De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 21 augustus pagina 7

21 augustus 1920 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

21 Aog. '20. - No. 2252 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Britannicus van JEAN RACINE. Metrisch vertaald door HERMAN POORT. Door Het Klassiek Tooneel" opgevoerd in het Arnhemsche Openlucht-theater. Racine op ons Hollandsche tooneel in een schoon klinkende metrische vertaling, dat is een gebeurtenis, die de belangstelling op vraagt van ieder, die zich interesseert voor ons tooneel. Het is een daad van Vogel's gezelschap, waarvoor wij dien artisten hulde moeten bren gen, vooral waar zij zoo ernstig ondernomen en met zoo verdienstelijke uitkomst bekroond wordt als hier het geval was. Ons tegenwoordige geslacht kent geen Nederlandsche opvoering van Racine's werk en het vorige moest het stellen met slechte ver talingen. Herman Poort heeft het werk volle recht laten wedervaren ; moge op enkele plaatsen zijn vertaling wat zakken, dit is van geen belang tegenover het geheel, dat verkregen werd. Racine's geest bleef behouden, wij voelen ook in de vertaling, dat een groot dichter aan het woord is. Ook al is Britannicus niet het meesterwerk van den meester. Dit treurspel maakte bij het leven van zijn schepper de geschiedenis door, die wij in onzen tijd ook kennen als het lot van sommige tooneelwerken. Bij de première werd het koel ontvangen, tot groote teleurstelling van den dichter, doch niettemin bleef het op het re pertoire en wist zich allengs de bewondering en de achting te verwerven, waarop het recht had en die het door de eeuwen heen behouden heeft. Je plains fort Ie malheur d'un homme qui travaille pour Ie public !" roept Racine uit, als klacht over de aanmerkingen door de kritiek .gemaakt op Britannicus; doch de uitkomst heeft bewezen, dat het publiek de dichter ook in later eeuwen nog wist te waar deeren. Hoejhet treurspel Britannicus op ons inwerkt? Diep ontroeren doet het ons niet, J. S. MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAM?R'DAH DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND iiniiiiiiiiiiiiJiiiiiiiHiiiMiiniminniiliiiiMiiiiiiilliiiiiiiiriitiMiiiiiiiiiiii Al.'ida Poelofsen, als Agrippina. J2 Louis van Gasteren,*als*Burrhus. wij kijken er ietwat van buiten tegen aan en bewonderen dan den schoonen, zuiveren bouw van het drama, het knappe exposévan de handeling in het eerste tooneel en de geniale wijze waarop de handeling voortgaat in stij gende en dalende lijn. Te plotseling wordt die lijn aan het slot afgebroken ; het vijfde bedrijf staat als geheel beneden het overige. Schoon doorwerkt is de karakterteekening van Nero en Agrippina; in Nero zien wij den man van zwak karakter, die staat op de grens van twee levensperioden; achter hem liggen de jaren van rechtvaardigheid en mensche lijkheid, vóór hem ligt het leven van den onmenschelijken wreedaard, dat ingezet wordt door den moord op Britannicus. Tegenover Nero zet de dichter Agrippina, de heerschzuchtige vrouw, die alles waagde om haar zoon het keizerschap te verzekeren en die zich nu de heerschappij over hart en geest van dien zoon ziet ontglippen. Aan deze beide figuren is feitelijk het werk gewijd ; Britannicus, wiens naam het draagt, wordt ons niet tot in zijn diepte getoond; wij zien hem alleen als ongelukkige minnaar, als de verstootene, die klaagt over zijn ongeluk en die, door zijn jeugd, te spoedig vertrouwt op beloften van onwaardigen. Een figuur zooals wij in honderd andere drama's vinden. De vrouw, Junia, is belangwekkender, om dat de dichter aan haar het intuïtieve begrip der naderende mogelijkheden verleende ; wij zien, hoe haar karakter gevormd is in ongeluk en eenzaamheid, wij proeven uit haar wezen, wat het leven voor haar geweest moet zijn. Daarom raakt haar smart ons sterker dan die van Britannicus. En daarom viel het te betreuren, dat Ellen Vareno, die de rol van Junia vervulde, geen sterker bewogen spel vermocht te geven. Haar geluid is schoon gearticuleerd, de voordracht harer verzen zonder blaam en vol ontroering, doch de plastische en mimische ontroering ontbrak te veel ; haar standen en hand-gebaren bleven eentonig, als vreesde zij het eens gevondene los te laten en haar gelaat vcrstrakte in de uitdrukking van ontsteltenis enjlijden; vol-menschelijk, warm-genuanceerd tooneelspel zal deze voordrachtskunstenares nog moeten leeren. Aangrijpend van felle menschelijkheid en hartstocht was het spel van Aleida Roelofsen als Agrippina ; in het golvende zwart met gele gewaad, de gouden hoofdband als een diadeem haar voorhoofd kronend, stond daar de trotsche, sterke Romeinsche vrouw, balde de vuisten in heftige woede of hief de armen op in laaiend vreugdegebaar ; nergens, behalve in de vijfde acte, werden wij gehinderd door het galmend rethorieke spreken, dat deze actrice in andere rollen soms eigen is ; dit was schoon bewogen, natuurlijk en menschelijk spel, zij 't en ook dit was een groote ver dienste van een andere menschelijkheid dan de ons omringende. Want Racine's figuren staan op een ander plan dan die uit moderne drama's. Van Albert Vogel kregen wij de Nero figuur uitgebeeld in wat vlak gehouden spel, doch met schoon genuanceerde verzenzegging. En deze kracht van voordracht maak te, dat ondanks die vlakheid in de actie toch de figuur van den machtigen, wreeden, diep-in wankelen keizer, zooals Racine ze bedoelt, levend voor ons werd. Johan de Meester Jr. speelde de Britannicusrol met veel verve van jeugd ; de schoone liefdeverzen, de eenzaamheidsklachten en de vreugdejubel kregen in zijn mond hunne volle beteekenis en hij wist in spel en gebaar vol komen de illusie te geven van den jongen ongelukkigen held. Als Narcissus zagen wij Frits van Dijk, een jong acteur voor wie dezejol een^veelbelovend debuut was. Mocht hij het verradelijke van Narcissus er soms iets te dik opleggen, over het geheel getuigde zijn uitbeelding van goed begrip en van mimisch talent. Ook zijn ver zenzeggen was^uitstekend. Warm spel |. gaf J Louis* van^ Gasteren als de edele Burrhus j'zijn mooie stem leent_zich Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck Frits van Dijk, als Narcissus iitfiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiuiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiitinii 1*1 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIIlIIlllllllllllllllllllllllllllllinilIIIIIIIIllllllllllMIIIIIIIlIIllllllllllllllIBIIIIII Nieuwe Engelse Boeken STEMMEN VAN VER A Hundred and Seventy Chinese Poems, Translated by ARTHUR WALEY, 1918. Constable. 7/6 net. Coloured Stars: Verslons of Fifty Asiatic Love Poems b\ EDWARD POWYS MATHERS. I9J9. Blackw;ll. 2/6 net. Kossovo : H er o ie Song ;of the Serbs, Translated from the Origi al by HCLEN ROOTHAM. 1920. Black ell. 4/6 net. Ik had al sedert lang iets willen schrijven over het eerste, grootste, en m.i. belangrijkste van deze drie boeken, waarmee ik al heel wat genoeglike uren heb doorgebracht. En steeds kwam er wat tussen. Middelerwijl kwam nummer twee tot passend gezelschap opdagen, en nóg schenen allerlei invloeden, als geesten of kabouters, 'n bespreking te willen . verhinderen, toen de komst van nummer drie de derde streng maakt de kabel alle verhinderende machten aan den haal deed gaan. Dit was zeer begrijpelik trouwens, gezien de heldhaftige inhoud. Het boek van Arthur Waley, een van de vele geleerde en bekwame mannen, die aan het British Museum in Londen hun werk kring vinden, geeft niet alleen vertalingen uit de eerste hand van onderscheidene Chinese gedichten uit vroeger en later tijden ? vooral van Po Chü-i (772?846) , maar tevens 'n belangwekkende inleiding, waarin hij ons op klare en onopgesmukte wijze zowel de voortreffelikheden als de tekortkomingen van de Chinese dichters voor ogen stelt. In hun gelederen vinden we geen Homerus, geen Aeschylus, geen Shakespeare. Belang rijke epiese of dramatiese werken hebben ze niet voortgebracht. Op wijsgeerig gebied staan ze ten achter bij de Grieken. Evenmin als ze 't lijf toevertrouwden aan de sleuring der zeestromingen waardoor ze zich de kans benamen ooit 'n nieuw vastland te ontdekken evenmin waagde zich hun geest op de geheimzinnig lokkende en dreigende oceaan van het denken 1). To most Europeans the momentary flash of Athenian questioning wül seem worth more than all the centtiries of Chinese assent. Zelfs de figuurlike taal waarvan ze zich bedienen, staat in koenheid ver ten achter bij de dichterlike uitdrukkingen die in Europese literaturen schering en in slag zijn. Geen uitgewerkte vergelijkingen als bij Homerus, geen juwelierskast vol metaphora's zoals bij Shelley. Van het adjektief wordt ook veel minder geëist dan bij ons Westerlingen, De lucht is blauw" of grijs", niet jubelend" of onheil-zwanger". n ding herinnert aan- de oud-Germaanse poëzie : het (in later tijd) veelvuldig gebruik van dichterlike" synoniemen. Evenals de zee bij de Angelsaksiese dichters het zwanebad" heet, en de walvisseweg" enz. enz., zo heet bij de latere Chinese poëten de maan de zilveren schaal", het bevroren wiel" of de gouden ring". Met de zon maken ze 't nog bonter. Die heet o.a. het witte veulen", de vliegende kraai" en de lantaren-draak".. Arthur Waley heeft bij z'n vertaalwerk z'n eigen smaak gevolgd, en daarbij hebben voorliefde voor zekere letterkundige figuren als personen, en 'n bewust in-de-contratninezijn ten opzichte van 'n aantal in Europa gemeengoed geworden appreciaties (aan gaande de beroemde Li-Po b.v.) 'n hartig woordje meegesproken. Van Li-Po, wiens oorspronkelikheid hij niet hoog aanslaat, geeft ie geen regel. Van T'ao Ch'ien, die naar z'n zeggen door Li-Po vaak is geplagiëerd, zoveel te meer. Ik laat n stukje lyriek van deze dichter volgen. Hij was 'n Taaist, en voorstander van the simple life" (365?427). READING THE BOOK OF HILLS AND SEAS. In the month of June the grass grows high And round my cottage thick-leaved branches sway. There is not a bird but delights in]the place where it rests ; i And I too ? love my thatched cottage, i . I have done my ploughing : £? J I have sown my seed. Again I have time to sit and read my books. In the narrow lane there are no deép ruts : Often my friends' carriages turn back. In high spirits I pour out my spring wine And pluck the lettuce growing in my garden. A gentle rain comes stealing up from the cast And a sweet wind bears it company. My thoughts float idly over the story of King Chou. My cyes wander over the pictures of Huls and Seas. At a single glance l survey the whole Universe. He will ncver be happy, whom such pleasures fail to pleasc ! Het Chinese gedicht rijmt, of liever, assonneert. De vertaler heeft zich van rijm onthouden, omdat het oorspronkelik effekt niet bij benadering weer te geven is. Immers, het Engels heeft meer klanken dan het Chinees, en daardoor minder rijmen, en Chinese dichters laten vaak een en hetzelfde rijm, of assonnance, door 'n heel gedicht heen klinken. Maar de vertaling heeft daardoor gewonnen in getrouwheid Waley heeft naar 'n letterlike vertaling gestreefd , ter wijl het volgens zijn zeggen geen kunst was, voor 'n eenvoudig rhythme te zorgen. Dat van het origineel drong zich telkens op." Ook heeft ie de gekunstelde produkten van dekadente tijden zeer wijselik links laten liggen, zodat het resultaat ons, in weerwil van macht-spreuken als East is East and West is West and ncver the twain shall meet, onmiddellik treft. Er is hier allerlei algemeenmenseliks, dat noch Oost, noch West tot z'n uitsluitend verblijf heeft. Hier is 'n stukje van 'n volksliedje : At the time when blossoms Fall from the cherry-tree : On a day when ycllow birds Hovered in the branches Vou said you must stop, Because your horse was tired : I said, I must go, Because my silkworms wcre hungry. En hier is 'n oorlogsgedicht" uit de zeven tiende eeuw (van Ch'en Tzu-lung, de be strijder der Mandsjoes). We kunnen er bij denken aan Belgiëin 1914 : THE LITTLE CART. The little cart jolting and banging through the yellow haze of dusk. The man pushing behind : the woman pulling in front. They have left the city, and do not know where to go. Green, green, those tree leaves : they will cure my hunger, If only we could find some quiet place and sup on them together." The wind has flattened the yellow tnotherwort: Above it in the distance they sec the walls of a house. There surely must be people living who'll give you something to eat." They tap at the door, but no one comes : they look in, but the kitchen is empty. They stand hesitating in the lonely road and thtir tears fall like rain. P Bijna de helft van het boek is gewijd aan Po-Chü-i (772?840), blijkbaar Arthur Waleys favoriet, en met reden. Hij, die nooit van Terentius hoorde, hij was 'n mens, en niets menseliks was 'm vreemd. Zelfs tot die dubbelgelooidhuidige Filistijnen, die er groots op zijn, dat ze niet aan poëzie doen," moet, dunkt me, deze kunstvol-ongekunstelde poëzie spreken. Verteller, zanger, hckelaar, mo ralist, Po-Chü-i is altijd even eerlik, even fris, even interessant. Al was het enkel om hem, dan zou A Hundred and Seventy Chinese Poems het aanschaffen waard wezen. Erotiese poëzie vindt men in Waley's boek niet veel : de Chinezen zijn meer de dichters van de kalme, gezellige en gedachten-wisselende vriendschap dan van de idealiserende liefde van man tot vrouw, waar onze Westerse literaturen zo van vervuld zijn. De vijftig Aziatiese love-poems, die Powys Mathers geeft in z'n Coloured Stars, en die ontleend zijn aan Hindoes, Afghanen, Arabieren, Birmezen, Siamezen, Perzen, Koerden, enz. zijn ook vrijwel verstoken van alle romantics idealisme, maar geven des te meer hartstocht, bedwel ming, en haarpijn, met den moraliserenden aankleve van dien: My desire", zingt 'n negentiende-eeuws Birmees, draws me to thee As the oaks of Mandelay Draw the lightning. My desire is an elephant Seeking his mate. Your floating robe and your body, Your eyes and your smile 'Draw my desire to thee As if your hands Had passed chains Through the rings of my ears And dragged me Even behind your feet, As life draws breath. Desire draws me to thee. De Entente-Di.plomaat: Jij brengt die lading naar Polen" De Machinist: Nee, man, aan mijn lijf geen polonaise!" Hiimiiiffiiiiiiiii imiiiiiiiimiiimii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii(iiiiifiiirrriiiriiiniiiiiiiiiniii(((((ftri(((iiiifffiiiliftuif J. A. HOETING Ho/Juwelier - Koningsplein 11*13 Juweelen - Paarlen - Zilverwerk. bijzonder voor het zeggen van verzen : al leen werd het rythme naar mijn opvalting te veel verdrukt. Louise Kooyman als Albine had weinig klassieks in uiterlijk en gebaren en haar verzen-zeggen was onzeker; iets goeds gaf zij toch in Ifaar verhaal aan het slot. Het is mij een vreugd, dat ik in De Amster dammer" over deze opvoering kan schrijven ; en er zoodoende de algemeene aandacht op vestigen, aandacht die zeker niet ontbreken zou wanneer de voorstelling in een schouwburg van Amsterdam of den Haag had plaats gevonden. Het Arnhemsche Openlucht-theater vindt nog niet de belangstelling die het verdient n door zijn inrichting en door wat er aan kunst wordt geboden. Of Britannicus niet meer zon doen opjhct besloten tooneel van een schouwburg?^ Dat geloof ik wel: we zouden er ons dan dichterbij voelen, de handeling zou gecon centreerder en daardoor boeiender worden. Maar ook op het openlucht-tooneel schenkt de voorstelling den tooneelliefhebber vreugd, waarbij dan nog het genot komt van het buiten-zijn. Hulde aan wie deze kunstdaadjvoorbe-, reidden eij uitvoerden ! ANNA VAN Go r, n?K A u L B A c n ,;t iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin When in the month of flowers Snow pilcd on Yonmadong 2) Falls from the mountain In a devouring torrent, Sweeps in his passage Trees, houses, beasts and men, And nothing is able To stay his great course, That grows greater and greater And drowns with his waters The waters of Kin Douen ; So violent is my desire For thy desire. It overturns all things In coming to thee, , It smothers the precepts That Godama gave us, And drowns all the laws Of the Lord of the Elephant " De ontnuchtering uit zich in 't volgende lied uit Nepal : Oh ! Lei la ! In your heart are three things, All the yellow cobras of Burma, AH the deadly fungi «f Bengal, All Nepal's poison flowers; The poison flowers are your vows, The deadly fungi your kisses, The yellow cobras your deceits. En uit Mantsjoerije komt de pessimistiese betrachting : Pluck the most beautiful apricot from this tree And place it on silk in a coffer of sandal-wood ; At the end of three days the silk Will be stained by the 'juice of the fruit. Choose the most virtuous woman rom this world, Place her image in the coffer of your heart, Even on the samc instant your heart Will be soiled with bad thoughts. Sluit men Coloured Stars" om Kossovo ter hand te nemen, dan heeft men 'n gevoel alsof men uit 'n zwoele broeikas vol exotiese orchideën in de vrije en frisse buitenlucht stapt. De broeikas was interessant genoeg en we beklagen ons de tijd niet, die we er in hebben doorgebracht, maar op den duur wordt het te benauwd, en te eng, en drie dubbel welkom is ons dan het groen van de bekende inheemse bomen, en de hoge blauwe lucht waarnaar ze wijzen, en de wind die met hun takken zwaait. KOSSOVO, dat is het Lijsterveld 3), dat is het toneel van de bloedige veldslag tussen Serben en Turken in 1389, de slag die voor de eerstgenoemden, onder hun Tsaar Lazar, zo tragies afliep, en die hen in eeuwenlange verdrukking bracht. Maar die hun tevens deze epiese gedichten ingaf, en hun, door hun lijden, iets schonk, waarnaar men bij de meeste Europese volken vergeefs zal zoeken. De Chanson de Roland komt er nog het dichtste bij. Maar noch de Angelsaksiese noch de Normandiese verovering van Enge land leven, dichterlik gedocumenteerd, in de Engelse letterkunde/zoals het treurspel van EISCHT STEEDS SIPKES'JAMS iiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiMiiiiiimiiiiimliiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Kossovo leeft in de zangen der Serben, en onze eigen tachtig-jarige oorlog heeft ons enkel 'n handvol euze-liederen nagelaten, levende lyriek, maar geen epiek, als hier. Natuurlik hebben de onbekende zangers vrij omgesprongen met hun geschiedenis materiaal. Zoals overal waar 'n geheel volk verslagen terneer ligt, wordt de nederlaag geweten aan 'n verrader (die waarschijnlik geen verrader was). En verder wordt verhaald, hoe 'n engel aan Tsaar Lazar de keus gaf tussen 'n hemels en 'n aards koninkrijk.... In zo'n geval ligt de keus voor de hand. Al zou de Serbenkoning ook alle Turken hebben in de pan gehakt indien hij 'n aards konink rijk had gekozen, aardse macht vervliegt nietwaar, en om hem aan 'n troon in de hemel te helpen, moet het Serbenvolk 'n vijftal eeuwen onder de hielen van de Turken. Dit idealisme is al zeer kinderlik, maar het is oprecht. Elke Serb is 'n kruisvaarder, en het Lijsterveld is 'n heilige plaats, 'n Christelik Mekka. Aanhalingen geven gaat hier niet: men zou 'n heel verhaal moeten overnemen, en dit is juist het kenmerk van alle echte epiek. In 'n lüstorical preface worden we nog gewezen op het objektieve, het Apolliniese, dat aan al deze dichterlike verhalen eigen is, en op hun strenge struktuur, die wars is van Schnörkel of tierelantijntjes, en men begrijpt de grote bewondering, die iemand als Goethe voor deze volkskunst koesterde. WILLE M VAN DOORN 1) Ik volg hier het betoog van Arthur Waley. Misschien zou H. Borel er 't een en ander op hebben aan te merken. 2) Noch Yonmadong noch Kin Douen heb ik kunnen lokalizeren. Dit is waarschijnlik toe te schrijven aan het feit, dat in vele gevallen Franse vertalingen zijn gevolgd van de Levantijnse journalist Thalasso. Namen ondergaan bij zulk 'n proces altijd verminking. 3) De Engelse vertaling is Plain <>i ttlackbirds, maar 'n merel is geen lijster, al is ie van dezelfde familie. Echter leren wij altijd van het Lijsterveld, en hoe deze vork in de steel zit, kan ik niet uitmaken. MiMiiiiiiMjiiiMMiiiMimmiiiMiMmMiHiiMiimiiMiiimiijiiiiiimmiiiiiii Gadeptnetii! Dit merk op Uwe rookartikelen garan deert U kwaliteit. VOOR ENGROS: JAN AARNOUTSt DEN HAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl