De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 4 september pagina 1

4 september 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 8851 Zaterdag 4 September A°. 1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. O. W. K ER N KAMP ledacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO J r., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF ( Prijs per No. f 0.25. Per halt jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar" | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam INHOUD : Bladz. l : Nederland-België, door prof. dr. O. W. Kernkamp ; De economische branding, door mr. C. E. van Dorp ; Tijdgenooten, door dr. W. C. O. Bijvanck. 2: De Belgische Vogelschrik, teekening van jordaan ; De Machinalisatie van den arbeid. door O. de Clercq ; Krekelzang, door J. H. Speenhoff; Buitenlandsch Overzicht, door prof. mr. J. C. van Oven. 3 : Het roode lampje door dr. Fred v. Eeden. 5: Voor vrouwen, onder redactie van mej. Elis. M. Rogge ; L'it de Natuur, door Jac.P. Thijsse. 7: Een Romeinsch socialist, door mr. J. W. van Rooyen; Leugenachtige kleeding, tee kening van Qeorge van Raemdonck; De vreemde bigjes, door Jac van Riemsdijk; Dramatische Kroniek.Astrid, doorTop Naeff. 8: Boekbespreking (Het Lachen), door Cornelis Veth ; Een onbevredigend boek, door Arn. Saalborn ; Medische Kroniek, Een Nederlandsch Rockefeller Instituut voor medisch onderzoek, door prof. dr. W. Storm van Leeuwen. 10: Uit het Kladschrift van Jantje ; Charivaria ; Boeketjes Sofistiek, door Qerh. van Dijk; 't Schietgat: Moderne Pilgrims, door Melis Stoke. 11 : Bij de herdenking der Piigrims Fathers, teekening van Joh. Braakensiek: Bridge; Boonestaaks laatste Oogst, Novelle van Francesco Sapori, uit het Ital. vert. door Annie van Gelderen. Bijvoegsel: De EuropeescheVerwikkelingen, teekening van Joh. Braakensiek. NEDERLAND-BELGI De drie-nul-nederlaag, die het Neder landsche elftal gisteren tegen de Bel gische voetballers heeft geleden, was gelukkig op den avond zelf, toen deze nationale ramp plaats had, hier te lande nog niet algemeen bekend geworden, zoodat de feestelijkheden, waarmede de Koninginnedag werd besloten, niet behoefden te worden afgelast. Eerst van morgen, bij de lectuur van het ochtendblad, hebben de meesten onzer de droeve mare vernomen. En wel vijf minuten zijn wij onder den indruk geweest van het feit, dat onze laatste kans om bij de Olympische spelen een eersten prijs te behalen, nu naar de maan was. Maar was het dit alleen? Zouden wij ook zoo sip hebben gekeken als ons elftal in den halven eindstrijd tegen de Franschen of de Tsjecho-Slovaken had moeten kampen en het tegen een van dezen had afgelegd? Vermoedelijk zouden wij dit toch een tikje minder onpleizierig hebben ge vonden. De grillige voetbalfortuin heeft ons nu de partij doen verliezen tegen dien mededinger, dien wij juist het liefst zouden hebben verslagen. Want erg broederlijk" voelen wij niet meer tegenover het broedervolk"'; dat heb ben wij eigenlijk nooit gedaan. Ja, een overwinning op de Belgen, en dan liefst een 4-0- of een 5-0-overwinning, zou door een aantal Nederlanders zelfs beschouwd zijn als een voorproefje van de overwinning, die zij straks in den strijd met de wapenen hopen te behalen, als Belgiëons den oorlog heeft KLEUR n Een enkele trek heeft ons reeds Burghardt Dubois doen kennen : Een kleurling, houdt hij in de Vereenigde Staten zijn rechten op tegenover de autoriteiten der Harvard-Universiteit. In hem toont zich de nieuwe geest van de negers en hun genooten. Hij is een van de mannen geweest die den Nationalen bond voor den vooruitgang en ontwikkeling van kleurlingen hebben gesticht. Professor aan de Neger-universiteit te Atlanta werd staat huishoudkunde en sociologie het onderwerp van zijn studie, en hij is in Amerika de groote autoriteit geworden over den socialen toe stand der negers. The sou Is of black folk" heet het boek waarin hij voor de qualiteiten van de Negers is opgekomen, "zijn laatste werk ,,D a r k w a t e r," onlangs verschenen, toont ons de ziel van den zwarten man in opstand tegen de omgeving die hem uitsluit om zijn kleur. De blanke man heeft een sluier gesteld als een scheiding tusschen zich en zijn donkeren broeder, hij houdt dat gordijn gesloten, het gaat hem niet aan wat daarachter geschiedt, ik zal u de stemmen laten hooren van achter het gordijn, zegt Dubois tegen het Amerikaansche publiek, -?ik wil liet licht brengen over het donkere water. ;-' Hij spreekt over eigen levenservaring. Welk een verschil met de beschrijving die Booker Washington, zijn voorganger als re presentant van het Negerdom, van zijn loop baan geeft. Het geleidelijke verhaal is hier verklaard. Wanneer de Natris of Jaap Bulder of Groosjohan den Belgischen keeper eenige malen naar den bal had laten visschen en Mac Neill gedurende den geheelen wedstrijd met zijne handen in den zak had kunnen staan, zouden de zooeven bedoelde vaderlanders trotsch en fier hebben rondgewandeld, met een gezicht van : laat de Belgen nu maar opkomen ! dan zal het hun vergaan als bij Hasselt en Leuven !" In de laatste weken zou men inder daad uit sommige Nederlandsche cou ranten den indruk hebben kunnen krijgen, dat wij binnen kort tegen de Belgen van leer zullen moeten trekken. Kapitein Lambooy heeft in de Maas bode alarm geslagen en kapitein Alting von Geusau in De Tijd. Zij maakten vergelijkingen tusschen de Belgische oorlogsbegrooting en de onze, tusschen de legersterkte en de artillerievoor ziening van beide landen ; en als zij ons hadden doen beseffen, hoe slecht het er voor ons uit zou zien, wanneer wij het tegen het Belgische leger zouden moeten opnemen, joegen zij ons het kippenvel op het lijf door verhalen van Belgische manoeuvres en artillerie schietoefeningen op groote schaal, altemaal voorbereidingen voor den oorlog, dien Belgiëons over eenigen tijd zal verklaren, wanneer wij blijven weigeren Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg en de souvereiniteit over de Schelde af te staan. Want men moet niet denken, dat de annexatieplannen van de lucht zijn ; neen, Belgiëkoestert nog altijd booze bedoelingen tegen ons en wordt daarin gesteund door Frankrijk ; het militaire verbond, dat het op het punt staat met Frankrijk te sluiten, is ook een bedrei ging voor ons ; indien Belgiëeens het onderspit mocht delven in een oorlog tegen ons, zal de groote broer het te hulp komen. Zoo ongeveer is de gedachtengang, niet alleen van de genoemde heeren, maar ook van de redactie van De Tijd. De vurige vrienden in Nederland van het Vlaamsche activisme het zijn er gelukkig niet velen, maar zij roeren zich druk helpen dapper mede om die vrees voor het gevaar uit het Zuiden" aan te wak'-eren. Een hunner, de heer Elout, op 31 Aug. 11. door de Nederlandsche regee ring tot officier in de orde van OranjeNassau bevorderd wij vertrouwen : wegens andere verdiensten dan die, welke hij zich voor de zaak van het Vlaamsche activisme heeft verworven doet in het activistische weekblad De Toorts alsmaar onthullingen over de geheime plannen der Fransche en Bel gische staatslieden en klaagt er bitter over, dat hij in de kringen van onze leidende politici zoo weinig begrip heeft aangetroffen van den ernst van den toestand en van de noodzakelijkheid om ons op alle mogelijkheden voor te bereiden." Voor de nederlaag, die wij in het edele voetbalspel hebben geleden, kun nen wij nog een anderen troost vinden dan in de hoop, dat een volgende maal de Nederlandsche keeper de traditie van Göbel zal weten te handhaven en dat de mannen van de voorhoede aan zijn Belgischen collega het nakijken zullen geven, wanneer de bal in het net belandt. Waren wij te Antwerpen niet geluk kig, over den uitslag van den politieken voetbal-wedstrijd, dien wij met de Belgen spelen, kunnen wij voorloopig beter voldaan wezen. Het is waar, de Belgen waren daarbij steeds de aanvallende partij ; zij speel den voortdurend op onze helft. Maar tot dusver sloegen wij al hunne aanvallen af. Onze doelverdediger van Karnebeek liet geen enkelen bal pas seeren ; door de schuivers liet hij zich niet verrassen, de keiharde schoten stopte hij of verwerkte ze tot een hoekschop, die voor de tegenpartij geen resultaat opleverde. Van de grensrechters was de eene, een Franschman, erg partijdig voor de Belgen ; maar de ander, een Amerikaan hij heeft helaas ! wegens ongesteld heid zijne functie moeten opgeven uiterst correct. En de scheidsrechter, een Engelschinan, was een juweel van een scheidsrechter; hij kende de bui tenspel-regels op zijn duimpje en paste ze onverbiddelijk toe, zoodra de Belgen wat nog al eens voorkwam er tegen zondigden. Toch bleef het de vraag, of het weinig tactische, maar fanatieke spel van de Belgen het op den duur niet zou winnen van het welberekende, maar weinig enthousiaste spel van de Nederlanders. Maar juist in deze laatste dagen want de politieke voetbalwedstrijd duurt niet enkele uren, maar is reeds ettelijke maanden aan den gang hebben de Belgen een zwaar verlies geleden ; de gevaarlijkste schutter uit hunne voorhoede, Hijmans, heeft er den brui van gegeven langer timede te spelen, omdat hij een hoogloopende ruzie met de rest van het elftal heeft gekregen. Zoodat om weer in andere termen te spreken dan in die van den redacteur van een sportblad aan het Belgische annexionïsme de nagels geknipt zijn, juist toen het, volgens De Tijd en De Toorts, gereed was om zijn klauw naar ons uit te slaan. Want het aftreden van Minister Hijmans moet, zooals thans ook in Belgische bladen wordt toegegeven, niet alleen het gevolg zijn van het ver schil van meening, dat tusschen hem en zijne collega's is ontstaan over de vraag, of Belgiëden doorvoer van voor Polen bestemde Fransche munitie zou toelaten. De oorzaak ervan zoti dieper liggen. In een hoofdartikel van Lc Peitpie dal volgens den Brusselschen corres pondent van de Nieuwe Rott. Cour. vervangen door een veelbewogen expressie van indrukken ; geregeld kan Dubois niet vertellen. Hij moet zijn hart lucht geven door de inlassching van aanroepen, gedichten, ge beden, symbolische sproken; zijn haat en zijn trots zijn aan het woord, en zijn voldoening over zijn verovering van het leven. Ja. hij gevoelt zijn meerderheid, hij wil uitkijken boven de vernedering van zijn ras, en hij lijdt aan de pijn van die vernedering, en hij wil die pijn niet erkennen. Het is een wonder onevenwichtig boek geworden. Toch boeit het. De kleur ! Wat is de kleur? De menschen met hun dwaasheid zien in den Hemel alleen blanke engelen. Laat men dan een standaard van schoonheid bezitten! -?- men vraagt bij een man toch naar zijn werk, niet ui' hij mooi is of leelijk. Het werk heeft geen kleur. Dubois was van een kleine plaats in het hart van Massachnsets. Men leefde daar landelijk. Het kind speelde met de andere kinderen, kwam in hun huizen, was een soort van leider der vermaken en tochten. Dat hij verschillend was van de anderen, ondervond hij eerst langzamerhand, dan was het een beje gening die hard viel. Maar had hij niet de heuvels om er zijn toevlucht te nemen? Daar zag hij de wereld ouder zich liggen, zijn gedachten vlogen opwaarts ; het was hem eerder alsof hij in zichzelf iets meer had dan anderen, een bestemming die zijn kracht-en vroeg boven wat van anderen werd gevraagd. Totdat hij naar de ncgerschuol iu het Zuiden ging. Het was best. zei men hem, dat hij naar zijn eigen volk" in den vreemde ging. Waarom hij zijn eigen volk niet te zoeken had onder de makkers en de huren van de plaats, dat vroeg hij zich. misschien niet eenmaal at'. hij brak er zijn hart niet over.Tut geheel bewust zijn van zijn stand in de maatschappij was hij nog niet gekomen. Daar in het Zuiden der Vcreenigde Staten, in de omgeving der kleurlingen als hij zelf er een was, voelde hij zieh tehuis. 'Zijn echte levenservaring begon. Het werd vooreerst de tijd van wonderen." Alles ging hem vlug at' ; wat hij wilde geluk te hem. Hij had alleen maar te willen ; zelfs aan de Harvard-uuiversiteit, hij toonde beter en harder te kunnen werken dan zijn blanke concurrenten, hij verkreeg zijn graad, en zooals reeds in een vorig hoofdstuk is ver meld, hij veroverde zijn studiereis naar Eu ropa. LJe wonderen gingen al maar Uuur. Het was een verrukking over zee te gaan, in Holland aan te komen en de groote reis duur Europa te aanvaarden die hem over de Alpen naar Rome en Venetiëbracht. Ook mannen en vrouwen die hij op zijn tocht ontmoette waren iets nieuws voor hem : het waren niet langer lilanke menschen voor hem, maar werden eenvoudig menschen". lii' was dus een eenheid onder het leven. Zijn negerschap had daardoor niet aan be teekenis verloren ; integendeel het gaf hem een dieper gevoel van menscliheid en broeder schap over de geheele wereld, en zijn bestem ming werd hem duidelijker : de menschen in Amerika mocht hij tegen zich hebben, de wereld in haar wezen was niet hem. ,,Ik bouwde groote luchtkasteelen en leefde daarin, ik droomde en had lief en zwierf en zong : zoo gingen twee jaren voorbij, lange jaren, en plotseling kwam ik weer neer op den Amerikaanschen ..nikker" hateiulen grond van Amerika." I Iel wonder trok heen uit zijn leven, de tijd van ontdekken was voorbij, de dagen van te leurstelling en vruchteloos /waar werk braken aan. l let was de eerste periode van liet negeronderwijs, die hij als onderwijzer in Amerika meemaakte, l lij gat' (irieksch aan de neger jongens, hij had ideeën over levensvrijheid, over menschenontwikkeling, en hij had de gretige oogeii voor zich van jongens en meisjes die luj \viisheid zon meedeelen, en om zich heen de bedachtzame gezichten van onderen die hem gadesloegen. Hij kun zijn best doen hoe zeer hij wilde, hij gevoelde dat hij de massa zooal niet geschreven, dan toch geïn spireerd is door den socialistischen minister Vandervelde wordt als reden van het conflict vermeld, dat de overgroote meerderheid der ministers genoeg had van de annexionistische politiek, waardoor minister Hijmans zich bij ons, Nederlanders, berucht heeft gemaakt. Voor de heeren, die bij ons alarm sloegen, komt dit bericht te onpas; maar zij zullen zich er toch over moeten verheugen, indien de juistheid ervan wordt bevestigd. Intusschen, door het aftreden van minister Hijmans behoeft nog geen einde te komen aan de onvriendelijke om geen sterker woorden te gebrui ken houding van de Belgische regee ring tegenover Nederland. Hoe groot zijn invloed ook geweest moge zijn, niet aan hem alleen was die houding toe te schrijven ; onder de machthebbers in Belgiëmoeten er velen wezen, die zijne politiek hebben gesteund of zich althans niet krachtig daartegen hebben verzet. Maar ook al ware hij aangebleven, dan toch zouden wij het niet waarschijnlijk hebben gevonden, dat Belgiëweder een poging zou willen doen om, des noods met geweld van wapenen, Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg te annexeeren. Die quaestie is naar onze meening afgedaan. Bij de diplomatieke onder handelingen daarover hebben Engeland en de Vereenigde Staten hun veto uit gesproken tegen den Belgischen landhonger; en indien al de Belgische regeering, vertrouwende op den steun van Frankrijk, wederom den annexatielust bij zich voelde opkomen, dan gelooven wij, dat zij het bij de begeerte zou moeten laten. Wij houden het voor uitgesloten, dat zij een oorlog zou dur ven en kunnen beginnen om zich een deel van Nederland toe te eigenen. Ook van de Wielingen-quaestie duch ten wij geen gevaar voor gewapend conflict. Maar de kans op een bevre digende oplossing van dit geschil ver mindert, als in de pers de Scharfmacher den boventoon gaan voeren. Tot nog toe waren de Belgen ons verreweg de baas in het ophitsen ; de uitingen in sommige Nederlandsche persorganen, waarop wij boven doelden, zouden doen vreezen, dat wij hun het meesterschap willen betwisten. Vooral hij den politieken voetbalwed strijd moeten de toeschouweis zich onthouden van alles, wat den strijd kan verbitteren. Dan bestaat er hoop, dat na afloop van de vinnige partij, die zij thans spelen, Nederland en Belgi elkaar kunnen uitnoodigen tot den eenigen wedstrijd, dien zij behoorden aan te gaan : a iïiendly game. welke het zijn taak was te bezielen, niet in beweging kon brengen. Een heele wereld buiten de school, buiten de kringen waarin hij verkeerde, werkte hem tegen, en doorkruiste zijn taak met haar gebod en vooroordeel. Verzet ! Wat hielp verzet? Hij, onervaren, ongeduldig kampje tegen een muur die hem omsloot. Hij begreep niet dat er jaren moesten verloopen eer de hoofden eu de omstandigheden rijp waren geworden, en hij vond zich in 't duister. Ach, had hij een blad om aan de wereld te kunnen zeggen wat in hem gloeide ! had hij zijn spreekgestoelte in de verschillende deelen der L'nie, om zijn gehoor te kunnen ontvlam men ! waren die honderdduizenden en niillioeineu negers der Vcreenigde Staten georga niseerd in een vereeniging dat zij hun wil kun den doen gelden ! Zoo peinsde en bad hij dik wijls in de eenzaaamheid, wanneer hij daar troost zocht voor zijn moedeloosheid. Hij verliet de school, hij nam nieuwe werk zaamheid op zich, hij koos een vrouw, hij leidde een karig onafhankelijk leven, en langzamer hand, langzamerhand opende zich voor hem een baan waarin zijn arbeid vruchten kon dragen. Zijn leerstoel aan de negeruniversiteit te Atlanta gebruikte hij om met zijn gehoor ?de sociale vragen te bestiuleeren, die lui n, de negerklasse,aan het hart gingen. Hij gevoelde dat hij in kracht groeide. Zijn taal werd meer direct, zijn haat tegenover den rassenhaat der blanken werd al sprekender, hij gordde /iel) aan voor den strijd in de goede zaak. Wonden had liij wel opgedaan, maar hij hield goeden moed en hij hield zich boven de ver warring der dingen. Eigenlijk' was liet tegen zijn wil dat hij een leider \\eitl der partij. Hij wist van te voreu waaraan hij zich bloot stelde. Velen ouder de kleurlingen dachten dat jaloerschheid hem had ingegeven zich aan het hoofd te plaatsen, en de blanken geloofden waarlijk dat hij zich schaamde over zijn afkomst eu als een blanke onder de blanken wou gerekend /'ju. En dat DE ECONOMISCHE BRANDING *) Dit bundeltje bevat drie artikelen, die inder tijd in de ,,Vragen des Tijds" zijn verschenen, terwijl het memorandum van de heeren Vis sering c. s. er als bijlage aan is toegevoegd. Al wat uit de pen van den oud-minister vloeit, draagt steeds een sterk persoonlijk ka rakter ; onwillekeurig treedt de figuur van den schrijver voortdurend den lezer uit de bladzijden tegemoet; en zoo is wat hij schrijft altijd interessant als document van eene in teressante persoonlijkheid. Wars van alle mooidoenerij gaat hij recht op zijn doel af en zet zijn heele persoon in voor wat hij op het oogenblik wenschelijk acht. Zoo zal ieder in het artikel over de debacle den breeden blik en den soberen stijl waardeeren. Niet verzwegen mag intusschen, dat bij de twee andere artikelen, die zich bezighouden met de Internationale Credietverleening en de situatie van ons land in de tegenwoordige omstandigheden (Nederland in de branding), de critische lezer menigmaal een vraagteeken zet, daar, waar het om het uiteenzetten van de causaliteit van het economisch gebeu ren gaat; gevolg van het feit, dat Mr, Treub meer man van de praktijk dan denker, meer politicus dan economist is. Hoewel in het eerste artikel op den voor grond is gesteld, dat de valuta" maar een symptoom van de economische ontreddering is, wordt vooral in de laatste bijdrage de oor zaak van die ontreddering juist in de valuta" gezocht, waarmee een vicieuze keten is ge smeed, waaruit geen ontkomen is, en een veel te .groote beteekenis aan den toestand der valuta's wordt gehecht. De schrijver meent n. L, dat een lage valuta verhindert in het buitenland te koopen, en een hooge valuta weliswaar in de gelegenheid stelt goedkoop in het buitenland in te koopen, doch verhindert te verkoopen, uit te voeren. Nederland dreigt zoo zelfs geheel alleen te komen staan met zijn gulden, op welks hoogen koers wij zoo trotsch waren ; de andere landen zullen samen handel gaan drijven en ons voorbij gaan. Zoo schijnt ten slotte een lage valuta nug teprefereeren boven een hooge. Zou in deze opvatting de reden liggen, waarom Mr. Treub behoorde tot degenen, die protesteerden", toen een groep econo misten waarschuwde tegen een laten voort woekeren van de tegemvoordige depreciatie van het Nederlandsche geld? Dan heeft hij thans inderdaad een schitterend succes te boeken : een dollarkoers van / 3.13, en een goudprijs van ? 2025 stellen een depreciatie van het Nederlandsche bankpapier van ongeveer 25 0 voor, (immers, the high price of bullion is a proof of the depreciation of banknotes) een in de annalen der Nederlandsche bankgeschiedenis nog tiiet voorgekomen feit. De schrijver heeft hierbij geheel uit het oog verloren, dat, gelijk hij in zijn eerste artikel zelf schreef, het dalen der valuta het gevolg is van het drukken van teveel papiergeld, en het aldus scheppen van koopkracht, waarte genover geen goederen staan. De geldeenheid daalt daardoor in waarde, de internationale goederenruil wordt met een andere waardenheid verrekend. En er is zoomin sprake van goedkooper koopen, omdat de buitcnlandsche valuta laag staat, als er sprake was van goedkoop koopen, voor den oorlog, in Frankrijk, omdat het livre" daar maar om streeks 50 ets waard was, en duur koopen in Engeland, omdat het pond" daar nog steeds / 12,- gold. Het kwaad zit dan ook niet in de lage en hooge valuta's, maar in de steeds veranderende valuta's, waardoor onzekerheid voor handel en industrie geschapen wordt, en, door het stijgend prijsniveau, binnenslands sociale on rust gekweekt. Over onze handelsbalans verspreidt de schrij ver ook minder licht, dan men gehoopt zou *) Mr. M. W. F. TREUB, De Ecunumisclie Bruintin". Haarlem, H. D. Tjeenk Willink en Zoon. 11)20. tegen mij die juist fanatiek was door mijn geloof in het Negerbloed !" Maar hij verkreeg nu wat hij had gewenscht : een blad, gelegenheid om zich te doen hooren en een georganiseerde partij in de Nationale Vereeniging voor den vooruitgang en de ont wikkeling der kleurlingen. De tijd dat hij wonderen kon verrichten en ontdekkingen kon maken, was terugge keerd, na de periode van teleurstelling en ont moediging. In de Atlantic Montlily van 1915 verscheen een artikel van Burghardt Dubois dat voor een uitdaging kan gelden. Al de naties en rassen die door hun kleur worden achtergesteld en die de groote meer derheid der menscliheid vormen, zullen hun behandeling alleen verduren, zoolang het moet, geen oogenblik langer. Dan gaat de worsteling beginnen en de oorlog om de kleur-Iiju zal in wilde onmenschelijkheid alles te boven gaan wat de wereld ooit heeft gezien. Want er is veel voor de kleurlingen om zich aan te herin neren en zij zullen niets vergeten." T hèC o l o r L i n e, de scheidingslijn welke de kleur trekt tusschen het eene deel der menscliheid en het andere, dat is de zware grief. De kleurling in de Vereenigde Staten stoot zich daaraan te allen tijde en onder alle om standigheden. Hij gevoelt altoos haar drei ging, hij kan haar vernedering niet ontgaan. Hij vraagt een plaats voor een voorstelling en de bureauliste zegt hem dat alle goede plaatsen zijn uitverkocht ; op dat oogenhjik komt een blanke aan en krijgt zooveel plaat sen hij wil. De kleurensclieidtngslijn dringt den kleurling terug. Hij wil op reis gaan, met wat voor ellendige wagens moet hij zich tevreden stellen ! hij gaat liever niet op reis. Wil hij toch overwinnen, de weg naar de overwinning gaat door de lage poort der vernadering. Zal hij blijven bukken? W. (j. C. R v v A N c K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl