De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 7 augustus pagina 7

7 augustus 1920 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

7 A'.'g. '20. No. 2250 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET DUITSCHE TOONEEL EN f DE: OORLOG J. S. MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND door DrJEowARD STILGEBAUER Nog niet lang geleden heeft Max Reinhardt, de Imperator. van het'^Duitsche'tooneel, het klassieke woord gesproken": OÖrlogsstukken trekken niet !" . Die uitspraak van dezen eersten tooneelkenner geeft te denken, als rnen eens nagaat, hoe vroeger rampen, die een heel volk troffen, bijna altijd het litteraire leven van zoo'n volk beïnvloedden, ja, er soms een geheelen omkeer in brachten. Reeds Shakespeare noemt in zijn Hamlet de tooneelspelers de wandelende kroniek van hun tijd." In zijn proloog van Wallenstein ver ontschuldigt Schiller zich over den grootschen opzet van zijn drama met de onsterfelijke woorden : Dan kan de kunst op het tooneel ook een hoogere vlucht nemen, ja, zij moet dit doen, zal niet het schouwtooneel van 't leven haar beschamen." En hij zelf neemt zijn vlucht onder invloed van de wereldschokkende gebeurtenissen, die het uitbreken van de Fransche revolutie over Parijs en de geheele wereld brachten. Uit de rooftochten der Pruisen heeft de Duitsche dramatische litteratuur weinig pro fijt getrokken. Reeds kort na het einde van den dertig-jarigen oorlog begonnen die met de strooptochten van den grooten Keurvorst en zij bereikten hun hoogtepunt in de Silezische oorlogen van Frederik II. Een geheele dichterschool, die men voor 't gemak kortweg de Pruisische" noemt, bezong in het midden der achttiende eeuw den door den keizerlijken ban getroffen koning ; Klopstock zin speelt op hem in enkele zijner oden. Met op zet geeft Lessing aan zijn Tellheim, uit de school van Frcderik, als tegenhanger den Franschen zwendelaar Riccaut de la Marlinière en Goethe biecht ons in zijn Dichtung und Wahrheit" dat men in het huis aan den Frankfurter Hirschgraben niet Pruisisch, maar we! Fritsgezind was. Ook vindt men niet n vonkje van dien Pruisischen geest in de werken van Friedrich Schiller, die alle gloeien van de vurigste vrijheidsliefde. W Napoleon vond zijn grootsten bewonderaar in Weimar en de Franschenhaat van Heinrich von Kleist, die in zijn gedicht over den Hermansslag en in zijn oden tot uiting komt, geeft ons een goed begrip van de jalousie van dit kleine genie uit Frankfurt aan den Oder op de hemelhooge vlucht van dat groote genie uit Frankfurt aan den Main, wien hij den lau werkrans wel van het hoofd had willen ruk ken. De dichters der vrijheidsoorlogen deden niet aan de dramatische kunst. Voor Schiller's zon verbleekte elke' ster van tweede of derde grootte. Theodor Körner, van beroepswege aan 't tooneel verbonden, viel als jonge man bij adebusch en heeft zijn volk, behalve zijn Zriny, slechts een paar onbeduidende blijspe len nagelaten. Bij de dichters hadden de Prui sische heldendaden geen geluk. De romantiek vluchtte weg uit de ellende van den tijd. Heinrich Heine verbeeldde het lot der goden in het lot van zijn Almansor ; maar het ook toen reeds weelderig bloeiende Pruisische antisemitisme maakte dat het stuk reeds bij de première op het hof tooneel te Brunswijk viel. Met zijn Ratcliff deed hij zijn laatste dramatische poging ; hierin verwerkte hij op meesterlijke wijze de griezelige stof eener Engelsche ballade. Het midden van de negentiende eeuw is al heel banaal. Van den revolutiekreet hoort men nog slechts een flauwen nagalm in gedichten en vlugschriften; den revolutiegeest te vangen in een drama van grootsche concentratie, ver mag niemand. Als een eenzame rots staat Büchner met zijn drama Dantons Tod. In Hebbel's Maria Magdalena, in Otto Liidwigs Erbförster, in Anzengruber's Pfarrer von Kirchfeld, om een paar willekeurige te noemen, worden snaren aangeroerd, die de heerschende kringen liever niet hadden hooren trillen. De stonnkreet van 48 is weggestorven. Maar de groote gebeurtenis nadert : de Fransch-Duitsche oorlog, de val van liet tweede keizerrijk, die een Emile Zola tot zijn klassiek werk geïnspireerd heeft. Afgezien van Carl erock en Emanuel Geibel, /.oekt men vergeefs naar zijn sporen in de Duitsche litteMLTfl HET PHYSIOLOGEN-CONGRES te Parijs, 16?20 Juli ii Ruim 200 mededeclingen en een veertigtal demonstraties ! (ieen wonder dat het onmoge lijk is om ook maar een eenigszins volledig verslag erover uit te brengen. Onmogelijk is dit vooral ook omdat meestal in vier secties tegelijkertijd mededeelingen werden gedaan en daarttisschen door nog demonstraties. Een gewoon incnseh, die erg z.ijn best doet, kan dus hoogstens l 5 van alle voordrachten aanhooren. Stelt hij boven dien een beetje hooge eischen aan zijn nacht rust (men kan toch werkelijk in Parijs niet om S uur opstaan), wil hij gedurende het con gres eens het ecu en ander met verschillende buitenlaridsche collega's bespreken, en is zijn kennis van de Fransche laai /oo gering als de mijne (om van HaUaanseh nog maar te /.wijgen) dan blijft van /.nik een congres niel zoo heel veel positiefs hangen. Kn van wat er dan nog is blijven hangen, leenl zich veel niet voor een populaire bespreking. Zoo zou ik b.v. gaarne willen niteccnzettcn hoc onze landgenoot Einthoven den tweeden morgen van het congres een voordracht hield, die met groote ingenomenheid werd begroet. Het was hier precies als eenige weken geleden in Hamburg. Men heeft in de physiologie herhaaldelijk van die kwesties, waar tien tallen menschen over schrijven en werken ; de eenc meent dit, de, andere dat. Leest een buitenstaander het werk van de (.-ene partij, dan geeft hij die gelijk, leest hij het werk van de andere, dan geeft hij die eigenlijk ook gelijk. Dut gaat 7.00 jaren door, totdat er iemand komt, die rustig en kalm, mei onver stoorbare nauwkeurigheid, de /aak in studie ueeiiil en dan eenvoudigweg meedeelt hoe het is, maar dan zoo, dat beide partijen overratuur. Want deze litteratuur stond en staat naast\he.t politieke leven van een volk, dat sedert tientallen van jaren er aan gewend was aan den leiband te loopen, en de hofpoeëten alleen kregen het niet voor elkaar. Ernst von Wildenbruch, naar men zegt een bastaard van Wilhelm I, den overwinnaar van Saint-Privat en Sedan, ontpopt zich als de dramaturg van het tijdvak der Wilhelms. Hij schrijft voor het tooneel. Dikwijls in smette loos proza, dikwijls ook in zuivere verzen, maar altijd zóó, dat de opperhofmaarschalk het met welbehagen kan lezen; in Joseph Lauff, door den Keizer geadeld, vindt hij een zwakken opvolger. De Duitsche dramatische litteratuur slaat nu een weg in, die de rcgeering heelemaal niet past. Geriiart Hauptmann en Hermann Sudcrmann zijn het succes van den dag. Wat zij werkelijk waard waren, leerde ons de wereld oorlog en de houding) die zij daartegenover aannamen : Es ist nicht wahr\ Ook Ludwig Thoma niet zijn Moral, Franz Adam Beyerlein met zijn Zapfenstreich en Otto Erich Hartleben met Rosenmontag, doen van zich spreken. Was dit niet als het verre lichten van het godsgericht dat aan de Marne voor het Pruisische officierencorps zou dagen? Uit n mond hoort men zoowaar profetische geluiden: Met Jena oder Sedan heeft de dich ter van Zapfenstreich een waar Kassandrawoord gesproken. Daartusschendoor de herinneringen aan vroolijker tijd: het luitcnantsblijspcl (de Tanzhusaren!); dergelijke stukken werden door auteur en directeur als zeer ,,voordeelig" flink uitgebuit. De orkaan brak los. In den herfst van 1014 was door de opperste legerleiding het wacht woord gegeven: tooneel is amusement; leger en publiek moeten in een goede stemming gehouden worden. Vandaar Reinhardt's ora kelspreuk : Oorlugsstukken trekken niet". Zoo ziet men op het Berlijnsche tooneel, in tegenstelling met Parijs, oppervlakkige stuk ken of oude winkeldochters verschijnen en de provincie volgt dit voorbeeld. Terwijl het volk aan de Seine in zijn grootsten nood bij de ontplooide driekleur de Marseillaise aan hoort, gezongen door de eerste diva, fluit Otto Reuter, de komiek, in Berlijn tijdens den terug tocht aan de Marne, zijn geestige" couplet Die Sache die begibt sich Genau wie anno achtzehnhundert siebzig". Zoo was de stemming aan de Spree, toen men plotseling begon te begrijpen, dat het einde van den oorlog niet te voorzien was, dat de ne winterveldtocht den anderen opvolgde. Reeds hadden Barbusse, Paul Bourget, Anatole Franco, in Frankrijk hun woord gesproken.reeds gingen in het Boulevardtheater stukken, waaruit, behalve het leed van een volk, dat men naar de keel gesprongen was, ook diep mcnschclijk gevoel sprak. Zelfs de film Fransche Moeders", met Sarah Bernardt in den titelrol, hadden honderddui zenden van de Vogezen tot aan den Atlantischen Oceaan en van 't Kanaal totaande Middellandsche Zee gezien, en nog steeds was het in Duitschland taboe de waarheid in de oogen te zien. Slechts heel langzaam kwam bij dit volk met verstokte gewetens en verharde ge moederen het begrip boven, nog niet eens van eigen schuld, maar althans van de alge meenheid der ellende. Joden en buitenlanders zijn het geweest, die het eerst schuchter naar de pen grepen; men luisterde niet naar wat zij te zeggen hadElectrische Lanpeten in Potterie LANOOY" Papestraat 24 - 's-Gravenhage Teekenïng voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck miuiiuiiiiiiii miiiiuitimiiiuimmiiimiiiiiiiimiuu llllllliHIIIIIIIIIIIIIMMIIIHIIIIIIIUIIIII nu iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii" BEZOEKT de Kon. Kweekerij MOERHEIM voorheen B. RUYS DEDEMSVAART den. Men verbood hun geschriften of negeerde ze, zooals dat in Wilhelms landen de gewoonte was. De Hongaar Latzko, de jood Stefan Zweig, de Elzasser Schickele, wat hebben zij gedaan? De Franschmnn heeft daar het goede woord voor: brouille/'. Zij maakten het potje aan 't koken, roerden de brei flink door elkaar, maar spaarden de kool en de geit en wilden niet openlijk er voor uit komen, dat deze oorlog een misdaad van Duitschland was en de manier, waarop hij ge voerd werd, een Pruisische methode. Volgens hen waren allen te zamen verantwoordelijk voor deze ramp, het kapitalisme was de zonde bok en door de schuld van het Pruisische mili tarisme werd een streep getrokken. Vandaar de haat van het buitenland tegen deze soort tooneel en litteratuur; maar ook in de Duitsche landen zelf vond zij weinig in stemming. Oorlogsstukken trekken niet", orakelde Max Reinhardt en hij schiep het theater der vijfduizend, midden in den revolutiestonn die een nieuwe opvoering van den Hamlet, Orestes en Julius Caesar te verwerken kreeg. Moissi, zijn altijd publiek trekkende tooneelspeler, ontpopte zich als communist, toen de Raden ook aan de Spree nog en vogue waren, en hij liet Dantons Tod spelen in het voormalige circus Schumann, alsof hij in een vorige jeugd de jaren 1793-en '94 in Parijs meegemaakt had. De revolutie in miniatuur werd een tijdlang troef, niet de oorlog, niet dat wat de generale staf en op zijn instigatie het verblinde en woedende volk in vreemde landen uitgericht had.... Fritz von Unruh, een Ulanenot'ficier, verhief zijn stem tegen den oorlog, niet tegen de Duitschers, tegen den tijd, niet tegen Hindenburg?Ludcndorff, die een heel volk be drogen hadden. Hij schreef het drama: Ein Geschlecht en Max Reinhardt voerde het op zoodra de censuur zoo'n waagstuk toeliet. Maar het trok niet; ..oorlogsstukken trekken niet." Maar dat was de oorzaak niet, want de wereld was heelemaal niet gekant tegen den oorlog in 't algemeen, maar wei als n man tegen de Duitschers, die hen met opzet in dezen ellendigen oorlog hadden gedreven. Nog anderen gaven zich vruchtelooze moeite om de vraagstukken van hun tijd op te lossen; maar de tijd was hen reeds lang voorbij geijld en zij hadden den tred van /ijn voetstappen niet gehoord. Reinhold Göring liet den Slag in 't Skagerak en de heldendaad van Scapa Flow op 't tooneel verschijnen; Carl Hauptmann, Gerhart's broeder, componeerde een vroom oorlogs 'l e Deum en Georg Kuiser vergreep zich heelemaal, uit misplaatst patriotisme, in zijn ,Burger von Calais". Toen kwamen Strindberg, Sternheim, Wc ekitid weer aan 't woord. Die Biich.se der Pandora" en het bordeelstuk Schloss Wetterstein" zouden, als de censuur niet door de revolutie opgeheven was, zeker verboden zijn, maar nu stroomde het publiek te BerlijnMünchen naar den schouwburg om die prik kelende sensatie te genieten. Dat was dus het eindresultaat; dat dus de geestelijke en zedelijke herleving, die de revo lutie bracht. Maar het uur zal komen, reeds kondig! het zich aan. Niet spoorloos is deze catastrophe aan ons voorbijgegaan en met de. woorden: wij willen van den oorlog niets meer weten", worden vier lange jaren van afscliiiwelijkhcden niet uitgewischt. . . . Waarlijk, een Homerus en ee'iSophocles.een Dante en een Shakespeare mochten wel in n persoon vereenigd worden om vanaf het tooneel het Duitsche volk te verkoiidigeil', wat het door zijn tragische schuld over zich zelf en de wereld heeft gebracht. lllHIIIMIIIIIIHlIIIIIIIIUIIIIIlllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlHIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIll ijl i mini Minimum iiliiiiiiMillllliilllliiMiiiiiiiliiiiiii tiiiiiiiiiniiiMiiiiiiiiiiiiniii 1SI tuigd zijn. En dat deed Einthoven in Hamburg met n kwestie en dat deed hij in Parijs met een andere. Als zooicts gebeurt, dan haalt men eens diep adem en /egt : Goddank, die zaak is nu tenminste opgelost, nu kan men weer verder." Jammer is dat ik de kwesties zelve niet Kan uiteenzetten, het zijn echter zulke speciale dingen betreffende de clcctro-physiologje van den hartspier, dat ik blij genoeg ben het zelf eenigennate te begrijpen en geen moed heb hel in populaiven vorm te Bieten. Maar al is de wetenschap dan internationaal ? - ik wilde de gelegenheid om een succes van een onx.er groote Nederlanders te vermelden, niet laten voorbijgaan. Trouwens, ook een aantal andere Ncderlan ilers kwamen mei goede mededeelingen. Hambnrger's leerlingen (de i laan, Brinkman. I-'eiinga, Weinberg, van l'ret'eld) brachten verslag uit over de onderzoekingen, die in de laatste jaren in het physiologisch instituut te Groningen zijn verricht. Jammer, dat I lamburger zelf niet aanwezig kon zijn om een door hem aangekondigde voordracht Ie houden. Hetzelfde geldt voor den l.'lrcchtschcn physioloog Zwaardemaker, die een mededccling had willen doen over den invloed van radioactieve stoften op verschillende levens functies:contracties van liet kikvorschhart enz. Ook deze voordracht viel uit : gelukkig eehler was Zwaardemaker's leerling Feenstra aan wezig, zoodal de/e uiterst merkwaardige ouder/oekingcn toch onder de aandacht van de buitenlanders konden worden gebracht. Wanneer ik nog vermeld, dal de Boer uil Amsterdam drie voordrachten hield, Koos, een der assistenten van Kuithoven, een mededeeling deed en ik zelf ook wat had, dan zijn, naar ik meen, de Nedcrlandsche sprekiTsallen genoemd. Wanneer ik mij afvraag, wat een levk van al deze 200 mededeelingen wel het meest zon hebben geïnteresseerd, dan is dat vermoedelijk de allerlaatste mcdedeeling van het congres, n.l. een voordracht van Pez.ard : ..ConditionnemciH physiologique des caractères se\uels sccoiulairc.s; prcsenlatinn d'anhnaiix." Wanl wie nwei heeft ooit een kip gezien met spoun ril mei een giooU'ii haneilsl aai t? \Yir n wei zag ooit evu ha.n', nie', een kippc.nk.nu ot een wijfjes-faisani met den vederhos van een maimetjes-faisaiil? Ook voor ons was Pé/ard's voordracht om meer dan evn reden interessant. Interessant was zij wegens de merkwaardige resultaten, interessant ook met het oog op een psychologisch moment, de volkomen ge moedsrust, waarmede Pé/.ard alle gnmdleggende onderzoekingen, die door anderen sinds een jaar of tien hieromtrent zijn verricht, /(/<'/ vermeldde (wellicht niet kende?). l.aat ik eerst de zaak zelf trachten duidelijk te maken. Bekend is reeds lang, dat de gcslachlsklieren bij mensch en dier niel alleen daarlue dienen om het nitoetcncn der geslachtelijke functies mogelijk te maken, maar dat ook een aantal der uitwendige geslachtskenmerken (baardgroei, mannelijke stem, vorm dei borsten enz.) en der psychische geslachts kenmerken (neig'mg tot ander geslacht ; bij dieren eigenaardig gedrag gedurende de broiispcriode enz.) afhankelijk zijn van de aanwezigheid der geslachtsklieren of van bepaalde cellen daarin. Van oudsher is bekend dat een mensch <h' dier door castratie een aantal van zijn typische mannelijke of vrouwelijke eigenschappen vciliest. Pezard heeft nu deze zaak bij hoenders nauwkeuriger bestudeerd. Als men een haan castreert, verliest hij eenige van zijn typische haan"-eigenschappen, maar merkwaaidigerwij/.e \erliest hij ze niet alle. Bij den gecaslrccrdcn liaan is de geslachtsdrift verloren. gegaan, ook de vechtlust is weg, bovendien is de kam veel kleiner geworden, maar toch ondeischeidt zich dit dier nog sterk van een kip n.l. het dier is zeer groot, het heelt sporen en den typischen vciievbos van een liaan. Hieruit concludeert Pezard, dat sporen en hanenslaart niet zijn typische mannelijke eigenschappen, maar dat zij zijn de eigenschap pen van hel iicnlnilt' dier. Wanneer dat zoo is, dun rijst natuurlijk de vraag op of men niet door een kip te ..nentraliseeren" een dier kan krijgen, dat lijkt op een gecastrcerden haan, dus een dier met een kam als een kip, een dier zonder vechtlust of geslachtsdrift, maar nut sporen en haneveeren. Pézaril moest om d.il te bereiken bij kippen de o\arien \ ei w ijdei en. Gelukkig, zei hij. u ist ik niet. d.il volgen, opgaven in de lileiatiini het v.isu ceu.'ii v.n\ een Kip iiicl in»<.',ch|k is: ik De Belgische oud-sl rijder: ,,lk verd . . . het om langer te bedelen!' J. A. HOETING Hofjuwclier - Koningsplein 11.13 Juweelen - Paarien - Zilverwerk, OfLTS Lied Het hart, dat zich uitstorten wil, Is elk woord lief van zijn gedicht : 't Draagt iets mee van 't inwendig licht, Dat het doortrilt, waarin 't zich baadt Als morgenaarde in dageraad. Zóó heerlijk is geen ding op aard Als heerlijkheid van 't dichterlied : Geen zonnelicht, en maanglans niet, En niet 'f zoo hel en fel als vuur Lied van den vogel van 't azuur. 'tBedrnkt en moegepijnd gemoed Vindt daar zijn uitkomst, daar zijn vree, Zijn toevlucht voor al werelds wee : Daar klaagt het hart zijn smart vrij uit, Daar jubileert verrukking luid. En alle schoonheid van deze aard, Wat voor een tijd is en versterft, Vindt daar hel leven, dat hel derft, Dat iiitvlamt boven 't sterfelijk schoon, Als ziel ontstijgt haar aardsciien troon. En alle schoonheid van de ziel Komt daar in tijdlijkheid aan 't licht, Verbeeldt in glans haar aangezicht, Dat wie haar eenmaal heeft aanschouwd, Haar onvergetelijk onthoudt. Vervul mij met een ryhtme gansch, (jij, geest van lied, en laat mij zijn Van uwc schoonheid maar een schrijn, Door wiens armoede en duisternis Uw licht meer diep en stralend is! J. A. P. IIIIIIIIMIIIIIIIIII'IIMIIIIIIII DEN MAAG i VARMOND! PADOX HOUTBOUW FANTOOR , rtöTOKlAANeöJ HAAG - Til.lNT.ycn.256O-256l LEVERT DE/VERLANGD INZEER KORTEN TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIES HLS l LANDHUIZEN yCHOOLCEBOÜWEN ^ JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN (NÜCHTINCÉN OP AANVRAAG heb hel toen geprobeerd en het is uitstekend gegaan. Korten tijd en wel zér korten tijd na hel verwijderen der ovarien gaan bij de kip de sporen uitgroeien, ze worden reusachtig lang zelfs, en tevens krijgt het dier hanevecren. l'é/ard toonde ons o.a. ook een wijfjes-faisani met den prachtig gekleurdeu vederbos van een mannetje; hij liet ons kippen zien met een hancnstaart en een haan mei een kippciik.ïin enz. Belangrijk zijn tle/e zaken \oora! omdat zij ons leeren, dat de kip haar speciale kip"cigeuschappen all hans een deel daarvan niet het1 f t omdat liet ovarium iets positiefs doet, waardoor de ,,kip"-eigenschappen ont staan, maai' omdat het ovarium /n'/d dal de kip zich ontwikkelt tot het neutrale dier. Bij tien liaan is hel anders. (_';<s[recM men den haan, dan wordt hij ,,neutraal", doordal hij iets verliest (kam, geslachtsdrift). De kip wordt neutraal" doordat er iets bijkomt, zij is dus uiterlijk een neutraal dier min iets, de haan is een neutraal dier i>lus iets. l let spreekt vanzelf dat dergelijke onder zoekingen niel alleen aardig" zijn, maar ook zeer nuttig, omdat zij onze kennis van il e geslachtelijke ontwikkeling, van de geslachte lijke differentieel ing enz. verrijken en omdat men daardoor kan komen tot waarnemingen rn opval tingen, niet alleen van giool llu'orelisch, maar ook van enorm practisch belang, zooals dal vooral de ondcizoekingcn hebben geleerd, die Sli'iiniiii in tic laal-ie tien jaren heeft verricht. lui dat is nu een van de merkwaai dighedcn van Pezard's mededeeling, die ik boven reeds aanduidde. Pezard's onderzoek is zeer belang wekkend ; hij droeg het aardig en geestdriftig voor, had mooie praeparaten en projecties. Maar hoe het mogelijk is om een dergelijk onderzoek te bespreken en niel den naam van Meinaih tv noemen? Het schijnt dat Pezard's vondsten niet nieuw zijn en dat men in Amerika diezelfde dingen - althans die bij de kip reeds eenige jaren geleden had gepubliceerd. Er wordt over deze zaken zooveel gewerkt, dat ik als buitenstaander niet precies kan beoordeelcn, wat al bekend was toen Pezard begon en waar zijn originaliteit begint. Maar Pezard /rit moe'-t tlat iiï.i. wel v.iUn en uu-t een enkel is het niet vermelden van Steinach's werk en het nn't vastleggen in welke betrekking Pezard's werk tot dat van Steinach staat, belachelijk. Steinach behoort wel niet tot de geallieerden (hij is Oostenrijker), maar zijn werk begon reeds jaren vóór het begin van den oorlog, dus Pezard heelt geen enkel excuus om hel niet te kennen. Steinach's werk is van buitengemeen belang. lld(' belangrijk het zal worden, hoe hoog hij ?zijn vlucht zal nemen, kan nu nog niet worden beoordeeld. Moet men de coiirantenberichten van den laatsten tijd gelooven, dan is het op grond; van /ijn onderzoekingen gehikt om grijsaards weer te vevjongen" door hun geslachtsklieren te itnplantecrcn. Of Steinach werkelijk meent hier positieve resultaten Ie hebben bereikt, en indien hij het nieenl, ot het dan werkelijk zoo is, dat kan nog niet worden uitgemaakt. Maar zeker is dat Stei nach werk van den allereersten rang heeft verricht, dat groote resultaten, ook practische heeft gehad. Kort geleden werd reeds in de medische literatuur mededeeling gedaan over l(i ge vallen waarin hel gehikt was om door middel van operatieve ingrepen (ingrepen, toegepast ais gevolg van Steinach's onderzoek} bomoscxueelcn te genezen, liet is nu niet de ge legenheid om dit geheele gebied te bespreken, dat kan wellicht later eens geschieden ais de zaal; wal meer bezonken is. Ik wees alleen mei een enkel woord op Sleinach's werk, werk dat spoedig aller aandacht zal vragen (in ()ostenrijk staan naai ik hoor de couranten er al vol van) om scherp licht te laten vallen op het psychologisch merkwaardige feit, dat. l'ezard in die richting studies verricht en een voordracht erover houdt zonder Stei nach's naam ook maar te noemen. W. S i o K M v A N l. i; i; i! w i, N L e i d e n Gsdeponeetd Handelsmerk Dit merk op Uwe rookartikelen garan deert U kwaliteit. VOOR ENGROS: IAH AARNOOTSE DEN HAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl