur hebben 's zomers oefeningen plaats. Over de opvatting en aanvoeling van som mige melodietjes en de daarnaar gerichte be wegingen van den maker is voorzeker nog wel wat +e zeggen: Dit echter ligt niet in mijn bedoeling, hier in ben ik ook niet geheel en al toe bevoegd. Enkel wil ik hier de aandacht vestigen op een nog weinig bekende vereenigingskunst, die zich bizonder leent voor intieme klubjes, waarvan de leden ernstige gevoelsmenschen zijn. Zoovele meisjes hebben behoefte zich te uiten en missen voldoende talent en ontwik keling in zang, muziek of andere kunst dit volledig te doen. En juist omdat dit aesthetisch gebarenspel zoo begrijpelijk is, zoo eenvoudig en reaal, zonder pikante wendinkjes en kokette houdinkjes, kan ze van veel waarde zijn voor de intelligentie van onze meisjes. Ze leeren er door muziek en liederen en hun poëzie be grijpen en uit te beelden. Terwijl het ouderen geestelijke ontspanning biedt, waaraan een physiek voordeel is verbonden, daar door de bewegingen het heele lichaam evenredig ont wikkelt en de lenigheid behouden blijft. Ik haal -hier een voorwoord uit het tekst boekje der liederen met gebarenspel onder leiding van Christ. J. Mazure aan : Dr. Dresdner, een Berlijnsche kunstkriti* kus van naam zegt o. a. : De muziek, de gymnastiek en dans moeten de eerste kunsten der opvoeding zijn ; en voor den paedagoog bestaat de taak hierin, de na tuurlijke welsprekendheid van het lichaam te doorgronden, te vormen, te systematiseeren en te veredelen. Om dit doel te bereiken, bestaat er geen beter middel, dan de rythmus, de muziek. De rythmus zet het heele lichaam in bewe ging, noodzaakt de gebaren vol bcteekenis te zijn, terwijl hij tegelijkertijd paal en perk stelt aan hunne overdrijving. Door liederen en gedachten met plastische bewegingen toe te lichten, leert men op passende wijze ver voegen over de middelen van uitdrukking door het gebaar, terwijl de gymnastiek, doel . hebbende het lichaam te versterken, toch hare :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J. VflN 5CHRICK BOOTHSTRRflT UTRECHT OVER MUSSCHEN Nu het koren in zijn aren schiet, komen er weer kwade dagen voor de musschen en indi rect ook voor andere kleine zangvogeltjes. Als de boeren wolken van die grauwe graanvreters boven hun akkers zien zwieren en de leege aren of gebroken halmen aanschouwen, dan zijn ze al heel gauw met hun veroordee ling gereed : ,,la mort sans phrase". Met de executie verloopt het al naar omstandigheden. In sommige streken wordt er heelemaal niets aan gedaan en ik heb nog niet gehoord, dat daar veel landbouwers failliet zijn gegaan of hun pacht niet konden betalen. Elders heb je de oolijke instelling van de niusschengilden, waar het zoogenaamd nuttige met het zooge naamd vermakelijke wordt gecombineerd en een enkele maal, wat nog veel erger is, worden de kinderen aan hpt werk gezet, die aldus hun pas ontwaakte en meest zeer rudimentaire gevoelens van deernis leeren afstompen. In beide gevallen, musschengilde of kinderhulp, vallen er veel onschuldige slachtoffers, aller lei kleine vogels, die we niet kunnen missen. Dit is een zeer ernstige omstandigheid, zoo zelfs, dat Prof Ritzema Bos reeds in 1871) in zijn Landbouwdierkunde schreef, dat hij, gaarne aan huis- en ringmusch een, hoewel niet onvoorwaardelijke, wettelijke bescherming zou willen zien] verleend, omdat op die wijze het anders, naar 't schijnt, onvermijdelijke dooden van werkelijk nuttige vogels wordt voorkomen." Hetgeen intusschen niet voorCursus-oefeningen. Op den achtergrond de heer Mazure als leider Momentopname uit Amerikaansch Wiegeliedje": Momentopname uit, ,Sing Me to Sleep". Words byCliftonBingham. Musicby Edwin Daar breekt de tak" (de gierende wind werpt neer van de hoogte moeder en kind.) Greene: Our fingers as in prayer en-twine." illllliiilliillllllllllllliliillliiiiiiliiiiiiiiiiliiiiililliiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiimiiMiliiliiinimlilli' l Hm imllliiiiiiiiiiiiiliiiliiiiiiiiiiiiifiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuililtiliiiiii onafhankelijke beteekenis behoudt." En de heer Mazure, komponist van vele ge voelvolle gebarenspelen, leider van ver schillende damesklubjes in Zeeland, streeft naar deze veredeling in eenschoonenenkunstzinnigen vorm. En omdat zijn werken belangloos is en alleen uit innerlijken drang voort komt, verdient hij de aandacht van allen die zich bezighouden met onze geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Hij zal zeker gaarne aan ieder die belang In zijn werk stelt uitleg geven van zijn streven en zijn wijze van werken uiteen zetten. L i B E R T H E Y L iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiUiittiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiKiiiiHiiimiiiu Naar aanleiding van de openbare les aan de 's Gravenhaagsche Vak school voor Meisjes Het is meer naar aanleiding van dan over de openbare lessen aan bovengenoemde school, welke 24 en 25 Juni 1.1. gehouden werden, dat ik ditmaal wensch te schrijven. Het werk, dat aan die school verrich't wo dt, mag bekend genoeg heeten, zoodat ik er nu niet het licht op behoef te laten vallen. Uit het heele land komt men voortdurend kijken en bestudeeren welke arbeid er verricht wordt en hoe het geschiedt. Zijn er buitenlandsche gasten te onzent, die op de hoogte willen komen van ons meisjesvakonderwijs, dan verzuimt geen autoriteit een bezoek aan de school met hen te brengen. De faam van het werk er gedaan is dus wel voldoende door gedrongen en ook de laatste openbare lessen bewezen weer, dat de school haar goeden naam verdient en hoog houdt. Weer was alles in de puntjes verzorgd. Het gebouw, dat zeven jaar reeds in gebruik is, maakt steeds den indruk van geheel nieuw te zijn, omdat het zoo buitengewoon goed onderhouden wordt. Alles blonk en straalde en een der bezoeksters wist niet anders haar lof te uiten dan door te zeggen, dat zij meende in de school in het buitenland te zijn. De smaak, die op alles zijn stempel heeft gezet, is dan ook werkelijk soms onHollandsch, al herinneren de groote degelijk heid en nauwgezetheid, waarmee alles af gewerkt en in elkaar gezet wordt, weer vol komen aan die deugden, waardoor ons goede Holland in zijn besten arbeid zich steeds onderscheiden heeft. Doch wie in de kringen van ons vakonder wijs rondgekeken heeft en er volkomen thuis is, weet juist door deze school en haar bizonder verzorgde openbare lessen en tentoonstellingen dat er voor ons vakonderwijs gevaren dreigen, die niet te onderschatten zijn. De 's-Gravenhaagsche Vakschool heeft zich opgewerkt als geen andere inrichting in ons land en dat terwijl zij nog geen achttien jaar bestaat. Zij aanvaardde den arbeid onder zeer ongunstige omstandigheden. Maar on middellijk werd gestuurd naar de praktijk van het leven en de school wilde dadelijk voor het meisje wezen, wat een groote ambachtsschool reeds voor den jongen was : alle soorten opleiding betrok zij in haar leerplan. Rustig en toch rusteloos was men er aan den arbeid, zonder dat er ooit van overhaasting of proefnemingen sprake was, waarbij alles eigenlijk gaat ten koste van de leerlingen. Allerlei zaden werden weloverwogen aan den grond toevertrouwd en zorgvuldig werd er op de omstandigheden toegezien, waaronder ze rijpen konden. Vakonderwijs in de meest technische beteekenis van het woord werd er gegeven, zonder dat daarbij ooit werd ver geten, dat de vakarbeidster later een gezin te verzorgen kan hebben. In den onderbouw der school werden de fondamenten gelegd voor al de verschillende beroepen en vakken, door het meisje te leeren. In den bovenbouw kon zij in haar vak het tot grootere volmaking brengen. Ging het meisje van school na den cursus in de vooropleiding geheel gevolgd te hebben, goed ! Bleef zij, nog beter ! Zij werd dan nog anders voor den. bestaansstrijd uit gerust. Zoo werd het mogelijk, dat bijv. een leerlingetje op de school kwam dadelijk na de lagere school, alleen met vaardige vingertjes en een gewillig hoofd om te leeren en ze verliet om bijv:. ais leerares dameskleedermaken of lingerie eeft plaats in te nemen bij het vakonderwijs, waar zij n zich geheei kon geven n een positie bekleedde, waardig om er naar te streven door het leerlingetje, dat als kind nog op de school kwam. Wanneer men nu den verzorgden en degelijken leergang nagaat, lijkt het of het meisjes vakonderwijs op het oogenblik soms een plant dreigt te worden, die in de hoogte groeit uit gebrek aan kracht. Door de bepalingen der wet op het Nijverheids-onderwijs schieten op het oogenblik de zoogenaamde vakscholen als paddestoelen uit den grond. Zij worden in het wilde opgericht op kleine plaatsen soms, die vlak bij een groote stad liggen, ook daar, waar er versnippering van krachten dreigt. Het zijn vooral de volkshuishoudscholen, die er in groot aantal komen, in haar soort aller minst volmaakt, terwijl zij toch als vak scholen .beschouwd willen worden. De meisjes uit het volk krijgen er soms njarige cursussen, dan weer twee-jarige, zelden drie-jarige. Die scholen kunnen aanvaard worden als een soort voortzetting van de lagere school, maar het eigenlijke vakonderwijs dienen zij niet. De meisjes, die ze verlaten op veertien- of vijftien jarigen leeftijd, kunnen nog niet klaar zijn voor den echten beroepsarbeid. Zij doen wat handigheid op, maar vakarbeidsters kunnen zij nog niet wezen, ook omdat zij den boven bouw eener echte vakschool geheel missen, terwijl onze tijd voor alle beroepen in de eerste plaats dringend vraagt naar werk krachten, die haar vak kennen en van het leven geen andere vorming meer noodig hebben dan die der ervaring. Doch niet alleen voor do leerlingen dreigt er gevaar uit het versnipperen, en een onder wijs, dat in alles met een beetje volstaat. Er is door den snellen groei een groot gebrek aan leerkrachten en wie in de vakkringen thuis is, weet, dat er een strooming is, niet alleen om, wat nu niet anders altijd kan, leeraars en lecraressen aan te stellen, zonder betrouw bare bevoegdheid, maar ook om het met exameneischen op een accoordje te gooien. Er komt een streven om door schijnexamens het aantal leeraars en leeraressen bij het vakonderwijs kunstmatig te vermeerderen, wat natuurlijk in zijn beteekenis fataler is dan het aanstellen van menschen, aan wie officieel gén onderwijsbevoegdheid gegeven is, maar die men gebruikt, door den nood gedwongen ! Op verschillend gebied openbaart zich dit streven, niet om te roeien met de riemen, die men heeft, doch om ondeugdelijke voor geschoolde te laten doorgaan! Zoo bijv. werpen zich verschillende scholen op het vak : leerares kinderverzorging! Al lange jaren streef ik naar en ijver voor een betere opleiding van elk meisje voor haar moedertaak. Ik kan het dus slechts toejuichen en bet bereiken van het doel vinden, wanneer onze geheele meisjesopvoeding doortrokken wordt van opvattingen, die in elke vrouw de moeder en het gezinshoofd der toekomst zien. Maar het ople-den van leeraressen is een taak, de aiiten na grondige studie kan aan vaard worden en het is te vreezen, dat zij, die zeggen haar te aanvaarden zonder haar van alle kanten bekeken te hebben en haar te stellen onder de hoede van hoogstaande mannen en vrouwen, op zijn hoogst menschen naar de scholen sturen met een ontwikkeling, gelijk staande met die van een kinderverzorg ster. Een leerares is echter iemand anders! Haar opleiding kan maar niet overal uit den mouw geschud worden ! Aan deze overdenkingen moest ik uiting geven, toen ik de openbare lessen der 's-Gravenhaagsche Vakschool bijwoonde. Het moet mij voorkomen, dat deze school in een tijd van verwarring, overhaasting en een schipperen met degelijkheid als een soort baken te be schouwen is. Zij werd wat zij geworden is door inzicht, toewijding, nauwgezetheid en een volkomen afwerken van alle cursussen en opleidingen. Daarom kunnen zij, die goeden arbeid naar waarde schatten, geen vrede hebben met zoogenaamde vakscholen, die een voorbe reiding voor een vak al als afgedaan beschou wen, wanneer nog pas van een begin sprake is, en haastig zoogenaamde opleidingen in elkaar zetten zonder er rekening mee te houden, dat geen gebouw ooit als goed te beschouwen is, wanneer de fondamenten niet goed en de werklieden, welke ze op wilden trekken, onbekwaam waren. IDA H E ij E R M A N s UIJJIIIIIIIIIIIlHlllllllllllUlllllllllllllltllllllllllllllllltlllllllllllIIllllllllllII Wat de week bracht Op verschillende onzer zcebadplaatsen is in deze maanden een practische,omvangrijke ten toonstelling te bezichtigen. Ze is gebaseerd op den verkoop der in ons land reeds be kende tricot Lutétia-modellen. Aan het zeestrand met zijn afwisselende luchtgesteldheid en bolle zeewinden vallen die verwar mende kleedingstukken voor jong en oud zeer in den smaak. De verzameling modellen is zeer volledig. De wollen en zijden tricot-industrie heeft zich in kleur, vorm en uitvoering tot op een verbazende hoogte weten op te werken. Vooral de kleurtinten zijn in hun beschaafden en toch flink kleurbekennenden toon schit terend te noemen. Men vindt er oorspronkelijke modellen voor alle leeftijden. Van af de sierlijke, vroolijke. klein-kinderjurken tot de in gedekten toon met borduursel versierde robe voor de vrouw van middelbaren leeftijd. Verder mantels, jumpers, jerseys, japonnen, hoeden in alle schakeeringen der mode. Ve,I handwerk is er bij. Van dat echt mooi-rekbare handbreiwerk, dat de machine in gevoeligheid niet kan benaderen. Ook ziet men fraai geborduurde tullen robes en zelfs geregen kralen colliers. Want het Lutétia-werk is een ,,Oeuvre de guerre". De kunstzinnige handen van ver minkten, van blinden, van oorlogsweduwenen weezen, werken te Parijs met vlijtigen spoed voor het dagelijksch brood, Zij breien, zij borduren, zij tamboureeren, zij rijgen kralen, kortom zij voeren uit, wat men in andere Janden wenscht dat zij doen zullen. Elk werkstuk is er een van distinctie en goeden smaak. Nederlandsche vrouwen halen dit werk maandelijks uit Frankrijk en brengen het onder de oogen van de vrouwen en meisjes in ons vaderland. De regeering verleent daartoe alle mogelijke steun. De verkoop van de Lutétia-modellen draagt dus eenphilanthropisch karakter, waarover mej. G. Evertsz, Heuvellaan 12, Hilversum, als vertegen woordigster gaarne verdere inlichtingen ver strekt, j EL i s. M. ROGGE Gedicht Herinnering aan liefs in 't leven Blijve onberoerd, Hoe, wat de dagen om ons weven 't Ons weer ontvoert. Tracht hoog te staan en stil te dragen Het vreemd gemis, En koester het uw levensdagen, Of 't weelde is. TONY DE RlDDEK MIIIIIIIIIIIIIIIIIII EISCHT STEEDS SIPKES'JANIS iiiilllilliiiliiiiMlMH liiiiiiimiimiiiiiiimiiiii komen heeft, dat de nieuwe vogelwet van 1010 niet tot stand kon komen of er moest een zwarte lijst bij van vogels, die elke be scherming moesten derven en daartoe be hoorden dan allereerst de huisimisch en de ringmusch. Het musschenvraagstuk is nog even ver van zijn oplossing als vijftig jaar geleden. De positie van de musschen is er eer sterker dan minder sterk op geworden : ste den en dorpen zijn uitgebreid, duizenden hcktaren woeste grond zijn in bouwland veran derd en nog altijd worden roofvogels en uilen klein gehouden. Ook komen er goede dingen aan het licht, wij hebben de musschen leeren waardeeren als bladluizenverdelgers en dat is werkelijk geen kleinigheid. Onlangs is voor de goede uitvoering van de vogelwet een staatsornitholoog aangesteld, een bekend en origi? neel onderzoeker en als die de musschen eens onder handen nam, dan zouden we nog wel eens iets nieuws kunnen beleven. Het zou mij niet verwonderen, als het bleek dat Prof. Ritzema Bos het veertig jaar geladen reeds aan liet goede eind had gehad en dat de mus schen van de zwarte lijst gewoonweg konden verhuizen naar artikel !), waar ook nog genoeg gelegenheid bestaat voor verdrukking. Nu de vacantietijd ons weldra naar buiten brengt, zijn we allen in de gelegenheid om, al is 't ook oppervlakkig, onze aandacht aan het vraagstuk te wijden. Het zal u al spoedig blijken, dat die miisschenplaag, als zoo vele andere dingen, zeer ongelijk verdeeld is. In den Achterhoek van Gelderland kunt ge heele Ringmusch stukken tnsschen de rijpende rogge wandelen zonder een musch te zien, in sommige deelen van de Haarlemmermeer hangen ze als een onheilswolk over de velden. Of daar nu Amster dammers bij zijn, is nog altijd niet met zeker heid uitgemaakt ; er is echter wel reden, om te vermoeden, dat de stadsmusschcn in den tijd van het mclkrijpe graan naar buiten trek ken. Ook zijn er aanwijzingen, dat de gewone huismusch, die altijd en overal voor een stand vogel wordt versleten, er ook een najaarstrek op na houdt. Hetzelfde is ook buiten twijfel het geval met de ringmusch, die maar al te veel met de huismusch over n kam wordt geschoren. Het is een heel andere vogel, geheel verschil lend, niet alleen in kleur en teekening, maar ook in bewegingen, geluiden en maniertjes. Bij de huismusch zijn mannetje en wijfje ge makkelijk ie onderscheiden, doordat de man die zwarte borst vlek heeft, bij de ringmusch gelijken beide geslachten volkomen op elkaar. Allebei hebben ze den schedel egaal gekleurd, een mooi rossig bruin kapje, niet kastanje bruin, ook niet chocola-kleurig, maar iets van allebei en clan nog wat wijnrood er door. Dan onder het oog een groote zwarte vlek met een zwarte vlek er middenin en twee geel achtig witte dwarsstreepen op de vleugels. De rest van het gevedertc, lijkt ietwat op dat van de hiiisinusscheii, maar is toch fijner van teekening en wanner van toon, vooral in de onderveeren. Wanneer ge nu gaat uitkijken naar deze ringmuschjes met egaal bruine schedel, dan ?/uit ge bespeuren, dat ze nog lang niet overal te vinden y.ijn. In sommige streken van ons land, met name in Bloemcndaal, ziet men ze zelfs lang zoo veel niet als een jaar of tien ge leden. Vroeger nestelden ze geregeld in een of meer van mijn nestkastjes ; nu heb ik er al in vijf jaar gèeneen gehad. Langs I loog Duin en Daal zijn ze ook zoo goed als verdwenen en achter Elswoud, waar ze vroeger in de hol ten van populieren en abeelen zulke uitmundende nestplaatsen vonden, moeten ze tegen woordig gezocht worden, alsof het ik weet niet wat voor zeldzame vogels gold. Nu is inderdaad de ringmusch lang zoo'n wereldveroveraar niet als de huismusch, die maar een zeer kleine aansporing noodig heeft gehad, om zich te vestigen in Amerika en Australiëen ook daar tot een plaag te worden. In ons land is de ringmusch al zeer nabij zijn westgrens. In Groot-Brittaniëen Ierland be hoort hij al tot de zeldzame vogels; voor 1852 was hij in Ierland zoo goed als onbekend. De beroemde Schotsche ornitholoog, William Macgillivray kan in 1873 in zijn nog altijd zeer te waardeeren History of British Birds slechts een halve bladzijde wijden aan de ge woonten van de ringmusch, omdat het mooie diertje destijds in Schotland niet werd waar genomen. Thans nestelt het er langs de Oost kust en in Ierland ook reeds op enkele plaat sen in Devonshcre en Cornvallis ontbreekt hij nog altijd als broedvogel. Maar het aantal der trekkers, die lederen herfst de Noordzee oversteken is zeer groot. Zij blijven echter in Engeland, slechts enkele zetten hun reis voort tot in Ierland. Ook bij ons blijven ringmusschen overwinteren, maar dat zijn dan hoogst waarschijnlijk individu's uit Midden- of OostEuropa. Het is heel merkwaardig, dat wij nog zoo weinig met zekerheid weten van deze vogel soort en dat zij alvast maar geplaatst is op het lijstje de»r dieren, die vrijelijk mogen worden uitgeroeid. Intusschen is het alweer een troost, dat al die uit te roeien vogels zich voorals nog in Wakenden welstand bevinden en we hebben nog wel een paar jaartjes, om dat mnsschenvraagstuk eens op ons gemak uit te, werken. Elke wandelaar kan daarbij helpen. JAC. P. T u ij s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl