De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 17 juli pagina 10

17 juli 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 Juli '20. - No. 2247 CHARIVARIA Op de glibberige paden Toen reed de auto met den rijkskanselier en minister Simons voor. Een wolk van fotografen ontlastte zich over hen." (N. R. C.) Het nakroost van Klaasje stond nog als een paal boven water, in de schoe nen van zijn populariteit, als het maar, voor zoover niet zelf gedoctoreerd, alle teenen en alle exteroogen, juridische en theologische, zorgvuldig uit den weg wilde blijven". (J. Abbing, Uit het leven van een denkende vrouw.) TJIT HEET lECILA.ÜSOIHIIR.IIFT V-AJST Op de steile trappen Want deze besprekingen zouden even weinig vrucht gedragen hebben dan die te BieIefeld".*(N. v. d. D.) De nominatief-accusatief constructie Het onthoesde trijp kende ik uit een tweede-hands meubelmagazijn en heeft niets kostbaars". (N. c.) Onbekende bijzonderheden uit het leven van Pilatus Voorbeelden hiervan zijn de David en Saul, het Joodsche Bruidje in het Rijksmuseum en de Pilatus, die zijn handen wascht in het Museum te I New-York." (N. R. C.) '" i __ Excusez de peu Het is alles heel amusant, en alleen maar heel jammer, dat het lot van millioen volkeren inderdaad nog altijd van dit gedoe afhankelijk is." (Hbl.) ' De rechtbank heeft gisteren veroor deeld W. S., tot 6 maanden gevangenis straf, wegens het oplichten van een ijswagen." (N. R. C.) Had dat ding dan pok gauw weer neergegezet, toen de smeris kwam! iiiiuiiiiiinimiuiiiiiiiiiiiii HET RIJKSMUSEUM NA DE DRINKPARTIJ Bij schilderijen van Jan Steen vraag ik me altijd, meer nog dan bij de producten van an dere schilders, b.v. Pienernan, af, wat men er mee in de toekomst zal doen. Want een ding is dunkt me wel zeker: dat men ze later met heel andere blikken zal bezien dan wij, die er altijd nog betrekkelijk dichtbij staan en ook, zij het in bescheidener mate en in beschaafder vormen, onze feesten en fuiven hebben, die gradueel zeker, maar principieel niet van Jan Steen's festiviteiten verschillen. En de toekomstige maatschappij zal die fees ten niet kennen en wat meer zegt, zal zelfs de gedachten aan die tooneelen willen bannen. Wanneer ik zoo eens mijn oogen sluit voor dat schilderij: Na de drinkpartij" en ik tracht me, naar de verschillende voorafschaduwingen van en profetiën betreffende die toekomstige maatschappij, eenigszins een beeld daarvan te scheppen, dan zal het zijn: arbeid en nog eens arbeid, 's Ochtends staan alle dagarbeiders en dagarbeidsters tegelijk op en eten tegelijk hun gelijk ontbijt en gaan tegelijk op dezelfde wijze, met dezelfde stappen naar de plaatsen, waar zij moeten zijn. En na hun dagarbeid voltooid te hebben begeven zij zich huiswaarts, eten zij hetzelfde middagmaal. Dan komt de avond, waarin zij zich op onberispelijke, het zedelijk gehalte zoo mogelijk nog verhef fende wijze ontspannen, muziek hooren, lezingen verwerken, drama's zien vertolken VAN EEN KONINKLIJKEN SCHIMMEL Een goed ruiter viel van z ij n paar d." Daarmede is niet gezegd dat ieder die van z ij n paard valt een goed ruiter is." Dit is een ware geschiedenis met een ver bijsterend slot. En wanneer je haar tot het eind toe verdragen hebt, lezer, verzoek ik u het begin niet in twijfel te willen trekken. Ik heb een man gekend die zich door de aandacht van zijn toehoorders liet verleiden op bedenkelijke zijwegen van het pad van waarheid en waarschijnlijkheid. ' Gedurende het vertellen van anecdoten zag men die uitbotten en uitwoekeren in fantas tische vgetaties zijn fantaisie strikte, als lianen, om alle dingen waarvan hij wel eens gehoord of gelezen had, betrok bekende persoonlijkheden in zijn eigen simpel avontuur, en liet hem in het eind van het verhaal in een tragicomische apotheose van leugens, geschied kundige feiten, en een heel klein beetje ver wrongen waarheid. Ik hield van dien man. Want hij had nimmer de onaangename opzettelijkheid van u nu eens iets absoluut (hij zeide nimmer beslist") waars te willen vertellen. Hij was geen onaangenaam docent, maar een rijke fantast, die ons en zichzelf een even groot genoegen deed; want het goochelspel van onze fantaisie heeft dan alleen waarde wanneer we de middelen bezitten het op anderen over te dragen. En dan op een wijze die hen evenzeer meesleept als onszelf. De geschiedenis en de letterkunde hebben specima gekend van die soort van fantasten die wél weerzinwekkend zijn. Ik bedoel die, welke in hun optreden en IIIIUlllllmlIMIMIUIIIMMIIMlmlII CADILLAC Het Meesterstuk der Autotechniek Importeur: K. LANDEWÉER, UTRECHT IJlIIIIIIIIIMIIIIlIIIIIIIIJIIIllllIIIIIIIIillllllllIlIIJIIIIIillflflIIMIMlJJIIIIIIJl llllflJIIIIIIIiJJlJflIHIIlllflIllflIIJIIIllllllllllIlllllllllllllilIIIIJillllllllllllIlllIIlllHllllllllllHJIIIflIIIMlIIIIIIIIIIIIIllllll JAC. URLOS HAYUU 12 ets, sigaar, HATTINK&Co. REMBRANDTPLEIN 62 Hoek Amstelstraat, AMSTERDAM. IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII en genieten van alles, wat de arbeiders, die aan de zedelijke verheffing (voor zoover mogelijk) arbeiden,hun kunnen voorzetten. Dan zullen er ook schilderijen te zien zijn, 'savonds na den dagarbeid. Maar die schilderijen moeten alleen verheffende composities zijn, die de menschen hooge gedachten en ideeën, nog hoogere dan ze reeds hebben, moeten bijbrengen. Daar zal dan plaats zijn voor de zinvolle, hooggestemde composities van Piet Mondriaan, die in ons Rijksmuseum slechts vertegenwoordigd is met n, zegge n compositie (zaal 353 ingang Hpbbemastraat) en voor de houtsneden en heerlijke werken van Erich Wichman, voor wiens producten ons Museum nu nog helaas gesloten is; Laurens van Kuik zal met zijn meesterwerk de plaats van de Nachtwacht innemen, en de nummers van itiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii uiterlijk iets hebben van den waarheidsge-* trouwen mensch. »?.» De binnenvetters, de kaalhoofdigen, kaaljassigen, parapluiedragenden, die stille man netjes, ofAde bleeke, pretentieuse of agressieve vrouwspersonen, die achter hun gematigd optreden-naar-buiten de gruwelijkste, bloe derigste en meest-misdadige fantaisieën koes teren die droomen, met gebalde vuisten, van dingen die ze nimmer zouden durven zeggen of doen, en die niemand doen deelen in hun vrekkig opgepotte verbeelding. Zijn de parasieten op het gemeengoed der fantaisie, de misdadigers die de klad brengen in het vak van beoefenaar des schoonen logens.... zij die het bederven voor hen die iets hebben te uiten van hetgeen henzelf dierbaar is. Ik vraag mij af of zulk een inleiding wel noodig is tot een ware geschiedenis. Maar zij moest mij van het hart. Misschien zal zij mij beschermen tegen brieven en bedreigingen van historici die mij verwijten mochten dat ik twee feiten met elkander in verband breng, te weten : ? A. dat koningin Alexandra van Engeland voor zes jaar een circus in Londen be zocht, en B. Dat de koning van Denemarken van zijn paard is gevallen toen hij aan het hoofd van zijn volk het lier-kregen Sleeswijk binnen wilde nijden. Kort vóór den oorlog reed, in een circus te Londen, een rijderes van bijzondere capaci teiten. Zij bereed een door haar zelve voortreffe lijk gedresseerden schimmel in alle gangen der lagere, bijzondere-, algemeene-, middelbare-, hooge- hoogste-, en allerhoogste school. En het sportieve publiek van de Season juichte haar toe. Haar roem ging den gebruikelijken weg ; De trainer van de paarden van Lord X had het in een bar gehoord van den directeur van het circus. Op een vrijbiljet had hij de voorstelling bijgewoond en gejuicht. Lord X, een ongetrouwd man, hoorde het van zijn trainer in de stallen. Hij sprak er over in zijn club, en na het diner ging Lord X met eenige vrienden in een loge zitten en zij juichten. The Honourable^Y. was onder hen. Hij dineerde den dag daarna bij Lady Z, en vertelde het verhaal. Den dag daarna bezocht Lady Z. met haar jongen vriend Sir John het circus in een loge grilleéen zij drukten elkaar de hand, zouals Engelschen dat alleen doen bij de hoogste vervoeringen dit leven.. : het zien van een goed gereden paard. Jacoba vanHeemskerk zullen den wand beslaan, dien thans Pieneman's Veldslag bij Waterloo zoo egoïstisch bedekt. Maar als een paal boven water staat, dat Jan Steen, v.d. Helst, Johan Spilberg, Dirk Stoop, (och, vul het zelf maar aan met alle schilders tot op heden, die schilderijen hebben vervaardigd, waarop ook maar n wapen, n soldatenjas, n drank beker, anders dan voor water, melk of limo nade, geschoten wild, n jachtpartij enz. voorkomen) verwijderd worden en verbrand. Want zij zouden slechts het kleine hoopje ontbrandbaar goed in de toekomstige menschenharten, dat nog vatbaar is voor de dingen van deze wereld, kunnen doen ontvlammen, met alle narigheid daaraan voor die toekomst maatschappij verbonden. Ik staak mijn droom, ik doe mijn oogen open en zie Na de drinkpartij". En ik vraag me af, of Jan Steen het ook waarlijk niet een beetje te bont heeft gemaakt ook voor menschen, die minder revolutionaire plannen koesteren, b.v. voor drankbestrijders, voor rein-Ieven-menschen, voor paedaeogen. Een drankbestrijder zou aan de hand van dit schilderij een lezing kunnen houden voor niet-geheel-onthouders. Hij zou kunnen zeg gen : Ziet eens hier, mijn toehoorders, waar toe de drank den mensch al niet brengt. Ziet die verwezen uitdrukkingen op de gelaten van dien man en die vrouw; ziet hun indecente houding, ziet het afgebrande dorp om hen heen. En het allerergste : nog hebben ze niet genoeg ; nog eens moet de beker ge ledigd en volgeschonken, nog meer van den ver vloekten alcohol moeten zij in hun keel gieten. En nu reeds zijn ze zoo ver weg, dat Jan Steen boven hun hoofd het rijmpje hangt: Wat baeten kaers of bril, als den uyl niet zien en wil." En nog hooger laat hij des drinkers beste SS Ql U RN C HE ClCFVRETTES jas door een paar mannen wegstelen. O, laat den drank toch staan, die den mensch tot zulke dingen voert!" Wat de rein-leven-man er van zegt, zal ik hier niet navertellen maar wel wil ik iets zeggen over de paedagogische waarde. Dagelijks lezen we van beroovingen. Wie zal nagaan, of de mensch, die in de environs van de Oude Kerk de eerste berooving in scène heeft gezet, niet geïnspireerd is door deze schilderij van Jan Steen? Wat baetcnkaers of bril als den uyl niet zien en wil." Ik -zal toch niet de eenige be zoeker van het Rijksmuseum zijn, die zich klaar en helder kan voorstellen wat er met dien armen dronkelap gebeurd is dien dag. Het was natuurlijk zoo : ,Hij had een goede zaak gemaakt en zou zijn wél, maar gemakkelijk verdiende geld gaan halen. Voordat hij uit ging had zijn stokoude moeder hem nog gewaarschuwd, en hetn voorgehouden dat : zoo gewonnen, zoo geronnen" was. Doch hij had haar twee klapzoenen gegeven en uit geroepen : Bang moedertje, u zal direct de duiten eens zien !" Toen was-ie uitgegaan en had het geld gebeurd. Maar geldtransac ties als deze kwamen, en komen trouwens ook, zelden tot stand zonder een borrel. En zoo namen hij en zijn zakenvriend er een, twee, ja drie. En in diezelfde herberg zat ook dikke Mien. Hij kende dikke Mien alleen maar van aanzien, en wist van haar, dat haar levens wandel niet tot de onberispelijkste behoorde, doch er was nooit een gelegenheid geweest om kennismaking aan te knoopen. Dikke Mien zag de duiten rollen en als een mug op het Van Lady Z. uit geraakte het verhaal aan het hof.. en toen er eenmaal in Buckingharn Palace van gesproken werd liet de heelenobility, yeomanry en haute volée zich in het cir cus zien en juichte. De roem der rijderes bereikte haar culmi natiepunt toen, op zekeren avond, de koning in-moeder zelve het circus bezocht. Zij juichte natuurlijk niet. Gekroonde hoofden juichen niet, maar worden toegejuicht. Maar haar enthousiasme vond expansie in de grootste uitbundigheid die een gekroond hoofd der wereld toonen mag voor de presta ties van een kunstenaar, geleerde of kunstrijdster : zij liet de dame-in quaeslie in haar loge ont bieden. ! ! ! ! Welk een gebeurtenis: De drukkerij van het circus werkte den heelen nacht daarop door om het feit op affiches te melden. De circusrijdster en de directeur sliepen diezelfde nacht niet (ik insinueer niet, lezer), van opwinding en vreugde. En alie circus-confraters besteedden dien zelfden heele nacht aan achterklap en kwaad sprekerij. Den volgenden morgen lag de hooggedresseerde schimmel dood in zijn box. Vergiftigd ! ! ! Men weet tot op dit oogenbik niet wie de schanddaad beging, doch booze vermoedens rusten op den clown Piëtro en de uikelaarster La Favorita" die sindsdien zijn uit geweken naar Z. Amerika en tango dansen in het Ritz-Hotel aldaar Wie nmaal de koninklijke genade geniet is niet zoo spoedig uit het zonnetje. Het nieuws van het verscheiden des schim mels geraakte, ditmaal langs directen weg (de Pers) aan het hof bekend. En andermaal roerde zich het gekroonde hoofd. Ln andermaal gaf het uiting van medege voel jegens een nevenmensch en ontbood de zelve. Dezelve verscheen in zwaren rouw. (Men rouwt zwart voor een schimmel). Het gekroonde hoofd beschuldigde zichzelve de aanleiding geweest te zijn tot den laaghartigen moord schudde meewarig en De circusrijdster mocht het schoonste witte paard uitzoeken in de koninklijke stal len .... Nu moet men weten dat de koninklijke stal len in Londen zér veel witte paarden bevatten, (Prins Hendrik heeft er slechts zes). Bij bijzondere gelegenheden worden alle hofrijtuigen er door getrokken. Zij koos. , Wér drukten de af fiche-fabrieken een heelen nacht. Wér deden gedurende dienzelfden nacht de directeur en de rijdster geen oog dicht. Maar ditmaal bleven voor zulk een blijk van ge kroonde genade de booze tongen der confraters stil.... En zij zouden allen nog lang en gelukkig geleefd hebben naar het ouil en beproefd recept.... indien niet.... Indien niet in den zomer van 1020 het ko ninkrijk Denemarken in het bezit van de eer ste .zone van Sleeswijk hersteld ware gewor den. Schrik niet lezer.. Van Amazone tot Zone., i! n'y a qu'un pas. Un pas qui contc.. als je wilt, of een faux pas.. Het verband blijke uit het volgende : De Deensche geschiedkundigen, heraldici en vrienden van vorst en vaderland ontdek ten in grauwe folianten dat de Deensche koning het nieuw-gewonnen gebied behoorde binnen te rijden aan het hoofd van zijn volk zittend op een witten hengst. Denemarken levert porceiein, boter en vleesch, doch bij uitstek weinig witte hengsten, dewelke daar schaarsch zijn. Geen enkele was schoon genoeg voor het ceremonieel en tegelijk goed genoeg om den langen Christian te dragen. Men zocht., men zocht., gelijk gezegd wordt dat eens Catharina van Rusland zocht en zoeken liet naar den man die haar gelukkig zou maken. En toen de paarden-commissie en de bijonder- en neven- schimmel-commissies mits gaders hunne werkende uitschotten en gedele geerden in gebreke bleven.... toen.. Toen bood de circusrijdster haar koninklijke paard aan.. Sindsdien is veel vergaderd.. Werd het aanbod-reddend en eervol aan vaard. ...? Men weet het niet. Ue schimmel-commissies vergaderden met gesloten deuren. Ook hier werd het volk in het onwetende gelaten omtrent de beschikkingen van zijn gekozen en ongekozen leiders. Ik persoonlijk vreesde iets. Ik vreesde voor de muziek. Bij intochten in herwonnen gebieden, even als trouwens ook bij negerbruiloften en heksen-verbrandingen hoort muziek. Veel en luide muziek.... Hoe gedraagt zich een circusschimmel bij muziek? Ge weet het.. Hij springt en danst, gaai liggen, staat weer op, wals),steigert, knielt en huppelt en bukt.. lamplicht kwam ze er op af. Kennismaking is na drie borrels gemakkelijk. En spoedig stond de vierde borrel.op tafel, nu in een rondje van drie. Zoo ging het voort, tot de zakenvriend opstond en heen ging. Dikke Mien dronk er nog een tot afscheid doch daar viel haar een beter plan in: Ga met mij mee naar huis: ik heb nog goeien wijn thuis: dan drinken we daar nog een glas!" Even dacht hij aan zijn stokoude moeder. En hij voelde eens in zijn zak. Doch daar rammelden nog veel duiten en nou, n glaasje wijn zou nog niet schaden!" Hij ging mee naar huis met Dikke Mien. Het huis had maar n kamer en die kamer was alles tegelijk*slaapkamer, woonkamer, keuken enz. Dit zette zijn dwaasheid nog ster ker aan. En ook Mien spoorde hem aan ; ze kreeg het warm en deed deiveter van haar keurslijf wat losser, zoodat de tocht wat om haar hals kon spelen. En de rest valt te denken. Eerst Wijntje, dan Trijntje, dan Wijntje en Trijntje en ten slotte de kater; de kater zonder geld, zonder jas, zonder hoed, met hoofdpijn, misselijkheid, in een vreemde omgeving." Is het niet het proto-type van de talrijke beroovingen, in onze dagen? En zijn we toch eigenlijk geen stumpers, dat we niets, niets, zelfs geen schurkenstreken kunnen uitdenken, die onze voorouders niet begaan hebben? De paedagoog moet dus ernstige bezwaren hebben tegen deze soort stukken. Ook nog om andere redenen. Gij loopt met uw dochtertje van 11 jaar in het Rijksmuseum en komt in de v. d. Hoopzaal terecht. Gij staat in aan dachtige beschouwing verzonken voor het Joodsche bruidje. Terwijl dwaalt uw dochtertje wat rond en roept u plotseling. Pa, kom 's kijken!" Ge loopt twee a drie passen verder en staat voor de dronke manspartij, waarover ik het hierboven had. Wat is dat Pa ? Wat stelt dat voor?" Ge hebt geen flauw benul wat het is, voor dat ge er voorstaat. Maar dan ziet ge het met n oogopslag. Voor de leus zoekt ge in den Gids. Ze verstaan zoo mooi de kunst om ietsleelijks een mooien naam te geven! Maar de Gids helpt u ook al niets. Na de drinkpartij." Ja, hm, hm en nog wat! maar dien titel kunt ge niet aan uw dochtertje zeggen. Dat is een flauw gevallen vrouw l" jokt '?Waarom, Pa?" Omdat ze niet wel is. Ze had ergens pijn, misschien wel in haar maag!" jokt ge verder en ge verbaast u over de gelijkenis tusschen de waarheid en uw leugen. Maar waarom ligt ze zoo gek, Pa? En waarom heeft ze haar blousje los?" Dat heeft die man gedaan, omdat ze het zoo benauwd had l Kom, zullen we verder gaan?" Hénee, nog even kijken. Waarom is die man z'n kous afgezakt en waarom heeft-ie zijn vest en zijn hemd open? O jee,Pa, kijk es, die vrouw heeft een pijp in d'r handen. En wat doen die mannen daar achter dat schot Ze halen een jas weg ! Wat doet die man met dat glas ?" Daar zit medicijn in: dat -geeft hij die arme vrouw !" Maar hij houdt het glas veel te hoog, Pa ! Waarom legt hij die zieke vrouw niet op bed. Ze ligt zoo gek op die bank en op hem! O, een poesje. Kijk Pa, een poesje zit er naar te kijken. En daar liggen schelpen op den grond. Waarom schelpen, Pa?" Het angstzweet breekt u uit. Ge kijkt op uw horloge. Ge verwenscht het Rijksmuseum en Jan Steen. Ge antwoordt: Dat zijn oester schelpen. Die vrouw is ziek geworden van het oester-eten. Kom, zus, we moeten verder!" Neen, ik ben heel erg bang, dat Jan Steen mettertijd op den index zal komen. Hij heeft een troost: hij zal niet de eenige zijn. H. V. iiiiimiiiimiiimiii In dit licht, lieve en geduldige lezer, wensch ik het bericht beschouwd te zien dat de bla den op heden, den veertienden Juli van 1920 bevatten, en dat luidt: Kopenhagen 13 Juli. Bij den intocht in Sleeswijk is de koning van Denemarken van zijn paard gevallen. Men zegt dat iets aan het zadel niet in orde was. Wat is er gebeurd ? Wat speelden de oèmpa's..?S Wat voor een schimmel bereed het gekroon de hoofd ?? ???? ?????? Op, fantasten, aan het werk ! Uw bewonderaar, MELIS S r o K E. HtiHiiiiiMimiiiiiii n Minimin miiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui Vrachtautomobielen Wilt ge de transportkosten in Uw bedrijf tot een minimum reduceeren, koopt dan een 2 tons WHITE Vrachtauto het meest economische vervoermiddel. n 2 tons WHITE" doet hetzelfde werk als 2 menschen met 4 paarden en 2 wagens, hetwelk wij met bewijzen en attesten kunnen staven. Maakt Uwt berekening. FirmaGebr.NIFKMS, Filiaal Amsterdam 26 Jat. Obrechtstraat. Tel. Z. 2507

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl