Historisch Archief 1877-1940
14 A'-'g. '20. No. 2251
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
DE AANNEMING DER T A ALW|ETT;EN IN BELGI
Teekening voorJ?De Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
N E D £ R LA M D
INHOUD: Bladz. 1. Josephus Atberdingk
Thijm (met teekeningen van Joh. Braaken
siek en brief-facsimile; Thijm en de Vondel
studie, door dr. J. F. M. Sterck. 2. In
Thijms Vioolstruik", door dr. J. F. M.
Sterck; Thijms Heilige Linie, door dr. P. J. H.
Cuypers; J. A. Alberdingk Thijm, door dr.
Fred. van Eeden. 5. J. A. Alberdingk
Thijm/ïdoor prof. dr. J. te Winkel; J. A.
Alberdingk Thijm en het Weekblad ,.De
Amsterdammer", door K. J. L. Alberdingk
Thijm. 7. Varia, betreffende J. A. Alber
dingk Thijm, door K. J. L. Alberdingk Thijm ;
Thijm tegenover het herstel der hiërar
chie en f de Aprilbeweging( door Pater
P. Albers S.J. 8. Thijm en de Katholieke
Staatspartij, door dr. J. Witlox; Uit de
Natuur, door Jac. P. Thijsse. 9.
Buitenlandsch Overzicht, door prof. mr. J. C. van
Oven; Leekenspiegel. ??10. Minister van
IJsselsteyn en de Suikertrust, teekening van
Jordaan; Technische Rubriek; Uit de Wijn
industrie, door v. O.; Tijdgenooten, door
dr. W. G. C. Byvanck; Vliegende lijkwagen,
teekening van 'Raemdonck. 12. Uit Met
Kladschrift van Jantje; Het offer van
Abraham, door Mevr. A. van Gogh-Kaulbach;
Onze Puzzle; Charivaria; Het eerste
Nederlandsche Zangspel, door mevrouw
de wed. J. A^Worp, Feuilleton (Achter
gebleven, door Marie Corneiis). 13. De
aanneming der taalwetten in België, teekening
van Joh. Braakensiek; Schaakspel, door dr.
A. G. OHand.
|S Bijvoegeisel: Bolsjewisme of Imperialisme,
teekening van Joh. Braakensiek.
De Nederlandsche buurvrouw: Met je huiselijke twisten bemoei ik me liever niet, buur, maar ik feliciteer
je toch met den doek, dien je van je man hebt losgeV regen "
De voorsprong, die OwZE
rijwielen door hun bouw,
constructie, kwaliteit ei
eigenschappen hebben ver
kregen, is thans grooter
dan ooit te voren
De motieven, die tot de
keure van een
FONGERS
leiden, zijn derhalve thans
nog sterker dan voorheen.
OBfironingerRiiwiel8niabnikI.FQNfi[ES
ZWART
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
Aile berichten, deze rubriek betreffende, gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres
14 Aug. 1920
In de afgeloopen maand speelde de redac
teur dezer rubriek negen partijen (36 zetten
in twee uur) met den Hongaarschen
t.heologischen student Filep te Utrecht. Resultaat:
F. 2, O. 6, remise 1.
Enkelen dezer partijen volgen hier.
Ie PARTIJ.
GEWEIGERD KONINGSGAMBIET.
GESPEELD 9 JULI 1920.
Wit: Filep:
1. e2?e4, e7?e5, 2. f2?f4, LfS?c5, 3.
d7?d6, 4. c2?c3 ? f7?f5! 5. f4xe5, 6.
Pf3xe:>? (foutief! Réti speelde tegen Loman
6. d4, waarop Zwart na 6.. ed4: 7. Lc4
?door 7.. fe4: in het voordeel had kunnen
komen). DdS?h4f 7. g2?g3, Dh4xe4f
8, Ddl?e2, (op dezen zet had Wit wellicht
zijn hoop gebouwd). De4xhl, 9. Pe5?g6f
(beter was door 9. Pf3| te trachten de zwarte
koningin in te sluiten, b.v. 9. Pe7, 10. d4,
Ld6, 11. Lf4, Pc6, 12. Pbd2 gevolgd door
O?O?O, Zwart kan echter dit plan verijde
len door 9.. Le7 te spelen, bijv. 10. d4, b6,
11. c4, I.b7, 12. d5, Pf6, 13. Lg5, 0?0, 14.
Pbd2, Pd5: enz). 9.. Dhl?e4, 10. Pg6xh8,
PbS?c6, 11. De2xe4, f5xe4, 12. Lfl?c4,
Lc8?g4! 13. b2?b4, (Cp 13. Lg8: volgt
0?0?0). Pc6?e5! 14. Lc4xg8, Pe5?d3f
15. Kei?fl, Lg4?h3f, 16. Kfl?e2, Pd3 x
elf, 17. Ke2?dl, (zie diagram).
Stand der partij na 17. Ke2-dl
29. Lb2xg7, Ld3xc4, 30. b3xc4, Kg8xg7,
31. Td2?d7, b7?h5, 32. c4xb5, c6xb5,
33. Td7xa7 en wint.
5e PARTIJ. SPAANSCHE PARTIJ.
GESPEELD 14 JULI '20.
Wit Olland.
1. e2?-e4, e7?e5, 2. Pgl?f3, PbS?c6,
3. Lfl?b5, a7?a6, 4. Lb5?a4, Pgi_f6, 5.
d2?d4, e5 x d4, 6. 0?0, Pf6 x el, 7. Tf l~el,
d7?d5, 8. Pf3xd4, (hierdoor komt de partij
in de z g. Riga-variant: Büquer beveelt den
zet van Berger 8. Lg5 aan). Lf8?do, 't.
Pd4 x c6, Ld6 x h2f, 10. Kgl?h l, DdH?h4, l i
Telxe4f,d5xe4,]2.Ddl?d8f, Dh4xd8, 13.
Pc6xd3f, KeSxdS, 14. Khlxh2, Ltó?e6,
Stand der partij na 14.. Lc8?eö:
ZWART
a b c d e f g
WIT
17.. 0?0?0, 18. Lg8xh7 (op 18. Pf7
volgt eveneens 18. e3, bijv. 19. Pd8: Lg4f,
20, Kcl: e2! of 20. Kei, Pd3f, 21. Kfl, e2f
enz.) 18.. e4?e3!, 19. d2?d4, e3?e2f, 20.
Kdl?el Td8?18, 21. Pbl?d2, Tf8?flf,
wit geeft op.
4e PARTIJ. d2?d4 OPENING.
GESPEELD 14 JULI '20.
Wit Filep.
1. d2?d4, d7?do, 2. Pgl?f3, Pg8?ffi,
3. c2?c4, e7?eG, 4. Pbl?c3, c7?c6, 5.
e2?e3, Lf8?dO, 6. Lfl?d3, PbS?d7, 7.
O?O, O?O, .8. e3--e4, dóxe4, <). Pc3xe4,
PfGxe4, 10. Ld3xe4, e6?e5? 11. d4xe5,
Pd7 x e5, 12. Pf3 x e5, Ld(5 x e5, 13. Le4 x h7f
Kg8 x h7,14. Ddl?h5, Kh7?g8, 15. Dh5 x e5,
(Wit is nu wel is waar een pion voor, maar
er zijn loopers van ongelijke kleur, zoodat
bij zorgvuldige verdediging remise voor zwart
niet uitgesloten is). Tf<?e8, 16. De5?c3,
DdS?h4, 17. b2?b.-i, Lc8?f5, 18. Lel?b2,
Dh4?g4, 19. Tal?el, Ta8?d8, 20. f2?f3,
Dg4?«O, 21. Tel xe8, Td8xc8, 22. Tf!?el,
Te8?d8 (Zwart gaat ten onrechte cornbineeren,
na 22.. Tel; 23. Del: DeB, 24. De6: was
het remise vrij zeker). 23. Kgl?f2, Td8?d3,
24. Dc3?e5, Id3?d2f, 25. Tel?e2,Td2?d6,
20. g2?g4! Lf5?d3? (beter is 26.. Lbl
want nu wordt de raadsheer vastgelegd). 27.
Te2?d2, Td6?e6, (andere zetten zijn niet
beter, het verlies van een tweeden pion is
niet meer te ontgaan) 28. De5 x g7f DgG x g7,
Td8 zou volgen 23. Lb6|) 23. Tdl?d4 (Wit
heeft nu een uitstekend spel) Lg4?e2, 24.
c3?c4, Tc6?g6, 25. Pa4?c3, Lg2?fl (beter
was den raadsheer naar g4 terug te spelen)
26..PC3?e5f Kc7?b7, 27. Pe5?f4, Tg6
e6, 28> Td4?d7f (op 28. Kgl zou volgen
28.. g5!) tcöc7, 29. Td7 x C7, Kb7 x c7, 30.
Khl?gl (nu zou op 30.. g5 volgen 31. Pd5f)
Lflxc4, 31. b3xc4, Te8?e4, 32, c4?c5
(deze vrije pion moet. Wit de overwinning
brengen) Te4-^a4, 33. Pf4?d5f Kc7?c6,
34- Pd4?c3, Ta4?c4, 35, Pc3?e2, g7?gG,
36. Kgl?f l, KC&?b5, 37. Kfl?el, Kb5-~
a4, 38. Kei?d2, Ka4--b5 (de koning mag
zich niet verder in het witte spel wagen,
Y.'ant na 38. Ka3 zou volgen 30, Kd3, f g4,
40. c6 en de pion W0rdt koningin), 39, Kd2
03, Tc4?g4, 40. g2?g3, Kb5?c6, 41. f2
f3 (sneller beslist 41. r>d5f Kc5:, 42. f3, Tg3:
43. Pf5f enz.) Tg4?a4, 42. Pe2?c3, Ta4
b4, 43. Kd3?c2, f7--f5, 44. a2--a3, Tb!
b8, 45. f3?f4 h7?h6, 46. Pc3?e2, Tb8
e8, 47. Kc2?d3, Kc6?d5, 48. Pe2?d4,
Kd5xc5, 49. Pd4:<f5f, Zwart geeft op.
Een interessante partij.
In de 9e partij deed zich onderstaande
stand voor, welke leert, dat rnen niet te
vroeg moet opgeven:
Filep
ZWART
Zwart, hoewel twee pionnen vóór, kan niet
winnen omdat zijn koning niet over de c-lijn
kan komen;,, bijv. 1.. Kb6 (l..Tc6 dan 2.
Tel! Td6, 3. Tel) 2. Tc2, Kb5 (2..Tc6, 3.
Th2, Kc5, 4. Th5f Kb4, 5. Kd4:) 3. Tb4,
(Te6, 4. Tel) Td7, 4, Tel, Kb4, 5. Tb4f
Kb3, 6. Tel, Te7, *I. Tb l f enz. remise.
Een voorbeeld van een dergelijken remise
stand bevindt zich niet in het bekende boek
van Berger,,Theorie«nd Praxis der Endspiele".
PROBLEEM No. 126
VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM
(Eerste Publicatie)
ZWART
ons strak aan.... Voor die revolutie".. We
trachten iets in te brengen, maar de angst
had hem in bezit en liet geen andere stemmen
totfhem door Want de revolutie, die
zaljzulken als ik eenvoudig wegblazen.. Als
niets Ik stel me voor, dat het zoo moet zijn,
als je schijndood bent.... Je wilt leven met alle
macht, maar er is iets, dat je niet breken kunt;
op je ligt een Sooden gewicht en dat drukt
je'neer, dieper en dieper, tot je niet meer kunt
?.en stikt Geboycott, doodverklaard
Een opgejaagd dier Neen, minder....
Een dier vindt voedsel. Maar de mensch is
een vreemdeling op aarde. Ziet de musschen
des velds O, de musschen.... Niet de
menschen.... En de tegenwoordige, sociale
toestanden mogen niet rechtvaardig zijn, zoo
als ze zeggen.. Als de revolutie komt Dan
dringen ze zich naar voren, al die sterke kerels,
die nu er eens van zullen halen.... Al die
dikke kerels uit de achterbuurten.... En wij,
alleen omdat we hun in den weg staan, wor
den doodgedrukt.... En dat moet vreeselijk
zijn, te worden doodgedrukt.... Ik heb eens
in een gedrang gestaan, vroeger.... Dat was
ontzettend Ik ben zoo klein en mager."
Zijn oogen, als die van een doodgejaagd dier,
keken begrijpen-afsmeekend ons aan. Ik
.trachtte hem te sussen, sprak van toestanden
in (^Rusland, maar niet hier.... Maar ik
iiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiijiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiitiilj
g
15. Pbl?c3! (deze zet is nieuw! Bilguer
geeft alleen aan 15. Le3 met het vervolg:
15.. f5, 16. Pc3, Ke7, 17. g4, go, 18. g5
TagS, 19. Ld4, h6, 20. Lf6f Kf7, 21. Lh8:
Th8: uit een partij Riga-Berlijn. De tekstzet
ziet er uit als een fout, doch blijkt weldra
zeer sterk te zijn, daar hij wit in ruil voor
de kwaliteit een vrijen c-pion bezorgt, welke
moeilijk op den duur tegen te houden is.
Zou hiermee de weerlegging van de
Rigavariant gevonden zijn ?)
c7?c5, 16. Pc3xe4, b7?b5, 17. Pe4xc5,
b5xa4, 18. Pc5xa4 Ta8?c8, 19. c2?c3,
Tc8?c6, 20. Lel?e3, Kd8?c7, 21. b2?b3,
Th8?e8, 22. Tal?dl, LeG?g4? (Op 22..
d e
WIT
f
h f ,1 f f g
WIT
Dr. Olland
Wit: Kh6, Tc3, Lel, Pb7, Pf8, pionnen
e2, f2 en h2.
Zwart: !<d5, pionnen e6, e7 en h7.
Wit geeft mat in vier zetten.
Oplossing volgende rubriek (11 Sept.).
OPLOSSING PROBLEEM No. 125
VAN G. GRABOWSKI TE WARZAWA
1. Dh4--i2.
Juist opgelost door: H. Mendes da Costa
te A'dam, J. S. te Zeist, j. G. Arnoldus te
Middelburg, J. F. Bioemkolk te Hilversum,
M. Dolman te Zeist, J. van der Nooijen te
Wolfaartsdijk, A. Don te Vlaardingen, L. O.
te Utrecht en j. Rietman te Dieren.
voelde zelf, dat het een [banaliteit
was....
Hij richtte zich op als gezweept: O, u
bent niet in den oorlog geweest. U kent
niet de werkelijkheid.." Zijn gezicht, zwaar
van ingehouden dreiging, lag vol op ons. Weet
u, wat ze met mijn zuster gedaan hebben?"
En met een stem, die snikte : ,,Ze hebben haar
genomen, de een na den ander.... En mijn
armen vader en moeder bonden ze aan de
ledikanten.... En onder hun oogen.... Wat
zijn dat voor menschen, die zooiets konden
doen? .... Beesten, geen menschen.... En
daarom denk ik, ze wisten niet, wat ze deden..
Anders..... Neen, ze wisten niet.... Is er
n mensch, die, wetend, zoo iets zou doen?..
Ik heb geleerd van een hel en een hemel vroe
ger.... Maar zulke dingen gaan boven de
hel uit Voor zulken zouden alle folteringen
van de hel nog te zacht zijn Ze had zwarte
oogen, die glinsterden van ondeugendheid,
en een bruin vel en pikdonker haar, waarvan
er altijd slieren en strengen in haar gezichtje
hingen.... En vlug dat ze was.... Op
handen en voeten beide liep ze En daar
draaide ze als een tol Waar is ze nu?
Niemand weet het.... Ook het Roode Kruis
kan haar niet vinden.... O, dien eersten tijd
dacht ik, dat ik gek zou worden Ik liep
rond met mijn hoofd in de handen Want
18?e8, 22. Tal?dl, Le6?g4? (Op 22..' Dr. Olland te Utrecht en j. Rietman te Dieren.
mjiiJiiiiiiiiifiiiiiiiifiiiiirfffiiiiJimiiiiffffWiiiiiffiiiiimiiiiiifiimiiiiiiiMMiiM
had het gevoel dat, ais ik het losliet, het Ja," zei ernstig mijn broer en stond op., spel was, en toch heel diep van beteekenis :
ik had het gevoel dat, ais ik het losliet, het
zich door iets heen zou moeten boren en dat
iets zou blijven hangen om mijn hals, als een
kraag, en ik zou het nooit weer kwijt raken..
Ik had naar buiten kunnen springen en in den
wilde weg dooden.. Wraak?.... Ik voelde
geen wraak. Dat was het juist. Ik was bang..
Ik wist, dat ik tegen die, die dat gedaan had
den, toch niet zou opkunnen.... En toen
voelde ik medelijden.... Een heel groot mede
lijden.... Met hen.... Met haar.... Ik
wilde haar gaan zoeken, overal, zoodra de
oorlog voorbij was.... Maar waar? En hoe?..
En ik zonder geld? Wat kan ik?.... Een blad
ben ik in den stroom.... Een vlammetje
in den wind.... Een andere wil dan de mijne
is altijd sterker.... En ik ken hem niet, dien
wil ; en ik heb angst.... Soms tracht ik me
te onttrekken.... Weet u, hooger op, dicht
bij Vermala, waar de weg een slinger maakt en
men vrij uitziet over het verre, klimmende
Rhönedal, daar breidt een groote, sterke boom
zijn takken uit over den afgrond, de diepe
kleine aarde En dan was het een genot,
me te hangen aan die takken en me vrij te
voelen van die aarde, los van alles, den
blauwen, zorgeloozen hemel boven me.... O,
het was immers onzin Een vijf minuten
later stond ik weer op de aarde. En het
helpt alles niets We moeten er doorheen"
,,Ja," zei ernstig mijn broer en stond op..
Maar vergeet niet, dat er vrienden zijn."
En hij lei hem de hand op den schouder..
O ja," zei hij en er vloog een warm-dankbare
uitdrukking over zijn gezicht Eén
oogenblik maar. Toen zei hij gebukt: Er zijn er
zoovelen als ik" Hij wou nog iets zeggen,
zweeg en keek voor zich uit naar buiten
Misschien merkte hij toen eerst, dat de scheme
ring was binnengekomen.... Want opeens
alsof die hem tot de werkelijkheid terugbracht:
O, u moet weg, is 't niet?.... Ja, de trein..
En al dien tijd heb ik gepraat Ik heb u toch
niet verveeld?".... Onze glimlach stelde
hem gerust. U weet ook niet, hoe heerlijk
het was, weer. eens te praten. Het heeft me
bepaald goed gedaan En ik dank u!
Ik dank u !".... Hij drukte ons opgewonden
de hand.... Beschaamd keek ik neer Eén
uurtje hadden we dien armen jongen gegeven..
We hadden gegeten en gedronken met de
doktersfamilie in het Parkhotel en n over
gebleven, verloren uur....
Langzaam liepen we naar het station. Het
licht, weggetrokken uit het dal, verliet
nu ook de bergen. En vaal-lichtend traden, ons
omcirkelend, de sneeuwtoppen uit, staken
langzaam de hellingen aan, de diepten nog in
donker latend, en gaven den dingen een vreem
den onwezenlijken schijn. Alsof dit alles maar
spel was, en toch heel diep van beteekenis:
het smalle wegje voor ons, dat als een gang
was onder de schaduw der bergen, de zwaar uit
het dal oprijzende rotsstapel, de
duisternaderende, dreigend-begeleidende. En
daarlangs de drommen van menschen, alleen n
richting gaand : ouders met kinderen, in wie
najoelde 't genot van den dag Man
nen met sleetjes Montere dienstmeisjes,
terugkeerend tot haar werk.. Een zwijgende
vader, meetrekkend een
slaapdronken-brabbelend kind.... Een eenzame vrouw in den
rouw.... En overal was praten en lachen..
Men hoorde tenminste niet anders Zij
allen spoedden zich naar huis Langs
dien nauwen gang Door de eeuwighooge
en duistere en zwijgende natuur....
Eenmaal ga ik ook naar huis.." Wie had
het gezegd? Hij? Getroffen keek ik
op Zijn oogen schenen gericht op een
punt in de verte, ergens in het onzichtbare
Rhöne-dal Wat zagen ze daar, wat ik
niet zag? Wat licht, dat weer lichtte
uit zijn oogen, verheerlijking uitgoot over het
poovere gelaat? Wat meende hij?
De vlam in den wind? Het blad in den
stroom? De heemlooze?
Eenmaal ga ook ik naar huis....