Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOÜR NEDERLAND
14 Aug. '20. No. 2251
TJIT
dc^1
tooneelruimte"1 beheerschten ; van Gasteren
vooral wist dit in uitnemendheid te doen ;
hij schiep door standen en gebaren een sfeer
om zijn persoonlijkheid heen. Hoe goed
gegedacht was o.a, het symbolische stille vooruit
wijzen van zijn hand, wanneer hij met het
kind optrekt naar den offerberg; wij zagen
in dit enkele eenvoudige gebaar verbeeld den
langen'moeielijken tocht en tevens het ^on
af wijsbare van het offer. «. *? "?
ANNA" VAN GO'GH
HET OFFER VAN ABRAHAM
Drama uit het Grieksch, als
openluchtspel vertoond door Het Klassiek
Tooneel" onder leiding van
. ALBERT VOGEL
Volgens inlichtingen, ons door den heer
Vogel verstrekt, is dit tooneelwerk,,gevonden"
op het eiland Kretha en door Professor
Hesseling uit het Nieuw-Grieksch vertaald.
De auteur bleef onbekend, waarschijnlijk
stamt het werk uit de 17de eeuw.
Voor ons, die Vondels bijbelsche spelen
bezitten, die daar ons grooten zanger hebben
leeren liefhebben in zijn rijkdom van taal,
zijn verheven lyriek, zijn grootsche visie, doet
Het Offer van Abraham" in zijn soberheid
van dramatisch gebeuren en zijn eenvoudige
soms nuchtere woordenkeus, in het begin
vooral wat schraal aan ; onze aandacht wordt
nog maar matig geboeid in de eerste tooneelen,
waar de engel verschijnt om den sluimerenden
Abraham den zwaren Gods-eisch aan te
kondigen en waar Abraham op dien eisch
antwoordt in moeielijken zelfstrijd, straks ver
zwaard door de smart van zijn vrouw, Izaaks
moeder. Doch allengs doorvoelen wij, hoe juist
die soberheid de bijzondere deugd is van dit
drama. De dichter hield zich streng aan de
lijnen van het bijbelverhaal, dat in zijn kort
verloop een schildering geeft van hevige
menschelijke smart, bijna bovenmenschelijke
offervaardigheid en diep-innige vreugde.
Abraham is hier werkelijk de man Gods, de
mensch, die door zijn geloof boven eigen
menschelijkheid uitstijgt, en dan zonder
murmureeren het zwaarste offer kan brengen. Door
de »eeuwen heen hebben vaders en moeders
hunne zonen gegeven voor een ideaal, of voor
wat zij voor een ideaal hielden en dikwijls
zijn zij gegaan tot aan het uiterste zonder dat
een reddende Godsstem hun hand tegenhield ;
deze Abraham ook zou dat laat de schrijver
ons voelen zonder verdere aarzeling het
offer gebracht hebben en er later zonder
wroeging aan kunnen terugdenken. Zuiver
en binnen strenge contouren is de figuur
geteekend.
iiiiiiiuiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiimii MimiiiiiiiimimiiiiiiMiMiiiifiiiMi
De moeder " Sarah is gevoeliger,
bewogener, en menschelijker; haar smart is
vlijmender en in haar rijst verzet tegen den
harden eisch. Toch.... ook zij aanvaardt
het offer, zich buigend voor den wil van God
en van den haar door God gegeven echtgenoot.
Izaak, het kind, kon hier niet als in het
bijbel-verhaal zelf, uitsluitend blijven het
offerlam, dat willoos, argeloos, zijn lot onder
gaat ; om onze aandacht te boeien en ons
medevoelen te wekken, had de dichter hem
persoonlijkheid te verleenen. En wij zien hem
als het godvruchtige, gehoorzame, moedige
kind, spruit van een uitverkoren geslacht;
wanneer hem wordt geopenbaard, het
vreeselijke, dat hem wacht, leeft kinderlijke angst
en jong levensverlangen in hem op. Zijn gebed
vóór de offerande is van aangrijpende innig
heid en levenswaarheid: hij smeekt om
erbarmen, om afwending van het vonnis, dan
om een natuurlijken dood, om ten laatste te
berusten in wat onafwendbaar schijnt.
Uitstekend ook is de ommekeer geteekend
nadat God den eisch heeft opgeheven : de
hoog oplaaiende jubel in het kind ; de bijna
ontstelde verbijstering in den vader grooter
haast dan zijn ontzetting toen het vonnis hem
werd aangezegd, en in de moeder een zóó
machtige vreugde, dat de schok ervan haar
bijna het leven beneemt.
Zoo schilderde de ongenoemde auteur een
belangrijk, groot menschelijk levensgebeuren
in zijn werk, dat ondanks zijn eenvoud van
taal soms op het kantje van banaliteit
af onze aandacht vasthoudt en ontroering
wekt.
Louis van Gasteren verheugde door een
streng omlijnde, zuiver opgevatte vertolking
van de Abraham-figuur. Dat was de
geloofsheld, door God uitverkoren om het hoogste
offer te brengen, de sterke, die van geen
wankelen weet. Hoe overtuigend weet deze
serieuse kunstenaar te zijn in ieder gebaar,
in iedere intonatie van zijn donker-getinte
dictie; Abraham stond vóór ons, groot en
gansch offer-bereid en toch diep-in vol
menschelijke bewogenheid.
Aleida Roelofsen als Sarah wist haar spel
niet op hetzelfde hooge plan te brengen ; haar
stijl van spelen was te modern, haar klagen
en jammeren te declamatorisch. Al moet
erkend worden, dat zij goede oogenblikken
had : zóó waar zij aan het leger van den slapen
den Izaak haar moedersmart uitklaagt. Hier
was haar klagen innig, zonder de uitbundig
heid, die op andere oogenblikken zoo hinderde.
En die gansch niet paste in den sober-strengen
stijl van het drama.
Greta Gijswyt, in uiterlijke verschijning en
gebaren te veel meisje om geheel de illusie
van de Izaak-figuur waar te kunnen maken,
wist dit echter te doen vergeten door haar
innig doorvoeld spel; wij zagen er in uit
gedrukt het wezen van het naïve kind, dat
toch intuïtief voelt, tot iets geweldigs voor
bestemd te zijn en er voor terugschrikt in
kinderlijke bangheid ; haar vrcugde-jubeling
was fijn en hoog als van een bevrijden vogel.
Om de drie hoofdfiguren heen zijn slechts
enkele bijfiguren gegroepeerd : de engel, een
paar dienaren en dienaressen.
Wij zagen de voorstelling op het wijde
tooneel van het Arnhemsche Openlucht
theater en hadden daar te bewonderen, hoe,
bijna zonder requisieten ??-- een paar
zodenbanken was al die enkele personen de groote
- De lampion-ophang-puzzle gaf stof tot
vele en velerlei veronderstellingen en kunst
gewrochten.
A. maakte er een soort van ridderorde of
kruis van en kwam tot 23 lijnen van drie,
B. berekende 43 kwartjes door de lampions
op negen rijen van drie te hangen. C, D, E, F
en G hingen de lampions in den vorm van
een kubus en kwamen op die wijze tot 49
kwartjes. H. hing de lampions op en con
strueerde daarvan een dodecaëder en kwam
tot 57 kwartjes, I kwam met eene teckening
en eene oplossing van 70 rijen van drie,
waaruit A.B. met den besten wil ter wereld
geen wijs kon worden, en J. diende een
rekening met teekening in van 66 x 0.25 =
/ 16.50 benevens ?0.10 voor plakzegel is
/ 16.60. Deze liet dus ook betalen voor de
lampions, die door den heer zelf waren op
gehangen, hetgeen niet volgens contract was.
pfWij voelen veel voor den kubus en den
dodecaëder ; deze leveren den tuinman resp.
48 en 56 kwartjes op.
?(Oplossingen zonden ds. C. Ph. F. A. te
Ruurlo, Adri" te Hem, (deze zond ook nog
eene goede oplossing van de puzzle met de
domino-steenen). D. A. van A. te Haarlem,
J. B. B.te Middelburg, C. J. J.E.teRotterdarn,
'}. N. v.d. E. te H., S. W. E. te Oosthuizen,
Mr. J. K. te Arnhem, G. v. d. K- te
Alblasserdam, Mevr. M. P. te Vierhouten, G. S. te
Helder, L. S. (H.B.S.) te Leiden, Mevr.
J. A. B.-W. te Laag-Keppel.
De loting om den prijs wordt uitgesteld
tot de volgende week. & tg
Correspondentie :
W S. W. E. te Oosthuizen :
|f Kunt U uwe teekening niet toelichten?
9 Mevr. M. P. 't Keppelke.
W A.Ei. laat de goede oplossers lolen om den
puz/leprijs.
i» k«_, Li l
.m NIEUWE PUZZLE
Wal
m
LZI._
? Onze figuur stelt voor een
klein ondiep riviertje, waarin
acht steenen zoodanig zijn
gelegd, dat men van den
euncn steen op den anderen
springende, van den eenen
oever den tegenovergestelden
kan bereiken.
Nu is de vraag om in het
minst aantal sprongen, bij
steen l aanvangende, den
tegenovergelegen wal twee
maal te bereiken en tegelij
kertijd de acht sleenen een
zelfde aantal malen te be
nutten.
illlllillilliiiiiiliiililliiillllilllllimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiiiiiiimiiiiiimiiilimiiiiimii
ACHTERGEBLEVEN
DOOR
MARIE CORNELIS
We hadden hem ontmoet in Montreux,
ten Vlaamsch geïnterneerde, die schilderijtjes
een toon stelde in ons hotel. Men vertelde
elkaar zijn geschiedenis: het ouderlijk huis
verwoest, zijn zuster verkracht door den
vijand, zijn moeder gestorven, hij zelf gevan
gen genomen aan den Ijzer, gewond, ziek..
Uit medelijden had men gekocht. Maar
wat waren dat voor scheepjes, waarmee hij
het blauwe meer van Genéve bevolkte?
Dat waren niet de traditioneele barkjes met
de witte zeilen En verlegen en hoogrood
had hij gestameld, dat het zijn scheepjes
waren, zijn Scheldescheepjes, dicht bij Ant
werpen, waar ze gewoond hadden.... En
onder die menschen met neergeslagen oogen
was er een oogenblik lang stilzwijgen geweest.
En daarna zagen we hem terug inMontana.
Hij was ons met uitgestrekte handen tegemoet
gekomen, het bleeke gezicht n licht van
vreugde.... O, bent u dat?.... O, dat is een
verrassing.... Maar.... hoe wist u, dat ik
nog hier ben?.... Alle anderen zijn al weg..
Eén Frangoos is er nog, maar hij kon niet ver
voerd worden. Ook voor mij vond de dokter
beter Ik heb nog dikwijls wat koorts..
Maar waar wilt u zitten?".... En terwijl hij
bezig was, stoelen uit te schuiven en die
tusschen waschstel, bed en tafel zoo voordeelig
mogelijk te plaatsen, kwam zeker een gevoel
in hem op, dat hij toch eigenlijk wel verplicht
was, ons voor te stellen aan zijn naaste om
geving, den dagelijkschen kameraad, 't Is
maar een eenvoudige kamer" zei hij veront
schuldigend. Een, waar je je niet aan hecht
en die je elk oogenblik kunt verlaten" Hij
zelf was op zijn kistkoffer bij het raam gaan
zitten. En met een lach : Op die manier is
hier nu alles ! Provisorisch.... Dit heelc
Montana Maakt het ook niet dien indruk
op u? Toen ik dit boeltje voor 't eerst zag,
dacht ik : een tent-dorp hoog in de bergen....
De mensch is maar een nomade, grazend
waar het vet is, vandaag hier, morgen daar.
Wat doen hier die menschen ook?.... Ze
zijn ziek en de berglucht moet hen weer beter
maken.... Ze hoeven niets anders te doen
dan te ademen.... Onderwijl amuseeren ze
zich.... De menschen amuseeren zich altijd,
als ze denken, dat iets niet lang zal duren..
Zoo was 't in den oorlog ook. Denkt u, dat
ze er n gedachte op nahouden? Geen enkele !
Dat maakt die plaatsen zoo ellendig leeg.. En
dat maakt je zoo landziekig, maandenlang.. Je
ligt op je balcon en wat zie je?.... Altijd die
zelfde portretten. Ze hebben gegeten, geslapen
en weer gegeten.. En nu is het weer tijd, om
wat te wandelen. Je ziet hen met sleetjes,
ronkend en lachend en flirtend. Ze hebben zich
toegetakeld, dat hun eigen moeder hen niet
herkennen zou. Zijn dat menschen?....
Dieren des wouds, apen !.... En geen enkele
gedachte, .,, O, die verveling !.... En daar
om ben ik 7.00 blij, u nu te zien.... Het doet
zoo goed weer eens te praten. En nu merk ik
ook, dat ik toch nog een gedachte heb".
Maar nu'ig je eigenlijk wel zooveel praten?"
vroeg bezorgd mijn broei1. O, natuurlijk !"
En smeekend : Als u wist, hoe goed het me
MISSB L R N C H E
ClGFVRETTES
iiHiiiiiiiiMiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
HET EERSTE NEDERLANDS CHE
ZANGSPEL
Dr. TRIOMFEERENDE MIN"
Onlangs werd het Zangspel de
Triomfeerende Min" te Amsterdam opgevoerd.
Met vrij goed succes. Hoewel er bij werd mede
gedeeld dat het stuk van 1680 was en het onze
eerste Ned. Opera was, komt het mij voor,
dat een paar bizonderheden hier ter plaatse
niet onwelkom zullen zijn. Ziehier wat wijlen
Dr. J. A. Worp over dit oude zangspel schrijft
in Oud Holland van 1891,1ste afl X jaargang
in een levensbeschrijving van Dirk Buysero,
den schrijver van het zangspel:
In 1680 gaf Buysero een werkje uit dat
iets van een opera heeft, de Triomfeerende
Min, Vredespel." Het werd aan Huygens opge
dragen omdat deze, in de Muziek de
uitstekendste meesters het kan te raden geven;
zoowel in het maken, als in het loflijk uit
voeren en de betooverende overeenstemming
van uw bekoorlijke luit, leit de harten en de
zielen op wat wijze en werwaarts het haar be
haagt."
Buysero heeft het stuk uitgegeven omdat
eenige zijner vrienden er sterk op aandrongen
en hij spreekt deze meening uit:
Dit Blijspel eenigszins wel uit gevoert, zal
om zijn ongemeenheid licht niet onbevalligh
zijn en konnen dienen tot een schetze, om iets
grooters op die wijze, met meer nauwkeurig
heid en tijd bedacht, op ons Nederduits
tooneel te brengen en allengs op het voorbeeld
van Italianen en Franssen, onder de goede be
stiering van die daar over gestelt zijn,
d'aanschouwers met vermaak te stichten en zonder
onnoodige afwijking van de geregeltheit der
ouden, het Tooneelspel een rijkelijkheid en
luister bij te zetten, die het zelve zoowel
bondigh als sierlijk zouden maken." enz.
Na een voorspel, waarin Vrede en Geluk
duetten en Pan aria's zingen, begint het stuk
met een alleenspraak van Cupido, die zich
daarna verwijdert om Mars te gaan bestoken."
die zoolang hier nu den meester heeft
gespeelt.
Terwijl aan alle kant Europe was verdeelt
Ik zal hem met reden, of door deze wapens
dwingen
En 't Vredenlied inplaats van d'oorlogstoon
doen zingen."
Op deze wijze volgt in het stuk van Dr.
Worp over het leven van Buysero, een korte
beschrijving van den inhoud van het zangspel
en aan het einde van dien inhoudsopgave
zegt de schrijver :
Ik meen eenigzins uitvoerig te mogen
handelen over n der eerste Nederlandsche
zangspelen, dat des te merkwaardiger is,
omdat met dien tekst tevens de muziek is
uitgegeven. Die muziek is van Charles
Hacquart, een Bruggenaar, die zich eerst te Am
sterdam vestigde maar in 1679 naar den Haag
verhuisde, waar hij in 1730 is gestorven. Hij
is een der vele kunstenaars die door Huy
gens is voortgeholpen.
De triomfeerenden Min" is geschreven naar
aanleiding van den vrede te Nijmegen, die
den lOden Augustus 1678 was gesloten,
Buysero deed al zijn best om het stuk te
Amsterdam opgevoerd te krijgen, waar de
schouwburg, volgens een besluit door den
burgemeester genomen, den 28 December
1677 was heropend. Doch, ofschoon hij waar
schijnlijk zelfs bereid was, om de opvoering
financieel te steunen, gelukte zijn plan niet,
om verschillende redenen werd het tegenge
werkt. Toen hij eindelijk in 1680 het zangspel
uitgaf, schreef hij dan ook voor den Lezer"
aldus: Ik heb niet ondienstigh geacht en voor
mij selven, en tot onderrichting van den Le
zer dit werkje met den Druck gemeen te
maken, om te toonen dat het noch om
aanstootelijkheden, noch om die schijnreden die
men voorgeeft, van dat daar te groote onkos
ten toe van noden zijn, niet op
d'Amsterdamsche schouwburgh vertoont werd. Wat het
eerste aangaat, daarvan pleit het werk zich
zelven vrij. Wegens het andere zullen wij
alleen dat zeggen, dat er alreeds vrij wat
onkosten zijn gedaan, daar het geheel
nauwlijks / 2000 zou uitmaken, 't Geen elck
wel kan zien van zoo klein een gevolg te
zijn, dat het niet in vergelijking kan komen
bij hetgeen oogenschijnlijk en genoegzaam
buiten twijfel de schouwburg daar bij zou
winnen, al was daar geen andere reden toe,
als dat de nieuwsgierigheyd van zooveel
veranderingen in Muzijk, Versiersels van
Tooneclen, Dansen etc. en het zweemsel van d'
Italiaansche en Fransche opera, die hier te
lande meer vermaart dan bekent zijn,
genoegsaam door den ongewonen toeloop van
allerley soort van menschen en inzonderheid
van de voornaamste, deze onkosten rijkelijk
zouden over dragen. Om dan aan al de
werrelt te doen zien, met welk een avereclitsche
streek eenige afgunstigen, dit stukje hebben
zoeken 't onderdrukken en met welk een ijdel
voorgeven zij hun nijdichheid trachten te ver
bloemen, heb ik, als in het voorbij gaan, dit
den gunstigen Lezer eens willen aanwijzen,
op dat men klaar zonde kunnen weten, dat
dit alleen voorkomt van Menschen.
Qui nulla ferunt, quatn sua.
Mij is er geen leed mede geschiet als die noch
eer, noch baat daar bij nebbe geacht, maar
iinminminiiiiminmilliiimiiiiiiiminnmniinimii immiiiiiiimiimi t til
doet.... Vooral met u.... Ik ken u ook al
uit Montreux...." Hij hield even op.... Mis
schien sloegen herinneringen aan, misschien
ontmoette hij een onbewust langs de kale wan
den zwervenden blik. Met een vér-houdende
handbeweging : Neen, ik schilder niet meer."
Eigenlijk was het, of hij zich verontschuldigde.
Zijn wangen hadden zich gekleurd en zijn
oogen ontweken. Waarom zou ik eigenlijk
nog schilderen?" Hij voer met zijn hand door
het sluike haar, een beweging, die geheel
nutteloos was En uitbarstend : Dat is het!
Ik wou dat ik kón schilderen. Maar ik heb
geen vertrouwen meer.... Vóór den oorlog...
O ja.... Als ik schilderde, verkocht ik ook.
Het was wel niet veel, dat ik kreeg. ... Maar
alles samen hadden we toch genoeg, meer dan
genoeg.... Maar nu, als ik straks terugkom?..
Ons huisje staat er niet meer.... Van allen
die ik achterliet, is alleen mijn vader er nog.
En ik weet niet eens, of hij me herkennen zal,
als ik weerkom.... Wat bezit ik?...'. En
wie kan er nog schilderijtjes koopen?.... Ten
minste van mij.... O, de groote schilders....
Maar men zegt, dat ook zij.... Kunst is
luxe.... Koren zaaien is noodiger.... 'Ze
vechten immers om de korrels. Maar wat
moeten zulken als ik?.... Dagenlang heb ik
CHARIVARIA
De JV. /?. C. vermeldt de wetten der
alilareezen (Halmaheira). Zoo staat op het
over iemand spreken en daarna hm! hm!
zeggen een boete van zes realen, den spot
steken met een dorp, zes realen, den draak
steken (drijven? Cliar.) met iemands huis,
iemands manier van loopen nadoen, iets
onliefelijks zeggen over iemand, zes realen,
enz." Charivarius moet er niet aan denken
hoe vele realen zijn boeten al zouden bedra
gen hebben, ware hij Oalilarees.
In een ouden jaargang van de Gids vonden
wij een gedicht, waarin noch hel woord
goud" noch gouden" voorkwam.
Populaire Statistiek
lm Jahre 1911 betrug die
Sterblichkeit 21,5 Proz. pro Tausend." (Köln. Z.)
Populaire Aardrijkskunde
Te Haarlem reed laat in den avond
een Amsterdamsche'-atax op het stations
plein te Zandvoort." (Avondp.)
Populaire Geschiedenis
,,Spr. zou er nog aan willen toevoegen
schrapping van het meervoudig kiesrecht,
dat hij een voorhistorisch overblijfsel uit.
de middeneeuwen noemt."
(Prov. N. H. ff.)
Hunnenvre.es
Het geluk, dat de toekomst hen bren
gen zou. 't Leek hen monsterachtig."
(La Cliapelle-Roobul, In Tweestrijd)
Op 31 Aug. a.s. zal door de Christelijke
Oranjevereeniging te Deventer een feest
worden georganiseerd." (Graafsch. bode)
't Volgend jaar eens 'n paar dagen te voren
beginnen!
,,De barometer neigt thans tot reizen."
(N. v. d. D.)
Wei ook.
Felix Timmermans schrijft bij ongeluk :
De pastoor en de broeder mochten in de
beste kamer gaan, waar een geur van appe
len was." (De Processie)
alleen het voordeel van den Armen en het
vermaak der beminnaren van de
Tooneelpoezy."
Als de lezer van deze korte mededeeling iets
meer wil weten van het leven van Dirk
Buysero,den schrijver van het eersteNederlandsche
Zangspel, verwijs ik daartoe naar
Oud-Holland 1891 1ste aflevering X Jaargang.
Zeist Wed. dr. J. A. WORP
ROLAND HOLST
Inhoud van de Augustus-Tijdschriften
De Gids bevat: In den Lusthof Arkadië,
door dr. P. H. van Meerkerken (II);
Droomen en Visioenen, door Helene Swarth; Uit
een oud dorp, door A. Roland Holst;
Byzautijnsche Madonna, door dr. Jan Veth; Drie
Schetsen, door Joftan Fabricius; Hen booze
ziel, door Jo de Wit; De Vogelverschrikker,
door HenrïBakels; prof. dr. J. A.
Alberdingk Thijm te Mont-Lez-Houffalize, door
K. J. L. Alberdingk Thijm; Aagje Deken in
haar Amsterdamsche tijd, door dr. H. C.
M. Ghyben (1); De Verantwoording der
Rijksinkomsten en uitgaven, door H. M. de Heus:
alilei en zijn strijd voor du leer van
Copernicus, door dr. E. J. Dijksterhuis (slot); De
verklaring ddr oudste ornamentvormen uit
de techniek door dr. F. Adama van
Scheltema; Buit. Overzicht; Bibliographie.
Groot-Nederland bevat: Gedichten van M.
H: Werkman; Iskander, van Louis Couperus
(vervolg); De weg naar het Paradijs, door
C. J. A. van Bruggen ; De driedubbele ver
rassing, door Maurice Roelants; Een pionnier
van den nieuwen tijd (slot), door J. de
Gruyter; Studiën van de Tachtiger Bewe
ging, door Frans Coenen.
Op de Hoogte brengt: H. de Boer, Gustiniis
Ambrosi, met reproducties van zijn beeld
houwwerken ; Spa, niet gezichten der bad
plaats; Van het Binnenhof, door mr. Antonio
(jhr. mr. Charles J. M. Ruys de
Beerenbrouck); Kijkjes in Drente, door Sylvanus;
De Oorsprong bij Oosterbeek, door W.; Het
Weer van 15 juli tot 15 Augustus, door
Chr. Ne. Nell; Louis Zimmerniatin, door
Herman Rutters, met portret; Een Liefdes
historie uit het jaar 1746, door mr. C. P.
van Rosscm; De Mode van Lucie de Gerardie.
De Vrouw en haar Huis bevat: Bat i k werk
van Ragnhild d'Ailly, door Ita Kreunen
Mees; Journalistieke Ervaringen (11), dooi
Geertruida Carelsen; Verzen, door \Virn
Colle; Van Vrienden buiten voor
buitenvrienden, door Margriet; De macht van hel
Kleine in onze voeding, door Martine Wittop
Koning; Onderhoud van alluminiumpaniu'ii
i'n voorwerpen, door T. Stöcker; Egyptisch
Vlechtwerk (111), door E. Sieuwcrts van
Reesema; Lampionfeest, door E.
HeijmansVan Beek; verder over K'ceding, Vrouwen
arbeid, enz.
iiimminiiiii
aan den Ijzer in 't water gestaan. En dal
heeft me ongeschikt gemaakt voor den oor
log, dit nu komt, die er al is en die duizend
maal gruwelijker zal zijn.... En waarin ik
weerloos beu.... Want wat kan ik? O, ik zit
de schoonheid.... De schaduwen van dat
oude muurtje in dat zonneveld.... De zon
en haar licht op die koperen lamp daar en
het uitverkoren ding, dat ze er van maakt.. Eit
de fön, die de sneeuw op de toppen losmaakt
en haar zwarte slagschaduwen, die als legers
over de bergen trekken..... En het geweldige
daarvan.. Al die donkere, dreigende gezich
ten...." Hij haalde diep adem En ik
kan ook anderen die schoonheid laten zien..
Maar de menschen vragen er niet naar....
Om te kunnen geven, moeten er zijn, die wil
len ontvangen.... Wie houdt zijn hand op en
vraagt? Men noemt...." Hij zonk terug
tot het kleine, zielige menschje van zoo straks
en zijn stem fluisterde heesch.... Deze
oorlog is als een aardverschuiving.
Ónderaardsch vuur is uitgebrand en zakt. De aarde
scheurt. De grond opent zich. Menschen moe
ten er in.... Het helpt niet.... Wie?....
Wie?".... Hij rilde. Spookachtige angst laai
de op in zijn oogeu.... Weet u, waar ik
vooral zoo bang voor ben?...." en hij keek