De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 31 juli pagina 1

31 juli 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Nu, 3349 Zaterdag 31 Juli A°. 1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERNRAMP «edacteiiren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF per No. 10.25. Per halt jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar J | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam j | Advertentiën 075 per regel plus 10 cent dispositiekostcn~1 INHOUD: B!z. 1. Nieuwe Partijvonning (III), door prof. dr. G. W. Kernkamp; Kerkelijk Spa, door ds. D. Boer; Tijdgenooten, door dr. W. G. C. Byvanck. 2. Ierland, teekening van Jordaan; Krekelzang, door J. H. Speenhoff; Uit het Amerikaansche politieke leven, door mr. E. van Raalte. 3. Het Roode Lampje, door dr. Fred. van Eeden. 5. Voor Vrouwen, onde'r redactie van Elis. M. Rogge; Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. 7. Het physiologencongres te Parijs, door prof. dr? W. Storm van Leeuwen; Engelands booze geesten, teekening van Raemdonck; Boekbespreking (De Amsterdamsche Schouwburg), door prof. dr. H. Brugmans. 8. Boekbespreking (Havelaar's Humanisme"), door Corn. Veth; Openluchtspel te Bergen, door Edm, .Visser; Artur Nikisch in zijn fortissimo, teekening van J. G. Staller. 10. Charivaria; Uit het Kladschrift van Jantje; Het gulden vlies, door Corn. van der Sluys; Feuilleton (De gebroken melodie, door Annie Eger). 11. De dood op de loer, teekening van Joh. Braakensiek ; Schilderkunstkroniek, door A. Plasschacrt; Chineesche Gedichten, bewerkt door W. H. de Roos, Spreekzaal. Bijvoegsel : De Entente en Sovjet-Rusland, teekening van Joh. Braakensiek. iliiiiiimiiimimitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiltliiiiiiiiiii NIEUWE PARTIJVORMING in Met onze voorgaande artikels hebben wij den nadruk willen leggen op de beginselquaesties, die zich voordoen, wanneer de vrijzinnige kiezers over eenigen tijd voor de beslissing worden gesteld, of zij hunne stem zullen uit brengen op een candidaat van de lijst der rechter-, dan wel van de linkerzijde der vrijzinnigen. Wij dachten daarbij uitsluitend aan kiezers, die zich zelf een oordeel wil len vormen en zich dit niet laten op dringen door partijbestuur of verkie zingscourant. Zijn er zoo?" Zoo zijn er!" zelfs onder hen, die bij een partij zijn aangesloten, en in ieder geval onder de overgroote meerderheid der kiezers, die niet aan het leven van een politieke partij deelnemen, ook niet in den bescheiden vorm van het beta len van contributie. Bovendien bij de volgende Ka merverkiezing zullen ook de vrouwen meestemmen ; althans een percentage van hen zal zich eenige moeite willen geven om met oordeel des onderscheids hare stem uit te brengen. Tot deze categorie van stemgerech tigden hebben wij willen zeggen : over eenigen tijd zullen er, in plaats van vier, vermoedelijk nog slechts twee vrijzin nige partijen bestaan ; de eene daarvan iiiiimiiiiiiniii EPISODE n. Graaf Czernin's grand seigneursmanieren hadden den minister veel vijand schap bezorgd aan het hof te Weenen. Hij wist daarvan en hij gaf er niet om. De chef van het Kabinet van den Keizer, graaf Polzer, een eerzuchtig en geslepen man, dien iedereen te vriend moest houden, werd door den minister genegeerd. Czernin was over tuigd, dat Polzer, ondanks hij zijn ontslag had gekregen, nog voortdurend 's keizers oor behield. Maar zulke tegenstrevers vond men altoos op z'n weg. Aan een hof!.... Zwaarder om mee te kampen was de in tiemste omgeving van den keizer, e keizerin en haar moeder, de Prinses Parma-Bourbon, konden niet verdragen dat Czernin een toon aannam tegenover zijn lieer, den keizer. Zij zelf wilden hem regeeren. De minister moest het bemerken in de zaak Sixtus van Bourbon ; hij was toen flink tusschen beide getreden en had de leiding op zich genomen met volkomen instemming van den keizer, naar hij meende. Later was dan de onderhandsche intrigue met Erzberger geko men en had zijn plannen dwars gezeten ; be trekkingen met het Vaticaan, die geheel on bekend hadden moeten blijven, waren door een toeval aan 't licht gekomen,en ergerlijker, wonderlijke dingen waren gepasseerd, zooals men het zich niet zou voorstellen in zoo'n voornamen kring. Maar keizer Karel, daar op merkzaam op gemaakt, lachte er over als over kleinigheden. Hij schoof moeilijkheden en uitleggingen graag van zich af. Al had hij nu persoonlijk aan zijn minister te Boecarest geantwoord, dat er nooit iets over politiek in een brief aan zijn zwager had gestaan, geheel gerustgesteld had hij hem niet. Het woord van Clemenceau : V o u s en avez m e n t i deed Czernin pijn als een luid klin kende klap in 't gezicht, hij moest zekerheid zal in hoofdzaak de beginselen verte genwoordigen, die thans leven in den Bond der Vrije Liberalen, al zal zij een anderen naam dragen, b.v. Liberale Partij ; de andere zal de beginselen der vrijzinnig-democraten belijden. Voor zooverre gij reeds een keus tusschen die beide beginselen hebt gedaan, zijt gij gereed met de beantwoording van de" vraag, welke van de twee partij en gij wilt steunen. Maar wie voor het eerst den gang naar de stembus doen, zullen misschien nog in tweestrijd verkeeren ; en wie vroeger hunne stem hebben uitgebracht op een candidaat van de Liberale Unie of den Economisclien Bond, zullen moeten uitmaken of zij naar rechts of naar links overgaan. De scheidslijn tusschen de rechteren de linkerpartij der vrijzinnigen wordt in hoofdzaak bepaald door hare meening ten opzichte van economische vraagstukken ; laat u dus door hare woordvoerders uitleggen hoe zij daarover denken en bepaalt dan, aan welke partij gij uwe stem wilt geven. Het zijn niet de eerste de beste kie zers, die op deze wijze tot het uitbren gen van hunne stem geraken, maar het zijn de eenigen, die ons interesseeren. En wat ons interesseert in de quaestie van de nieuwe partijvorming der vrijzinnigen, is ook alleen de vraag : hoe zal men de Etïannieten van de Gileadieten scheiden? wat zal het sjibboleth worden, dat men moet kunnen uitspreken om over den Jordaan te mogen varen? Alleen dan is er reden om de splitsing van de vrijzinnigen in twee partijen toe te juichen, wanneer deze, bij de formuleering van haar economisch programma, algemeenheden weten te vermijden en de puntjes op de i zetten. Doen zij aan weerskanten water in hun wijn, dan gaan de beide mengsels zoo veel op elkaar gelijken, dat men ze niet meer als verscheiden merken in den handel mag brengen. Er is aanleiding, reeds nu te waar schuwen tegen verflauwing der gren zen. Zoowel in de Arnhemsche rede van Mr. Treub als in het ontwerp-progrannna van den Vrijz.-Democr. Bond worden op economisch gebied conces sies gedaan, in de eerste naar links, in de laatste naar rechts. Dit achten wij uit den booze. Gelijk wij reeds schreven : de nieuwe partijvorming zal des te zui verder geschieden, naarmate de rech ter- en de linkergroep der vrijzinnigen hun economisch programma puntiger zullen fonnuleeren. De rest van het programma is bijzaak. Zeker, er zijn ook andere quaesties dan economische waarover de vrijzin nigen van meening hebben verschild : de landsverdediging en de anti-revolutie-wet en voeg er zelf nog maar een paar andere aan toe. Maar dat sprak immers van zelf : juist het feit, dat vier vrijzinnige partijen met elkaar moesten wedijveren, noodzaakte ze, een ver schil van meening dik te onderstreepen, en misschien ook een enkele maal ver schil van meening te zoeken : men mocht anders eens gaan twijfelen aan haar bestaansrecht ! Trouwens, wie zal de illusie koesteren, dat, wanneer er een fusie tot stand is gekomen tusschen enkele vrijzinnige partijen, in de vereenigde partij geen meeningsverschil meer zal voorkomen? Alleen "bestaat er dan meer kans, dat van een kleine huiselijke oneenigheid geen familiedrama wordt gemaakt! Wat ons heelemaal niet interesseert, dat is de vraag, waar zoo de fusie tusschen Vrije Liberalen en Unie-Libe ralen en Economisclien Bond gelukt het politieke zwaartepunt" der nieuwe partij zal liggen. Dat is de deftige for mule voor wat men ook zoo zou kunnen uitdrukken : zal Mr. Dresselhuys de leider worden der vereenigde liberale partij? of M;. Rink? of Al;. Treub? Het Handelsblad heeftal uitgerekend: de Unieliberalen tellen thans in de Tweede Kamer 6 leden, de vrij-liberalen 4. Brengt Treub in de nieuwe firma 6 man in (behalve de drie Kamerleden van den Ecuiiom. Bond ook de drie verte genwoordigers der belangen-partijtjes), dan is hij even sterk als de Unie-libe ralen ; brengt hij er 5 in, dan zit hij op de middenplaats ; komt hij slechts met een groep van 3 leden, dan vormt deze quantitatief liet zwakste element. Les affaires sont les affaires indien echter dit zakelijk artikel van het Han delsblad de juiste uitdrukking geeft aan de gezindheid, waarmede de genoemde partijen de fusie tegemoet treden, dan zou men aan de wenschelijkheid daar van gaan twijfelen ! Alleen dan zal de fusie tot een aan nemelijk resultaat leiden, wanneer de partijen, die haar aangaan, hebben in gezien dat zij over de voornaamste economische vraagstukken eensgezind zijn. In dat geval doet het er ook bitter weinig toe, welke aantallen Kamerle den elke partij in de nieuwe firma in brengt ;" met de oude firma's en de quantiteit van hare leden behoort dan geen rekening meer te worden gehou den ; de persoonlijke qualiteit van elk lid der nieuwe firma beslisse over het aandeel, dat hij in hare leiding zal ne men. De gezindheid, die zich in het reken sommetje van het Handelsblad ver raadt, is ook daarom gevaarlijk, omdat, wie zóó precies telt, dit ook zal willen voor zijn geweten hebben, en, aan de opwel ling van zijn gevoel resoluut gehoor gevend. als hij was, trok hij dadelijk naar Weenen voor een audiëntie bij den keizer. (11 April 1918). Daar vernam hij uit den keizerlijken mond, dat er toch wel degelijk een brief aan zwager Sixtus was afgegaan ; maar. hoewel er over de mogelijkheid van een vrede in uitgesproken werd, stond er niets in over Elzas-Lotharingen. Kan U. M. mij een copie geven van het concept van den brief?" vroeg Czernin. O ja, Z. M. was bereid, den volgenden mor gen zou het stuk den minister ter hand worden gesteld. Ondertusschen was in de Fransche bladen de tekst van den brief, waarop Clemenceau zich grondde, verschenen. Czernin kon dus de vergelijking maken, toen hij 12 April de copie van den keizer ontving. Ze sprak heel correct, die copie: keizer Karel wilde daarin de aanspraken van Frank rijk op Elzas-Lotharingen niet erkennen omdat hij ze o n r e c h t v a a r d i g vond, en gat' ook geen opdracht daarover Poincar te onderhouden. De tegenstelling kun niet grooter zijn van den echten brief volgens den keizer, tegenover uen echten brief volgens Clemenceau. Eer hij echter iets aan de pers liet me deelen, trok' de minister wederom ter audiëntie bij den keizer. Hij wou de vuile waarheid weten, hoe zou hij anders den keizer raad kunnen geven en kunnen handelen? Maar gij hebt de volle waarheid," zeide hem Karel. Kan U. M. mij schriftelijk uw eerewoord geven?" vroeg hem de minister. O ja, Z. M. was wederom dadelijk daartoe bereid. Dan publiceereii wij den echten tekst, tegenover den valschen tekst van Clemenceau, en daarmee is de zaak afgeloopen, zc'.de Czernin. Hiertegen had Karel echter bezwaar, hij liet zich moeilijk overreden, en 's avonds HOL; stuurde hij aan zijn minister op bet Fransche communiquéeen eigen plan van antwoord. Het handschrift van den Keizer, heette het daarin, was door een falsaris nagebootst en had de Franschcn bedrogen. doen, als de Kamerverkiezingen van 1922 in het gezicht komen. Dan zal deze cijferaar ook calculeeren : in de nieuwe firma heeft de Liberale Unie zes aandeden ingebracht, de Bond van Vrije Liberalen vier, de Econ. Boud vijf of drie ; dezelfde evenredigheid be hoort er dus te bestaan tusschen elks aandeel in de winst" en daarom al vast tusschen de getallen der candidaten, die aan elk der vroegere firma's op de gezamenlijke lijst der nieuwe firma worden toegekend ! Misschien zal hij deze evenredigheid ook willen uitstrek ken tot de nummering op de lijst ! Zoolang er geen nieuwe verkiezingen plaats hebben, zal de vereenigde libe rale partij of hoe zij clan ook moge heeten nog wel het merk van haar oorsprong dragen ; door krammen en lijmen kwam zij tot stand ; hier en daar zullen de barsten nog zichtbaar zijn. Maar als zij voor het front van de kiezers moet komen, heeft zij zich te presenteeren als eenheid. De meesten van die kiezers waren nooit lid van Unie of Bond, zullen er ook niet naar vragen, of de candidaten, op wie zij worden uitgenoodigd te stemmen, vroe ger lid waren van deze firma of van gene. Bij het opstellen van die candidatenlijst behoort de nieuwe partij haar drieledigen oorsprong te vergeten. Doet zij dit niet, dam mogen de kiezers in elk geval een ruim gebruik maken van hun recht om voorkeurstemmen uit te brengen ! Maar dit onderwerp kan nog blijven rusten. Wij roerden het slechts aan, omdat de rekensom van het Handels blad ons deed vermoeden, dat in de nieuwe firma de concurrentie van de firma's, die zich in haar oplosten, nog niet geheel zal zijn verdwenen. Met een enkel persoonlijk woord willen wij onze artikels over de nieuwe partijvorming besluiten. Het is ons gebleken, dat deze eenig misverstand hebben gewekt. Naar onze meening ligt de schuld daarvan niet bij ons, maar bij hen, die onmiddellijk veronderstellen, dat wie over een onderwerp van biiiiunlandsche politiek schrijft, 'de spreektrompet is van een bepaalde partij. Schrijver dezes is bij geen enkele politieke partij aangesloten ; dus ook niet bij de vrijzinnig-democraten, waar toe verschillende bladen in hun pers overzicht hem hebben gerekend. Niet om eenig partijbelang te die nen, heeft hij het voorgaande geschre ven. Maar als publicist achtte hij het zijn plicht, een eventueele fusie van alle Hij heeft dien raad gekregen van de kei zerin," dacht Czernin van den keizer, zij en haar moeder nemen de zaak nu op zich". Dadelijk stelde hij zich telefonisch in ver binding met het hof en interpelleerde zijn heer. De minister stond er nu op dat beide lezingen van den tekst ter vergelijking werden open baar gemaakt. Al kwam de keizer op die wijs persoonlijk voor zijn zaak uit, welk bezwaar was daartegen? Het was een particuliere brief, hij kon alleen op gezag van den keizer voor authentiek worden verklaard. Maar zijn voorstel viel niet in goeden grond. Karel wilde er niet verder in worden betrok ken. Waarvoor was er een constitutie en had hij een minister, wanneer zijn persoon niet werd gedekt door de ministerieele verant woordelijkheid ? Czernin legde uit dat die ver antwoordelijkheid juist daartoe diende om den monarch te verhinderen een onwettige daad te verrichten, in het geval van een per soonlijke daad was er geen sprake van con stitutioneel of niet. Heiden vorst en minister wonden zich tegen elkander op ; in 't eind verklaarde Karel, dat de minister kon doen, wat reeds was afgespro ken, maar hij had hem diep teleurgesteld en zijn vertrouwen had hij niet meer. Met zoo'n man kan ik niet samenwerken, ik dien mijn ontslag in, -?beraadde zich Czer nin in zijn boosheid. Maar kon hij op dat oogeuhlik zoo maar zijn ontslag nemen? Dat zou wezen de regee ring te verlaten in een moeilijk moment en de illusie van alle geloofwaardigheid te ont nemen aan de verklaring juist verschenen, dat de lezing door de regeering van den beginne af gegeven de echte was. Czernin geloofde in dien tijd nog aan het plechtig gegeven woord van den keizer, hij kon nog niet denken dat de keizer geheel loog. Maar hij begreep ook dat er met medeweten van Karel iets onderhandsch moest zijn geschied, misschien herin nerde de Keizer zich niet alles precies waar onder men hem zijn naam had laten plaatsen ; dat hijzelf echter lijnrecht liet tegenovergestelde had geschreven van waarop hij zijn eerewoord had verpand, neen dat kon-hij zich nog niet voorstellen, liet was de keizerin die tusschen beide was gekomen. Haar stem had hij dien avond voortdurend gehoord onder het tele fonisch gesprek met den keizer. Dan diene de keizer het toch te verantwoorden. Hij zelf kon niet alleen heen gaan. Zijn terugkeer tot een ambt zon onmogelijk worden. Het v o u s e n a v e z m ent i" van Clemenceau zat hem dwars. Er moest iets ingrijpend» plaats hebben. Het vertrouwen dat hij zelf niet meer bezat in het consequente gedrag van den keizer, dat de Duitsche bondgenoot en de gcheele wereld onmogelijk meer kon bezitten, moest door een sprekende daad worden hersteld. Was het niet een aangewezen zaak dat Karel wiens zenuwen in (Jen laatsten tijd veel had den geleden, zich ten behoeve van zijn gezond heid voor een poos aan de regeering onttrok en haar aan een regentschap overliet? Hij, Czernin, opperde dat idee nog in het telephonisch gesprek, toen het, bezadigder, op 't eind liep, hij wilde dan tevens zijn eigen demissie geven. Hij verzocht met betrekking tot het voorstel van een regentschap voor den vol genden dag een audiëntie. Zij werd hem toe gestaan. Zoo was daar op eenmaal een hoogtepunt van spanning bereikt. Czernin kwam op voor de Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie, niet voor den keizer, l loc zou zij tegenover Duitschland haar zelfstandigheid kunnen bewaren en een monarchie kunnen blijven, wanneer dubbelzinnigheid het kenmerk werd van haar handelingen? Den 18en April zou het gesprek met den keizer plaats vinden, voor den 14en was de ministerraad bijeengeroepen om over het regentschap een besluit te nemen. De minister dacht niet aan toegeven, ook zijn zenuwen waren geprikkeld. Een algemeene ontevredenheid van liet rijk met den keizer en den invloed op hem uitge oefend door zijn omgeving toonden hem de berichten, welke van alle kanten den minister toekwamen. Persoonlijk werd hem aangebracht een speculatie van de keizerin en haar moeder in levensmiddelen, welke millioenen moest opleveren. Het ging zoo niet langer ; de keizer moest heen. Voor zijn toon en zijn aandrang zou hij zwichten, dien morgen van den 13en ! Maar C/ernin za^ den keizer niet. De keize rin ontving hem. Hij begon haar den toestand uit te leggen en de noodzakelijkheid van een regentschap te vrij zinnigen in ne partij te bestrijden, omdat die eenheid slechts een schijneenheid zou zijn. En er iets toe bij te dragen, dat de splitsing in tweeën geschiede langs wat volgens hem de kloof lijn moet worden : het verschil van inzicht in de taak, dte de staat voortaan tegenover de maat schappelijke voortbrenging zal hebben te vervullen. KERNRAMP KERKELIJK SPA Op den 15den Juli zijn te Utrecht de kop stukken uit de Hervormde Kerk bijeengeweest. Dat kon wel eens blijken een keerpunt te worden in het leven dier Kerk. Nadat in April de Synodale Commissie ijlings besloten had om de Synode buitenge woon bijeen te roepen, heeft deze met algeireerie stemmen voorloopig aangenomen een ontwerp-reglcinent op de predikantstractementen, zooals dat door de tractementscommissie was ingediend. In dit reglement wordt een nniverseele tracternentsregeling ontworpen, waarvan de minima voor alle gemeenten der Kerk worden vastgesteld, ter wijl door gefixeerde kindergelden en verhoo gingen wordt gezorgd, dat het ambtsinkomen gelijkelijk stijgt met de kosten van het levens onderhoud. De gelden, hiervoor benoodigd, zullen na uitputting der gemeentelijke fond sen worden gevonden uit een algemeene ker kelijke belasting, te heffen van allen die tot de Kerk behooren, in den vorm van een hoofd geld van n gulden en een hoofdeliiken omslag naar draagkracht. Bij de kritiek op dit ontwerp-reglement hebben als gewoonlijk de verschillende par tijen deze zaak bezien uit het oogpunt van het partijbelang en het gevolg was, dat de geheele predikantsbezoldiging in gevaar kwam. De Confessioneelen vreesden dat men onvermijde lijk zou gaan in de richting van evenredige vertegenwoordiging. De Gereformeerden wil den eerst de Kerk reorganiseeren naar Gods Woord, dan zou het met de finantiën van zelf wel in orde komen. De Hervormde Broe derschap keurde het reglement goed, maar vóór het kon worden uitgevoerd, moest het kerkelijk vraagstuk worden opgelost op hare wijze : uiteengaan der richtingen. De Vrijzin nigen wilden de uitvoering opschorten tot de rechten der minderheden waren erkend. In dit koor kwamen toen nog de heeren Kerk voogden meezingen, die in het reglement zagen een ingrijpen in hun rechten, waarvan de vrije beheerders natuurlijk niets wilden weten. Het Algemeen College van Toezicht achtte zich gepasseerd ; de Vereeniging van Kerkvoogdijen verklaarde het reglement onuitvoerbaar en eischte ornwerking in over leg met de heheerscolleges. De Classicale vergaderingen, grondver gaderingen der Kerk, stonden voor de deur, en het was te verwachten dat daar de adviezen aan de Synode zich zouden verliezen in veler lei geredeneer over voorafgaande reorganisatie, rechten der minderheden en bevoegdheid der Synode in beheerszaken. En dan zou de Svnode het stellig niet aandurven een zoo zeer tot twlstappel geworden reglement aan te nemen, wat dan weer beteekenen zou dat in de pasto rieën de armoe zou bestendigd worden, omdat de geit en de kool moest worden gespaard. Het Hoofdbestuur van denjBond vanNederl. predikanten, dit ziende aankomen, heeft de situatie gered, door een bliksemafleider op te zetten. Tegen 15 Juli riep het de voormanIIIIIIIIIIHIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIII verklaren. De keizerin brak zijn redeneering af door een hoog en een streng : N e e n. Het zou zeker de Keizer niet zijn, die ontslag nam. Den volgenden dag verscheen de minister op nieuw ter audiëntie. Keizer en keizerin ontvingen hem. Bij den aanvang werd het onderhoud ge stoord door het inkomen van een nieuw Fransen communiqué; daarin werd met alle bijzonderheden de zending van Prins Sixtus van Bourbon naar Poincarébeschreven. Aan de echtheid der lezing van Clemenceau viel niet meer te twijfelen. De drie, daar bijeen hoorden de veroordeeling aan. V o u s en avez m e n t i! M a ar d e b r i e f i s t o c h vervalscht, zeide de keizerin hardnekkig. Wie kan hem vervalscht hebben?" vroeg Czernin. ,,[) e falsaris m o e t w o r den g ev o n d e n," bracht de keizerin in 't midden. Zij legde een bijzonderen nadruk op ieder van de woorden ; zij verlangde, het mocht dan kosten wat het wou, dat op oud Oostenrijksche manier zich iemand opdeed om e vervalsching op zich te nemen. Baatte echter dat van ouds bekende mid del nog? Niemand zon Oostenrijk meer ver trouwen. Er was slechts n weg, demissie. De keizerin wou er niets van hooren, de keizer die eerst er niet al te zeer tegen had op gezien, was er nu ook tegen. Toen diende Czernin zijn ontslag in. Het werd aanstonds aangenomen. De mi nister woonde den ministerraad nog bij, zon der verder aan de beraadslaging over een in te stellen regentschap deel te nemen. De keizer opende de zitting met de mededeeling dat naar zijn denkbeeld, een regentschap, zoo het werd ingesteld, aan keizerin Zita toekwam. Maar de ministerraad ging uiteen zonder ver der belang te stellen in de quaestie. De val van Czernin was beslist. De man die houvast had kunnen geven aan de regeering was verwijderd. Karel en Zita gingen hun opwachting maken bij keizer Wilhelm. De hofclique had de over winning behaald op den minister. Ten nadeele :Ier Monarchie. W. G. C. B Y V A N C K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl