Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Aug. '20. No. 2252
van de Hollanders, Franschen en Duitschers,
die de eerste blanke bewoners van Z.-Afrika
zijn en de afstammelingen van de Engelschen,
die na hen in Afrika zijn gekomen. Die strijd
wordt tegenwoordig met kracht gestreden en
over dien strijd zijn de voorstellingen hier zeer
verward. Dit is zeer verklaarbaar, daar het
niet een zuivere rassenstrijd is, maar politieke,
economische en sociale vragen daarbij een
groote rol spelen. *
In de constitutie van 1910 werd de rechts
gelijkheid van de taal, zoowel van de Engelsche
als van de Hollandsche strooming, erkend,
terwijl tot dien tijd het Engelsch den
volstrekten voorrang had gehad. Was deze bepaling uit
de constitutie Art. 137 toen loyaal uit
gevoerd, dan zou de taalstrijd nooit dat ka
rakter hebben gekregen, dat hij nu weldra
had. Maar van Engelschen kant werd alles
gedaan om die bepaling tot een doode letter
te maken. De uitwerking hiervan op de Hol
landsche elementen was tweeërlei.
Een deel van hen was tevreden met wat ze
verkregen hadden, omdat het beter was dan
wat ze vroeger hadden en zij in de verwachting
leefden dat het op den duur nog beter zou
worden. Zij hadden ook geen bezwaar tegen
den voorrang, dien het Engelsch op deze wijze
behield. Van hen was niet te verwachten, dat
zij met kracht zouden optreden tegen het
niet-toyaal uitvoeren van de wet.
Maar een ander deel, de jongeren, verzetten
zich wel. Onrecht, een volk aangedaan, is
altijd een middel om het zelfbewustzijn te
wekken. Dit optreden van de Engelschen
vooral van de Engelsche bureaucraten
maakte hen wakker en deed hun de beteekenis
van de waarde van eigen taal verstaan. Het
hoog-Hollandsch, het Nederlandsen, wilden
ze niet meer; zij gebruikten hun'eigen
Afrikaansch. Hun litteratuur, hun bladen en
boeken veroverden steeds meer terrein ; en
nu is het Afrikaansch niet meer terug te
dringen. Het heeft zijn recht van bestaan be
wezen; het wordt als de eigen taal van het
volk door vele Afrikaners geacht of erkend.
Zelfs Parlementsleden zooals leden van de
Labour-Party achten het noodig ook Afri
kaansch te leeren en meer dan een minister
buigt zijn tong om en spreekt in het Parlement
al Hollandsen.
De kennis van de geschiedenis van
ZuidAfrika, die men ongelezen moet laten, als men
niet hooren wil van de eeuw van onrecht",
die Afrika onder het Engelsche bewind heeft
doorgemaakt, drong bovendien al meer door
onder de jonge Afrikaners. Zij leerden de oude
Afrikaansche idealen verstaan en werden er
geheel door bezield. De stemming, hierdoor
gewekt, openbaart zich in een strooming, die
gestadig aan kracht wint in de Kaapprovincie,
in den Vrijstaat, inTransvaal en in een deel van
Natal, al houden de oudere en behoudende
elementen zich veelal verre *). Bovendien
hebben de groote leuzen van zelfbeschikkings
recht enz., in de laatste jaren grooten invloed
gehad op de versterking van het Afrikaansch
zelfbewustzijn, en zoo vindt men overal over
tuigde, beginselvaste Hollandsche Afrikaners.
* *
*
Daarnaast staan de Engelschen in Afrika,
die onderling nog meer verdeeld zijn dan de
Hollandsche Afrikaners al treden ze politiek
meestal als een eenheid tegen hen op omdat
deze laatsten in Afrika hebben hun te huis."
Onder de Engelschen zijn velen, die daar alleen
zijn om geld te maken en dan weer teruggaan.
Niet het belang van het land, maar hun per
soonlijk belang staat voor hen op den voor
grond. Tot hen behooren de machtige en
invloedrijke geld-magnaten. Zij wenschen geen
deel uit te maken van een Afrikaansch volk.
Zij zijn Engelschen en willen dat blijven. Dus
zijn ze geen opbouwend element voor het
volksleven.
Wel zijn dat de Engelsche Afrikaners, die meer
dan n geslacht in Afrika wonen. Zij burgeren
zich in. Politiek hebben zij vrijwel altijd de
Engelsche idealen. Maar, zoo het daartoe
kwam, dat hun belangen en die van Engeland
met elkaar botsten, dan zouden zij hoe ook
uit piëteit aan de vlag gebonden er toe
kunnen komen den band te verbreken. Dit
werd onlangs uitgesproken in Natal. Daar
werd op een vergadering de koeliekwestie be
handeld en toen werd door een
Engelsch-Afrikaner te midden van geestverwanten uitge
sproken, dat als de koeliekwestie niet in een
zin, gunstig voor Afrika, kon worden opgelost,
omdat dan de belangen van de empire ge
schaad zouden worden, het beter zijn zou den
band met het Britsche rijk te breken, dan met
de koelies te blijven zitten. Bij deze Engelsche
Afrikaners vindt men soms ook waardeering
voor de taal der Hollandsche.
Anderen zijn veel verder gegaan en voelen
zich een met de Hollandsche Afrikaners. Ten
slotte is er nog de Labour-party, die zich sterk
ontwikkelt en uitsluitend gevonden wordt in
Engelsche centra. Zij is voor 80%
anti-monarchaal en hare politieke inzichten zijn vrij
wel vereenzelvigd met hare sociale. Deze partij
staat tegenover de Engelsche geldmagnaten.
* *
En nu is de brandende vraag, hoe zullen
deze verschillende elementen samensmelten
tot n volk? Zij kan niet worden opgelost
door een regeeringsdaad of een wet. De
oplossing moet voortkomen uit de inhaerente
kracht van die onderscheiden stroomingen
en de levenskracht van hunne beginselen.
In den grond der zaak is dus de
rassenstrijd, die in Zuid-Afrika wordt uitgestreden,
een geestelijke strijd. En nu openbaart
zich daarbij iets zeer merkwaardigs. Maar
weinig Engelsche Afrikaners wijden zich aan
de studie; Afrikaansch-Engelsche cultuur
producten worden niet gezien, maar wel ont
wikkelt zich een eigenaardig
AfrikaanschHollandsche cultuur. Zij openbaart zich in de
schilderkunst, op het tooneel, door de taal, in
de litteratuur, zelfs in de muziek, al is ze nog
zeer primitief. En dit alles wijst op een eigen
volksziel, die in eigen volksleven tot uiting
kan komen.
Dit volksleven wordt nooit Nederlandsch ;
wel is het gegroeid uit den ouden Hollandschen
stam, die in de 17e eeuw in Zuid-Afrika is
geplant, maar het heeft daar eigen leven en
ontwikkeling gehad, gelijk alles zich daar op
eigen wijze ontwikkelt.
In Botschabelo bij Middelburg, Tr. zag ik
een prachteik staan. Ik zou een boom van zijn
omvang in ons land wel op 200 jaar geschat
hebben. Ik vroeg hoe oud deze was en toen
bleek hij niet ouder dan 55 jaar te zijn. Maar
toen hoorde ik, dat het hout ook niet de vast
heid van onze eiken heeft. Dus een eik als
bij ons, en toch een andere. Zoo zal ook het
volk van Zuid-Afrika, dat wordt, anders zijn
dan de volken waaruit het is voortgekomen,
een volk met eigen wezen. Maar, is onze waar
neming juist, dan zal de levenskracht van den
oud-Hollandschen stam blijken de sterkste te
zijn en wordt het komende volk, dat tweetalig
is en wil zijn, een volk met sterken Holland
schen inslag.
Daarom is het onze roeping de cultureele
banden tusschen het jonge volk en het oude
Nederland sterker te maken.
Nederland heeft zijn blik naar Zuid-Afrika
te wenden.
J. W. ,P o N T
*) Een verwant onderscheid is er ook
tusschen de twee Afrik.-Holl.-stroomingen in
politiek opzicht. Toen op het onlangs 20
Mei - gehouden congres te Robertson eenige
voormannen der beide
Hollandsch-Afrikaansche partijen samen kwamen om over
hereeniging ervan te spreken, bleek er tusschen
hen in dit opzicht overeenstemming te be
staan, dat beide erkenden het ideaal van
souvereine onafhankelijkheid, d.i. het recht
van afscheiding van het Britsche rijk ". Maar
zij verschilden ten opzichte van de vraag of er
voor die onafhankelijkheid propaganda ge
maakt mocht worden. Enkel een verschil in
tactiek, niet een verschil in ideaal.
HET DECIMALE
REGISTRATUURSTELSEL VAN MELVIL DEWEY
Onze Ministeries en Hooge Colleges van
Staat volgen bij de bewaring en registratie
hunner ingekomen en uitgaande stukken
nog steeds de daarvoor gegeven voorschriften,
die dateeren van 1823, en waarvan als grond
beginsel wel kan luiden het daarin voor
komende artikel 20 : Het archief zal steeds
in eene tijdrekenkundige orde, ingevolge de
dagteekeningen en nummers der algemeene
Koning George heeft Dinsdag zijn reis naar
Schotland, die verleden week uitgesteld was
wegens den dreigenden politieken toestand",
aanvaard en heden (Woensdag) ochtend meldt
Reuter, dat Lloyd George morgen met
vacantie naar Luzern hoopt" te gaan. Boven
dien zijn beide huizen van het parlement op
reces en dus beschouwt men in de Britsche
hoofdstad den politieken hemel als opgeklaard.
Toch is Warschau op 't punt van te vallen
-?al hebben dan de Polen een tegen-offensief
ingezet vlak bij de stad en al heeft Wrangel
in het zuiden eenig succes geoogst en het
geschil met Frankrijk naar aanleiding van
Wrangcl's erkenning, dat het leven der Entente
bedreigt, is voorzoover wij weten nog aller
minst opgelost. Naar buiten bleek dus nog
niets van ontspanning, ja, het besluit van de
arbeiderspartij om een Raad van Actie in te
stellen als een soort van tegenregeering, die
allereerst zal hebben te zorgen, dat de Britsche
regeering niets tegen Rusland onderneemt, is
als nieuwe onweerswolk naast de vele
anderekomen opzetten.
Het spreekt vanzelf, dat de erkenning van
Wrangel door Millerand het aspect der wereld
politiek als met n slag gewijzigd heeft. Nadat
de breuk in de Entente, die in 't voorjaar
ontstond doordat Frankrijk op eigen gelegen
heid Frankfort bezette, in San Remo en Spa
was geheeld, kon men weer spreken van een
Ententcpolitiek en toen de vorige week de
Britsche premier met Millerand de
RussischPoolsche quaestie twee etmalen lang had be
sproken, moest men aannemen, dat hetgeen
Lloyd George na afloop dier conferentie
in het lagerhuis als haar resultaat meedeelde,
inderdaad de houding der geheele Entente
jegens Rusland en Polen behelsde. Nu blijkt
dit anders te zijn : de Britsche regeering en
de Fransehe zijn het in Hythe niet eens ge
worden over hun houding in zake Rusland,
en de gedragslijn, die Lloyd George in zijn
LagerhuisredevoeringomschreefisdeEngelsciie
en niet de Fransehe. Het is dus Engeland en
niet Frankrijk, dat zich onthouden zal van
eiken vijandigen maatregel jegens Rusland,
anders gezegd dat feitelijk de sovjet-republiek
zal erkennen en met haar in relatie treden,
mits zij Polen een aannemelijken" vrede
aanbiedt. Frankrijk daarentegen gaat zijn
eigen weg ook in dat geval, den weg van steun
aan de vijanden der Sovjet-Regeering, in de
hoop dat Lenin's regime op die wijze toch nog
eenmaal zal ineenstorten en vervangen worden
door een regeering, die de oude Russische
staatsschuld erkent en.... Frankrijk's bond
genoot wordt tegen een cventueele Duilsche
revanche-poging?
liet kan niet anders, of de politieke toestand
ondergaat hierdoor een ingrijpende wijziging,
want de neiging der Russen om de Polen te
sparen ten einde het vurig begeerde
economische en politieke contact met de
Entente te verkrijgen, moet wel aanzienlijk
verminderen, nu Frankrijk hun vijanden toch
steunen blijft. En daarmee wordt dan meteen
liet probleem ook voor Engeland ten zeerste
vermoeilijkt, want indien de Russen Polen
niet sparen maar den verslagen vijand on
aannemelijke voorwaarden opleggen,dau treedt
de toestand in, die ook naar Lloyd (ieoig 's
en Bonar Law's verklaringen Engeland
nopen zal tot vijandelijk optreden jegens de
Russen, hetgeen, gezien de houding der
Britsche arbeiders, tot groote binnenlandsclie
moeilijkheden in Engeland leiden zal. De
Britsche regeering kan derhalve slechts hopen,
dat er den Sovjet-Uders zooveel aan gelegen
ligt, in vriendschappelijke betrekking te
treden tot Engeland alleen, dat zij ook nu nog
bereid gevonden worden Polen in waarheid
onafhankelijk te laten, terwijl dan op den duur
Frankrijk van zelf wel het Britsche voorbeeld
volgen zal, gelijk het reeds deed ten aanzien
van de Duitschers. Tenzij. ... de breuk in de
Entente ditmaal onherstelbaar mocht zijn en
beide regeeringen hun eigen weg gaan be
wandelen, een weg, die voor Engeland wel
moet uitloopen op toenadering tot Rusland en
Duitschland beide en voor Frankrijk op....
isolement. Maar natuurlijk verwacht men in
Parijs, dat de Britsche bondgenoot het zoover
niet laat komen.
Wat men eigenlijk in Parijs wél verwacht,
en waarom men daar ten tweeden male ten
aanschouwe van de heele wereld ostentatiet is
afgeweken van de Britsche politiek, wij moeten
erkennen, dit niet te kunnen doorgronden.
Stuurde men aan Franschen kant aan op een
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
". BETIMMERINGEN
:
Rokln 128 Telef. 4541 l
agenda's moeten gerangschikt zijn en nimmer
naar de verschillende onderwerpen." Wel
zijn in den loop der tijden, onder den drang
der noodzakelijkheid, nieuwe beginselen, naast
en soms ook in strijd met genoemde voor
schriften ingevoerd, in hoofdzaak is de oude
regeling, van bijna 100 jaar geleden, nog
steeds van kracht. Een kort overzicht van
genoemde wijze van werken moge hieronder
volgen.
De ingekomen en uitgaande stukken worden
allereerst geagendeerd, d.i. voor elk der
soorten afzonderlijk wordt de korte inhoud
der stukken op foliovellen, ingeschreven,
onder elkander en naar tijdsorde. Tezamen
vormen deze vellen telkens de agenda, die
dus eene lijst der stukken geeft in
chronologisch-numerieke volgorde. Uit de agenda's
wordt de index, gevormd. Deze geeft eene
verdeeling in rubrieken, waarin elke korte
inhoud, naar gelang van den inhoud van het
stuk, wordt opgenomen. De index geeft
dus eene registratie der stukken, naar het
onderwerp. Op dezen index wordt eene
nummerlijst samengesteld, die, als men van
een stuk datum en nummer weet, aanwijst,
op welke bladzijde van den index het stuk
voorkomt; uit de agenda wordt een klapper
gemaakt, volgens de onderwerpen, met bij
voeging, van het bijbehoorend folio van den
index. Vervolgens gaan de stukken naar het
archief, waar zij in portefeuilles worden opge
borgen, volgens reeds vermeld voorschrift,
,,in eene tijdrekenkundige orde."
Ter tegemoetkoming aan een der grootste
bezwaren van deze regeling n.l. de moeilijk
heid van het zoeken der stukken over een
zelfde onderwerp, die uit den aard der zaak
op geheel verschillende plaatsen zijn opge
borgen, vormt men dossiers", die alle
stukken over ne zaak bevatten ; eene be
waring op deze wijze zou echter in strijd zijn
met de voorschriften van 1823; daarom
plaatst men in het archief zelve, op de plaats,
waar het stuk behoorde te zijn, eene
verwijzigingsstrook", terwijl dan de
stukkenzelve toch te zamen in het dossier kunnen
blijven.
Het behoeft wel geen betoog, dat eene
regeling als de hierboven omschrevene, die
in beginsel misschien wel goed is, niet meer
past in onzen tijd ; niet alleen door de
methodezelf, maar vooral ook door het feit, dat,
wat in 1823 goed was, het thans niet meer
kan zijn. Men denke slechts aan de buiten
gewone uitbreiding der Staatsbemoeienis, en
de daarmede verband houdende ontzaglijke
uitbreiding der Rijks-administratie, aan de
snellere middelen van verkeer, enz. enz. Velen
onzer lezers kennen ongetwijfeld de bezwaren,
die zich in de praktijk voordoen ; men denke
aan de moeilijkheid bij het zoeken naar
vroegere stukken", betreffende eene zaak,
en tal van andere bezwaren, waarvan eene
volledige opsomming ons te ver zou voeren.
In tal van archieven, vooral van
GemeentcAdministratiën is dan ook sedert jaren eene
andere methode in gebruik, die ten zeerste
blijkt te voldoen, en wel volgens het Decimale
Stelsel" van Melvil Dewey.
In eene kort geleden verschenen alleszins
lezenswaardige brochure geven de Heeren v. d.
Boom en Icke, Commiezen bij het Hoofdbe
stuur der Posterijen enTelegraphie, een over
zicht van de werking van bovengenoemd stelsel,
dat volgens de schrijvers tal van voordeden
biedt boven de huidige methode, en dat zij
ten zeerste aanbevelen voor invoering bij
onze Departementen, enz. Wellicht zal het
expeditie naar Polen ten einde de Russen op
eigen terrein de kracht der Kntente te laten
voelen, dan zou alles verklaard zijn. maar
zelfs de felste milüairisten in Parijs zeg«cii,
daaraan niet te denken. Echter, als men de
Polen niet redden kan en wil met direkte
militaire hulp, dan begrijpen wij niet wat er te
bereiken valt met steun en erkenning van
Wrangel, want vermoedelijk zal het niet dezen
/eer spoedig den/elfden weg opgaan als niet
Denikin e.a., zoodra de Polen dcMiiitief ver
slagen zijn en de Runde legers vrij komen voor
een nieuwen veldtocht in de Kriin ! Misschien
zon er iets tegen de Sovjet-regeering uitgericht
kunnen worden met. wederinsteliingen van
de blokkade, maar hiertoe is Frankrijk na
tuurlijk niet bij machte /onder Fngcl.'uid's
medewerking en aldus is het onverklaarbaar,
wat Frankrijk op eigen beeiien kan uitrichten
tegen de Russen en zijn vijandige houding
schijnt min of meer platonisch, juist als die
van Amerika, dat inderdaad op uitnemende
gronden weigert met een regeering als
die in Moskou in contact te treden. Want dit
Amerikaansche stuk, ongetwijfeld uit
Wilson's pen gevloeid, is wel een /.eer sterk betoog
legen liet Russische bolsjewisme, maar ook
hierin mist men de aanduiding der middelen,
die anderen hebben om Rusland daarvan te
verlossen.
Vermoedelijk is voor de Fransehe staats
lieden het Russische vraagstuk onafscheidelijk
verbonden aan het Duitselie, doch ook door
daarop het oog gevestigd te houden leeren wij
hun politiek nog niet begrijpen. Inderdaad
dreigt de Russische opmarsen naarde Duitselie
grens een deel van het te Versaillesopgetrokkeii
gebouw Ie doen ineenstorten: nu reeds hebben
Russische legeraanvoerders of staatslieden
tot Duitsche journalisten gezegd, dat Rusland,
dat het verdrag van Versailles niet heeft er
kend, het Duitsche rijk van HU4 als nog
bestaande en dus b.v. Dantzig nog als een
Duitsche stad beschouwt. De Russische troe
pen hebben Pooisclt gebied bezet, dat tot
1!)18 tot het Duitselie rijk behoorde en bij het
verdrag van Versailles aan Polen is gebracht,
en zij zijn daar als verlossers ingehaald, want
- - zoo zeiden de Duitschers die daar wonen
----slechter dan onder Poolsch bewind kunnen we
het nooit krijgen ! En wanneer nu straks heel
Polen zich in Russische macht bevindt, zullen
wellicht de Russen, die toenadering zoeken
tot Berlijn, daarheen de boodschap zenden:
komt gij ons hier aflossen en neemt wat u
ook mettertijd bij het Hoofdbestuur der
P. en T. worden ingevoerd, en daarmede op
nieuw een bewijs van zijne practische bruik
baarheid kunnen geven. Teneinde een over
zicht van het decimale registratuurstelsel"
te geven, ontleenen wij aan genoemde brochure
het hieronder volgende.
De uitvinder van het stelsel is de Amerikaan
Melvil Dewey, die het reeds in 1873 toepaste.
De grondgedachte ervan is de menschelijke
wetenschap te verdeelen in 10 seriën, die
aldus worden aangeduid :
0. Algemeene Zaken, Bibliographie.
1. Philosophie.
2. Godsdienst.
3. Sociale wetenschappen, Recht.
4. Taalwetenschappen.
5. Natuurwetenschappen.
6. Toegepaste wetenschappen.
7. Schoone Kunsten.
8. Literatuur.
9. Geschiedenis en Aardrijkskunde.
Elk van deze 10 seriën of klassen heeft
weder tien verdeelingen, en elke verdeeling
weder tien onderverdeelingen; zoo kan men
steeds doorgaan met het maken van verdere
onderverdeelingen, naar gelang van de be
hoefte.
Klasse 3 zou dus als volgt te verdeelen
zijn :
30. Algemeene Zaken betreffende de hoofd
klasse 3.
31. Statistiek.
32. Politiek.
33. Staathuishoudkunde.
34. Rechtswetenschap.
35. Administratief recht.
36. Bijstand, Weldadigheid,
Vereenigingswezen.
37. Onderwijs, Opvoeding.
38. Handel, Verkeer, Vervoer.
39. Zeden, Gewoonten, Folklore.
Hieruit zou b.v. klasse 38 weder te ver
deelen zijn :
380. Algemeene zaken betreffende de
klasse 38.
381. Handel Binnenland.
382. Handel Buitenland, Consulaire Ver
slagen.
383. Posterijen.
384. Telegrafie en Telefonie.
enz. enz.
Het stelsel is, zooals uit bovenstaand blijkt,
zeer overzichtelijk, want elk nummer is eene
onderverdeeling van het karaktergetal, na
weglating van het rechtcrhandcijfer b.v.
3. Sociale Wetenschappen, Recht.
38. Handel, Verkeer, Vervoer.
383. Posterijen.
Was oorspronkelijk het Decimale Stelsel
bedoeld voor de registratuur van bibliotheken,
het is evengoed toepasselijk te maken en te
specificeeren voor groote administratitn, waar
bij dan allereerst noodig is het vaststellen van
een afgerond registratuurplan, en het aan
wijzen van een alleszins bekwaam registrator,
met dito vervanger en voldoende hulp
personeel. Bij meer dan dertig
gemcenteadministratiën is het stelsel reeds ingevoerd,
ook o.a. bij de inrichting der registratuur van
de Bataafsche Petroleum-Maatschappij en
van de Maatschappij De Schelde" te
Vlissingen. En in al deze gevallen is ook werkelijk
gebleken het nadeel van het Rijicsstelsel, nl.
de chronologische opberging, met of zonder
toevoeging van dossiers, die bij toepassing
van het Decimaalstelsel geheel vervalt;
juist hierbij vindt elk nieuw onderwerp als
't ware zijn gereserveerde plaats.
Miiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiii iimtii«iiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiii"
|BEZOEKT]
l de Kon. Kweekerij f
(?MOERHEIM'I
f voorheen B. RUYS i
I DEDEMSVAART l
toekomt. Zal Duitschland dan weigeren?
Minister Simons heeft nog geen aanduiding
gegeven, maar zijn vriendelijk woord aan liet
adres der Russische regeering heeft groot
opzien gewekt en in l-'rankrijk leeft men onder
de bange vrees, dat op deze wijze heel de
regeling van Oost-Europa, die in Versailles
gemaakt werd, zal verdwijnen, /ooda!
Duiisehland aan dien kant weer sterk en groot wordt
als vroeger. Dagelijks kan men in de Franschc
bladen lezen, dat wat de Russen ook doen ten
aanzien der oostelijke grenzen van Polen, de
westelijke zijn vastgesteld bij het verdrag van
Versailles, met andere woorden, dat indien
Duitschland de hand mocht willen uitstrekken
naar Uit Poolscli-Duitsche gebied door de
Russen van Poolsehe macht bevrijd, Poch ge
reed staat met militaire maatregelen in 't
westen. Ziehier voor de Duitselie regeering
een uiterst delicaat en pijnlijk dilemma.
Evenwel, al houdt men dit alles in het oog.
dan begrijpt men nog niet, wat Millerand er
bij winnen kan, afscheid te nemen van zijn
Britsellen collega en eigen wegen te bewandelen.
(iezamelijk overleg met Ruslanu, Duitschland,
Polen en de andere belanghebbenden had hier
kunnen baten en daartoe was immers ook reeds
besloten, maar juist hiervan is men in Parijs
steeds meer afkeerig geworden, omdat men
inziet dat daarmee opnieuw, juist als in Spa,
getornd zon worden aan het verdrag van Ver
sailles, en dit laatste is en blijft liet plecht
anker der Pransche politiek. Want nog immer
kan men er 'm l-'rankrijk niet toe komen, deze
overeenkomst te zien als wat zij in waarheid
is : het resultaat eener machtsverhouding die
niet meer bestaat. Dit evenwel is struisvogel
politiek en al belet Millerand hiermee een
gemeenschappelijk overleg over de
RussischPoolsche aangelegenheid, het verdrag van
Versailles redt hij niet.
De actie der Britsche arbeiders, die de regee
ring onder voogdij willen nemen en haar willen
beletten iets tegen Rusland te beginnen, is
natuurlijk het gevolg van de vrees, dat Lloyd
(ïeorge Millerand zal gaan volgen, inplaats
van deze gene en aldus trappen zij inderdaad
een open deur in, zooals de heer George op zijn
gewone plastische wijze zeide, want wij hoeven
er niet aan te twijfelen dat niemand liever
dan hij vrede maakt met de Russen. Niet
temin kan deze houding der Labour-partij
heel belangrijk worden, als straks blijken
mocht, dat Rusland Polen wel in naam maar
BUITEN
Ver van tram- en motor-drukte
Zochten ze wat geurend groen
Om er tusschen wilde boomen
Nu eens niemendal te doen.
Nergens klokken en kalenders,
Geen gedrens van telefoon,
Zelfs geen brieven en geen kranten,
Alles Bataviersch-gewoon.
Afgedamesde mevrouwen
Loopen er als menschen rond,
Uitgekapperde meneeren
Zitten zoo maar op den grond,
Opge-H-B-Esde jongens
Lusten spek en roggebrood,
Vergymnasiumde meisjes
Baden-pootje in een sloot.
Alles juicht en joelt en grinnikt;
Alles ligt al vroeg in bed,
Alles vindt er alles heerlijk
En wordt stevig afgezet.
Ver van politiek gehannis
Wil men iets eenvoudigs zijn;
Ver van stakings-folteringen
Zoekt men lacht en zonneschijn.
Wie bemoeit zich daar met Polen,
Wie met Rusland en Lenin?
Naar de weerga met die zorgen
En de frissche bosschen in.
Met zijn hengel en zijn dobber
Gaat de revolutie-man
Naar de fijne, stille plekjes
Waar hij baarsjes snappen kan.
Zeer eendrachtig gaat hij vissclien
Met een braven burgerwacht,
Buiten zijn ze kameraden
Waar men zingt en danst en lacht.
J. H. SPEENHOFF
iiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimimiiiini
DEVO
Gourfgo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
HolL Sigarenfabrlak UTRECHT
Voor
van het
graphie
kunnen
383.1
383.2
383.3
383.4
383
383
383
383
de registrjtuur der Administratie
Hoofdbestuur der Posterijen en
Telezou een registratuurplan als volgt
worden samengesteld :
Brieven- en pakketvervoer,
Postzegels,
Postwisseldienst,
Organisatie van den Postdienst,
enz. enz.
11 Brieven,
12 Briefkaarten,
13 Nieuwsbladen,
14 Drukwerken,
enz. enz.
383.21 Antwoord Coupons,
383.22 Philatelie,
383.23 Type postzegel,
383.24 Perforeeren van postzegels,
383.25 Postzegelrollen voor automaten,
383.26 Valsche zegels,
383.27 Gelegenheidszegeis.
enz. enz.
niet in waarheid wil laten blijven bestaan,
b.v. door er een sovjet-republiek van te maken,
d i;.1 natuurlijk de bevelen uit Moskou gehoor
zame!' z:>ti. Vv\l is w;i;ir /.eide de arbeiders
leider Cl\nes in 't lagerhuis onder toejuichingen
van alle banken, dat een land met een opge
drongen regeering niet onafhankelijk is,
zoodat in liet bedoelde geval de arbeiders hun
houding zouden wijzigen, maar wij betwijfelen
sterk of als de Russische diplomaten die
handig zijn als de beste uit de oude school
-er iets op vinden om het te laten voorkomen
alsof de Polen zelf hen als verlossers van de
tyrannie hunner Pans" beschouwen, of dan
de Britsche arbeiders zich niet zouden
ver/etten tegen anti-Russische maatregelen hunner
regeering. De zaak is immers dat zij, evenals de
liberalen in Engeland, geen conflict niet Rus
land willen, zeker niet uit sympathie met hel
Russische communisme, want hun eigen lei
ders die in Rusland geweest zijn, zeggen dat
wat in Rusland bestaat niets op communisme
lijkt, maar eenvoudig omdat zij voor Polen geen
oorlog, zelfs geen blokkade over hebben. Zij
willen vrede en normale betrekkingen
inplaats van oorlog of maatregelen van halven
oorlogstoestand, die de belastingen steeds
meer in de hoogte jagen. De bemoeiing met
continentale" aangelegenheden heeft den
Engelschen zachtjesaan lang genoeg geduurd,
bloed en geld genoeg gekost. Ja, werd er van
daag of morgen een Britsche kolonie of een
Britscli levensbelang door de Russen bedreigd,
dan zou de Raad van Actie zeker niet tegen
werken, maar de Roode troepen bedreigen
Polen en voor de Polen voelt men in
WestEuropa weinig.
Intnsschen bindt deze arbeiders-dictatuur"
de Britsche regeering toch in hooge mate de
handen en de sterke premier kwam op tegen
de gezags-aanmatiging, den aanval op de
democratie, niet zijn bekende heftigheid. Hij
neemt den handschoen op, zegt hij, al stelt hij
het gevecht uit tot hij frissche kracht zal
hebben opgedaan in de Zwitsersche bergen,
Althans. . . . als morgen geen nieuwe gebeurte
nissen hem toch weer thuis houden, want wij
leven weer in een tijd, waarin de morgen niet
weet wat de avond brengen zal.
J. C. VAN O v i: \