De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 4 september pagina 10

4 september 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, V/EEKBLAD VOOR NEDERLAND 4 Sept. '20. No. 2254 TJIT IHIEU? J'.A.IbTTJ'IE iiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiitiiuiiiiiiuiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiituiiiiiiiiiiiiiiiiiiin llttlllllMIIMIIllllllllllllllllllllll CHARIVARIA Merkwaardige gezegden en daden van be roemde tijdgenooten. Foch beweert nooit, dat hij de toe komst voorziet; een van zijn gezegden luidt: Men kan bij het begin niet weten, welke juist de resultaten zullen zijn, doch het komt er op aan, precies het oogenblik en het punt te kiezen, waarop men den slag moet toebrengen, om de beste kans te hebben op aanzienlijk succes." (Tel.) Lloyd Qeorge, man van aanpakken, stapte stevig op den krantenman af met de vraag, of mijnheer hem misschien zou kunnen zeggen, waar het hotel Drei Könige was?" t/V. R. C.) Onze gezant, de heer Cremer, is blijk baar de juiste man op de juiste plaats. Hij is een man met breeden blik en met praktischer! zin. Dat blijkt ook uit de woorden: Er moet iets gedaan worden." (Haagsche C.) J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, HAARLEM Schilderijen - Prentkunat - Boeken over Kunst CATALOGI OP AANVRAAG IIIMUIIHIIilllttlflIllllllllllllllllllllllllllllllllmlII De gretigaards Dit waren menschen, waar het htel gretigzijn best voor zou hebben gedaan." (./. de Meester, Carmen) Zij hield de gretig gevulde beurs open." (Huisgez.) Lex ging gretig in op wat zij zeide." (J. de Meester Carmen) Scharten poseert gretig als schertser." (Querido) Wel rijmde hij gretig Lex op heks." (/. de Meester, Carmen) Hierin vond hij een gretig opgenomen spreekmotief." (N. /?. C.) Vrouwen verwijten gretig aan mannen, te sterk op het uiterlijke te letten." (J. de Meester, Carmen) Een officier schrijft in de N. C.: Als de overste geroepen had: Ave Regina ! Morituri te Salutant! zou H.M. bemoedigend geknikt hebben, en gezegd : Je maintiendraU" Dergelijke gesprekken zullen in de naaste toekomst hoogstwaarschijnlijkinhet Esperanto gevoerd worden. Wederom is ons een gedicht onder de oogen gekomen zonder goud" of gouden". Kent een onzer lezers er nog een? Wij verzamelen ze. llllllllllimilimnillltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllimllllllllllllllll ?Zie boven Maar toch vooral die gretigheid!" (J. de Meester, Carmen) Ons geheugenstreepje De minister van Financiën acht het niet noodig opnieuw in een breedvoerige uiteenzetting van het standpunt der Regeering te moeten treden."(M.v.A.) Wilt gij ontkennen dat alles niet gebeurt, wat ik hier opnoemde?" (Bode) Het is onmogelijk dat Engeland daartoe over kan gaan." (WW.) De zgn. Simnltaan-redenaar Spr. brengt den Prins een woord van oprechten dank voor zijn komst terwijl hij tevens den Commissaris der Koningin welkom heet." (O. H. C.) Est ce vous? fluistert ?.e, zonder zich te bewegen. Ja! was 't antwoord in 't Fransch." (M. Metz-Koning, De Profeet) Voor wie geen dictionaire bij de hand mocht hebben: Owr." MODERNE PELGRIMS De Engelsche-Pelgrimsteeg kronkelt vanuit een vergeten hoek van het Rembrandtsplein, tusschen de koffiehuizen Het Gouden Hoofd" en de Karseboom" in de richting van de Binnen-Amstel. Zij is zoo smal dat een breed geschouderde man er dwars door moet gaan om zijn kleeren niet te bederven, want de beide blinde muren ter weerszijden zijn nat en smerig, en ook de bodem is bedekt met allerlei vuil. De steeg is vooral bekend onder zwervende honden, die er in zachte zomeravonden een rustig bed vinden tusschen afval, en de eenige maal dat het verkeer er eenigszins geanimeerd was is nu al een jaar of drie geleden, toen een jassendief uit een der belendende café's er een goed heenkomen gezocht had en ach tervolgd werd door een drietal galopeerende dienders die hunne zwaarden boven het hoofd zwaaiden en de doffe losbrandingen hunner met los kruit geladen pistolen tusschen de verschrikte muren deden weerklinken. Wat voorts de klaagmuur van Jerusalem is voor de eenzame geloovigen, dat is in zekeren zin de Engelsche Pelgrimsteeg voor de uitgestooten gelieven onzer samenleving; een slonzige meid en een sentimenteele zakken roller beleven er van tijd tot tijd, buiten het bereik der wereldsche voor-oordeelen, uren van verheffing, geleund tegen de uitgeslagen muren, zwijgende in elkanders omstrengeling. * Dit is de straat die in Amsterdam de herinnering aan Engelsche Pelgrims draagt. Terwijl de stoet der Pilgrim-Fathers het door driehonderd jaren uitgewiste spoor der vaderen door Nederland volgt, is zij doorgegaan hare traditie te handhaven, die van gastvrijheid aan zwervende hondenen on-maatschappelijke gelieven. En het komt mij voor dat ook zij daarin, op haar wijze, de tradities van het vrije Nederland heeft ge-eerd.... zij het dan ook in een profane maar ontroerende toepassing van het ideëel-getinte recht van asyl". * * * Ik heb het voornemen de reeks der feeste lijkheden ter gelegenheid van de herdenking der Pilgrim-Fathers met een eenvoudige doch treffende plechtigheid te vermeerderen. Tesamen met eenige geestverwanten zal ik, op een zoeten najaarsavond, de EngelschePelgrimsteeg bezoeken; wij zullen oppassen dat de politie niet de lucht krijgt van de voor de plechtigheid vastgestelde datum, en niet van het nachtelijk uur waarop zij zal plaats hebben. Dan zullen we met een mand met worst en eene met rozen ons opmaken tot den vromen gang; de worst zullen wij verdeelen onder de schurftige honden die rusten in het vuil op den bodem, en van de rozen zullen wij een bed spreiden voor twee in het politieblad gesignaleerde gelieven, ergens in een beschei den kronkelhoek van de Engelsche Pelgrimsteeg, ver van de eenige lantaarn die daar brandt. En dan zullen we een gedenkplaat aan brengen op een der schimmelige muren waarop te lezen staan zal: Ter herinnering aan liet rustig uur der uitgestootenen. * * Inmiddels lezen wij van de feesten der Pilgrim-Fathers herdenking. De meest tref fende regelen die daarover verschenen zijn, zijn wel die van den Apeldoornschen corres pondent van het Algemeen Handelsblad, en Tante Bette leelt nog Een dertig jaar geleden brak op dit punt een gat in den leidam en heeft men toen een haventje geformeerd." (Kampioen) Ofschoon mej. Cool meende, dat deze soort ook wel in Nederland zou te vinden zijn, was dit toch de eerste maal dat zij deze fraaie zwam zag, en is zij dan ook in ons land onbekend." (Tel.) Het is daarom, dat ik een beroep doe op allen, die tot het leger behooren, en is het mijn zeer stellig verlangen dat de meerderen ook op dit gebied hun ondergeschikten tot voorbeeld strekken." (Min. v. O.) HEERENGRflCHT **!*» LEVEMS-OhGEV/lLLEI1-/l/)rJSPI7/lKELUKHEII7S v , ZIEKTE VERZEKER lMGEM" IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIII1I1IIIMIIIIIIIIIIIIIII llllltlllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIII*' Men schrijft ons van geachte zijde". (N. R. C.) Maar dit is niet bedoeld als een onaange naamheid aan het adres der vele andere zijden, als daar zijn : de Deskundige, de' Bevoegde, de Niet-onbevoegdc, de Doorgaanswelingelichte, enz. Aangeboden. Prof. Kernkamp. De Europ. Oorlog. Kompleet. Net gelezen." (De Vacature) Wij al twee jaar geleden. CORRESPONDENTIE G. (c A. (Waarom maakt gij nwiit meer Rnke-rijmeii ?) Zijn mijn 5 bundels dan nog niet genoeg? Ik kan er geen meer bedenken. Ik zal mijn winkelier eens vragen ; dezer dagen viel mijn oog nl. op de volgende advertentie: FANTASILFAÜRIEK DKDIÏMJVAART. VRAAOT uw WINKELIER. BOEKETJES SOFISTIEK XLl De Neutrale Het was dichtbij Sr. Qiicntin. Noord-Frankrijk ligt daar nog als een fll S S 0LRNC HE ClCFVRETTES bewustelooze, na de bloedige operatie. Zon der beweging; hoewel levend, Gekerfd; bloe dend; afzichtelijk verminkt. In een hoek van de coupéeen iandsman. Wei-gebed in de roode kussens: een verschgestopte pijp ttisschen de gele tanden; het laatste nummer der Lord Lister-serie in de dikke, sproetige hand. Kaas ? Varkens ? Ge droogde groenten? Enfin, een van de Cate gorie. Voor den oorlog had-ie van geen vacanties geweten: je kon niet achter de toonbank weg. Nu passeert hij den zomer in het Engadin en in Parijs. Montmartre kent het soort; er is aan te verdienen door de mondainetjes. Z'n reisgenoot, tegenover hem, stoot hem aan. Zijn boekhouder wellicht, die meegaat vanwege het Fransen. Kijk toch es. Wat 'n misère l" De streep-oogjes flitsten even op. ,.Watte?" 'n Handgebaar van den vrind wijst naar het vernielde landschap. De oogen loensen even naar links, een schichtigen buk, onderdeel van een seconde. De mond zuigt zich vol rook. Dan de dikke, den vettigen smook uitwalmend, narriggrommend, gestoord in zijn lectuur: ,,Verd. . . rotzooi". En, schouder-schurkend, knipoogend: Parijs zal wel lolliger wezen". En leest z'n Lister verder. Niemand heeft de pijp uit z'n mond ge slagen, of z'n 2 stuivers-verhaal verfrommeld. Niemand zei een wuord. Wij, Hollanders, doen zoo-iets niet. Wij zijn fatsoenlijke menschen, en gedragen ons ordelijk, vooral in 't openbaar. Wij luisteren trouwens niet naar andermans conversatie. Wij betrachten gaarne de strikste neutraliteit, zooals wij die gaarne voorheen bewaard heb ben: toen dit Noord-Frankrijk gemaakt werd tot wat het geworden is. Ik moet bekennen, daar bij St. Quentin te hebben behoord tot hen, die maar zwijgend, de lippen opeen, naar buiten' staarden. Naar dat schrikkelijke buiten" daar, dat NoordFrankrijk heet. Waar men barrevoets zon willen gaan, ter bedevaart. Maar dit zou al niet neutraal zijn. SiglH-seeing moeten wij erdoor. Zoo is de consequentie ijzer oorlogsjaren, die wij ook sight-seeing doorleefden. Toen als nu: neu trale toeristen.... / Zoo min wij toen meer konden zijn, zoo min mogen wij nu meer wezen. En de Categorie, die van de groenten, de varkens, de kaas, zij doet wel, zich met Lister en met Parijs te troosten over de onbehagelijkheid van Noord-Frankrijk. A la guerre comme a la guerre, nietwaar. Nu is 't weer vrede. De treinen loopen, de franc is goedkoop, en de goeie-zaken-inoorlogstijd (hebben we d'r voor gewerkt of niet?!) vinden haar rechtmatig loon in uit stapjes naar de stad van het plezier. Dat andere, daar in 't Noorden, (de rot zooi" met uw welnemen) dat sla je gerust over, dat is nou eenmaal niet anders, en l'Enfer en Ie Ciel zijn lolliger Bonne chance, m'sieu Ie nouveaii-riche! En vooral, spaar Frankrijk den grijns van uw medelijden. G E K n. VAN DIJK wordt door 21.000 artsen erkend als het beste versterkingsmiddel »oor Zenuwen en Lichaam. betreffende de ontvangst van de pelgrims ten paleize Het Loo Daar stonden op 28 Augustus honderdzesendertig pelgrims in een cirkel geschaard, en een hunner, de Bisschop Darlington, hield in zijn hand een papieren rolletje waarin een door hem vervaardigd vers was, Het tafereel herinnert aan de bekende intocht van den nieuwen burgemeester, en de bis schop vertegenwoordigt daarbij de figuur van het bekende dochtcrtje-in-het-wit van den oudsten wethouder. Overigens is de Apeldoorensche dagblad schrijver enthousiast over het feest. Indien men hem gelooven mag is het daarbij zoo aangenaam toegegaan dat zelfs met de strenge hof-etiquette een handje gelicht wierd. Want, schrijft hij: ,,De Prins was ook bij de ontvangst tegen woordig, en liet zich aan de verschillende dames en heeren voorstellen". Niet alleen blijkt hieruit dat hierdoor de eigenaardige voorstelling van gasten aan den koninklijken gastheer zooals die gebruikelijk is vermeden werd, maar tevens schiep dit een door den correspondent terecht gesigna leerde gelegenheid tot vrije conversatie die de Apeldoornsche correspondent releveert in de volgende bewoordingen: waarbij hij, (men lette op de weinig formeele typografie) gelegenheid vond zich met eenige hém (met lette op de w. f. t.) bekende deelnemers te onderhouden". Na afloop der receptie, zoo gaat de ver slaggever voort, waren de vele buitenlanders opgetogen over de aangename wijze waarop de koningin zich met hen onderhield". Inderdaad schenen in verschillende hoeken van de zaal uitroepen als de volgende ge hoord te worden : Waarlijk, geen hard woord werd mij toegevoegd". Ik heb mij over geen strenge terecht wijzing te beklagen". ,,! luemensehlievend zijn wij allen bejegend". * * * En de algemeene vreugde over deze goede afloop van het onderhoud voerde zelfs tut een reeks van uitbundige tooneelen, waarvan de correspondent aldus gewaagt: Bisschop Darlington heeft tenslotte de koningin de Hugenotenbybel aangeboden en haar (men lette op de w. f. t.) de Amerikaan sche Hugenoten-orde verleend". De Bisschop, die, zooals hierboven reeds werd vermeld, ook al een zelf vervaardigd gedicht overhandigd had, bewees door het aanbieden van deze beide nieuwe geschenken dus we! ten duidelijkst dat hij allerminst met leege handen ten liove verschenen was. De aanbieding van zijn drie geschenken gaf echter aanleiding tot manifestatie van een eigenaardig Amerikaanse!! verschijnsel, waarvan de correspondent slechts terloops gewag maakt. Ik bedoel de scherpe concurrentiestrijd daar aan de overzijde van den Oceaan, en waarvan wij allen wel in den een of. anderen vorm vernomen hebben. Het is namelijk voor allen die dit ver schijnsel kennen begrijpelijk dat het achter eenvolgens aanbieden van drie cadeaux door n en denzelfden man zijne uitwerking niet gemist kon hebben op de honderdvijfendertig overige aanwezige Pelgrims, waaronder vele Amerikanen. En zoo deed zich dan een incident voor, dat de Apeldoorensclie reporter aldus vermeldt: Een andere Amerikaan, mr. Dowsen, vond nog gelegenheid de koningin een door hem uitgegeven bronzen plaquette te overhandigen, welke mede dankbaar geaccepteerd werd." Dit is inderdaad een typisch staaltje van Amerikaansche doortastendheid. Men stelle zich de situatie slechts voor: de koninklijke gastvrouw, die reeds heeft aangenomen : I. door bisschop Darlington vervaardigd gedicht. IIIIIMMIIIIIIII1IIIIIIIIIIII1IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM11IIIIIIIMM 1. Amerikaansche Hugenotenbijbel. en -. idem idem-orde, verwacht geenszins nog meerdere geschenken. Terwijl zij zich aangenaam onderhouden met den gullen bisschop, staat de heer Dowsou zich elders te verbijten met n hand in de zijzak van zijn jas, waarin de door hem zelf met groote financiëele opofferingen uitgegeven bronzen plaquette, die waarschijnlijk ook niet van geringe afmeting is geweest. Hij peinst op een gelegenheid om bij de drie reeds overhandigde geschenken ook het zijne nog te kunnen voegen, maar iedereen die wel eens ten hove geweest is weet hoe moeilijk dat is. Een aangenaam onderhoud kan minder gemakkelijk verstoord worden dan een millioenen-conferentie in het privé-bureau van een steenkoolmagnaat. Dat intusschen de heer Dowsen die ge legenheid gevonden heeft, is een bonne marque voor de Amerikaansche doortastendheid van dien Pelgrim. * , * Eindelijk vereenigden de Pelgrims zich tot een maaltijd in een naburig hotel, en des avonds togen zij per spoor stadwaarts om hun boete-omgang door ons land aan te vangen, * « Nogmaals: De Engelsche Pelgrimstceg staat niet op het prograirma. Deelnemers echter aan de bovenbeschreven voorgenomen worst- en rozendemonstratie worden verzocht hunne kaartjes in te zen den aan ondergeteekende, die zich voorstelt nadere bijzonderheden in een vertrouwelijk rondschrijven mede te deelen. MELIS STOKE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl