De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 11 september pagina 11

11 september 1920 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

11 Sept. '20. No. 2255 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DE EERSTE UITSPRAAK VAN DEN VOLKENBOND Teekenlrjg voor De Amsterdammer" van Joh. Braakenslck Het Scheidsgerecht heeft heden in het Vredespaleis uitspraak gedaan in 19 vorderingen van de Spaansche regeering ten behoeve van onderdanen, wier goederen door de Portugeesehe regeering bij de uitroeping van de republiek in beslag waren genomen." Krantenbericht van 4 Sept. l.l. De Volkenbond-Kip: 't Is wel een kleintje, maar het eerste is er toch." iiiiiiiiiinimiii Redacteur: Dr. A. G. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht Aile berichten, deze rubriek betreffende, gelieve men te adresseeren aan b'ovenstaand adres 11 Sept. 1920 PROBLEEM No. 127 VAN J. N. BABSON (Eerste prijs American Chess Bulletin 1920) ZWART Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing volgende rubriek (9 Oct.). PROBLEEM No. 128. Eerste prijs Münchener Schachzeitung" Motto Zugzwang". Wit: Ke8, Dfl, Pf4, Pfö, pionnen b2, c3, c5, f6, g2, h3 en h4. Zwart: Ke5, Lh8, Pal, Pc2, pionnen b3 en d7. Wit geeft mat in drie zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 126 VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM 1. f2?f3, Kd5?d4, 2. e2?e4, Kd4?e5, 3. F b??d8, K onversch., 4. PdS?c6f resp. 4. Pd7f en 4. Lg3f. 1.. Kd5?e5, 2. Pf3?d7f, Ke5?d5, 3. Tc3?c5f, Kd5?d4, 4. Lg3?f2f (2..Ke5 d4, 3. Fcöa5! en 4. Tc3-d3T ; 2.. Ke5?f5, 3.e2?e4f, Kf5?f-1, 4. Lel?g3f ;2-. Ke5?f4, 3. Lel?g3f enz.). . Een mooi probleem, jammer dat de eerste zet een veld ontneemt aan den zwarten koning. Goede oplossing zonden in: J. S. te Zeist, A. H. Wefer Bettink te Sappemeer, M. Dolman te Zeist en J. Riet man te Dieren. a b c d ? t f g WIT Wit: Ka6, Dd7, Tf7 en gl, Ldl en f3, Pb6 en f2, pionnen b3, c5, g7 en h2. Zwart: Ke5, Tg3 en g4, Lh7, Pc3, pionnen b4, d2, d3, e7, ^3, g2, h3 en h4. DE LEUNSTOEL D O') R LUC IE DE GERARDUE 't Was nu al dertien weken dat ze er lag en langzamerhand was ze een beetje aan alles gewend. In 't eerst, als je nooit of te nimmer je huis uit bent geweest, doet 't raar aan, het leven in een ziekenhuis. Bij een boer is er geen tijd voor zooveel wittiglieid en omhaal. Toen ze de witte badkuip zag, waar ze haar in wilden hebben, was ze positief geschrokken. Ze had niet gedurfd. D'r leven lang was ze niet te .water geweest, wat moest dat nou? Maar de zusters hadden gezegd dat 't moest en dat het tegenwoordig geen zonde meer was en omdat het zusters waren van d'r eigen ge loof, had ze 't dan maar aangenomen maar 't had dan toch nog een tijd geduurd eer ze d'r in durfde. . 't Was verschrikkelijk nat, daarvan niet, maar 't was haar toch nog meegevallen, d'r was een soort rust over haar gekomen en toen ze na een uur in haar witte bed lag, had ze voor 't eerst weer dat vreemde gevoel, dat alles erg goed is. Ze dacht lang na, waarvan ze dat gevoel nog kende en ineens herinnerde ze het zich precies zoo had ze gevoeld op den dag van haar eerste communie, toen had ze ook zoo'n schoongeveegd gevoel gehad en. toen was ook alles zoo wit geweest en zoo goed. Na het bad had de slaap haar goed gedaan en toen het zoo gevreesde doktersonderzoek kwam, was ze tamelijk rustig geweest. Dat ze kanker had, dat wist ze, maar ze had gehoord HET WONDERKIND Samuel Rzeszewski, het achtjarige Poolsche schaakwonder is na ons land bezocht te hebben naar Belgiëen Frankrijk gegaan, in verschil lende steden proeven afleggende van zijn wonderbaarlijk talent. Te Parijs speelde hij in een gezelschap, bijeen gebracht op initiatief van prins Gcorgc van Griekenland 20 partijen sumultaan, den l sten Juli 1.1. Het kereltje, als gewoonlijk in een matrozen pakje gekleed, begon na zijn binnenkomst iiiiiiiiimiiiiiiiMMiniiiimiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiimiiiiiiiimiiiiiiimiiiii dat je d'r toch van genezen kon en daarvoor was ze nou hier. Niet dat 't haar veel schelen kon. Sedert Chiel, haar ecnige jongen, zoo treurig aan zijn eind was gekomen, getroffen door den hoogtestroom bij 't slaan van een buis voor de telefoon, kon 't leven haar al zooveel niet meer schelen. Als ze nou beter wou Wor den, was het omdat ze wist dat ze zoo gauw nog niet dood zou gaan en omdat ze Teune tocli niet tot last wou zijn.. De tweede dag had ze heimweh gehad, heimwch naar het kleine huisje., had ze angst gehad hoe Teune het nu zou hebben en of hij wel geen vingers zou zetten op de koffiepot en een nieuw bloe metje steken in L'hici's portretlijstje. Dat was nu een belofte die ze gedaan had, dat nooit te vergeten. . . . als Teune d'r nou maar aan dacht --? anders most hij het portretje maar liever meebrengen, dan zou zuster Séraphinc het wel bijhouden. Dat heimweh en zelfs liet deuken aan Teune was ook over gegaan en nu, na 13 weken voelde ze zich thuis. Wel dacht ze met vreugde aan genezen, maar ze had bij die gedachte een geheimen angst voor het thuis komen, voor de benauwde bedstee, voor het zorgen weer. Hier ging het leven zoo 'zorgeloos aan haar voorbij. Voor 't eerst van haar leven begreep ze de nonnen. Hard werken, dat deden ze. Ze zag ze hier dag en nacht in de weer. Maar ze hadden geen zorgen. Als ze aan haar eigen leven dacht, vroeger, toen de kinderen nog klein waren. Hemel, wat had ze een zorgen gehad, 't !s een wonder dat ze het doorgeko men was. Veel ziekte en weinig geld. Altijd maar sjouwen en sloven om den boel knap te houden en Teuue die niet wilde dat ze op de pof kocht, dat ze iets kocht als ze de eenten niet had.... .Met al haar sloven en zorgen had ze toch veel ontbeerd. Maar flls je jonk ben, heb je maar een gedachte, trouwen, dan denk je dat je het gewonnen hebt. lui wat is het nog? Neen, ais ze 't nog eens over mocht doen, werd ze vast non. Ze zag zichzelf jong in zusterskleediug zachtjes glijden langs \vitdadelijd te spelen, deed zijn zetten zeer vlug, lachte vriendelijk bij elk zwak antwoord van zijn tegenstanders en won in n uur 17 van de 20 partijen, terwijl hij n verloor en twee remise maakte. Alfred Capus, de academicien, behoorde tot de overwonnenen. Onder de toeschouwers bevond zich de oudste Fransche adel o.a. Prins Sixtus van Bourbon Partna. In den loop van den avond had de Comtesse de Beauchamp de goede gedachte een inzameling te houden voor Samuel om hem in de gelegenheid te stellen een tijdje buiten door te brengen. Zij bracht 500 fr. op. Van Frankrijk ging Samuel naar Engeland, waar zijn succes al even groot is geweest. Een der Engelsche schaakredacteuren ver haalt : We maakten kennis met volkomen ontwikkelde schaakhersens in een teer kindcrlichaam. Onmogelijk zich in te denken, dat het slechts een kind van acht jaar is, dat men ziet spelen. Zonder in de gelegenheid geweest te zijn om de theorie te bestudeeren kent Samuel de openingen door eu door, alleen doordat hij de partijen der groute mees ters naspeelde. Zijn kolossaal geheugen stelt hem in staat iedere opening te beheerschen en zijn verbazingwekkend combinatievermogen lost gemakkelijk de meest ingewik kelde stellingen op. Zijn grootste kracht zegt men, ligt in het spelen van simultaan partijen tegen 20 a 30 tegenstanders, waarbij liij speelt met een snelheid door geen schaak meester geëvenaard. De herseninspanning, welke gewoonlijk bij andere meesters duide lijk zich afteekent, wanneer zij simultaan spelen schijnt voor den knaap uit Polen niet te bestaan. Zijn klein bleek gezichtje met het bizonder fraai ontwikkelde voorhoofd blijft onbewogen. Hij overwint de moei lijkheden van een drie-zettig probleem met hetzelfde gemak als welke lastige partij stelling ook." Daarentegen lezen we in het Sept. nummer van de Br. Ch. Mag., dat De voorsprong, die O c»ZE rijwielen door hun bouw, constructie, kwaliteit en eigenschappen hebben ver kregen, is thans grooter dan ooit te voren De motieven, die tot de keuze van een FONGERS leiden, zijn derhalve thans nog sterker dan voorheen. Samuel, na te Londen 20 partijen gespeeld te hebben in vijf uur, er zeer vermoeid uit zag. Inderdaad moest elke zware hersenarbeid aan het kind streng verboden worden. ruiten boer en maakt daarna zijn aas en heer van ruiten, waarop A de harten aas moet bijspelen. B wint dus zijn twee sans atout, zeer ten ongenoege van den partner van A, dien terecht niet te spreken is over het spelen van A. Tot slot geef ik hier onder nog een probleem ter overweging: S H aas, heer. 6 R 10 K 5, 4 B S S H 10, 5, 2 A C H vrouw, 9 R vrouw R boer, 3 K heer, vrouw K 10, 9 D S 7, 6 H boer, 3 R aas, 2 K D speelt het spel met schoppen troef, is in den blinde aan trek en maakt alle slagen. B R i D c E R 1IIIIIIHIIIIIIMM (Vervolg) Ik wil nog even wijzen op een paar fouten, die dikwijls gemaakt worden, ook door spelers die geregeld spelen. Een van de regels waartegen veel gezondigd wordt is : Heeft men een vasten slag in handen, waar mede men het spel kan doen verliezen, speel dan die kaart uit en wacht er niet mee, in de hoop, dat men de tegenpartij nog een slag meer kan doen verliezen. Een typisch voorbeeld deed zich onlangs voor S heer, vrouw, 6 H 9, 7 R aas, heer, boer, 10 K aas, 7, 5, 3 B S aas, 7 S 9, 8, 3, 2 H aas, 6 A H boer, 5,4,3 R vrouw, 9, 8, 2 R, 7 5, 3 K Heer, boer, 9, 6, 2 K vrouw, 4 l» S boer, 10, 5, 4 H heer, vrouw, 10, 8, 2 R 6, 4 K 10, 8 B heeft gegeven en annonceert n ruiten, C past ; D kan ruiten slecht steunen, hij heeft een voldoend lange hartenkleur, zijn partner heeft een beginannonce gedaan en heeft dus' hooge kaarten in ruiten en een spel, waarin ongeveer vier trekken zitten ; m.i. doet hij goed n harten te annonceeren. A heeft een goed spel. In verband met de annonces van de tegenpartij en de aas tweede en in schoppen en in harten is zijn spel te zwak om een annonce te doen in sans atout. Hij heeft echter wel een spel om de annonce van de tegen partij op te jagen en zijn spel is goed genoeg om twee klaveren aan te kondigen. B kan de harten van D slecht steunen in troef, is in klaveren behoorlijk gedekt en meent het er op te kunnen wagen om in sans atout over te gaan. Hij biedt twee saus atout, waarop C, D en A passen. Het spel verloopt als volgt : C K vrouw, D K 8, A K 2, B K 3. voor A. C K 4, D K 10, A K boer, B K 5 voor A. A K hter, B K aas, C R 3, D H 2 voor B B S heer, C S 2, D S 4, A S aas voor A A K 9, B K 7, C R , D H 8 voor A A K G, B H 7, C H 3, D H l O voor A A heeft dus vijf slagen ; als hij harten aas uitspeelt, is het spel verloren, maar hij wil te veel hebben ; hij meent ook ruiten vrouw wel licht vrij te kunnen spelen en meent toch zeker te zijn van zijn harten aas ; A speelt daarom ruiten 8 ; wat moet H nu doen? C heeft reeds twee ruiten weggegooid op de klaveren van A ; om het spel te winnen moet hij snijden door de ruiten tien op te werpen ; dit lukt ; hij speel t daarop schoppen v rouw, d aar na schoppen zes, die hij in den blinde met schoppen boer neemt, hij vervolgt met schoppen tien, waarop hij zijn laatste harten wegwerpt, speelt ruiten na, neemt dien slag in de eigen hand met OPLOSSING VAN DE AARDBOL-PUZZLE Na het inlasschen van een stuk van 6 M., is het touw overal plm. l meter van de aarde verwijderd, zoodat den volgenden morgen de touwtrekkers waarschijnlijk onver wacht op hun zitvlak zullen zijn gevallen. Deze oplossing mag onwaarschijnlijk lijken en zelfs knappe koppen zorgen baren het dient gezegd, dat de uitkomst goed is, al is ze dan ook verrassend. De omtrek van de aarde is 40 millioen Meter. Het touw er om heen wordt na de jolige daad van den jongen Japannees 40,000,006 Meter. De middellijn der aarde tot haar omtrek staat als 7 : 22. De straal derhalve als 7:44. De vergrooting van den omtrek met 6 Meter heeft dus eene vergrooting van de 3 42 straal tengevolge van x 7 + of circa 44 44 l Meter, nauwkeuriger: 0,954929653551373.... Meter. Wie 't niet geleuft, rekene 'het maar na! Het eigenaardige van 't geval is, dat ae grootte van de bol absoluut geen invloed uitoefent. Goede oplossingen zonden : Mevr. J. A. B.W. te Laag Keppel, Mej. A. v. d. B. te Goedereede, A. v. D. te Vlaardingen, C. v. H. te Deventer, G. v. d. K. te Alblasserdam, A. M. te Haarlem, L. I. S. te Amersfoort. Mej. A. v. d. B. te Goedereede, won den puzzleprijs. Nog te vermeiden als goede oplosser van de puzzle voorkomende in nr. 2240 B te Rembang. (N. O. L). NIEUWE PUZZLE Columbia en Venezuela hebben beiden als munteenheid den dollar a 100 dollarcenten. Ze willen het geld van het naburige land uit hun eigen gebied weren en nemen daarom in Columbia wel een dollar uit Venezuela aan, maar tegen 90 dollarcenten. In Venezuela accepteert men dollars uit Columbia, maar ook alleen tegen 9.) dollarcenten. Nu heeft iemand in Venezuela, dicht bij de grens wonend, een dollar uit dat land. Hij koopt een glas bier van 10 dollarcenten en zou dus 90 dollarcenten terugkrijgen. Hij vraagt daarvoor een dollar uit Columbia en krijgt dien. Daarmee gaat hij naar Columbia, koopt weer een glas bier a 10 cent en vraagt een dollar uit Venezuela terug. Daarmee gaat hij naar Venezuela en doet weer zoo. Dat kan hij doen, totdat de dood zijn oogen sluit en bier drinken zonder armer te worden. De vraag is nu: ,,Wie betaalt dat bier ?" Oplossing vóór Vrijdag a.s. onder letters A.B. aan het Redactiebureau. HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII te bedden.... dan sukkelde ze in slaap. Toen ze wakker werd dacht ze aan iets waar ze al die lange jaren niet aan gedacht had, ze daeht aan haar trouwdag.- Ze riep de zuster, ,,/eg Zuster, de hoeveelste zijn we?" De zuster telde op haar vingers na : ,,St. Jan, dat is vier en twintig, dan zijn we nu 29 Junifc' Vrouw (ireine lachte zoetjes vuur zich heen. ,,Negen en twintig Juni en de maand heeft.'. ..V" Dertig dagen". Nnu, dau hebben we over 5 dagen onze 25-jarige bruiloft.... Teuue en ik." Zou, zoo," zei de zuster en knoopte het in haar ooreii ,,dat is dan op de derde." Neen, de vierde Juli, vandaag reken ik niet mee. . . . " De zuster ging verder, bracht volle kroezen dampende melk van het bed tut bed. Vrouw Ureiue. lag maar stil met een vreemden glim lach om haar lippen. . . . Nog vijf dagen had ze en Chiel was toch dood, nou kou ze 't eigenlijk wel opmaken, iiaar gespaarde geld. Toen de zuster weer langs k\\am, zei ze : Zuster u weet nou \M\ ons feest.... ik wou u iets vragen" en uit een adem ging ze door ,, ziet u, 'k heb mijn heeie leven gaspaard en nu heb ik 21 gulden bijeen Dat was voor mijn jongen, ziet u - maar nu die toch dood is -- nou wou ik Teuue wel een groot cadeau geven. Hij is ook niet jong meer. we zijn oud getrouwd. Nu daeht ik zoo, als ik hem eens een leuningstocl kon «even vuu / 25. en dau nog ? 2. taltak.... maar zou iemand dat voor mij hunnen koopen, als hij dau 's avonds komen mocht, dan zette ik hem hier neer voor hem." De zuster, die niets zelf beslissen mocht, beloofde er met de Moeder Overste over te spreken, en 's avonds zei ze Vrouw (jrcine zachtjes: ,,'! /al gebeuren huur, onze portier weet een heele mooie over te nemen, rood flu weel met zwart hout.... is dat goed?" Vrouw (ïreine daeht nog heel lang aan de pracht en de weelde van het rooile fluweel.. . . en toen Teuue den volgenden dag kwam, zei ze, veelbeteekeneiid : ,.Zeg - over 4 dagen zijn we 25 jaar getrouwd." (Jan smoesden ze nog wat. Toen Teune weg was, begon voor Vrouw Greine de spanning. Wat zou hij zeggen? Wat zou hij voor haar meebrengen V Veel kon 't niet zijn, als hij al een gulden of vier, vijf' weggelegd had, was 't veel. 't Moest allemaal van een daggeldje en voor haar, al lag ze van de armen, moest hij toch nog ? 12.50 per \\eek bij betalen. AJs hij maar vroeg kwam ! Een rood fluweelen stoel ! /Moeizaam kropen de dagen om. . . . ; de nacht van de derde op tle vierde sliep vrouw Cireine pas tegen den morgen in. Toen ze wak ker werd.... ! Och neen.... ze moest even bijkomen.... ze droomde toch niet.... ze was toch niet dood, dat dit 't paradijs was? Ze lag niet meer in een bed, ze lag in een bloe menwagen.... bloemen langs de stijlen van haar bed, bloemen aan haar voeteneind en aan haar hoofdeind en uveral in de zaal. Op haar tafeltje en groote bouquet met een hou der van kautpapier, als bij een echte bruid. /.e mocht nu niet meer opstaan, Oe ziekte, langzaam maar zeker, sloopte haar, daarom waschte de. zuster haar op bed. Inplaats van de saaie hospitaal nachtjapon kreeg ze een mooie aan, met handborduursel en een mooi kapje op.... En iedere zieke die wakker werd op de zaai, riep : Wel gefeliciteerd. bruid!" l)-.' tranen schoten haar in de oogen --- maar ze lachte toch. Ze had een fijn gevoel van zoel verdriet en ze voelde zich een echte witte bruid. Tegen 11 uur kwam mijnheer Pastoor, met zijn dienaars haar de communie brengen en een mooie toespraak hield hij, waarin hij zei, dat ze dubbel de bruid was de bruid van Teune en de bruid van den Heer, die alle zieken tot zijn bruid maakt en hen wacht aan Je poorten van zijn houge Hemel vroeg of laat, allen die Hem liefhebben en belijden." 's Middags hadden ze allemaal wat lekkers gekregen en nu was de wacht alleen nog op Teune. Hij is laat, zuster" zei vrouw reine, toen het tegen zevenen liep. . . . Maar de vrouwen zongen: lang zal ze leven en hip, hip, hoe ra h !" en toen vergat ze weer even dat Teune zoo laat kwam. Om half acht werd de leunstoel binnengedragen en een luid hoerah ging op en alle waren 't er over eens, 't was een mira kel-mooie stoel. Vrouw reine keek als de ge lukzaligheid zelf. Nu moest Teune er toch zijn. De zuster troostte.... hij kon een on geluk met zijn band gehad hebben met die fietsen -- je wist nooit wat je te wachten stond.... Om negen uur was Teune er nog niet. Even later gingen de lichten uit maar zuster Seraphien, die de harten der menschen kende, al kende ze een deel van 't menschelijk leven niet, bleef bij vrouw Grcine en hield haar hand in de hare.... Toen ze de zieke zacht hoorde snikken suste ze haar als een arm, klein kind.... en vertelde van de Zoete Maagd Maria en van de boodschap der Engelen en ze omwond de zieke met schoone, zachte woorden, met droomen van een maan nacht en sterren en herders die de stemmen der Engelen hoorden tot vrouw Greine sliep.. De volgende morgen waren de bloemen weg, was de rood pluchen leunstoel verhuisd naar de woning van den portier. Vrouw reine scheen alles vergeten te hebben. Twee dagen later kwam Teune.... Du zuster, in den gang al, had hem alles verteld.... Greine ging naar binnen. . . . Zoo...." zei hij, maar de zieke zei niets,. Zoo. ..." sleepte hij nog eens.... en dan plotseling : kon ik nou weten, dat ze zoo'n herrie d'rom zonen maken, dan was 'k ommers wel gekomme. Maar wat kan ons soort rnenschen dat nou schelen?" Vrouw Greine had tranen in de oogen. Ze vroeg niet of hij den stoel gezien had.... niets zei ze, niets. Stil lag ze, geslagen, voor 't eerst bewust van de diepe, troostelooze mi sere van het leven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl