Historisch Archief 1877-1940
l
7 Aug. '20. No. 2250
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Van Vrouwelijk Doen en Denken
Ik ben eenige weken in Limburg geweest,
in het land van de romantiek. Die spreekt
daar uit alles. Uit de oude, statige hofsteden,
die er met hun vleugelbouw uitzien, als
kasteelen, uit de adellijke landhuizen, reeds een
paar eeuwen toebehoorend aan dezelfde
familie, uit de schilderachtige watermolens met
hun wentelend rad, uit de bruisende,
snelvlietende beekjes, ^t golvende koren, dat er tot
manshoogte groeit, de mergelgroeven met
hun donkere, geheimzinnige gangen, en de
nooit zwijgende stemmen der peppels, die
slank en donker als cypressen uit het dal om
hoog ranken.
^ Nergens anders in ons land zijn de liefdes
drama's zoo talrijk en hevig, nergens leeft het
bijgeloof nog zoo onverzwakt voort onder de
bevolking. En ze vertellen u graag in hun
zangerige taal de verhalen die overgaan van
ouders op kinderen. En altijd heet 't een ware
geschiedenis.
Zoo kwam er een boer bij mijn gastvrouw
binnen, en zag een oude doorweven sjaal,
als kleed over de tafel liggen. En hij,
praatgfage Limburger, was al met z'n opmerking
klaar.
Geer hubt da 'ne scheune broedsplak"
zei hij.
Broedsplak" vroegen wij wat bedoel je?"
Hij wees naar de tafel.
Das ies 'ne broedsplak een bruidsjaal
die kriegen de meiskes mie, als ze trouwen
geen, wie ik jonk waas."
En hij deed ons het aardige verhaal van zijn
grootmoeder, die zonder broedsplak ten
huwelijk gegaan was en niet rustte voor ze
zoo 'ne scheune broedsplak had !" Ze ver
kocht melk, vele liters daags, en op elke vijf
liter melk deed ze n liter water. Het geld,
dat ze voor die ne liter water kreeg lei ze
apart net zoolang, tot ze zooveel bijeen had,
dat ze zich 'ne broedsplak keupen konde. Da
liep ze viele uren veer, naMaastreech, urn zich
ne plak te keupen." Ach ! wat was ze gelukkig
met haar sjaal, Het scheen haar toe, dat ze
nu eerst recht een getrouwde huisvrouw was
en bezat, wat haar toekwam, en in haar
haast om weer thuis te komen, om haar schat
te laten zien; vergat zéeen flinke speld bij de
sj^al te köopén. Maar ze had haar strak om
de schouders getrokken en hield haar op de
borst gedrukt met de ne hand. Met de andet'e'
nam ze de rokken omhoog, want het had ge
regend en dan is het in Limburg gauw vuil.
Paar is ze midden op de Maasbrug naar
Wijck erïVóór ze 't verhinderen kan,
trekt een felle rukwind haar de sjaal vari
de schouders en de scheune plak weet lijk 'ne
vleugel midden de Maas in." Daar ging haar
schoon bezit. Ze keek haar weemoedig na, hoe
de plak fladderend neerzeüde in 't water,
maar ze verroerde geen vinger om haar
terug te krijgen.
Want ze voelde, dat ze die plak niet hebben
mocht, en ze zei met groote overtuiging en
berusting :
Ge zeet van 't woater gekömme, in 't
Woater zul de vergeen."
En ze legde den langen weg weer af naar
huis; in 't volle geloof, dat ze de broedsplak
niet mocht hebben, omdat ze er niet eerlijk
aan was gekomen. En dit geloof leeft voort
n haar zonen en kleinzonen en toen de
Kinderen klein waren en 't verhaal reeds
kenden, was altijd de waarschuwing klaar voor
wie twijfelen mocht aan eigen oprechtheid.
Gedenk den broedsplak van granmeer."
E. C. v. D. M.
Babbeltjes
;,MijN KLEINE VROUW."
. Tooneel 'n raam voor Trianon. Twee
jongelui aan een tafeltje. Druk,uur. Veel voor
bijgangers. Veel voorbijjjanesters: Veel aan
dacht van de jongelui voor de laatsten. veel
critische, veel guitige blikken, heen en de
weer,,.. Ten laatste werpt het eene
jonmensch met een zucht, z'n sigaret weg.
,:Aardige kopjes, aardige kleeren, aardige
jjö'é.tje.3...., maar niijn.kleine vrouw, is er niet
bij." Een verbaasde Dlik van 'i andere
jongmensen.
& Antwoord : Ja man. Ik ben 'n verstokt
vrijgezel, en zal 't misschien eeuwig blijven.
Maar 't ideaal van mijn kleine vrouw, hou
ik toch vast! Wil je 'n sigaret, dan zal ik
je vertellen, wat het ideaal kleine vrouw van..
'n modernen man" is.... Waar-ie naar
zoekt....
M'n kleine vrouw is.... klein genoeg om
iich in m'n arm te nestelen, als we met zijn
tweeën bij den haard zitten, en, hoe noem je
dat? ? luchtkasteelen bouwen. En ze is
groot genoeg om 'n aardig bont te dragen, en
'n_^restaurant binnen te zeilen, tusschen 'n
tiiiiiimiiiniii
IN HET ZWITSERSCH
NATIONALPARK
De Inn loopt van zijn oorsprong af tamelijk
wel Zuidwest-Noordoost, maar stoot in het
Beneden-Engadin het hoofd en wordt dooi
den granietklomp van den Piz d'Arpiglia ge
dwongen pal noordwaarts te stroomen. Een
eindje verder, even voorbij Sus, herhaalt zich
het geval en gaat hij nagenoeg pal west om
op de hoogte van Schuls langzamerhand zijn
oorspronkelijke richting te hernemen. Waar
de rivier zijn eersten knik krijgt ligt het dorp
Zernez, aan het begin van denOfenpas, de ge
makkelijkste verbinding tusschen Zwitser
land en Tyrol.
k Iedereen kent St. Moritz en Pontresinu in
het Boven-Engadin en oven goed ook Schuls
en Tarasp in het Beneden-Engadin, maar
Zernez is vrijwel onbekend en eergisteren
paar buigende kellners door, die niet anders
kunnen, dan ons het beste tafeltje te geven. .
Ze is niet zóó knap, dat haar gezicht de
brutale kijk-oogen van eiken niets-doenden
snippeschieter naar zich toetrekt. Ze heeft
'n gezicht, dat boeit door den glimlach en de
liefheid van uitdrukking. Ze heeft gSen blauwe
of grijze of bruine oogen ze veranderen
geloof ik aldoor, en soms zijn ze je de baas door
hun topverkracht. Oogen voor n man om
in te kijken. Geen bijoux" voor de menigte.
Haar voetjes zijn altijd zoo keurig in den
schoen, dat je waarachtig niet weet, of ze
klein of groot zijn.
Mijn kleine vrouw heeft koele, zachte
handen. Handen zie je, die keurige kleine
dingen van zij of kant kunnen maken. En
mijn sokken kunnen stoppen, n mijn
lievelingsgerecht kunnen klaarspelen. Handen
zie je, die goed een zieken vinger kunnen
verbinden, en kleine schreeuwende kinderen
tot bedaren brengen.
Geleerd is ze niet. Maar ze heeft een lieve
stem, die 'n wiegeliedje of 'n mop" kan zin
gen. En ze kan 'n ragtime spelen, en ook
zoo'n liefelijk sentimenteel ding, je weet wel,
'n nocturne met veel gekabbel. Ze kan 'n boek
verslinden met kinderlijk pleizier.
En haar geest reageert op dien van mij, als
'n stalen veertje. Ze snapt de bedoeling in
een wip. Ze zet je snedigste argument mat, met
n woordje van haar vrouwen-geest. ? 'n
Levendig temparament heeft ze ; en als ze
boos is, is het als zoo'n dot van een
zomerstormpje" dat 'n oogenblik duurt, en je om
je ooren suist, want 't is geweldig. Als 't dan
over is, is ze schattig in haar verlegen
heid ____ zooals ze zich schaamt.
Zij is uiterst voorzichtig met geld. Voor
een tijd. En dart In eens, moet haar gul
hart" zich uitvieren, in een dolle bui op een
uitverkoop van coupons en lappedanten of
zoo
---Zij heeft nooit ongelijk, tot dat ik erken dat
zij gelijk heeft ____ Dan geeft ze zich gewonnen,
in een stortvloed van berouwvolle tranen.
Zij heeft allerlei wonderlijke invallen en is
impulsief. Dat aantrekkelijke onzekere, zie
je dat is het kruiige van haa'r leventje. Het
vuur dat een mensch wakker houdt
---Mijn vrouw heeft iets van de verrukkelijke,
geurige frischheid van 't jonge meisje uit
den tijd, dat onze grootmoeders jong waren. .,
en daarbij heeft ze het gezonde, fijne physiek
van de moderne vrouw zonder iets van
't barbaarsche" van een tennis-furie, of
een roei-pootellnge.
Nu weet je, hoe mijn kleine vrouw er
uitziet," besloot hij. Nog 'n sigaret?".
Graag, sprak nummer twee ---- ik....
blijf nog wat zitten ---- Misschien, misschien
____ komt 2e voorbij \" ......
KLEEDING VAN DE MAAND
Teekenins voor de Amsterdammer" van Roosje Bakhuis
Y V
N E DÉT E S S A N
IIIIMIIIIIIMIIIIIIIIllllllillllllllllll
Modeliteratuur
In aansluiting aan hetgeen onlangs in de
Evolutie" met^recht over mannequins werd
gezegd, volgen hier een paar opmerkingen
over tekst en illustratie op modegebied.
Waarom zijn tegenwoordig de modeprentjes
zoo onzinnig-mallootig ? Ik spreek nu niet zoo
zeer van de kleeding, die zij aanbevelen, maar
van de figuurtjes zelf: haar houding, haar
gezichten, haar draaihalzerij ?
Tot enkele jaren geleden werden doorgaans
mooie dametjes geteekend als draagsters van
de nieuwste modes; wel meestal met vage,
onbeduidende gelaatstrekken, zonder andere
uitdrukking dan hoogstens die van plezier
In haaf nlèuwmddlsche kleeren ; maar dan
ook zonder hinderlijke eigenaardigheden,
Thans is er wél uitdrukking in, doch welk
eene !
De toiletten, die zij representeeren, worden
door fatsoenlijke Nederlandsche vrouwen
niet anders dan eenigszins gewijzigd, gedragen.
Doch die wijzigingen dienen dan door haar
persoonlijke inzichten te worden aangebracht,
tegen de lectuur, die haar op dit gebied wordt
aangeboden, in.
Want de bijschriften bij de bedoelde pren
tjes gaan' dctofgaalns met het karakter daar
van mee. Het is vermakelijk; rtm niet te zee'geti:
onsmakelijk, en daardoor bedroevend, noe1;
ook, in overigens ernstige bladen, de too'n
\\i, tl'aïir de rndde aan het woord komt. 't
Is een geheel atzondeilijke stijl,, waarin' de
schrijfsters der aan mode-catiseriën gewijd»
kolommen vervallen. Dat wemelt van ver
heerlijking van al wat coquet" is, speelt met
het woord pervers", dikwijls blijkbaar zon
der daar de, draagkracht van te begrijpen ;
en doet alsoïwij ahen zedelijk verplicht waren
ons te houden aan de in zekere mystcricuse
kringen uitgegeven orders.
Is die toon onvermijdelijk aan het onderwerp
verbonden ?
Wij weten allemaal nu wel ten naastebij
wat die mysterieuse machten zijn : hoe die
samenhangen met den speculatiegeest van
kapitaal-krachtige fabrikanten in het bui
tenland. Dit neemt niet weg, dat bijna ieder
graag min of meer nieuwerwetsch gekleed
gaat. Och ja : aangezien wij toch af en toe
nieuwe kleeren moeten hebben, waarom
zouVAN ALLES WAT
Ons Kookboek
TWEE LUNCH-SCHOTELTJE3
Het ne schoteltje bestaat uit halve, uit
geholde tomaten met eene vulling van kaas,
die men kan bereiden, door in warme melk
kaas te raspen, er wat zout en peper en
gehakte pieterselie aan toe te voegen en met
dit papje, zoodra het koud geworden is, de
tomaat te vullen; het andere is ook heel
eenvoudig en bestaat uit sneedjes gebakken
kaas met een gepaneerd half-hard ei er op.
Bij gebrek aan eieren, kan men er ook wel
een klein aardappelcroquetje op leggen.
PANNEKOEK MET KAAS
Bak pannekoekjes ter grootte van flensjes
op n zijde bruin en doe er schijfjes kaas
op, zooals men b.v. appelen in
appelpannekoek doet; bak daarna de tweede zijde bruin.
Deze pannekoekjes hebben een pittigen smaak
en zijn bijzonder voedzaam.
E. H v. B.
Tennissen blijft zelfs bij minder zomersch
weer een heerlijke sport. Over 't
Mephistoroode rokje trekt men een witte wollen
jumper met roode biezen aan, waarbij de
wollen muts met roode strepen en pompon
heel aardig staat.
Rok van zwart en wit geruite frotti-stof.
Schootlijf in een der felle kleuren, die tegen
woordig zooveel gedragen worden en men
naar willekeur kan kiezen. De groote sjaal
kraag en de manchetten kiezen de partij
van den rok
i?i?imfiiiiiiiiimfffiiiiiiiMftiffiiiimifHfHitfmiirMfiifiiifiHfHiifmfiiiiimiimiiiffiiiiiiifii iiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiimtilltmiiiiilimiiiimtiiiDiiii
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VRN SCHRICK
BOOTHSTRHRT UTRECHT
iiintiiittimllt itiimimiitiiiititmitiiiumiiiimtfiiiMiuiititimiiiiimm
den wij die dan bij voorkeur in ouderwetschen
vorm aanschaffen ?
Onlangs liep in een gezelschap het gesprek
over het verlangen om er modieus uit te zien.
Men was het ns over de opvatting der
maatschappelijke zijde van dat verlangen, 't
Is in hoofdzaak een quaestie van
standverschil. Bijna ieder wenscht volgens zijn (zegge
vooral ook naar haar !) stand gekleed te gaan :
zoo mogelijk een beetje er boven, maar stellig
niet er onder. Dat is de voornaamste overwe
ging bij de keuze van een nieuw costuum.
Doch daar komt nog iets bij.
Tout va bien a la belle," zegt de
Franschman. Zeker, wie heel mooi is, kan de meest
uiteenloopende dingen dragen, zonder dat
ze haar leelijk staan. Maar nu wil menigeen
zich gaarne suggereeren, mooi genoeg te zijn
tot het dragen van de heerschende mode. En
wie een beetje haar verstand gebruikt, spant
zich dan in, uit hetgeen de mode biedt, (en
dat is, gelukkig altijd nogal veelzijdig), dat
gene uit te kiezen wat haar het beste voegt,
haar 't beste staat, zich het gemakkelijkst laat
pasklaar maken voor haaf persoonlijke ver
schijning en speciale bedoelingen.
Zoo doet ieder. " Dat ligt in de orde del'
dingen. Het eenige verschil is dat de ne
het met een beetje meer tact en fijner smaak
doet dan de andere.
Maar behoeven daarom die prentjes en die
causerié'n zoo frivool te zijn ?
GEERTRUIDA CARELSEN
aiiimaliiianammaammmnmimmnnnmiaaimmnnimamum
Uit het Leven
Wanneer het kindje binnenkomt, juicht
heel het huisgezin,
Heel prettig voor het kindje" en voor het
huisgezin. Maar uit mijn intuïtieve rangschik
king van het kindje" en het huisgezin"
blijkt reeds, dat die uitbundige begroeting
vaak bedenkelijk kan zijn, vooral voor het
nakomertje.
Van mijn idee uitgaande, dat bijna elk
kind tot een normaal maatschappelijk mensch
kan opgevoed worden in het juiste milieu,
zoo meen ik het nakomertje" even in be
scherming te moeten nemen.
Onze kleine, een kindje van veertien maan
den, is een beauty. Daarover is ieder het eens.
[aminer dat ze eenkennig is. Of jammer,
Moeder constateert het eigenlijk op een toon
vol trots, want haar kindje is er des te be
koorlijker om. 's Middags komen de tantes,
kennissen, vriendinnetjes en vriendjes van
de grootere zussen en broers op het theeuurtje
samen, om de kleine Emma haar betooverende
kunstjes te zien uitvoeren. De medespelers
zijn ook uitgenoodigd of beter gezegd besteld.
De hulde is het kind nog wel onbewust,
maar haar kunsten ?
Ik merk al gauw waar het ondeugende
schoentje haar wringt.
Emmaatje is schuw voor personen
die het kind niet lijken. Een tanige oude juf
frouw, een oude man met een langen baard,
die zich eveneens elke opoffering, als een groote
pop, of een heerlijke doos chocolade getroosten
om een beetje wederliefde bij de kleine te
wekken.
Voor wie haar bevalt, is Emma een aanhalig
poezelig dotje. Maar komt er iemand van
boven genoemd kaliber in haar flank, dan
knijpt ze onmiddellijk haar groote oogen stijf
dicht en vouwt de handjes op den rug samen.
Zoo is ze tegen een mogelijken geestelijken en
lichamelijker! aanval gewapend.
Kijk tante nu eens even aan." Geef oom
dan eens een handje." Het wordt doovemans
oortjes gevraagd. Maar zegt de te licht be
vonden tante onverwachts: Kijk eens wat
een mooie pop ik meegebracht heb voor het
lieve kindje," dan steekt Emma, met n
luikje nauwelijks open, haar grijphandjes uit
en palmt het lokaas vlug in. En zoodra tante
een quasi-beweging tot vertrek maakt, of
het nest hoort, nu Mevrouw ik ga maar eens,
spert Emma de oogen wijd open om nog de
zalige vreugde van den aftocht te genieten.
Ik moet het toegeven, die oogopslag is een
filmpïaatje waardig en een verrukking voor
de kinderllefhebster. Als kinderkenster tevens,
waarschuw ik de Moeder toch dit spelletje
te staken.
Het werkelijk eenkennige kind is
onomkoopbaar. Het verzet zich tegen elke mogelijke
tegemoetkoming. Zijm onwelwillendheid komt
voort uit angst. Waar echter zijn onvriende
lijkheid willekeur insluit, dient ze gefnuikt te
worden.?Zijn naasten liefhebben,"al wat ademt
en leeft een goed hart toedragen, moet het
kind reeds jong bijgebracht worden. Het kind
mag dier noch plant bij zijn koesterende
iiefde uitsluiten.
Emma'za( dus iedereen vriendelijk begroe
ten. Reeds bij het eerstvolgende delict, weer
ik streng af : Neen tante, Emma mag de pop
niet hebben, alvorens ze U vriendelijk aange
keken en lief een handje gegeven heeft."
Emma blijft als verstijfd zitten.
Maar, als tante bij haar heengaan, op mijn
aanraden de pop medeneemt, slaan Emma's
oogjes even plotseling op, doch nu deemoedig,
en met een da-a, da-a," steekt ze haar handje
uit tot afscheidsgroet.
We hadden het pleit voor goed gewonnen.
E. W. A s s c n E R
KIEKJES
HET KAPSTERTJE
In een onzer eerste"kapsalons zag de jonge
reserve-luitenant, in het drukste tijdperk der
mobilisatie, het meisje, dat voor hem bestemd
scheen. Een verblindend mooie verschijning
waaraan hij dacht, terwijl hij pralerig
fondtuurde door de leeszaal van de Witte, waar
de mannen van invloed zaten. Dien invloed
behoefde hij om vooruit te komen in het
leven, en dies spreidde hij, in breed gebaar,
juist die couranten voor zich uit, waarmede
hij doeltreffende propaganda maakte voor
zijn persoon. De inhoud liet hem koud. Het
ging om de reclame. Tot eens op een dag
gelukte het hem zoo waar voeling te krijgen
juist door zoo'n courant, met een
invloedrijken titel met een onzer leidende politici.
De-luitenant begon over Indiëte spreken,
en over zijn ambities naar het civiel
gezaghebberschap. Maar de eenzaamheid?.... zoo
vroeg de politicus. De luitenant glimlachte,
en de politicus glimlachte. En de luitenant
dacht aan zijn kapstertje, die graag mede wilde
naar het land van Multatuli's opkomst, van
Saidja en Adinde.... De politicus beloofde,
en de luitenant beloofde, op zijn beurt, ook
zijn kapstertje: een gouden toekomst. Zij
moest alvast haar ontslag nemen, opdat zij
met haren luitenant kon paradeeren, den
korten tijd nog, dien zij voor het huwelijk
in de hofstad doorbrengen zonden. Dat huwe
lijk vereischte veel ceremonieel. Ook religieus
moest alles worden geregeld. Het kapstertje
zeide lachend, dat zij gewoon was in het
leven comedie te spelen, en ook de luitenant
lachte, en^dacht aan de eenzaamheid in de
dessa.... En een enkele goede vriend, die
het kapstertje meer van nabij kende, en die
de eenzaamheid van Indiëkende, en de
gevaarlijke sfeer van een getrouwden man,
met een niet beginselvaste jonge vrouw, in
Oostersche omgeving, waarschuwde.... Maar
de luitenant had geteekend, en het kapstertje
reeds haar ontslag genomen, zoodat weldra
de boot met den luitenant, en zijn vrouw,
naar Insulinde stoomde De goede
vriend, die het kapstertje kende, en die Indi
kende, beleefde kort daarop een onprettig
moment. Hij spreidde een Indisch blad voor
zich uit, en las daar van een drama, op een
eenzamen civiel gezaghebberspost, waarbij
wreed het huwelijksgeluk van het kapstertje,
en den luitenant, was verstoord....
J. N. J. DE Booi j
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN
KONINGINNEWEG 03, HAARLEM
EISCHT STEEDS
SIPKES'JAMS
llllllllllllllllllllllllinillllllllllllllllllllllHllllllllllllllllllHllllllllllHIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIl) Illlllll
waren wij de eenige passagiers die er uit het
treintje stapten en het mag teekenend heeteu,
dat het groepje passagiers, die er instapten,
geleid werd door nog alweer een bestuurslid
van de Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten in Nederland. We konden
elkaar even de hand drukken en gingen toen
ieder onzes weegs.
Zernez toch is het uitganspunt en hoofd
verblijf voor de bezoeken van hut Pure
National Suisse, het groote Zwitsersche
Natuurmonument. We moeten erkennen, dat
de talen hier in gebreke blijven. Wij in Holland
hebben al heel wat getob gehad met dat
miserabele woord natuurmonument, en het
berglandschap daar in de bocht van de Inn
kan ook maar kwalijk een park genoemd
worden. Er gaan dan" nok al verhalen van
toeristen, die, door dat zoo schoon en
gericfclijk klinkende woord aangelokt, gebelgd waren,
hier niets te vinden dan een nagenoeg
padlooze wildernis en ijlings terugkeerden naar
het land der tandradbaantjes en diner-con
certen. Ook zijn hier geen geneeskrachtige
bronnen, baden en drinkhallen en wat er
van meren en gletschers te zien is, moet met
veel moeite en inspanning worden opgezocht.
Wie hier gelukkig wil wezen, moet alweer iets
meer hebben,dan den gewonen graad van opper
vlakkige belangstelling en naast, het grootsche
schoon ook het klein-mooi loeren waar
deereu.
In de laatste halve eeuw heeft Zwitserland
ook al heel veel te lijden gehad van
menschelijk bedrijf. Als Whymper en Tyndall of
Tschudi en Töpffer nog eens konden terug
komen zouden zij versteld en verslagen zijn.
Vreemdelingenverkeer, industrie, landbouw,
veeteelt, boschexploitatie, alles werkt samen
om het beeld van het landschap te veranderen,
vaak te bederven on dat dikwijls onnoodig.
Om dit laatste te verhinderen is de Zwitser
sche Bond voor Natuurbescherming opgericht.
Zij heeft o.a. weten te verhinderen, dat er
een spoorweg den Matterhorn op zou worden
aangelegd, heeft ook op verschillende plaatsen
kleine reservaten verworven en haar grootste
werk was het vormen van het Pare National
in het Beneden-Cngadin.dat thans een opper
vlakte heeft van ongeveer 150 vierkante
kiloineter. Zij bezit dat gebied echter niet in
eigendom, maar heeft het gepacht van de
gemeenten Schuls, Scanfs en Zernez voor
termijnen van 25 tot 90 jaar. Het bevat
wouden en alpenweiden on eenige dozijnen
bergtoppen, waarvan de hoogte schommelt
tusschen 2700 M. on 3200 M. Op het oogenblik
liggen die toppen en zoowat het heele park
dik onder de sneeuw, wan! wehebben gisteren
middag en vannacht zware buien gehad die
alles wat hooger ligt dan 1(500 M. met het
witte kleed hebben overdekt.
Er ontbreekt dus nog heel wat aan het Park.
De westgrens gaat niet langs de Inn, maar
veel meer de hoogte in, zelfs boven de
boomgrens, zoodat de prachtige wouden hier buiten
het beschermde gebied liggen. Verderop naar
het Oosten wordt het beter, daar hebben wij
een mooi woudgebied langs de Spöl-beek en
de Ofen-beck, vooral rondom het Hotel
Fuorn.én van de zeer weinige huizen, die in
het Park worden aangetroffen. De valleien
van het Noordelijk deel zijn onderin beboscht
maar verloopen'naar boven toe in schraal
begroeide hellingen die weer overgaan in
puinbeddingcn, want de bergen hier bestaan
meerendcels uit dolomiet, dat snel verbrokkelt
en verweert en de dalen opvult met zeer on
vruchtbare steenschilfers. Slechts enkele
planten kunnen hierin gedijen en slagen op
verschillende wijze erin om houvast te krijgen
in den beweeglijken ondergrond. Het spreekt
vanzelf dat de toppen zelf woest verbrokkeld
zijn, in het bijzonder de Piz Pissoc is een der
meest schilderachtige bergruïnen uit het
Alpenland.
In dit heele gebied geldt nu de leuze : geen
bijlslag en geen schot. De Bergamasker herders
en hun kudden worden er niet meer toege
laten, Licn bergtop die dreigt neer te storten
wordt niet gestut en gesteund en bijgemetseld,
zooals dat op zoo menige plaats in Zwitserland
geschiedt. Er zijn geen veestallen die maken,
dat groote oppervlakten bedekt worden met
allerlei grove planten, zuring, melden, goede
Hendrik etc.die vreemd zijn aan het landschap.
Maar de gcmzen leven er ongestoord en
vertoonen zich onbekommerd aan den rustigen
en opmerkzamen natuurvriend. De
marmotten fluiten op de hooge hellingen en de
steenarend vindt een veilige nestplaats en
overvlocdigen buit. De Ligue heeft ook een
beer op haar reclame-plaat staan, maar het
bruintje dat in 1015 aan de oevers van de
Spöl was waargenomen is kort daarop in de
buurt van Trafoi geschoten. Maar het mooist
van alles is wel de onovertreffelijkc flora,
rijker dan in eenig ander deel van Zwitserland,
vooral wanneer we ons niet houden aan de
enge economische grenzen van het gebied,
maar alles erbij betrekken, wat er organisch
bij behoort en wat in den loop der tijden, als
de middelen het veroorloven, ook wel bij het
Park zal worden gevoegd. Als ik spreek over
het Zwitsersche Nationale Park, dan bedoel
ik die stukken er alvast bij.
[AC. r. T H i i s s r.