Historisch Archief 1877-1940
N°. 8847
Zaterdag 17 Juli
A°. 1920
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO J r., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
l Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Adverfentiën f075 per regel plus 10 cent dispositiekosten
INHOUD : Bladz. 1. Nieuwe Partijvorming,
door prof. dr. O. W. Kernkamp ; De sociali
satie van den Landbouw, door P. H. Burgers ;
Tijdgenooten, door dr. W. G. C. Byvanck.
2. De Vrede en de Conferentie, teekening van
Jordaan; Krekelzang, door J. H. Speenhoff ;
Buitenlandsch Overzicht, door prof. mr.
J. C. van Oven. 3. Het Roode Lampje, door
dr. Frederik van Eeden. 5. Voor de Vrouwen
(onder redactie van mej. Elis. M. Rogge) ;
De Nederlandsche Vrouw in de tweede helft
der 18e eeuw, door mevr. A. H. Loeff?Bokma;
Vrouwenbelangen, door mej. C. S. Groot;
Tentoonstelling van in de Kamer gekweekte
Planten; Uit de Natuur: De Winplaats
Wandelplaats, door,Jac. P. Thijsse. 7.
Scholeneenheid, door H. W. J. A. Schoof ;
Boekbespreking, door ds. K- Vos; O.L.T.A.,
door Edmond Visser; Prometheus II, door
Joh. Huyts. 8. Muziek in de Hoofdstad,
door H. J. den Hertog; Hofstad en
Hofstedelingen, door Nuchterling ; Een en ander
over den Heraldischen Adelaar, door C. H. W.
Verster ; Spreekzaal. 9. Leekenspiegel, enz.;
10. Charavaria ; Uit het Kladschrift van
Jantje; Het Rijksmuseum (Na de drinkpartij),
door H.V. ; Het Schietgat, door Melis Stoke.
11. De rede van mr. Treub in den Econ. Bond,
teekening van Joh. Braakensiek; Damspel
door K- C. de Jonge ; Feuilleton : Actueel,
door H. Visser.
Bijvoegsel t Het bedreigde Polen, teekening
van Joh. Braakensiek.
NIEUWE PARTIJ VORMING
i
De heer Treub heeft verleden Zater
dag aan den Economischer! Bond als
politieke partij het doodvonnis
beteekend. Zelfs al mochten de leden van
dien Bond zich tegen het vonnis ver
zetten, de uitvoering ervan zal alleen
worden opgeschort; zonder Treub als
leider kan de Bond zijn leven wel
rekken, maar de fut is eruit.
Daarmede is tevens de kwaal aan
geduid, waaraan deze partij sinds hare
geboorte leed. Zij dankte het betrek
kelijk groot aantal stemmen, dat zij
bij de verkiezingen van 1918 behaalde,
niet in de eerste plaats aan de beginse
len, die in haar programma werden
verkondigd, maar aan de eminente
persoonlijkheid van haar leider. Alleen
om Treub weder in de Kamer te brengen,
hebben velen hetzij hunne medewerking
verleend tot de oprichting van den
Economischen Bond, hetzij alleen hunne
stem uitgebracht op zijne
candidatenlijst. Het was te voorzien, dat zij
het daarbij zouden laten en zich, zoo
lang er geen nieuwe verkiezing in
aantocht was, niet weer druk zouden
maken voor den Economischen Bond.
Maar de nieuwe partij heeft het ook
hierom nooit tot een krachtig leven
gebracht, omdat het falikant uitkwam
met twee van de voornaamste ken
merken, die haar van andere partijen
moesten onderscheiden.
Zij had gehoopt ook toeloop te zullen
krijgen uit de gelederen van hen, die
tot nog toe met de kerkelijke partijen
waren medegegaan. Enkelen van dezen
zijn tot haar overgekomen, maar zeer
weinigen ; de overgroote meerderheid
bleef gevangen in het web der antithese.
Ook na het sluiten van den schoolvrede
bleek de onmogelijkheid om in Neder
land een politieke partijvorming tot
stand te brengen, los van godsdienstige
overtuiging of kerkelijke belijdenis;
men mag nu wel aannemen, dat zulk
een partijvorming nog geruimen tijd
tot de vrome wenschen zal blijven
behooren.
De Economische Bond had verder
zijne reden van bestaan willen zoeken
in het op den voorgrond stellen van
de behartiging der economische be
langen. Toen Mr. Treub in de
constitueerende vergadering van den Bond
het verwijt onder de oogen zag, dat
het programma van de nieuwe partij
slechts oud nieuws bevatte, zeide hij :
Dit is voor een groot deel waar; maar
in het feit alleen, dat het waar is, ligt
n van de meest afdoende bewijzen
voor de noodzakelijkheid van de op
richting van een bond als de onze.
Bijna al die economische eischen en
wenschen, die op ons program voor
komen, inderdaad, men kan ze terug
vinden in de programma's van andere
partijen. Maar het is door een van de
Kamerleden zelf ^00 juist gezegd :
wat is het verschil? Die eischen staan
daar op een zijspoor te verroesten, en
wij willen ze op het hoofdspoor zetten
en ze aan het rijden brengen."
Dit was waar op het oogenblik, toen
het gezegd werd, in December 1917.
Maar de gebeurtenissen van de laatste
jaren hebben voor alle politieke par
tijen de economische nooden in het
brandpunt der belangstelling geplaatst.
Het is er nog verre van af, dat zij hare
gedragslijn hebben afgestippeld ten
opzichte van de nieuwe vraagstukken,
die de veranderde economische struc
tuur der wereld aan de orde heeft ge
steld ; maar men kan haar niet langer
verwijten, dat zij zich alleen of hoofd
zakelijk met politieke quaesties bezig
houden. De tijdsomstandigheden be
vestigden de meening van de stichters
van den Economischen Bond, -dat aan
de behartiging der economische be
langen de voorrang toekomt; maar zij
bekeerden ook de andere partijen tot
dit inzicht ; daarmede werd de Econo
mische Bond als politieke partij over
bodig tenzij hij een eigen standpunt
zal weten te kiezen ten opzichte van
de maatschappelijke vraagstukken van
onzen tijd.
Blijkens hetgeen Mr. Treub den
vorigen Zaterdag heeft gezegd, gelooft
hij niet aan de noodzakelijkheid om
uit deze laatste overweging den Econo
mischen Bond in stand te houden.
Hij heeft in zijne rede den nadruk
gelegd op de schade, die aan de
vrijrfHF
MANG1N EN GOURAUD
n
Maar laten in allen geval mijn poitus
er ook hun part in hebben, zeide generaal
Mangin, toen hem het plan werd gemeld om
zijn leven te beschrijven. Hij wist al te goed
wat hij had te danken aan zijn soldaten. Zij
ook wisten wat zij aan hem hadden gehad.
Tusschen de mannen en hun chef was er
bij alle eerbied en bewondering een intieme
verhouding met die vroolijkheid gepaard die
bij den Franschen geest hoort.
De generaal had er niet toe kunnen beslui
ten zijn uniform met het strenge costuum te
verwisselen, hij had zijn rooclcn pantalon
behouden. Waarom draagt hij dat roode
ding? vroeg de eene soldaat aan den ander.
Wel, natuurlijk om zijn rooden d....
broek aan den vijand te kunnen toonen, was
het antwoord.
Het leven van den soldaat in den krijg,
maar ik bedoel van den soldaat die zich bewust
werd van zijn lot, sloot zijn drama in zich,
even als het geval was met het leven van den
generaal.
En welk verschil was er niet tusschen
beider gevoel van het krijgsleven !
Voor den een is het een inspanning, passie
meestal, en een opoffering, waarin zich dik
wijls bitterheid mengt, met die eene groote
oplossing van den dood op het slagveld als
het eind, voor den ander is het een strijd en
een spanning van wil en geest met het uit
zicht op triomf of nederlaag.
Men moet ze daar zien, de poilus,
marcheerend in den nevel achter elkander aan,
met een smalle lijn, uitgeput van vermoeid
heid, zich nauwelijks op de been houdend,
maar in 't gelid blijvend, met liet oog op den
voorman, zich sleepend door het diepe slijk
over de versperringen heen tegen den heuvel
of het fort in 's vijands handen, bijna niet
meer bij machte het doel te bereiken en door
een granaat getroffen wegzinkend in de
bloedige modder, maar de lijn sluit zich
weder aan, de voorman wordt gevolgd en men
komt tot het doel.
I! faut y aller a fond, jusqu' au dcrnier
homme. jusqur au dernier soufflé, a la
baïonnette et a la granade," zoo luidt de
marschorder.
Generaal Mangin, sinds 1010 commandant
van een legercorps, man van actie, is overal
waar slagen vallen en worden uitgedeeld.
In den tijd dat Nivelle in Verdun het bevel
voerde, heeft hij zich laten kennen door de
inneming van het fort Douaumont. 3500
gevangenen werden daarbij gemaakt, waar
onder meer clan honderd officieren ; dezen
beklaagden zich over hun slecht logies.
Bied hun wel mijn excuses aan," liet Mangin
den ofiidercn antwoorden, ,,wij wachtten
hen niet in zoo groot aantal !"
Tot den winter toe heeft de generaal bij Ver
dun gevochten om de streek van vijanden
schoon te vegen. Toen kwam tegen Kersttijd
het vredesaanbod van den Keizer.
Maar, stelde een manifest van Mangin
aan zijn groep divisies vast, wij hebben
nu de zekerheid van den eindelijken zege
praal.
Na den slag van 15'December op een ter
rein dat bijzonder gunstig was voor den ver
dediger, en in een seizoen dat voor ons groote
bezwaren opleverde," ging de generaal voort,
,,is het voor niemand meer de vraag of het ons
mogelijk zal wezen een talrijker vijand met
een geweldige artillerie te overwinnen. Wan
neer wij onze bewegingen juist maken, onze
artillerie en vliegtuigen goed weten te gebrui
ken en onze infanterie, wel onderlegd, zich
flink en wakker gedraagt, dan kunnen wij
onder het opperbevel van een chef als Nivelle
zinnige idee wordt toegebracht door
de bestendiging van de innerlijke ver
deeldheid der linkerzijde.
Hij heeft als zijne meening te kennen
gegeven, dat hetgeen de staatkundige
partijen ter linkerzijde scheidt, door de
omstandigheden naar achteren wordt
geschoven, dat hetgeen ze samenbindt,
thans zoozeer naar voren komt, dat
de tijd is aangebroken om met ernst
te overwegen, of men niet hetzij tot
een fusie, hetzij althans tot een zeer
nauwe samenwerking kan geraken."
Voordat wij aan dit signaal tot ver
zamelen gehoor geven, zouden wij de
sterkte willen onderzoeken van de
kracht, die de partijen ter linkerzijde
samenbindt.
Wat noemt de heer Treub als het
cement der vrijzinnigen?
Het volgende :
De verschillende vrijzinnige par
tijen en de niet op eenigen dogmatischer!
grondslag georganiseerde belangen
groepen en vrouwenorganisaties mogen
op bepaalde punten afwijkende nuan
ceeringen vertoonen, alle zijn zij een
stemmig over de noodzakelijkheid om
het economisch fundament van het
Nederlandsch volksleven thans zoo
veel mogelijk te versterken ;
alle zijn zij het met elkander eens,
dat die versterking niet gezocht moet
worden in het aan-banden-leggen of
wat nog erger is : op zijde schuiven
van den particulieren ondernemings
geest en dat, hoewel het op het oogen
blik nog zeker niet aanstonds zal
kunnen geschieden, de staat en zijne
organen hunne bemoeiingen met handel
en verkeer zoo snel en zoo veel mogelijk
zullen moeten beperken ;
alle willen zij ook de algemeene volks
ontwikkeling, welke betere materieele
levensvoorwaarden als fundament niet
missen kan, bevorderen en verhoogen
langs wettigen weg ;
alle staan zij vijandig zoowel tegen
over het consequent r'.:volutionaiie
drijven der communisten als tegenover
het revolutionaire opportunisme der
sociaal-democraten ;
alle voorts zijn zij eenstemmig in
hun liefde voor de vrijheid van den
geest en staan zij pa! tegen elke
overheids-inmenging in die vrijheid, tegen
elke poging om haar aan banden te
leggen."
Wij hebben dit lange citaat uit de
rede van Mr. Treub overgenomen,
omdat het naar onze meening erop
aankomt of men de staatkundige ge
dachten, die daarin worden geschetst,
voor een stevige basis houdt, waarop
het gebouw van een vereenigde vrij
zinnige partij kan worden opgetrokken.
In een hoofdartikel van de Nieuwe
Rott. Courant werd betoogd, dat men
de door Mr. Treub gegeven schets van
de gedachten, die alle vrijzinnigen
gemeen hebben, kan aanvaarden en
niettemin erkennen, dat er binnen die
grenslijnen ruimte is en moet zijn voor
verschil in temperament en humeur."
De schrijver van dit artikel voelt
weinig voor een fusie van alle vrij
zinnige partijen; hij zou het beter
achten, wanneer de Liberale Unie
zich oploste en hare leden een keus
deden tusschen de partij der vrije
liberalen en die der vrijzinnig-demo
craten ; de leden van den Economischen
Bond en' van de kleine belangen
partijen zouden dan vermoedelijk dit
voorbeeld moeten volgen.
Binnen de grenslijnen, die de heer
Treub trok, is er inderdaad ruimte voor
verschil in temperament en humeur"
maar laten zij ook niet ruimte voor
verschillende opvattingen omtrent de
taak van den staat op economisch
gebied, voor opvattingen, zóó ver
uiteenloopend, dat wie ze huldigen niet
meer tot dezelfde staatkundige partij
kunnen behooren?
Van den stichter van den Econo
mischen Bond mag men veronder
stellen, dat hij de vereenigde vrijzinnige
partij voornamelijk op economisch
terrein hare werkzaamheid zal willen
doen uitstrekken.
Wat is nu volgens hem de gelijkheid
van denkbeelden op economisch gebied,
die de samenstelling van alle vrijzinni
gen tot ne partij zou rechtvaardigen?
Dat zij eenstemmig denken over de
noodzakelijkheid om het fundament
van ons volksleven te versterken
is dit meer dan een phrase ?
Dat zij den particulieren onder
nemingsgeest niet willen aan banden
leggen of op zijde schuiven en zoo
spoedig mogelijk de bemoeiingen van
den staat met handel en verkeer willen
beperken maar dit is alleen iets
negatiefs ; hier ontbreekt elke positieve
uitspraak omtrent de taak van den
staat.
Men kan den particulieren onder
nemingsgeest voor een onmisbaren
factor in het maatschappelijk leven
houden en toch voor sommige bedrijven
de noodzakelijkheid van staatsinmen
ging erkennen.
Men kan de bemoeiing van den
staat met handel en verkeer" wordt
hier opzettelijk gezwegen over de
nijverheid" of het bedrijfsleven"?
voor zooverre die uit de oorlogsomstan
digheden voortvloeide, geleidelijk willen
opheffen en toch van meening zijn, dat
de staat zich voortaan met de voort
brenging zal hebben te bemoeien.
Met andere woorden : men kan de
schets, die Mr. Treub gaf van wat de
vrijzinnige partijen samenbindt, onder
schrijven en toch met andere vrijzinni
gen aanmerkelijk verschillen, niet
slechts in temperament en humeur,"
maar in de opvatting van de taak van
den staat ten opzichte van de maat
schappelijke voortbrenging en ver
deeling.
Zoodat wij zouden willen betwijfelen,
de gelederen van den vijand doorbreken.
Wij hebben de methode en wij hebben
den leider. Dat geeft ons de zekerheid van te
slagen."
,,Wij wisten", zoo legde naderhand op het
terrein zelf maarschalk Pétain den slag van
15 December 1!UG uit aan Konine Alfonsus
van Spanje, dat de mannen als zij geen
bovenmenscheliiken moet! bezaten, niet legen
die hel van het geschut konden ingaan. Zij
zijn er toch tegen ongetrokken. En zij zijn er
doorheen gegaan."
De beslissende aanval, het offensief in
grooten stijl, zou dan door samenwerking
met het Engelsche leger geschieden in het
voorjaar van 1(J17. Nivelle, de groote, voort
varende chef, men was er van overtuigd, zou
liet plan, nog door Joft're opgemaakt, met
ijver volvoeren.
Aan Mangin, als commandant der zesde
armee, was een voorname rol toevertrouwd.
Hij geloofde met hart en zie! aan het succes.
Reeds zag hij de Duitschers over de Fransche
grens heengejaagd, uit Belgiëverdwijnen.
bc marschen immers waren, bepaald, de pun
ten waar men den vijand de nederlaag zou
toebrengen, stonden vast, de tijd was secuur
uitgemeten.
n verklaarde Nivelle zich niet tevreden en
gerust !
Waarom moest er tegenwerking uit het
eigen kamp voortkomen? Het ministerie,
waarin Painlevéhet departement van Oorlog
had genomen, onlangs eerst opgetreden,
toonde zich onzeker en aarzelend, enkele ge
neraals kritiseerden het krijgsplan, sommige
Kamerleden wantrouwden het beleid van Ni
velle, ja, van den beginne af, toen het een
maal tot actie zou komen, lag er over den slag
van April l!)17, die voor een definitieve over
winning bestemd was, een nevel van twijfel,
terwijl toch zoowel officieren als soldaten een
vaste hoop bleven koesteren. Het i f. rooi' de
laatste maal, t/iuiit.?Dat was het woord, dat
in de rijen rondging.
Mangin's troepen waren gelukkig bij den
aanval op 16 April, ofschoon zij verkregen
verre van geheel wat de voorgeschreven taak
was geweest ; de twee volgende dagen gingen
zij luisterrijk voort met het offensief, duizen
den en duizenden gevangenen werden gemaakt
maar toen kwam op eenmaal het bevel den
opmarsen te staken. Nivelle had de belofte
gegeven, wanneer het bedoelde resultaat niet
zou worden bereikt, de actie geheel on te geven,
hij ordonneerde thans den stilstand. En het
heette dat de slag niet anders dan een
menschenmiiord op groote schaal was geweest.
Tegen Mangin, als was het een afspraak,
keerde zich nu de meening der menschen. F.r
werden overdreven getallen genoemd over de
verliezen; welke zijn armee had geleden. Men
ging zelfs over tot vervalsching der tabellen,
en telde de doode Senegalcezen tweemaal,
eenmaal ais soldaten en een tweede maal als
zwarten. Men verlangde onstuimig dat de
generaal van zijn post werd ontheven. Toch,
in werkelijkheid had zijn armee minder gele
den dan cie andere groepen van divisies.
Nivelle wilde hem eerst niet loslaten. Dan
gaf hij t«e, en hij zelf werd cenige dagen
later vervangen.
Generaal Pétain kreeg het opperbevel.
Het eerste wat hij had te doen, wa? het moreel
van het leger te herstellen. Het had door den
tegenslag en de propaganda van onzuivere
elementen sterk geleden. Het herstel had door
fusillades plaats.
Onder de toejuiching der socialisten in het
Parlement sprak Painlevévan de generaals
die de rol van Napoleon wilden spelen en die
onder den grootschen sch'jn van htm manoeu
vres de leegte en het gemis aan voorbereiding
van hun maatregelen trachten weg te bergen.
Ziin redevoering kon gelden voor Nivelle,
maar zij ging direct tegen Mangin. Hij was
de kwade man.
De commissie v?n onderzoek. Foch en
Goiiraud hadden daarin zitting, waarvoor
de generaal moest verschijnen, sprak hem
echter vrij van alle schuld. Hij blijft die hij
geweest is," was het eindoordeel, de prach
tige aanvoerder bij Verdun, wiens geweldige
of er reeds ernstig sprake kon zijn
van een nieuwe partijvorming der
vrijzinnigen, zoolang deze hunne mee
ning ten opzichte van de nieuwe econo
mische vraagstukken niet scherper
hebben geformuleerd. >.. $
Maar de verdere uiteenzetting van
deze meening moeten wij voor een
volgend artikel bewaren.
KERNRAMP
Illlllllll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIMIIIIIIIIIIIIII1
SOCIALISATIE IN DEN
LANDBOUW
Van de politieke, socialistische voorstellen
inzake een maatschappelijke reorganisatie zijn
die van het Duitsche Spartakus en de
Hollandsche S. D. A. P. wel het meest uiteen
loopend. Voorzooverre die voorstellen betrek
king hebben op het grondgebruik (landbouw
enz.) wijken ze al zeer sterk van elkaar af
en het is duidelijk, dat in de oorspronkelijk
Marxistischebewegingideeën tot uiting komen,
die met elkaar in flagranten strijd zijn. Het
was vóór den oorlog reeds duidelijk dat het
vraagstuk van de socialiseering van den land
bouw wel het lastigste was op te lossen in
de theorieën der geleerde leiders. Eduard
David had reeds een knap werk over deze
zaak geschreven, dat op landhuishoudkundig
gebied werkelijk zeer heldere denkbeelden
weergaf, maar dat in gebreke bleef een op
lossing te geven in socialistischen zin. De
revolutionnaire ontwikkeling der laatste jaren
heeft nu tal van leiders de pen doen grijpen
om hun socialisme te toetsen aan het land
bouwvraagstuk en een theoretische oplossing
te geven van de geweldige moeilijkheden die
hier hun maatschappelijk systeem in den weg
staan.
Kautsky was, een der eersten, klaar met
een programma, dat voorstelde de socialistische
ontwikkeling te doen plaats hebben onder
leiding van gemeentelijke besturen, die de
boeren bij elkaar zou voegen door een soort
van een coöperatief systeem bij de
grondbewerking, den aan- en verkoop, enz. enz.
Zuiver Duitsch voelend verliest de betcoger
al te veel de klein- en middelbedrijven uit
het oog en is zijn schema te los van
practische mogelijkheden van toepassing. De
geweldige ruilverkaveling die noodig zou zijn
voor zijn systeem is practisch onuitvoerbaar.
Trouwens de brochure van Kautsky bevat
talrijke plannen die, zoo men ze tot uitvoe
ring wilde brengen, schipbreuk zouden lijden
op de bestaande, zeer ingewikkelde toestanden.
Meer rekening *net den bestaanden toe
stand houden Spartakus en de Nederiandsche
S. D. A. P. Zij geven overigens een totaal
verschillende oplossing. In hoofdzaak komen
hun voorstellen op het volgende neer.
Spartakus wil de groeibedrijven direct ont
eigenen voor de gemeenschap. Als
grootbedrijven rekent het al degene waar naast de
boerenfamilie en de inwonende knechts, nog
arbeiders voor het werk noodig zijn. Deze
scheiding tusschen groot- en kleinbedrijf is
beter dan die naar de oppervlakte van het
gebruikte land, maar is niettemin in de
practijk lastig door te voeren. Deze onteigende
bedrijven komen onder het bestuur van een
zelf gekozen Gutsrat", welke raad beslist
over het aannemen en ontslaan van arbeids
krachten, vaststelling der loonen en van den
arbeidsduur, samenstelling van het bedrijfs
plan, de aflevering van den niet voor eigen
behoeften noodigen oogst, de vaststelling der
benoodigde grondstoffen en hulpmiddelen als
zaaizaad, fokvee, mest, voederstoffen enz.enz.,
vaststelling der benoodigde levensmiddelen,
kleeren en huishoudelijke artikelen voor de
verschillende gezinnen, en de vaststelling van
het benoodigde bedrijfskapitaal.
Centrale banken zullen deze bedrijven
gang eerder wat ingetoomd moet worden dan
dat hij een prikkel behoeft." Het was verre
van een blaam.
Heeft Mangin toch gedacht zijn ontslag te
nemen? hij heeft het idee opgegeven, toen
Clemenceau het bestuur der zaken in handen
kreeg. Clemenceau heeft hem een commando
teruggegeven. In den grooten slag van Frank
rijk van het jaar 1918 is Mangin de aanvoer
der der 10de armee.
Generaal Gouraud is de bevelhebber ge
weest die in Juli van dat jaar de kans der
Duitschers tegenover het Fransche leger heeft
doen keeren. Aan het hoofd der 4de armee
heeft hij in de Champagne weerstand geboden
aan den Duitschen schok. Von Einein, de
Duitsche aanvoerder, was. zeker van de vic
torie ; hij stuitte tegen een, onverzettelijk
leger. Het waren de soldaten door Gouraud,
den vriend van generaal Pétain, afgericht en
geleid. Met hen heeft hij den vijand voor zich
uitgedreven.
Tegelijkertijd was de geweldige gang"
van Mangin aan het werk. Men heeft hem
willen matigen ; Pétain heeft gewaarschuwd
en Fayolle heeft vermaand ; maar Mangin
had thans Foch op zijn hand, en hij drong
ongehinderd naar de victorie. Men heeft hem
ons geschilderd, hoc hij zijn voorbereiding
tref t'met het oog op den aanstaanden veld
slag. Met liet oo», zoo is de ware uitdrukking ;
want in dat gretig, pittige, vurig schitterende
oog van den generaal glanst vooruit de heftige
begeerte naar de overwinning. Vooruit! is
zijn devies.
"Wat is hij blij geweest, toen hij de frissche
onstuimigheid der Amerikaansche troepen
zag. . Gij zij t er op los gegaan alsof het een
feest was". Vons y avcz couru comme d unc
iele," heeft hij hen toegesproken, en het feest
der bevrijding van het vaderlandsche grond
gebied heeft generaal Mangin gevierd.
W. G. C. B Y v A N c K