Historisch Archief 1877-1940
Nu, 3349
Zaterdag 31 Juli
A°. 1920
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERNRAMP
«edacteiiren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
per No. 10.25. Per halt jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar J | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam j | Advertentiën 075 per regel plus 10 cent dispositiekostcn~1
INHOUD: B!z. 1. Nieuwe Partijvonning
(III), door prof. dr. G. W. Kernkamp;
Kerkelijk Spa, door ds. D. Boer; Tijdgenooten,
door dr. W. G. C. Byvanck. 2. Ierland,
teekening van Jordaan; Krekelzang, door
J. H. Speenhoff; Uit het Amerikaansche
politieke leven, door mr. E. van Raalte.
3. Het Roode Lampje, door dr. Fred. van
Eeden. 5. Voor Vrouwen, onde'r redactie
van Elis. M. Rogge; Uit de Natuur, door
Jac. P. Thijsse. 7. Het physiologencongres
te Parijs, door prof. dr? W. Storm van Leeuwen;
Engelands booze geesten, teekening van
Raemdonck; Boekbespreking (De
Amsterdamsche Schouwburg), door prof. dr. H.
Brugmans. 8. Boekbespreking (Havelaar's
Humanisme"), door Corn. Veth;
Openluchtspel te Bergen, door Edm, .Visser; Artur
Nikisch in zijn fortissimo, teekening van
J. G. Staller. 10. Charivaria; Uit het
Kladschrift van Jantje; Het gulden vlies,
door Corn. van der Sluys; Feuilleton (De
gebroken melodie, door Annie Eger). 11.
De dood op de loer, teekening van Joh.
Braakensiek ; Schilderkunstkroniek, door A.
Plasschacrt; Chineesche Gedichten, bewerkt
door W. H. de Roos, Spreekzaal.
Bijvoegsel : De Entente en Sovjet-Rusland,
teekening van Joh. Braakensiek.
iliiiiiimiiimimitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiltliiiiiiiiiii
NIEUWE PARTIJVORMING
in
Met onze voorgaande artikels hebben
wij den nadruk willen leggen op de
beginselquaesties, die zich voordoen,
wanneer de vrijzinnige kiezers over
eenigen tijd voor de beslissing worden
gesteld, of zij hunne stem zullen uit
brengen op een candidaat van de lijst
der rechter-, dan wel van de linkerzijde
der vrijzinnigen.
Wij dachten daarbij uitsluitend aan
kiezers, die zich zelf een oordeel wil
len vormen en zich dit niet laten op
dringen door partijbestuur of verkie
zingscourant.
Zijn er zoo?"
Zoo zijn er!" zelfs onder hen, die
bij een partij zijn aangesloten, en in ieder
geval onder de overgroote meerderheid
der kiezers, die niet aan het leven van
een politieke partij deelnemen, ook niet
in den bescheiden vorm van het beta
len van contributie.
Bovendien bij de volgende Ka
merverkiezing zullen ook de vrouwen
meestemmen ; althans een percentage
van hen zal zich eenige moeite willen
geven om met oordeel des
onderscheids hare stem uit te brengen.
Tot deze categorie van stemgerech
tigden hebben wij willen zeggen : over
eenigen tijd zullen er, in plaats van vier,
vermoedelijk nog slechts twee vrijzin
nige partijen bestaan ; de eene daarvan
iiiiimiiiiiiniii
EPISODE
n.
Graaf Czernin's grand
seigneursmanieren hadden den minister veel vijand
schap bezorgd aan het hof te Weenen. Hij
wist daarvan en hij gaf er niet om.
De chef van het Kabinet van den Keizer,
graaf Polzer, een eerzuchtig en geslepen man,
dien iedereen te vriend moest houden, werd
door den minister genegeerd. Czernin was over
tuigd, dat Polzer, ondanks hij zijn ontslag
had gekregen, nog voortdurend 's keizers oor
behield. Maar zulke tegenstrevers vond men
altoos op z'n weg. Aan een hof!....
Zwaarder om mee te kampen was de in
tiemste omgeving van den keizer, e keizerin
en haar moeder, de Prinses Parma-Bourbon,
konden niet verdragen dat Czernin een toon
aannam tegenover zijn lieer, den keizer. Zij
zelf wilden hem regeeren.
De minister moest het bemerken in de zaak
Sixtus van Bourbon ; hij was toen flink
tusschen beide getreden en had de leiding op zich
genomen met volkomen instemming van den
keizer, naar hij meende. Later was dan de
onderhandsche intrigue met Erzberger geko
men en had zijn plannen dwars gezeten ; be
trekkingen met het Vaticaan, die geheel on
bekend hadden moeten blijven, waren door
een toeval aan 't licht gekomen,en ergerlijker,
wonderlijke dingen waren gepasseerd, zooals
men het zich niet zou voorstellen in zoo'n
voornamen kring. Maar keizer Karel, daar op
merkzaam op gemaakt, lachte er over als over
kleinigheden. Hij schoof moeilijkheden en
uitleggingen graag van zich af.
Al had hij nu persoonlijk aan zijn minister
te Boecarest geantwoord, dat er nooit iets
over politiek in een brief aan zijn zwager had
gestaan, geheel gerustgesteld had hij hem niet.
Het woord van Clemenceau : V o u s en avez
m e n t i deed Czernin pijn als een luid klin
kende klap in 't gezicht, hij moest zekerheid
zal in hoofdzaak de beginselen verte
genwoordigen, die thans leven in den
Bond der Vrije Liberalen, al zal zij een
anderen naam dragen, b.v. Liberale
Partij ; de andere zal de beginselen der
vrijzinnig-democraten belijden.
Voor zooverre gij reeds een keus
tusschen die beide beginselen hebt gedaan,
zijt gij gereed met de beantwoording
van de" vraag, welke van de twee partij
en gij wilt steunen.
Maar wie voor het eerst den gang
naar de stembus doen, zullen misschien
nog in tweestrijd verkeeren ; en wie
vroeger hunne stem hebben uitgebracht
op een candidaat van de Liberale Unie
of den Economisclien Bond, zullen
moeten uitmaken of zij naar rechts of
naar links overgaan.
De scheidslijn tusschen de
rechteren de linkerpartij der vrijzinnigen
wordt in hoofdzaak bepaald door hare
meening ten opzichte van economische
vraagstukken ; laat u dus door hare
woordvoerders uitleggen hoe zij daarover
denken en bepaalt dan, aan welke partij
gij uwe stem wilt geven.
Het zijn niet de eerste de beste kie
zers, die op deze wijze tot het uitbren
gen van hunne stem geraken, maar het
zijn de eenigen, die ons interesseeren.
En wat ons interesseert in de
quaestie van de nieuwe partijvorming der
vrijzinnigen, is ook alleen de vraag :
hoe zal men de Etïannieten van de
Gileadieten scheiden? wat zal het
sjibboleth worden, dat men moet kunnen
uitspreken om over den Jordaan te
mogen varen?
Alleen dan is er reden om de splitsing
van de vrijzinnigen in twee partijen
toe te juichen, wanneer deze, bij de
formuleering van haar economisch
programma, algemeenheden weten te
vermijden en de puntjes op de i zetten.
Doen zij aan weerskanten water in hun
wijn, dan gaan de beide mengsels zoo
veel op elkaar gelijken, dat men ze niet
meer als verscheiden merken in den
handel mag brengen.
Er is aanleiding, reeds nu te waar
schuwen tegen verflauwing der gren
zen. Zoowel in de Arnhemsche rede
van Mr. Treub als in het
ontwerp-progrannna van den Vrijz.-Democr. Bond
worden op economisch gebied conces
sies gedaan, in de eerste naar links, in
de laatste naar rechts. Dit achten wij
uit den booze. Gelijk wij reeds schreven :
de nieuwe partijvorming zal des te zui
verder geschieden, naarmate de rech
ter- en de linkergroep der vrijzinnigen
hun economisch programma puntiger
zullen fonnuleeren. De rest van het
programma is bijzaak.
Zeker, er zijn ook andere quaesties
dan economische waarover de vrijzin
nigen van meening hebben verschild :
de landsverdediging en de
anti-revolutie-wet en voeg er zelf nog maar een
paar andere aan toe. Maar dat sprak
immers van zelf : juist het feit, dat vier
vrijzinnige partijen met elkaar moesten
wedijveren, noodzaakte ze, een ver
schil van meening dik te onderstreepen,
en misschien ook een enkele maal ver
schil van meening te zoeken : men mocht
anders eens gaan twijfelen aan haar
bestaansrecht !
Trouwens, wie zal de illusie koesteren,
dat, wanneer er een fusie tot stand is
gekomen tusschen enkele vrijzinnige
partijen, in de vereenigde partij geen
meeningsverschil meer zal voorkomen?
Alleen "bestaat er dan meer kans, dat
van een kleine huiselijke oneenigheid
geen familiedrama wordt gemaakt!
Wat ons heelemaal niet interesseert,
dat is de vraag, waar zoo de fusie
tusschen Vrije Liberalen en Unie-Libe
ralen en Economisclien Bond gelukt
het politieke zwaartepunt" der nieuwe
partij zal liggen. Dat is de deftige for
mule voor wat men ook zoo zou kunnen
uitdrukken : zal Mr. Dresselhuys de
leider worden der vereenigde liberale
partij? of M;. Rink? of Al;. Treub?
Het Handelsblad heeftal uitgerekend:
de Unieliberalen tellen thans in de
Tweede Kamer 6 leden, de
vrij-liberalen 4. Brengt Treub in de nieuwe firma
6 man in (behalve de drie Kamerleden
van den Ecuiiom. Bond ook de drie verte
genwoordigers der belangen-partijtjes),
dan is hij even sterk als de Unie-libe
ralen ; brengt hij er 5 in, dan zit hij op
de middenplaats ; komt hij slechts met
een groep van 3 leden, dan vormt deze
quantitatief liet zwakste element.
Les affaires sont les affaires indien
echter dit zakelijk artikel van het Han
delsblad de juiste uitdrukking geeft aan
de gezindheid, waarmede de genoemde
partijen de fusie tegemoet treden, dan
zou men aan de wenschelijkheid daar
van gaan twijfelen !
Alleen dan zal de fusie tot een aan
nemelijk resultaat leiden, wanneer de
partijen, die haar aangaan, hebben in
gezien dat zij over de voornaamste
economische vraagstukken eensgezind
zijn. In dat geval doet het er ook bitter
weinig toe, welke aantallen Kamerle
den elke partij in de nieuwe firma in
brengt ;" met de oude firma's en de
quantiteit van hare leden behoort dan
geen rekening meer te worden gehou
den ; de persoonlijke qualiteit van elk
lid der nieuwe firma beslisse over het
aandeel, dat hij in hare leiding zal ne
men.
De gezindheid, die zich in het reken
sommetje van het Handelsblad ver
raadt, is ook daarom gevaarlijk, omdat,
wie zóó precies telt, dit ook zal willen
voor zijn geweten hebben, en, aan de opwel
ling van zijn gevoel resoluut gehoor gevend.
als hij was, trok hij dadelijk naar Weenen
voor een audiëntie bij den keizer. (11 April
1918).
Daar vernam hij uit den keizerlijken mond,
dat er toch wel degelijk een brief aan zwager
Sixtus was afgegaan ; maar. hoewel er over
de mogelijkheid van een vrede in uitgesproken
werd, stond er niets in over Elzas-Lotharingen.
Kan U. M. mij een copie geven van het
concept van den brief?" vroeg Czernin.
O ja, Z. M. was bereid, den volgenden mor
gen zou het stuk den minister ter hand worden
gesteld.
Ondertusschen was in de Fransche bladen
de tekst van den brief, waarop Clemenceau
zich grondde, verschenen. Czernin kon dus
de vergelijking maken, toen hij 12 April de
copie van den keizer ontving.
Ze sprak heel correct, die copie: keizer
Karel wilde daarin de aanspraken van Frank
rijk op Elzas-Lotharingen niet erkennen
omdat hij ze o n r e c h t v a a r d i g vond,
en gat' ook geen opdracht daarover Poincar
te onderhouden. De tegenstelling kun niet
grooter zijn van den echten brief volgens den
keizer, tegenover uen echten brief volgens
Clemenceau.
Eer hij echter iets aan de pers liet me
deelen, trok' de minister wederom ter audiëntie
bij den keizer.
Hij wou de vuile waarheid weten, hoe zou
hij anders den keizer raad kunnen geven en
kunnen handelen?
Maar gij hebt de volle waarheid," zeide
hem Karel.
Kan U. M. mij schriftelijk uw eerewoord
geven?" vroeg hem de minister.
O ja, Z. M. was wederom dadelijk daartoe
bereid.
Dan publiceereii wij den echten tekst,
tegenover den valschen tekst van Clemenceau,
en daarmee is de zaak afgeloopen, zc'.de
Czernin.
Hiertegen had Karel echter bezwaar, hij
liet zich moeilijk overreden, en 's avonds HOL;
stuurde hij aan zijn minister op bet Fransche
communiquéeen eigen plan van antwoord.
Het handschrift van den Keizer, heette het
daarin, was door een falsaris nagebootst en
had de Franschcn bedrogen.
doen, als de Kamerverkiezingen van
1922 in het gezicht komen. Dan zal
deze cijferaar ook calculeeren : in de
nieuwe firma heeft de Liberale Unie
zes aandeden ingebracht, de Bond van
Vrije Liberalen vier, de Econ. Boud
vijf of drie ; dezelfde evenredigheid be
hoort er dus te bestaan tusschen elks
aandeel in de winst" en daarom al vast
tusschen de getallen der candidaten,
die aan elk der vroegere firma's op de
gezamenlijke lijst der nieuwe firma
worden toegekend ! Misschien zal hij
deze evenredigheid ook willen uitstrek
ken tot de nummering op de lijst !
Zoolang er geen nieuwe verkiezingen
plaats hebben, zal de vereenigde libe
rale partij of hoe zij clan ook moge
heeten nog wel het merk van haar
oorsprong dragen ; door krammen en
lijmen kwam zij tot stand ; hier en daar
zullen de barsten nog zichtbaar zijn.
Maar als zij voor het front van de
kiezers moet komen, heeft zij zich te
presenteeren als eenheid. De meesten
van die kiezers waren nooit lid van
Unie of Bond, zullen er ook niet naar
vragen, of de candidaten, op wie zij
worden uitgenoodigd te stemmen, vroe
ger lid waren van deze firma of van
gene.
Bij het opstellen van die
candidatenlijst behoort de nieuwe partij haar
drieledigen oorsprong te vergeten. Doet
zij dit niet, dam mogen de kiezers in elk
geval een ruim gebruik maken van hun
recht om voorkeurstemmen uit te
brengen !
Maar dit onderwerp kan nog blijven
rusten. Wij roerden het slechts aan,
omdat de rekensom van het Handels
blad ons deed vermoeden, dat in de
nieuwe firma de concurrentie van de
firma's, die zich in haar oplosten, nog
niet geheel zal zijn verdwenen.
Met een enkel persoonlijk woord
willen wij onze artikels over de nieuwe
partijvorming besluiten.
Het is ons gebleken, dat deze eenig
misverstand hebben gewekt.
Naar onze meening ligt de schuld
daarvan niet bij ons, maar bij hen, die
onmiddellijk veronderstellen, dat wie
over een onderwerp van biiiiunlandsche
politiek schrijft, 'de spreektrompet is
van een bepaalde partij.
Schrijver dezes is bij geen enkele
politieke partij aangesloten ; dus ook
niet bij de vrijzinnig-democraten, waar
toe verschillende bladen in hun pers
overzicht hem hebben gerekend.
Niet om eenig partijbelang te die
nen, heeft hij het voorgaande geschre
ven.
Maar als publicist achtte hij het zijn
plicht, een eventueele fusie van alle
Hij heeft dien raad gekregen van de kei
zerin," dacht Czernin van den keizer, zij en
haar moeder nemen de zaak nu op zich".
Dadelijk stelde hij zich telefonisch in ver
binding met het hof en interpelleerde zijn heer.
De minister stond er nu op dat beide lezingen
van den tekst ter vergelijking werden open
baar gemaakt. Al kwam de keizer op die wijs
persoonlijk voor zijn zaak uit, welk bezwaar
was daartegen? Het was een particuliere brief,
hij kon alleen op gezag van den keizer voor
authentiek worden verklaard.
Maar zijn voorstel viel niet in goeden grond.
Karel wilde er niet verder in worden betrok
ken. Waarvoor was er een constitutie en had
hij een minister, wanneer zijn persoon niet
werd gedekt door de ministerieele verant
woordelijkheid ? Czernin legde uit dat die ver
antwoordelijkheid juist daartoe diende om
den monarch te verhinderen een onwettige
daad te verrichten, in het geval van een per
soonlijke daad was er geen sprake van con
stitutioneel of niet.
Heiden vorst en minister wonden zich tegen
elkander op ; in 't eind verklaarde Karel, dat
de minister kon doen, wat reeds was afgespro
ken, maar hij had hem diep teleurgesteld en
zijn vertrouwen had hij niet meer.
Met zoo'n man kan ik niet samenwerken,
ik dien mijn ontslag in, -?beraadde zich Czer
nin in zijn boosheid.
Maar kon hij op dat oogeuhlik zoo maar
zijn ontslag nemen? Dat zou wezen de regee
ring te verlaten in een moeilijk moment en
de illusie van alle geloofwaardigheid te ont
nemen aan de verklaring juist verschenen,
dat de lezing door de regeering van den beginne
af gegeven de echte was. Czernin geloofde
in dien tijd nog aan het plechtig gegeven woord
van den keizer, hij kon nog niet denken dat
de keizer geheel loog. Maar hij begreep ook
dat er met medeweten van Karel iets
onderhandsch moest zijn geschied, misschien herin
nerde de Keizer zich niet alles precies waar
onder men hem zijn naam had laten plaatsen ;
dat hijzelf echter lijnrecht liet tegenovergestelde
had geschreven van waarop hij zijn eerewoord
had verpand, neen dat kon-hij zich nog niet
voorstellen, liet was de keizerin die tusschen
beide was gekomen. Haar stem had hij dien
avond voortdurend gehoord onder het tele
fonisch gesprek met den keizer. Dan diene
de keizer het toch te verantwoorden. Hij zelf
kon niet alleen heen gaan. Zijn terugkeer tot
een ambt zon onmogelijk worden. Het v o u s
e n a v e z m ent i" van Clemenceau zat hem
dwars.
Er moest iets ingrijpend» plaats hebben.
Het vertrouwen dat hij zelf niet meer bezat
in het consequente gedrag van den keizer,
dat de Duitsche bondgenoot en de gcheele
wereld onmogelijk meer kon bezitten, moest
door een sprekende daad worden hersteld.
Was het niet een aangewezen zaak dat Karel
wiens zenuwen in (Jen laatsten tijd veel had
den geleden, zich ten behoeve van zijn gezond
heid voor een poos aan de regeering onttrok
en haar aan een regentschap overliet? Hij,
Czernin, opperde dat idee nog in het
telephonisch gesprek, toen het, bezadigder, op 't eind
liep, hij wilde dan tevens zijn eigen demissie
geven. Hij verzocht met betrekking tot het
voorstel van een regentschap voor den vol
genden dag een audiëntie. Zij werd hem toe
gestaan.
Zoo was daar op eenmaal een hoogtepunt
van spanning bereikt. Czernin kwam op voor
de Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie, niet
voor den keizer, l loc zou zij tegenover
Duitschland haar zelfstandigheid kunnen bewaren
en een monarchie kunnen blijven, wanneer
dubbelzinnigheid het kenmerk werd van haar
handelingen?
Den 18en April zou het gesprek met den
keizer plaats vinden, voor den 14en was de
ministerraad bijeengeroepen om over het
regentschap een besluit te nemen. De minister
dacht niet aan toegeven, ook zijn zenuwen
waren geprikkeld.
Een algemeene ontevredenheid van liet rijk
met den keizer en den invloed op hem uitge
oefend door zijn omgeving toonden hem de
berichten, welke van alle kanten den minister
toekwamen. Persoonlijk werd hem aangebracht
een speculatie van de keizerin en haar moeder
in levensmiddelen, welke millioenen moest
opleveren.
Het ging zoo niet langer ; de keizer moest
heen. Voor zijn toon en zijn aandrang zou hij
zwichten, dien morgen van den 13en !
Maar C/ernin za^ den keizer niet. De keize
rin ontving hem.
Hij begon haar den toestand uit te leggen en
de noodzakelijkheid van een regentschap te
vrij zinnigen in ne partij te bestrijden,
omdat die eenheid slechts een
schijneenheid zou zijn.
En er iets toe bij te dragen, dat de
splitsing in tweeën geschiede langs wat
volgens hem de kloof lijn moet worden :
het verschil van inzicht in de taak, dte
de staat voortaan tegenover de maat
schappelijke voortbrenging zal hebben
te vervullen.
KERNRAMP
KERKELIJK SPA
Op den 15den Juli zijn te Utrecht de kop
stukken uit de Hervormde Kerk
bijeengeweest. Dat kon wel eens blijken een keerpunt
te worden in het leven dier Kerk.
Nadat in April de Synodale Commissie
ijlings besloten had om de Synode buitenge
woon bijeen te roepen, heeft deze met
algeireerie stemmen voorloopig aangenomen een
ontwerp-reglcinent op de
predikantstractementen, zooals dat door de
tractementscommissie was ingediend. In dit reglement
wordt een nniverseele tracternentsregeling
ontworpen, waarvan de minima voor alle
gemeenten der Kerk worden vastgesteld, ter
wijl door gefixeerde kindergelden en verhoo
gingen wordt gezorgd, dat het ambtsinkomen
gelijkelijk stijgt met de kosten van het levens
onderhoud. De gelden, hiervoor benoodigd,
zullen na uitputting der gemeentelijke fond
sen worden gevonden uit een algemeene ker
kelijke belasting, te heffen van allen die tot de
Kerk behooren, in den vorm van een hoofd
geld van n gulden en een hoofdeliiken omslag
naar draagkracht.
Bij de kritiek op dit ontwerp-reglement
hebben als gewoonlijk de verschillende par
tijen deze zaak bezien uit het oogpunt van het
partijbelang en het gevolg was, dat de geheele
predikantsbezoldiging in gevaar kwam. De
Confessioneelen vreesden dat men onvermijde
lijk zou gaan in de richting van evenredige
vertegenwoordiging. De Gereformeerden wil
den eerst de Kerk reorganiseeren naar Gods
Woord, dan zou het met de finantiën van
zelf wel in orde komen. De Hervormde Broe
derschap keurde het reglement goed, maar
vóór het kon worden uitgevoerd, moest het
kerkelijk vraagstuk worden opgelost op hare
wijze : uiteengaan der richtingen. De Vrijzin
nigen wilden de uitvoering opschorten tot de
rechten der minderheden waren erkend. In
dit koor kwamen toen nog de heeren Kerk
voogden meezingen, die in het reglement
zagen een ingrijpen in hun rechten, waarvan
de vrije beheerders natuurlijk niets wilden
weten. Het Algemeen College van Toezicht
achtte zich gepasseerd ; de Vereeniging van
Kerkvoogdijen verklaarde het reglement
onuitvoerbaar en eischte ornwerking in over
leg met de heheerscolleges.
De Classicale vergaderingen, grondver
gaderingen der Kerk, stonden voor de deur,
en het was te verwachten dat daar de adviezen
aan de Synode zich zouden verliezen in veler
lei geredeneer over voorafgaande reorganisatie,
rechten der minderheden en bevoegdheid der
Synode in beheerszaken. En dan zou de Svnode
het stellig niet aandurven een zoo zeer tot
twlstappel geworden reglement aan te nemen,
wat dan weer beteekenen zou dat in de pasto
rieën de armoe zou bestendigd worden, omdat
de geit en de kool moest worden gespaard.
Het Hoofdbestuur van denjBond vanNederl.
predikanten, dit ziende aankomen, heeft de
situatie gered, door een bliksemafleider op
te zetten. Tegen 15 Juli riep het de
voormanIIIIIIIIIIHIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIII
verklaren. De keizerin brak zijn redeneering
af door een hoog en een streng : N e e n.
Het zou zeker de Keizer niet zijn, die
ontslag nam.
Den volgenden dag verscheen de minister
op nieuw ter audiëntie. Keizer en keizerin
ontvingen hem.
Bij den aanvang werd het onderhoud ge
stoord door het inkomen van een nieuw
Fransen communiqué; daarin werd met alle
bijzonderheden de zending van Prins Sixtus
van Bourbon naar Poincarébeschreven. Aan
de echtheid der lezing van Clemenceau viel
niet meer te twijfelen. De drie, daar bijeen
hoorden de veroordeeling aan. V o u s en
avez m e n t i!
M a ar d e b r i e f i s t o c h vervalscht,
zeide de keizerin hardnekkig.
Wie kan hem vervalscht hebben?" vroeg
Czernin.
,,[) e falsaris m o e t w o r den g
ev o n d e n," bracht de keizerin in 't midden.
Zij legde een bijzonderen nadruk op ieder
van de woorden ; zij verlangde, het mocht
dan kosten wat het wou, dat op oud
Oostenrijksche manier zich iemand opdeed om
e vervalsching op zich te nemen.
Baatte echter dat van ouds bekende mid
del nog? Niemand zon Oostenrijk meer ver
trouwen. Er was slechts n weg, demissie.
De keizerin wou er niets van hooren, de
keizer die eerst er niet al te zeer tegen had op
gezien, was er nu ook tegen. Toen diende
Czernin zijn ontslag in.
Het werd aanstonds aangenomen. De mi
nister woonde den ministerraad nog bij, zon
der verder aan de beraadslaging over een in te
stellen regentschap deel te nemen. De keizer
opende de zitting met de mededeeling dat
naar zijn denkbeeld, een regentschap, zoo het
werd ingesteld, aan keizerin Zita toekwam.
Maar de ministerraad ging uiteen zonder ver
der belang te stellen in de quaestie. De val
van Czernin was beslist.
De man die houvast had kunnen geven aan
de regeering was verwijderd.
Karel en Zita gingen hun opwachting maken
bij keizer Wilhelm. De hofclique had de over
winning behaald op den minister.
Ten nadeele :Ier Monarchie.
W. G. C. B Y V A N C K