Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
14 Aug. '20. No. 2251
Niet slechts in zijn geschriften, maar ook
met de daad heeft Thijm Vondel geëerd en
gehuldigd. Bij de voldoening van de eere
schuld van het Nederlandsche Volk aan
Vondel," de oprichting van zijn standbeeld
heeft Thijm een werkzaam deel gehad als
penningmeester van het Hoofd-Comitéen
als Voorzitter van de feestcommissie. Van de
laatste was Thijm de ziel. Hij organiseerde
den grooten optocht met de praalwagens, die
met een symbolische beteekenis optrok van
Vondels graf in de Nieuwe Kerk naar het
standbeeld in het Vondelpark, als een zinne
beeld van Vondcis herleving uit den dood,
in de glorie van zijn standbeeld. Een boot
tocht naar het Muiderslot besloot den volgen
den dag, 19 October 1867, de feesten. Ook
dit was het werk van Thijm en Cuypers.
In de groote zaal ontving Van Lennep de
gasten. Daar werd een gordijn weggeschoven,
en daar stond Ridder Hooft in het
te lezen en te bestudeeren. Lid daarvan was
behalve J. H. Rössing, W. W. van Lennep,
o.a. ook Adriaan de Vries, aan wien vooral de
inrichting van de Vondel-tentoonstelling te
danken was. Zoo is Thijm ook van veel in
vloed geweest op de nieuwere Vondel-studie,
welke vooral door het bijeenbrengen van al
de uitgaven van Vondels Werken op de
tentoonstelling een vasteren grondslag heeft
gekregen dan Van Lennep en Van Vloten
konden verkrijgen bij gebrek aan voldoende
bibliographische zekerheid. 3)
Reeds vroeger waren onder Thijms leiding
nauwkeurige uitgaven van Vondels spelen
verschenen. In 1869 werd Peter en Pauwels
met zijn medewerking uitgegeven door
P. J. Koets, Pr., als begin van een serie
treurspelen, die ook Adam in Ballingschap,
de Maagden en Maria Stuart zou omvatten.
Hiervan verscheen nog in 1872|Maria Stuart
bewerkt door J. A. de Rijk, Pr.
HET QUINTRT OP HET MUIDERSLOT,
op 19 October 1867, na de onthulling van Vondcl's standbeeld
Van links naar rechts: Huygens, Barlaeus, Hooft, Swelingh, Francisca Duarte,
Marie Tesselschade
statigst zwart van fluweel en zijde, met de
gouden keten van Sint-Michiel op de borst,
naast hem prof. van Baerle, even deftig in
den |met marterbont omzoomden
donkerbruinen lijfrok, en wederom naast dezen
Ridder Huygens in 't schitterendst
hofcostuum van helder violet, goud en wit. Maar
aan |de andere zijde van den Drossaart
schitteren nog schooner twee zijner liefste
gasten, Francisca Duarte en Tesselschade
Crombalchs, ja Tesselscha zelve, met die
zelfde zielvolle blauwe oogen, dien
aanminnigen lach, dat opwaarts gekapte
goudtdradich" hair, verscholen onder de hagel
witte muts, met ar die teedere bevalligheid,
welke eenmaal een Breêroö, een Crombalchs,
een JBarlaeus, een Huygens met onweer
staanbare kracht zoude boeyen in 't gareel
der min." 1). Dirck Janssen Swelingh zat
aan 't klavier in de persoon van O. A. Heinze
en lieflijk weerklonken de tonen van Thijms
Quintet: Hier op 'et hooge Huys te Muyden."
Dit was Thijms werk. Het maakte een diepen
indruk. De Vondel-huldiging was zijn groote
dag.
Kort daarop had Thijm Vondels dichter
lijke moraliteit" te verdedigen, die in ver
denking was gebracht bij zijn geloofsgenooten
door twee professoren van het Warmondsche
Seminarie, die Vondels Werken niet geschikt
achtten om volledig aan de jeugd in handen
te geven. Thijm pareerde den aanval geestig
en raak.
Den 19 Janurari 1870 werd op Thijms aan
sporing, ten overstaan van eene Commissie
en een medisch hoogleeraar, het gebeente van
Vondel in de Nieuwe Kerk ontgraven en in
een nieuwen schrijn, met een grafzerk door
Cuypers geteekend, opnieuw bijgezet; maar
negen jaar later weigerden de kerkvoogden
aan Thijm en de zijnen om op Vondels^graf
een krans neder te leggen, ter herdenking van
de 300e verjaring van zijn overlijden. Achter
een bedankten Beets en Ten Kate voor de
Vondel-Commissie; zelfs Charles Boissevain
trok zich terug. De vrees voor
ultramontanisme" had in die dagen de protestantsche
geesten sterk bevangen. Mr. J. N. van Hall
heeft dit feit vereeuwigd in een sonnet:
Geen Termen !"
Zal^ooit het Hanekot" de gruweldaad
geheugen,
Of 't jonge beter waar dan 't oude hok
voorheen !
Dat Neêrland Vondels stof een huldegroet
? komt brengen,
Een krans legt op zijn graf? Neen ! luidt
het antwoord neen !
Geen termen" voor uw krans, geen
termen" voor uw hulde.
Dit huis behoort aan ons," ons voogden
van de Kerk.
Voerwaar lankmoedigheid, neen, laakbre
zwakheid duldde
Te lang reeds 't paapsch gebeent, des renegaten
zerk.
Daar ruischt een geestenstem om 't somber
grafgesteent:
Meent gij door zulk een daad den godsdienst
te beschermen?
Zoo knaeght uw tanden stomp aan 't
heilighe gebeent,"
Uw onverdraagzaamheid, Mijnheeren, kent
geen termen l
De eerste groote Vondel-tentoonstelling,
in 1879, waartoe ook Thijm belangrijke bij
dragen leverde uit zijn bibliotheek, bracht
intusschen de Vondel-studie verder dan
dergelijke platonische herinneringsdagen. 2)
Thijm had sedert eenige jaren een kring
gevormd van jonge litteratoren en liefhebbers
der nederlandsche letteren, die des
Dinsdagsavonds om de veertien dagen in zijn huis
bijeenkwamen in 't bijzonder om Vondel
Onder Thijms invloed is de latere
Vondelvorsching begonnen ; hij heeft een school
gesticht, waaruit de beste Vondel-kenners
zijn voortgekomen. Vooral onder zijn geloofs
genooten heeft zijn voorgaan en zijn woord
velen tot deze studie opgewekt: H. J. Allard,
J. V. de Groot, pastoor J. W. Brouwers,
prof. de Rijk, prof. P. J. Koets, pastoor
Poelhekke, prof. B. H. Klönne hebben allen
verdienstelijk werk voor de Vondel-studie
geleverd, stellig onder Thijms invloed. Op
het Seminarie HageveJd werden voortreffe
lijke opvoeringen gegeven van Vondels spelen,
en de jongeren, die daar hun opleiding gehad
hebben, als C. R. de Klerk en pater B.
Molkenboer hebben door hun werk getoond tot de
uitnemende Vondel-kenners te behooren,
evenals Dr. Gerard Brom, die zich terecht
Thijms jongste leerling" heeft genoemd.
Steeds werd Thijms hulp ingeroepen als
een van Vondels spelen zou worden opgevoerd.
Zoowel voor Gijsbrecht, als voor de Leeuwen
dalers (in 1879) en bij de opvoering van
Joseph in Dothan door Amsterdamsche
studenten in 1887 heeft Thijm een groot deel
der regie in handen gehad, en een mooie
opvoering verkregen.
In dit laatste jaar werd ook de grootste
Vondel-tentoonstelling gehouden uit de ver
zameling van den heer Hartkamp, die later
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 l
VRAAGT:
Sl-FA-KO
SIGAREN
Het voornaamste Seriomerk
belangrijk aandeel genomen in de bevordering
van de betere kennis en de nauwkeurige
studie van onzen]Puik-poeët.
'DR. J. F. M. S T E R c K
Heemstede, Juli '20.
IN THIJM'S VIOOLSTRUIK"
|[door dr. J. F. M. STERCK
Bij de vele beslommeringen, zoowel van zijn
firma v-Langenhuysen (drukkerij,
uitgeverszaak, boekhandel en binderij), en later
bovendien van zijn professoraat, was het voor
Thijm een behoefte ook een gezelligen kring
van vrienden en familie te vormen, waarin hij
zijn geest kon verpoozen van de dagelijksche
inspanning. En, eens ontlast van die zorgen,
was hij de vroolijkste en opgewektste lacher
en de prettigste prater denkbaar.
Vele jaren was hij Voorzitter en de ziel van
twee gezelschappen : de Dinsdagsche
Vereeniging" van jongere litteratoren en
VondelVereerders, en van de Leeskrans : de Viool
struik." De naam zegt reeds, dat het doel van
deze laatste vereeniging niet in hoofdzaak was
het gezellig samenzijn, of het praten over alles
en nog wat. Van de Dinsdagsche Vereniging
heeft wijlen generaal B.van Vlijmen een avond
bijeenkomst geestig beschreven in Het Jaar
boekje van Alberdingk Thijm," 1895, bl.
98. Thijms jongste zoon, Karel, heeft in zijn
bekend boek over zijn vader een beschrijving
gegeven van een krans-avond" der Viool
struik (bl. 166 volgg.) die in den regel werd be
steed aan het lezen, bij rolverdeeling, van de
beste tooneelstukken in Nederlandsch, Fransch
Engelsch en Duitsch, waarvoor de President
steeds een belangwekkende inleiding hield.
Maar Thijtn's geestig en vroolijk optreden
in dezen intiemen kring, is nog nooit in bij
zonderheden geschetst. Nu hij bij deze her
denking stellig in zijn merkwaardige veelzij
digheid zal worden voorgesteld, verdient hij
ook van den kant van het intieme familie
leven, en onder zijn vrienden te worden
geteekend. Ook hier weer gaf Thijm een typische
vermenging van den ouden en den nieuwen
tijd. Door de belangrijke litteraire en bio
grafische uiteenzettingen van den zeer belezen
president was het een soort University
Extension," waartoe ook de voordrachten van
de leden, als van den architect Cuypers naar aan
leiding van diens reizen, en die van den
Bovenkerkschen redenaar, pastoor Brouwers, bij
droegen. Maar aan den anderen kant was het
zooveel aardiger dan onze tegenwoordige
particuliere cursussen. Het was er, zooals
zich meermalen in de notulen weerspiegelt, geen
monarchie, maar een republiek, van een twin
tigtal ontwikkelde, maar vooral spirituëele
menschen, die vrijelijk hun opmerkingen lan
ceerden.Als bij voorbeeld de notulen vermeldden
dat de aandoening bij het lezen van het vierde
bedrijf van La Fille de Roland" algemeen was,
komt een der dames wat haar betreft, direct
daarover in verzet. Wie zou dit wagen in onze
tegenwoordige letterkundige Conférences"
waar een alwetende zich stelt tegenover de
onwetenden, zijn gehoor!.. Als Thijm, tegen
de afspraak der vergadering, een ander stuk,
dan bepaald was, ter lezing had gegeven, werd
hem dit alleen als hij zich behoorlijk wist te
verantwoorden, - vergeven. En hoe hoofsch
welbespraakt wist Thijm dan de leden te
boeien en te winnen. Juist dat vrije woord
der vrienden en vriendinnen was Thijm wel
kom als een aanleiding tot een geestig of
ondeugend wederwoord, en er zaten geen
leden aan, die alleen om het belang van den
inhoud reden vonden voor een opmerking;
niemand zocht er den ernstigen ernst, die in onze
dagen bij voordrachten hoogtijd viert. In
tegendeel, meer vernuftige dan rake opmer
kingen, verklaringen van betwiste punten,
commentaren over den loop der tooneelstuk
ken, naar ieders aard en die was velerlei
deden tot onder het souper de meeningen
geestig kruisen, en het is. zeer te betreuren
dat in de notulen de geestige kout niet was
vast te leggen. Men was van tusschen 7 en 8,
tot tegen twaalf uur bijeen, en al was het laat
ste, uur aan een gezellig souper gewijd, er
bleef tijd genoeg over om de groote tragedies
uit den tijd van Vondel, van Bilderdijk,
Wiselius, de Lannoy, ja zelfs de klassieken
uit de Nederlandsche, Fransche, Engelsche
en Duitsche letterkunde geheel uit te leren.
Boete stond op niet invallen, zoowel als op
elk bewijs, dat de toegewezen rol niet vooraf
was doorgelezen.
Ook de toen nieuwere Fransche stukken,
als van Scribe, Dumas en Sardou kwamen ter
tafel. Divorfons van den laatste bijvoorbeeld
las men reeds direct na de eerste opvoeringen
in 1881.
Af en toe werden zoogenaamde muzikale
en litteraire picnics" gehouden, waarbij
gedichten en prozastukken gereciteerd werden,
soms eigen producten der leden. En Mevrouw
Cuypers-Alberdingk Thijm, met haar bijzonder
fraaie stem, verrukte de leden door Fransche
romances en arias, en liederen van Schumann
en Schubert. Geen was dan lichter bewogen
dan de president bij wien zelfs de lezing van
aandoenlijke tooneel-passages de tranen te
voorschijn drong, en die aan het souper, als
de taart op tafel kwam, de gastvrouw op
hoffelijke wijze placht te bedanken.
Thijm las er ook zijn vertaling voor van
La Fille de Roland", die tot in dezen zomer
op het tooneel bleef. Hij liet een belangwekken
de verklaring er aan voorafgaan, die ik hierbij
uit de notulen overneem:
Ten einde het meer voor het Nederlandsche
volk en tooneel geschikt te doen zijn heeft de
bewerker de vrijheid genomen er een meer
NeVR4AGT
SRATIS TOEZENDING
AAN
VAN DER HOOP's
MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
. VAN HAAR LAATST .
Uitsluitend \ VERSCHENEN / AMSTEIWIK
liwitigl:X|l"oll>£CTUI h. Trompstraat
TELEF03N \. / 2195 ZUID
derlandsch stuk van te maken. Hij laat dan
ook de handeling te Doornenburg, een kasteel
dat hij toevalligerwijze juist aan den
Noordelijken Rijnoever in Hameland vond, en te
Nijmegen op het door Karel den Groote
gestichte keizerlijke paleis, het Valkhof,
plaats grijpen. Ook de namen van verschillende
personen zijn door hem veranderd, die van
Amalry in Amalrik, Ie duc Nayme in Namels.
Npethold in Ben Mahomed, Rochard in
Ritasert, ook al omdat hij verschillende dier
namen niet aantrof in de Chansons de gestes.
De fout van Bornier om Ritsaert tot page
van Gerald te maken, vermeed hij, omdat zulks
bij het kleine verschil van jaren onmogelijk
geweest kan zijn.
Aan de lezing van The merchant of Venise
in 1877 ging een beschouwing vooraf over
Skakespeare, en over de nieuwere appre
ciatie van dit genie, dat lange jaren alleen
door een schrijver van den tweeden rang, den
Fransch Ducis, in diens zeer kunstmatige
bewerkingen, ook buiten Engeland op h
DEVO
Geurige Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
Holl. Sigarenfabrlek UTRECHT
iiimimiiiiMimiiimiMHiiiiiMmiMimiMHiiiiimiiiuiiilimiiiimiiMuii/
tooneel is gebracht. Zoo ontelbare malen had
Thijm, als tooneelrecensent, die weer in het
Nederlandsch overgebrachte bewerkingen te
hooren gekregen, dat het lezen van een
oorspronkelijk stuk van Shakespeare hem
als een verfrisschend litterair bad was.
Herdenkingsdagen van Vondel en Bilderdijk
worden medegevierd door het lezen hunner
werken en bij de Vondelfeesten van 1879
werd ook van den Vioolstruik bij het stand
beeld een krans gelegd.
Hartelijk werd niet alleen deel genomen
in 't huiselijk geluk en leed der leden, maar ook
aan de erkenning hunner verdiensten. Zoo
vertelde Cuypers onder oprechte toejuiching
der leden aan het souper van 28 Mei 1874, dat
op de interessante, den dag te voren plaats
gehad hebbende, vergadering van 's Rijks
adviseurs voor het in stand houden der monu
menten, de immuable ware principen van
bouwkunst (steeds door hem beleden) voor
goed tot basis van beoordeeling zijn aange
nomen en door den minister van
Binnenlandsche Zaken met zijn onderteekening bekrach
tigd."
Jammer dat die Commissie van adviseurs
toen maar zulk een kort leven heeft gehad.
Maar dit ernstige werk werd eens in 't jaar
afgewisseld door een vroolijke bijeenkomst
op Driekoningenavond. Dan hield het tot
koning en koningin gekozen ledenpaar, dat
op den voorafgaanden Sint Nicolaasavond
de geestigste surprise had uitgevoerd, hun
hofhouding. Op 6 Januari 1869 was er aldus een
luisterrijk gecostumeerd feest in den huize
Leyerhoven bij Cuypers in de Vondelstraat.
Om half acht hield de Koning met de Koningin
in schitterend gala hun intocht. Hun hofstoet
bestond uit een hofdame, den hofmeester, de
kamenierster, den zanger en speelman en
eindelijk een zot en eene zottin, genaamd
Pecopinus en Radamaska, waarna twee kleine
pages kwamen. Thijm bracht, als de zot, een
serie geestige dronken uit o.a. op Cuypers
....?die zich in zijn ledige uren,
Wel eens bezighoudt, niet met het
Oostersche vraagstuk,
Maar met de questie van heipalen, kerktorens
en muren."
Op het Driekoningenfeest van 1874 was
Thijm wederom de door het lot aangewezen
Hofnar en ,zich noemende Li Ber Gioso
Giornalistico" lid van verschillende genootschap
pen pour l'adoration mutuelle, letteradjudant
in den phalanx der Viooistruiken," etc. etc.
had hij zich uitgedost in een pak, geheel uit
verschillende kranten gemaakt met op zijn
papieren hoogen hoed een vlaggetje met het
opschrift: Ik waai met alle winden." Zijn
zottin had hij geheel in het wit als een huichel
achtig ingetogen jong meisje gekleed, met een
reusachtige pruik op, en Publieke opinie"
genpemd.
Van de geestige Sint Nicolaasgrapjes ver
dienen nog vermelding: Een witte Raaf,"
die aan den heer Diepenbroek moest gezonden
worden, en hij ontving.... het portret van
zijn vrouw met een alleraardigst vers van de
geestige Mevrouw L. Sterck-Kervel. Aan
t Mevrouw Cuypers moest worden aangeboden
OELOF
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
DEN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Zilver en Horloges
Uits'ultend eerste kwaliteit
Jos. ALB. ALBERDINGK THIJM,
in 1867 tijdens de Vondelfeesten
de kern is geworden van het VonderMuseum.
Thijm betuigde toen den verzamelaar zijn
groote ingenomenheid met deze zeldzame
verzameling.
Nog tegen het einde van zijn leven wilde
Thijm zijn grootste hulde aan Vondel brengen
door de vernieuwde uitgave van zijn Werken.
In het najaar van 1887 toog hij nog met
jeugdigen moed aan den arbeid, waarbij ik
het voorrecht had, dat hij mijn medewerking
inriep. Ik deed voor Thijm allerlei nasporingen
en besprak met hem de uitgave, om de laatste
revisies na te zien. Daarbij maakte ik een
voortreffelijke Vondel-School door, die maar
anderhalf jaar mocht duren, want in Maart
1889 werd de uitgave midden in het derde
deel gestaakt door den dood van den Meester.
Alberdingk Thijm heeft zoowel door zijn
Vondel-verhalen als door zijn wetenschappe
lijke behandeling van 's dichters werk, een
1) Dr. J. ten Brink, Vondel bekroond door
het dankbare nageslacht, Arnhem 1868.
2) Wel was ook reeds in 1873 een kleine
Vondel-tentoonstelling gehouden in Het
Nut", uit de verzameling-Hartkamp.
3) Het werk van Penon en Unger wordt
door mij niet vergeten ; maar dat van den
laatste staat geheel onder den invloed van
Adr. de Vries, die tot de school van Thijm
heeft behoord.
DE VIOOLSTRUIK IN 1876
Portretten van de leden, teekening van P. J. H. Cuypers:
1. F. Diepenbroek, 2. Jos. Alberdingk Thijm, 3. Ant. Sterck,
4. mevr. Cuypers, 5. mevr. Diepenbroek,
S. E. Alberdingk Thijm, 7. mevr. E. Alberdingk Thijm geb. Rosa Cuypers,
8. mej. A. Kirchman, 9. mevr. L. Sterck?Kervel, 10. mej. E. Sterck,
11. Frank Alberdingk Thijm, 12. P. J. H. Cuypers