De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 7 augustus pagina 5

7 augustus 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

l 7 Aug. '20. No. 2250 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Van Vrouwelijk Doen en Denken Ik ben eenige weken in Limburg geweest, in het land van de romantiek. Die spreekt daar uit alles. Uit de oude, statige hofsteden, die er met hun vleugelbouw uitzien, als kasteelen, uit de adellijke landhuizen, reeds een paar eeuwen toebehoorend aan dezelfde familie, uit de schilderachtige watermolens met hun wentelend rad, uit de bruisende, snelvlietende beekjes, ^t golvende koren, dat er tot manshoogte groeit, de mergelgroeven met hun donkere, geheimzinnige gangen, en de nooit zwijgende stemmen der peppels, die slank en donker als cypressen uit het dal om hoog ranken. ^ Nergens anders in ons land zijn de liefdes drama's zoo talrijk en hevig, nergens leeft het bijgeloof nog zoo onverzwakt voort onder de bevolking. En ze vertellen u graag in hun zangerige taal de verhalen die overgaan van ouders op kinderen. En altijd heet 't een ware geschiedenis. Zoo kwam er een boer bij mijn gastvrouw binnen, en zag een oude doorweven sjaal, als kleed over de tafel liggen. En hij, praatgfage Limburger, was al met z'n opmerking klaar. Geer hubt da 'ne scheune broedsplak" zei hij. Broedsplak" vroegen wij wat bedoel je?" Hij wees naar de tafel. Das ies 'ne broedsplak een bruidsjaal die kriegen de meiskes mie, als ze trouwen geen, wie ik jonk waas." En hij deed ons het aardige verhaal van zijn grootmoeder, die zonder broedsplak ten huwelijk gegaan was en niet rustte voor ze zoo 'ne scheune broedsplak had !" Ze ver kocht melk, vele liters daags, en op elke vijf liter melk deed ze n liter water. Het geld, dat ze voor die ne liter water kreeg lei ze apart net zoolang, tot ze zooveel bijeen had, dat ze zich 'ne broedsplak keupen konde. Da liep ze viele uren veer, naMaastreech, urn zich ne plak te keupen." Ach ! wat was ze gelukkig met haar sjaal, Het scheen haar toe, dat ze nu eerst recht een getrouwde huisvrouw was en bezat, wat haar toekwam, en in haar haast om weer thuis te komen, om haar schat te laten zien; vergat zéeen flinke speld bij de sj^al te köopén. Maar ze had haar strak om de schouders getrokken en hield haar op de borst gedrukt met de ne hand. Met de andet'e' nam ze de rokken omhoog, want het had ge regend en dan is het in Limburg gauw vuil. Paar is ze midden op de Maasbrug naar Wijck erïVóór ze 't verhinderen kan, trekt een felle rukwind haar de sjaal vari de schouders en de scheune plak weet lijk 'ne vleugel midden de Maas in." Daar ging haar schoon bezit. Ze keek haar weemoedig na, hoe de plak fladderend neerzeüde in 't water, maar ze verroerde geen vinger om haar terug te krijgen. Want ze voelde, dat ze die plak niet hebben mocht, en ze zei met groote overtuiging en berusting : Ge zeet van 't woater gekömme, in 't Woater zul de vergeen." En ze legde den langen weg weer af naar huis; in 't volle geloof, dat ze de broedsplak niet mocht hebben, omdat ze er niet eerlijk aan was gekomen. En dit geloof leeft voort n haar zonen en kleinzonen en toen de Kinderen klein waren en 't verhaal reeds kenden, was altijd de waarschuwing klaar voor wie twijfelen mocht aan eigen oprechtheid. Gedenk den broedsplak van granmeer." E. C. v. D. M. Babbeltjes ;,MijN KLEINE VROUW." . Tooneel 'n raam voor Trianon. Twee jongelui aan een tafeltje. Druk,uur. Veel voor bijgangers. Veel voorbijjjanesters: Veel aan dacht van de jongelui voor de laatsten. veel critische, veel guitige blikken, heen en de weer,,.. Ten laatste werpt het eene jonmensch met een zucht, z'n sigaret weg. ,:Aardige kopjes, aardige kleeren, aardige jjö'é.tje.3...., maar niijn.kleine vrouw, is er niet bij." Een verbaasde Dlik van 'i andere jongmensen. & Antwoord : Ja man. Ik ben 'n verstokt vrijgezel, en zal 't misschien eeuwig blijven. Maar 't ideaal van mijn kleine vrouw, hou ik toch vast! Wil je 'n sigaret, dan zal ik je vertellen, wat het ideaal kleine vrouw van.. 'n modernen man" is.... Waar-ie naar zoekt.... M'n kleine vrouw is.... klein genoeg om iich in m'n arm te nestelen, als we met zijn tweeën bij den haard zitten, en, hoe noem je dat? ? luchtkasteelen bouwen. En ze is groot genoeg om 'n aardig bont te dragen, en 'n_^restaurant binnen te zeilen, tusschen 'n tiiiiiimiiiniii IN HET ZWITSERSCH NATIONALPARK De Inn loopt van zijn oorsprong af tamelijk wel Zuidwest-Noordoost, maar stoot in het Beneden-Engadin het hoofd en wordt dooi den granietklomp van den Piz d'Arpiglia ge dwongen pal noordwaarts te stroomen. Een eindje verder, even voorbij Sus, herhaalt zich het geval en gaat hij nagenoeg pal west om op de hoogte van Schuls langzamerhand zijn oorspronkelijke richting te hernemen. Waar de rivier zijn eersten knik krijgt ligt het dorp Zernez, aan het begin van denOfenpas, de ge makkelijkste verbinding tusschen Zwitser land en Tyrol. k Iedereen kent St. Moritz en Pontresinu in het Boven-Engadin en oven goed ook Schuls en Tarasp in het Beneden-Engadin, maar Zernez is vrijwel onbekend en eergisteren paar buigende kellners door, die niet anders kunnen, dan ons het beste tafeltje te geven. . Ze is niet zóó knap, dat haar gezicht de brutale kijk-oogen van eiken niets-doenden snippeschieter naar zich toetrekt. Ze heeft 'n gezicht, dat boeit door den glimlach en de liefheid van uitdrukking. Ze heeft gSen blauwe of grijze of bruine oogen ze veranderen geloof ik aldoor, en soms zijn ze je de baas door hun topverkracht. Oogen voor n man om in te kijken. Geen bijoux" voor de menigte. Haar voetjes zijn altijd zoo keurig in den schoen, dat je waarachtig niet weet, of ze klein of groot zijn. Mijn kleine vrouw heeft koele, zachte handen. Handen zie je, die keurige kleine dingen van zij of kant kunnen maken. En mijn sokken kunnen stoppen, n mijn lievelingsgerecht kunnen klaarspelen. Handen zie je, die goed een zieken vinger kunnen verbinden, en kleine schreeuwende kinderen tot bedaren brengen. Geleerd is ze niet. Maar ze heeft een lieve stem, die 'n wiegeliedje of 'n mop" kan zin gen. En ze kan 'n ragtime spelen, en ook zoo'n liefelijk sentimenteel ding, je weet wel, 'n nocturne met veel gekabbel. Ze kan 'n boek verslinden met kinderlijk pleizier. En haar geest reageert op dien van mij, als 'n stalen veertje. Ze snapt de bedoeling in een wip. Ze zet je snedigste argument mat, met n woordje van haar vrouwen-geest. ? 'n Levendig temparament heeft ze ; en als ze boos is, is het als zoo'n dot van een zomerstormpje" dat 'n oogenblik duurt, en je om je ooren suist, want 't is geweldig. Als 't dan over is, is ze schattig in haar verlegen heid ____ zooals ze zich schaamt. Zij is uiterst voorzichtig met geld. Voor een tijd. En dart In eens, moet haar gul hart" zich uitvieren, in een dolle bui op een uitverkoop van coupons en lappedanten of zoo ---Zij heeft nooit ongelijk, tot dat ik erken dat zij gelijk heeft ____ Dan geeft ze zich gewonnen, in een stortvloed van berouwvolle tranen. Zij heeft allerlei wonderlijke invallen en is impulsief. Dat aantrekkelijke onzekere, zie je dat is het kruiige van haa'r leventje. Het vuur dat een mensch wakker houdt ---Mijn vrouw heeft iets van de verrukkelijke, geurige frischheid van 't jonge meisje uit den tijd, dat onze grootmoeders jong waren. ., en daarbij heeft ze het gezonde, fijne physiek van de moderne vrouw zonder iets van 't barbaarsche" van een tennis-furie, of een roei-pootellnge. Nu weet je, hoe mijn kleine vrouw er uitziet," besloot hij. Nog 'n sigaret?". Graag, sprak nummer twee ---- ik.... blijf nog wat zitten ---- Misschien, misschien ____ komt 2e voorbij \" ...... KLEEDING VAN DE MAAND Teekenins voor de Amsterdammer" van Roosje Bakhuis Y V N E DÉT E S S A N IIIIMIIIIIIMIIIIIIIIllllllillllllllllll Modeliteratuur In aansluiting aan hetgeen onlangs in de Evolutie" met^recht over mannequins werd gezegd, volgen hier een paar opmerkingen over tekst en illustratie op modegebied. Waarom zijn tegenwoordig de modeprentjes zoo onzinnig-mallootig ? Ik spreek nu niet zoo zeer van de kleeding, die zij aanbevelen, maar van de figuurtjes zelf: haar houding, haar gezichten, haar draaihalzerij ? Tot enkele jaren geleden werden doorgaans mooie dametjes geteekend als draagsters van de nieuwste modes; wel meestal met vage, onbeduidende gelaatstrekken, zonder andere uitdrukking dan hoogstens die van plezier In haaf nlèuwmddlsche kleeren ; maar dan ook zonder hinderlijke eigenaardigheden, Thans is er wél uitdrukking in, doch welk eene ! De toiletten, die zij representeeren, worden door fatsoenlijke Nederlandsche vrouwen niet anders dan eenigszins gewijzigd, gedragen. Doch die wijzigingen dienen dan door haar persoonlijke inzichten te worden aangebracht, tegen de lectuur, die haar op dit gebied wordt aangeboden, in. Want de bijschriften bij de bedoelde pren tjes gaan' dctofgaalns met het karakter daar van mee. Het is vermakelijk; rtm niet te zee'geti: onsmakelijk, en daardoor bedroevend, noe1; ook, in overigens ernstige bladen, de too'n \\i, tl'aïir de rndde aan het woord komt. 't Is een geheel atzondeilijke stijl,, waarin' de schrijfsters der aan mode-catiseriën gewijd» kolommen vervallen. Dat wemelt van ver heerlijking van al wat coquet" is, speelt met het woord pervers", dikwijls blijkbaar zon der daar de, draagkracht van te begrijpen ; en doet alsoïwij ahen zedelijk verplicht waren ons te houden aan de in zekere mystcricuse kringen uitgegeven orders. Is die toon onvermijdelijk aan het onderwerp verbonden ? Wij weten allemaal nu wel ten naastebij wat die mysterieuse machten zijn : hoe die samenhangen met den speculatiegeest van kapitaal-krachtige fabrikanten in het bui tenland. Dit neemt niet weg, dat bijna ieder graag min of meer nieuwerwetsch gekleed gaat. Och ja : aangezien wij toch af en toe nieuwe kleeren moeten hebben, waarom zouVAN ALLES WAT Ons Kookboek TWEE LUNCH-SCHOTELTJE3 Het ne schoteltje bestaat uit halve, uit geholde tomaten met eene vulling van kaas, die men kan bereiden, door in warme melk kaas te raspen, er wat zout en peper en gehakte pieterselie aan toe te voegen en met dit papje, zoodra het koud geworden is, de tomaat te vullen; het andere is ook heel eenvoudig en bestaat uit sneedjes gebakken kaas met een gepaneerd half-hard ei er op. Bij gebrek aan eieren, kan men er ook wel een klein aardappelcroquetje op leggen. PANNEKOEK MET KAAS Bak pannekoekjes ter grootte van flensjes op n zijde bruin en doe er schijfjes kaas op, zooals men b.v. appelen in appelpannekoek doet; bak daarna de tweede zijde bruin. Deze pannekoekjes hebben een pittigen smaak en zijn bijzonder voedzaam. E. H v. B. Tennissen blijft zelfs bij minder zomersch weer een heerlijke sport. Over 't Mephistoroode rokje trekt men een witte wollen jumper met roode biezen aan, waarbij de wollen muts met roode strepen en pompon heel aardig staat. Rok van zwart en wit geruite frotti-stof. Schootlijf in een der felle kleuren, die tegen woordig zooveel gedragen worden en men naar willekeur kan kiezen. De groote sjaal kraag en de manchetten kiezen de partij van den rok i?i?imfiiiiiiiiimfffiiiiiiiMftiffiiiimifHfHitfmiirMfiifiiifiHfHiifmfiiiiimiimiiiffiiiiiiifii iiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiimtilltmiiiiilimiiiimtiiiDiiii :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J. VRN SCHRICK BOOTHSTRHRT UTRECHT iiintiiittimllt itiimimiitiiiititmitiiiumiiiimtfiiiMiuiititimiiiiimm den wij die dan bij voorkeur in ouderwetschen vorm aanschaffen ? Onlangs liep in een gezelschap het gesprek over het verlangen om er modieus uit te zien. Men was het ns over de opvatting der maatschappelijke zijde van dat verlangen, 't Is in hoofdzaak een quaestie van standverschil. Bijna ieder wenscht volgens zijn (zegge vooral ook naar haar !) stand gekleed te gaan : zoo mogelijk een beetje er boven, maar stellig niet er onder. Dat is de voornaamste overwe ging bij de keuze van een nieuw costuum. Doch daar komt nog iets bij. Tout va bien a la belle," zegt de Franschman. Zeker, wie heel mooi is, kan de meest uiteenloopende dingen dragen, zonder dat ze haar leelijk staan. Maar nu wil menigeen zich gaarne suggereeren, mooi genoeg te zijn tot het dragen van de heerschende mode. En wie een beetje haar verstand gebruikt, spant zich dan in, uit hetgeen de mode biedt, (en dat is, gelukkig altijd nogal veelzijdig), dat gene uit te kiezen wat haar het beste voegt, haar 't beste staat, zich het gemakkelijkst laat pasklaar maken voor haaf persoonlijke ver schijning en speciale bedoelingen. Zoo doet ieder. " Dat ligt in de orde del' dingen. Het eenige verschil is dat de ne het met een beetje meer tact en fijner smaak doet dan de andere. Maar behoeven daarom die prentjes en die causerié'n zoo frivool te zijn ? GEERTRUIDA CARELSEN aiiimaliiianammaammmnmimmnnnmiaaimmnnimamum Uit het Leven Wanneer het kindje binnenkomt, juicht heel het huisgezin, Heel prettig voor het kindje" en voor het huisgezin. Maar uit mijn intuïtieve rangschik king van het kindje" en het huisgezin" blijkt reeds, dat die uitbundige begroeting vaak bedenkelijk kan zijn, vooral voor het nakomertje. Van mijn idee uitgaande, dat bijna elk kind tot een normaal maatschappelijk mensch kan opgevoed worden in het juiste milieu, zoo meen ik het nakomertje" even in be scherming te moeten nemen. Onze kleine, een kindje van veertien maan den, is een beauty. Daarover is ieder het eens. [aminer dat ze eenkennig is. Of jammer, Moeder constateert het eigenlijk op een toon vol trots, want haar kindje is er des te be koorlijker om. 's Middags komen de tantes, kennissen, vriendinnetjes en vriendjes van de grootere zussen en broers op het theeuurtje samen, om de kleine Emma haar betooverende kunstjes te zien uitvoeren. De medespelers zijn ook uitgenoodigd of beter gezegd besteld. De hulde is het kind nog wel onbewust, maar haar kunsten ? Ik merk al gauw waar het ondeugende schoentje haar wringt. Emmaatje is schuw voor personen die het kind niet lijken. Een tanige oude juf frouw, een oude man met een langen baard, die zich eveneens elke opoffering, als een groote pop, of een heerlijke doos chocolade getroosten om een beetje wederliefde bij de kleine te wekken. Voor wie haar bevalt, is Emma een aanhalig poezelig dotje. Maar komt er iemand van boven genoemd kaliber in haar flank, dan knijpt ze onmiddellijk haar groote oogen stijf dicht en vouwt de handjes op den rug samen. Zoo is ze tegen een mogelijken geestelijken en lichamelijker! aanval gewapend. Kijk tante nu eens even aan." Geef oom dan eens een handje." Het wordt doovemans oortjes gevraagd. Maar zegt de te licht be vonden tante onverwachts: Kijk eens wat een mooie pop ik meegebracht heb voor het lieve kindje," dan steekt Emma, met n luikje nauwelijks open, haar grijphandjes uit en palmt het lokaas vlug in. En zoodra tante een quasi-beweging tot vertrek maakt, of het nest hoort, nu Mevrouw ik ga maar eens, spert Emma de oogen wijd open om nog de zalige vreugde van den aftocht te genieten. Ik moet het toegeven, die oogopslag is een filmpïaatje waardig en een verrukking voor de kinderllefhebster. Als kinderkenster tevens, waarschuw ik de Moeder toch dit spelletje te staken. Het werkelijk eenkennige kind is onomkoopbaar. Het verzet zich tegen elke mogelijke tegemoetkoming. Zijm onwelwillendheid komt voort uit angst. Waar echter zijn onvriende lijkheid willekeur insluit, dient ze gefnuikt te worden.?Zijn naasten liefhebben,"al wat ademt en leeft een goed hart toedragen, moet het kind reeds jong bijgebracht worden. Het kind mag dier noch plant bij zijn koesterende iiefde uitsluiten. Emma'za( dus iedereen vriendelijk begroe ten. Reeds bij het eerstvolgende delict, weer ik streng af : Neen tante, Emma mag de pop niet hebben, alvorens ze U vriendelijk aange keken en lief een handje gegeven heeft." Emma blijft als verstijfd zitten. Maar, als tante bij haar heengaan, op mijn aanraden de pop medeneemt, slaan Emma's oogjes even plotseling op, doch nu deemoedig, en met een da-a, da-a," steekt ze haar handje uit tot afscheidsgroet. We hadden het pleit voor goed gewonnen. E. W. A s s c n E R KIEKJES HET KAPSTERTJE In een onzer eerste"kapsalons zag de jonge reserve-luitenant, in het drukste tijdperk der mobilisatie, het meisje, dat voor hem bestemd scheen. Een verblindend mooie verschijning waaraan hij dacht, terwijl hij pralerig fondtuurde door de leeszaal van de Witte, waar de mannen van invloed zaten. Dien invloed behoefde hij om vooruit te komen in het leven, en dies spreidde hij, in breed gebaar, juist die couranten voor zich uit, waarmede hij doeltreffende propaganda maakte voor zijn persoon. De inhoud liet hem koud. Het ging om de reclame. Tot eens op een dag gelukte het hem zoo waar voeling te krijgen juist door zoo'n courant, met een invloedrijken titel met een onzer leidende politici. De-luitenant begon over Indiëte spreken, en over zijn ambities naar het civiel gezaghebberschap. Maar de eenzaamheid?.... zoo vroeg de politicus. De luitenant glimlachte, en de politicus glimlachte. En de luitenant dacht aan zijn kapstertje, die graag mede wilde naar het land van Multatuli's opkomst, van Saidja en Adinde.... De politicus beloofde, en de luitenant beloofde, op zijn beurt, ook zijn kapstertje: een gouden toekomst. Zij moest alvast haar ontslag nemen, opdat zij met haren luitenant kon paradeeren, den korten tijd nog, dien zij voor het huwelijk in de hofstad doorbrengen zonden. Dat huwe lijk vereischte veel ceremonieel. Ook religieus moest alles worden geregeld. Het kapstertje zeide lachend, dat zij gewoon was in het leven comedie te spelen, en ook de luitenant lachte, en^dacht aan de eenzaamheid in de dessa.... En een enkele goede vriend, die het kapstertje meer van nabij kende, en die de eenzaamheid van Indiëkende, en de gevaarlijke sfeer van een getrouwden man, met een niet beginselvaste jonge vrouw, in Oostersche omgeving, waarschuwde.... Maar de luitenant had geteekend, en het kapstertje reeds haar ontslag genomen, zoodat weldra de boot met den luitenant, en zijn vrouw, naar Insulinde stoomde De goede vriend, die het kapstertje kende, en die Indi kende, beleefde kort daarop een onprettig moment. Hij spreidde een Indisch blad voor zich uit, en las daar van een drama, op een eenzamen civiel gezaghebberspost, waarbij wreed het huwelijksgeluk van het kapstertje, en den luitenant, was verstoord.... J. N. J. DE Booi j iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN KONINGINNEWEG 03, HAARLEM EISCHT STEEDS SIPKES'JAMS llllllllllllllllllllllllinillllllllllllllllllllllHllllllllllllllllllHllllllllllHIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIl) Illlllll waren wij de eenige passagiers die er uit het treintje stapten en het mag teekenend heeteu, dat het groepje passagiers, die er instapten, geleid werd door nog alweer een bestuurslid van de Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten in Nederland. We konden elkaar even de hand drukken en gingen toen ieder onzes weegs. Zernez toch is het uitganspunt en hoofd verblijf voor de bezoeken van hut Pure National Suisse, het groote Zwitsersche Natuurmonument. We moeten erkennen, dat de talen hier in gebreke blijven. Wij in Holland hebben al heel wat getob gehad met dat miserabele woord natuurmonument, en het berglandschap daar in de bocht van de Inn kan ook maar kwalijk een park genoemd worden. Er gaan dan" nok al verhalen van toeristen, die, door dat zoo schoon en gericfclijk klinkende woord aangelokt, gebelgd waren, hier niets te vinden dan een nagenoeg padlooze wildernis en ijlings terugkeerden naar het land der tandradbaantjes en diner-con certen. Ook zijn hier geen geneeskrachtige bronnen, baden en drinkhallen en wat er van meren en gletschers te zien is, moet met veel moeite en inspanning worden opgezocht. Wie hier gelukkig wil wezen, moet alweer iets meer hebben,dan den gewonen graad van opper vlakkige belangstelling en naast, het grootsche schoon ook het klein-mooi loeren waar deereu. In de laatste halve eeuw heeft Zwitserland ook al heel veel te lijden gehad van menschelijk bedrijf. Als Whymper en Tyndall of Tschudi en Töpffer nog eens konden terug komen zouden zij versteld en verslagen zijn. Vreemdelingenverkeer, industrie, landbouw, veeteelt, boschexploitatie, alles werkt samen om het beeld van het landschap te veranderen, vaak te bederven on dat dikwijls onnoodig. Om dit laatste te verhinderen is de Zwitser sche Bond voor Natuurbescherming opgericht. Zij heeft o.a. weten te verhinderen, dat er een spoorweg den Matterhorn op zou worden aangelegd, heeft ook op verschillende plaatsen kleine reservaten verworven en haar grootste werk was het vormen van het Pare National in het Beneden-Cngadin.dat thans een opper vlakte heeft van ongeveer 150 vierkante kiloineter. Zij bezit dat gebied echter niet in eigendom, maar heeft het gepacht van de gemeenten Schuls, Scanfs en Zernez voor termijnen van 25 tot 90 jaar. Het bevat wouden en alpenweiden on eenige dozijnen bergtoppen, waarvan de hoogte schommelt tusschen 2700 M. on 3200 M. Op het oogenblik liggen die toppen en zoowat het heele park dik onder de sneeuw, wan! wehebben gisteren middag en vannacht zware buien gehad die alles wat hooger ligt dan 1(500 M. met het witte kleed hebben overdekt. Er ontbreekt dus nog heel wat aan het Park. De westgrens gaat niet langs de Inn, maar veel meer de hoogte in, zelfs boven de boomgrens, zoodat de prachtige wouden hier buiten het beschermde gebied liggen. Verderop naar het Oosten wordt het beter, daar hebben wij een mooi woudgebied langs de Spöl-beek en de Ofen-beck, vooral rondom het Hotel Fuorn.én van de zeer weinige huizen, die in het Park worden aangetroffen. De valleien van het Noordelijk deel zijn onderin beboscht maar verloopen'naar boven toe in schraal begroeide hellingen die weer overgaan in puinbeddingcn, want de bergen hier bestaan meerendcels uit dolomiet, dat snel verbrokkelt en verweert en de dalen opvult met zeer on vruchtbare steenschilfers. Slechts enkele planten kunnen hierin gedijen en slagen op verschillende wijze erin om houvast te krijgen in den beweeglijken ondergrond. Het spreekt vanzelf dat de toppen zelf woest verbrokkeld zijn, in het bijzonder de Piz Pissoc is een der meest schilderachtige bergruïnen uit het Alpenland. In dit heele gebied geldt nu de leuze : geen bijlslag en geen schot. De Bergamasker herders en hun kudden worden er niet meer toege laten, Licn bergtop die dreigt neer te storten wordt niet gestut en gesteund en bijgemetseld, zooals dat op zoo menige plaats in Zwitserland geschiedt. Er zijn geen veestallen die maken, dat groote oppervlakten bedekt worden met allerlei grove planten, zuring, melden, goede Hendrik etc.die vreemd zijn aan het landschap. Maar de gcmzen leven er ongestoord en vertoonen zich onbekommerd aan den rustigen en opmerkzamen natuurvriend. De marmotten fluiten op de hooge hellingen en de steenarend vindt een veilige nestplaats en overvlocdigen buit. De Ligue heeft ook een beer op haar reclame-plaat staan, maar het bruintje dat in 1015 aan de oevers van de Spöl was waargenomen is kort daarop in de buurt van Trafoi geschoten. Maar het mooist van alles is wel de onovertreffelijkc flora, rijker dan in eenig ander deel van Zwitserland, vooral wanneer we ons niet houden aan de enge economische grenzen van het gebied, maar alles erbij betrekken, wat er organisch bij behoort en wat in den loop der tijden, als de middelen het veroorloven, ook wel bij het Park zal worden gevoegd. Als ik spreek over het Zwitsersche Nationale Park, dan bedoel ik die stukken er alvast bij. [AC. r. T H i i s s r.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl