De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 11 september pagina 3

11 september 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

11 Sept. '20. No. 2255 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EERHÖPP CHBISTOFLE tDEOAlimiT IN CCKTE BROMZQ en Naaml. enn. Amsterdamsche Bad- en Zweminrichtmg Over 't Y. Geopend het nienw gerestaureerde Gafé-Bestaurant W. F. H. MOOIJEN, Telefoon C. 1158 EXPLOITANT Lunch Diner Soupar la carta DINER- en AVOND-CONCERT FLICK's BOOMSCHORS «OUDEp-'örl Is Chocolade In een vormenvan een samen stelling als In geen ander Fabrikaat wordt teruggevonden. OVERHEERLIJK VAN SMAAK! EIVEI 61SPU fUN ? Opuriekf 1745 hfleviriieliti Aiitird» G ROTTERDAM AMSTERDAM l LVER D n iN6 GIDDINGSZONEN DEGORATIEWERK ZD QLA/" IN LOOD d ROTTERDAM TOONKAMERy* VOOR iKUN/TNIJVERHEID) IHUHIIIIHHlIIINIIIIIIIIIIIIIIlllliillllllliiiiillllllllllHIlHIIIIIIIIIHMIIIHIIHIIIIIIHIIllllllHIIIIIMMIHMIIHIIIt lINMMMIIIMIItl- l STARK'S OXYDOL" H (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) J Nmil. VMB. 8TARK t Co. Chemische Fabriek 's-HABE", 't-0rmnb»gi i HiumMiitHHiMtf liiiiiiiiiiiiiiiitiimiitiimimiiiiiiiiiiiiim daardoor zou de mogelijkheid ontstaan voor Belgiëom den zeeweg naar Vlissingen feitelijk te sluiten. Stelt Belgiëzich op het standpunt van het recht van de territoriale zee, juist omdat het dan bij de volledige toepassing eigenlijk de geheele souvereiniteit over de Wielingen heeft en eventueel den zeeweg naar Vlissingen kan afsluiten, dan is een oplossing van de Wielingen-quaestie vrijwel onmogelijk. Wanneer echter Belgiëzich beroept op den regel van de territoriale zee, meenende, dat die nu voorrang heeft bij de historisch-politieke rechten, waarop Nederland zich be roepen kan en beroept en juist hierin vraagt het N. v. d. D. consult van deskundige autori teiten dan staat de zaak anders. Een ieder zal inzien, dat zulk een consult van deskundige autoriteiten hoe belangrijk ook op zich zelf ten slotte van niet groote waarde is. Het is een geval van appreciatie, waarover de oordeelen verschillen; de een zal dit zeggen, de ander het omgekeerde. Men zal aankomen met vermeende precedenten van het eene geval, zoowel als van het andere. HET ROODE LAMPJE Slgnifische Gepeinzen (100) Vergeef, mij goede vriend, vergeef mij leezer, dat ik U met mijn eigen strijd zoo lang beezig hield. Maar het is leerrijk, en gij allen, die jonger zijt dan ik, doe er Uw voor deel mee. Wat ik zeide, wordt zoo zelden in volle oprechtheid uitgesprookcn. Onthoud het, en bereid U voor. Laat het U door mij in gemoede zeggen : een waardige ouderdom is moeyelijk te bereiken, en een onwaardige is het leelijkste wat ik ken. Bij de aanstaande scheiding van lichaam en ziel is het lijf beezig de macht aan zich te trekken. Het wil nog alles genieten en onttrekt zich aan het gezag der ziel als een slecht gedresseerde hond. Traagheid, vadzigheid, genotzucht, gemak zucht, geemelijkheid, toorn, al die booze eigen schappen van het lagere weezen van den mensen worden machtiger en trotseeren het gezag van den geest, van 't verstand, van de ziel. Ik spreek niet van ziekelijke seniliteit, die nog veel jammerlijker is, maar van een ge zonde, normale ouderdom. In de gunstigste gevallen verzwakt alleen het lijf, het geheugen en het vermoogen tot abstraheeren. Maar daar door wordt ook de sfeer van werksaamheid en begrip enger. En alleen de mensch, die zijn gansche leeven aan een strenge religieuse dicipline heeft gewend, zal aan 't einde nog in staat zijn de booze eigenmachtigheeden van zijn stoffelijke natuur te bedwingen. En wat is er droeviger dan de zeedelijke achteruit gang van een oud mensch? Waarlijk! de ouderdom is wel voldoende om den trots van den hooghartigsten mensch te breeken. Hij brak den blijmoedigen, gezonden, lustigen trots van Walt Whitman, de hooghartigheid van John Ruskin. Hij sloeg in keetenen van somberheid onzen vroomen Vondel en den braven weldoener William Booth. Ik weet, dat wij door de diepste verneedering moeten gevoerd worden, om tot verlossing te koomen. En ik zal de verneedering niet poogen te ontwijken, al komt zij recht op mij af. Moet ik toch niet eenmaal van alles afstand doen? Moet ik de waereld niet verlaten, zoo naakt hulpeloos als ik er in kwam? Alle boekenwijs heid ontgaat me, tot de tafel van vermeenigvuldiging toe, abstracties ontglippen me, De wil om Belgiëte gemoetjte komen in de zaak vanjde Wielingen is 'aanwezig bij Prof. Brugmans zoowel als bij de Nederlandsche regeering. Deze laatste heeft in hare verklaring van 3 Juni van dit jaar wordt het vermeld o. a. ook voorgesteld de Wie lingen niet als een Nederlandsche, maar als een grensrivier" te beschouwen (Brug mans p. 50); van dat standpunt uitgaande, zou men dan de Wielingen kunnen verdeelen volgens het meer toegepaste systeem van den dalweg der rivier, de dieptegrens". (Idem). Op het kaartje is die scheiding ook afgeteekend. Is echter nog niet een andere oplossing mo gelijk? Kan men niet de Wielingen beschouwen in plaats van als grensrivier, en dan werken met dalweg en dieptegrens, als zee, en dan werken met territoriaal gebied van minder lengte dan 3 zeemijl? Men bedenke, dat deze maat wel gewoonlijk aangenomen wordt, maar niet als absoluut en onvoorwaardelijk geldt. Bij zulk een oplossing zou in principe IIIIIII1IIIIIIIIIII1IIIIIIIMIIIIIIII1IIIIIIIII1IIIIIIIII11IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIIII11IIIII de lichtkring van mijn aandacht wordt al enger en enger. Maar iets blijft me toch ! Menschen hoort!", riep broeder Aegidiu, Sint Franciscus, liefste vriend, menschen hoort ! een blinde oude vrouw, die niet leezen of schrijven kan, kan God met grooter liefde beminnen, dan Bonaventura, de groote Magister Theologiae." De Liefde kan mee, door de enge poort", zegt het Roode Lampje. (1Ü1) Voor ik de laatste strofen van het schoone Credo ooverweeg en onderzoek, moet ik wijzen op een donkere, peillooze diepte, waar de bevrijd wordende ziel in staart, eer ze veilig aan de andere zijde is oovergegaan. Het zal weer diepzinnig schijnen. Maar het is iets dat alleen diepzinnig wordt, zoodra het in taal, in woorden, in termen wordt oovergebrac'nt. Ik ben niet diepzinnig en niet ge leerd. Ik heb een niet meer dan middelmatig denk-vennoogen. Maar ik zie diepten, waar aan de scherpste opmerkers voorbij zijn ge gaan, zonder ze waar te neemen, omdat ik de verwarring en verduistering door de woorden bewust ontwijk ! En dat kunnen allen mij na doen. Daarvoor is geen groot verstand noodig. Hoe kan iets beginnen, dat geen einde heeft?" vroeg ik. Er is eindeloosheid in den tijd en eindeloosheid in de ruimte. Ik bedoelde de ein deloosheid in den tijd. Hoe kan het rijk Gods geen einde hebben, maar wel een begin? Kan men van een tijdstip zeggen : Nu? Nu begint het? Maar zoo is het ook met dat begin, dat zegt hier. Kan men zeggen: Nu begint het? Hier'f t Dit is het groute raadsel, waarvan wij toch allen de oplossing kennen. Nu-Hier, Hier-Nu, Ik-Nu, Ik-Hier. T Er is een schijnbaar midden in den eeuwigen tijdstroom. Dat midden heet Nu, en dat midden ben Ik. Ik beu het punt, waar mijn geheele reekem'ng begint, Dit kan niet anders en wij vinden het niets vreemd in de practijk. Niets wonderlijk of raadselachtig. Wij weefen het opperbest. Bij oiiszelven, bij Ik, begint de tijd. Ik-Nu. Het wonder begint pas voor ons, zóodra wij het willen opschrijven, vasthouden met woord en term. Zoo is er ook ee/i schijn baar midden in de eeuwige, oneindige ruimte. Dat midden heet Hier, en dat midden ben Ik. Daar is geen verwaandheid bij. Het is mi iiiliiiiiiiiliiiiin iiiuiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiüMM H, Het Globe Safety Gas Syndicaat AMSTERDAM Telegram-Adres AVANTI" Winstof fias-stoom Badiaten Reukelooze Apparaten zonder afvoer Levering uitsluitend aan den handel Ske jonge moeder is irobch op aaar Daoy .wanneer het gekleed 15 in "de gebreide artikelen i --?* van de fANTASIEFABRIEK * VRAAGT UW WINKELIER .... alpen Smoort Het is van ALGEMEENE BEKENDHEID dat de IIJWIELBANDEN ZIJN LICHTLOOPEND EN iONVEISLIJTBAIlli] 12 MAANDEN GARANTIE Buitenband f 8.50 Binnenband 3J5 ii iiniiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiimiiiiii Belgiëwinnen, maar betaalt dan met de IJof H zeemijl minder voor den afkoop van'de politieke rechten van Nederland. Beide Staten hebben dan ieder de souvereiniteit op een deel van de Wielingen ; de noodige vrijheid op de zeewcgen van Vlissingen en Antwerpen is dan verzekerd. Nederland --!; het land van het internationaal recht - - houdt zich dan aan de nu geldende regels daarvan en huldigt de leer van een zijner groote mannen uit de geschiedenis van dat recht. En niet het minste de breede lagen van het volk in alle landen zijn bevredigd. Nu de demo cratie waarin tegenwoordig overal ge leefd wordt, eischt, dat?ongeacht en waar schijnlijk ten deele onbewust van de bezwaren de regeling van de biiitenlandsche be trekkingen met medewerking en instemming vau het volk geschiedt, is voor alles noodig, dat men in dat beleid met logische en be grijpelijke daden komt. J. S. MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND ^ Wil men eenmaal souvereiniteit geven over het water, dat de kust bespoeit, dan is toch het meest voor de hand liggende, dat die sou vereiniteit gegeven wordt aan het land, waar toe die kust behoort. De souvereiniteit over liet Zuidelijk deel der Wielingen ten westen van de verlenging van de grens tusschen Zecuwsch-Viaanderen en Belgiëin handen van Nederland is onlo gisch, gaat hoven het begrip en blijft onder het gevoel voor recht bij de menigte vau dezen tijd ; een dergelijke indeeling kan niet de in stemming hebben van de massa, ook al is zij begrijpelijk en verklaarbaar voor historici en juristen. Uit de brochure van Prof. Brugmaus (p. 55, 57) evenals uit de bovenbedoelde verklaring vau de Nederlandsche regeering ziet men, dat beiden zich vrij kalm zouden neerleggen bij een uiet-oplossing vau de Wielingen quaestie, het voortduren van den huldigen toestand en eventueel nieuwe verdragen waarbij : elke quaestie van souvereiniteit over de Wie lingen aan weerszijden voorbehouden wordt. Dit wijst op een gemoedsstemming uit de hooge regionen vau de oude diplomatie. In de nieuwe diplomatie, die voor een groot deel gevormd zal moeten worden naar den smaak vau het volk, zal men veel meer moeten over gaan tot het doorhakken vau kuoopeu, het oplossen van tjuaesties. Een oplossing van het Wielingen-vraagstuk is dan ook zeker gewenscht en in de lijn van den tijd. Een overeenkomst ter beëindiging van die quaestie, zonder imperialisme vau de slechte soort en steunende op de regels van het mo derne volkenrecht, zal ten slotte de goed keuring verkrijgen vau de democratiën, die Nederland en Belgiëtegenwoordig zijn, des noods na nog eeuige verdere objectieve voor lichting, vrij van alle eenzijdigheid. A. B. VAN DEK VIES iiiiiiiiiiiiiiiMiiitiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiniiiiiiiiiiiiiMitiiiiiiimii SPAAMSOH, EMBELSOH, F RAUS OH, DUITSOH oio. Borlltz-Sohool Hoorongrmoht 4B1 H. 3286 Fiaet. Onderwijl dooi bultenl. Leeraren eenmaal zoo. Ik ben liet punt, vanwaar alle meeting begint. Dat kan niet anders. Dat weet ieder en niemand vindt het vreemd of raad selachtig. Zoo lang namelijk, als hij tevreedeo er mee is het te nrrfc/j. Zoodra hij het wil meededeelen, met woorden, dan raakt hij zoozeer in de klem, dat hij ertoe komt te zeggen : Of de anderen zijn gek, of ik beu gek" Eu de anderen zeggen alleen dat hij gek is. En zóó uu is het moogelijk de bedoeling van Jezus volkoomeu te begrijpen : eer .Abraham was, beu ik". Als men maar op de werkelijke dingen let, in de ziel, eu niet op woorden eu termen. Dau voelt men, hoe dat groote wou derwoord waarheid wordt iu ieder onzer. Eeven goed als de Meester, kunnen wij zeggen : Eer Abraham was, beu II;". Die Waarheid vindt ieder, die mij wil volgen in de duistere schachten der diep-biuueiiste ziel, bij 't licht vau liet Roode Lampje. (102) ,,/:( in Spirituin Sanctnni, Dmiuinnn' et vivicantcni, qui c.v ljuti\', fiHut/tit' pracedit." De scliakceringen vau liet woord-begrip (Ifest, zijn nog veel talrijker eu veel nit-eenloopender dan bij Geloof" of Tijd". Aller eerst - - eu vermoedelijk het oudst - de oerbeteekeuis : ligte, prikkelende stof (wijngeest, geest vau saluiiak, vliegende geest) Dan de beteekeuis vau spook". De geest, de essens, het uittreksel vau een mensch, zooals wijngeest de geest of het uittreksel van wijn is. Dau is er geest, als een ligle soort akkergrond, zandgrond. Tot dusver is alles vrij materieel en zonder veel verwarring. Maar dan komt met de meer geestelijke" of zielkundige; betee keuis, een gestadig diepere en steeds meer reddelooze verwarring, ceu siguifisclie jan boel. Als een ttiensdt aardig, prikkelend spreekt, dan zegt men, dat hij ..geest" heeft. Vermoedelijk is hier wei samenhang met wijngeest". Wat geest" beteekeiit. in de troosteud-vleyende, maar dus niet altijd aangenaam klinkende term armen van geest", dal is en blijft voorloopig wel een punt van heevige conti oversie. En wat lïeieeknit liet, ais men sterven moet : den geest geeven?" En het kruis woord : ui Uwe (landen beveel ik mijnen geest"? Mijn zoontje (elf laai) iTueg mij onlangs; Vader, als ik /.eg : mijn lijf, mijn /iel, mijn geest, ii'/V is dat dan, die spreekt?" Wie ant woordt op deeze vraag? En wie oudere leezers, is het, die den geest heeft, den geest geeft en aan God beveelt? En dau is er eeu psychologische Triniteit, waarin nog door niemand orde en vastheid is gebracht: Ziel, Geest eu Lichaam. Volgens deu auteur vau Jezus' Leer eu Ver borgen Leeven" is de ziel het Goddelijke eu het voornaamste in eiken mensch. Het ver standelijke, dat reedeueert, noemt hij Geest, eu het grove, dat uiteenvalt eu weer tot eigen laagbewust leeven terugkeert, het lijf, de hiiulè. Maar er bestaat niet de minste vast heid en orde in de verschillende beteekenissen van het woord Geest. Eu wat zal men nu verstaan onder het woord heilige geest"? Wie kan zeggen, dat hij zeeker is, vau het geen hier bedoeld wordt. De toevoeging Heer eu Leeveudmaker" geeft toch geen verduide lijking. Ook de Vader eu de Zoon maken leeveud eu zijn Heer. En dau, wat wordt ons duidelijker'gemaakt door het zeggen, dat hij voortkomt uit Vader eirZooo"? Komt niet alles uit hen voort? Symboolisch gesprookeu. En a.ls het uiet-symboolisch, maar feitelijk eu letterlijk wordt 'bedoeld -- wie kan er dau ook maar het geringste van verstaan? Nie mand heeft de zeekerheid, dat twee menschen, die zeggen in den Heiligen Geest te gelooveu, hetzelfde bedoelen. Sommigen kunnen den keu aan eeu uiterst subtiele stof, die ooveral doordringt, esseus van 't Heelal, maar uiet /.eer persoonlijk. Anderen aan eeu meer per soonlijk, verhëeveu, maar min of meer schimachtig weezen, de heiligste van de geesten uit de geesten-waereld. Maar dit is ook weer on waardig. Eindelijk kunnen wij ons het vei ligst houden aan het woord vau Jezus, die spreekt vau deu helper" deu parakleet". Maar dan valt er voor ons ook alleen maar dit te zeggen: dat wij gelooven, dat Jezus waar heid 'sprak, toen hij ons eeuen Helper toe zegde. Misschien is dat woord vau Hem heel anders te verslaan, dan tot nu toe geschiedde. Ons begrip, eu ons geloof vast te leggen aan eeu zoo vaag, verwarrend en onbestendig woord als Geest", door er heilig" aan toe te voegen, schijnt mij niet veilig en niet eerbieditr. uiet meer oumiddelijk hooren. Hij heeft o" aarde uitgesprookeu, eu ous zijn woorden nage laten. Maar daarbij ook gewaarschuwd, de woorden niet naar deu letter te noemen, maar naar den geest". En het mag wouderspreukig klinken, maar het schijnt mij, dat wij aan dce/.e laatste beteekeuis vau het woord geest" moeten vasthouden, juist door het woord niet meer te gebruiken. Want het is zoozeer mis bruikt, het heeft zooveel nuancen, zooveel verschillende beteekenissen eu zoo ongelijke waarden, dat het voor onze gedachte, als denkmiddel voorloopig onbruikbaar is ge worden. Ik bedoel de woorden geest" eu stof" eu de daarmee samenhangende gees telijk" eu stoffelijk". Die moesten eens eeu poosje geheel afgeschaft kunnen worden. Men zou zien, dat men er niet alleen heel goed bui ten kan, maar ook, dat het onze gedachten verhelderde. (1U4). Nu is de zoomer zwaar en vol ge worden. De beemel is strak-blauw, de roode roozeti geuren, stof ligt op 't frissche groen en men ziet hoe alles kampt teegeu droogte eu verdorriug door het water tot zich te trekken. De schoone, luchtige, frissche leutebloei is voorbij, het gaat nu alles zwaarder en met meer kunst eu moeite. De roozeu zijn ge kweekt en vau oovermatige kleur eu zacht heid. De voogels worden stiller. Het gemaaide gras bezwijkt tot hooi met zoet geuren. Zal de reegen lang wegblijven? Zal het gewas ster ven met het onkruid? Zooveel jaren al nam ik deel in deu kamp. Is 't wonder, dat deeze aarde mij lief is geworden? Toen ik afstand moest doen vau eeu stuk grond, was het alsof mij eeu lichaamsdeel werd afgezet. Vroeger kou ik het onderneemeii eeu andere woon plaats te zoeken, nu niet meer. Ik blijf hier uu vast zitten, met de bramen eu kamper foelie, met het gras en de boomeii, totdat meu mij er af scheurt. En ik voel dit weer als Gods wil. Ik gehoorzaam. Ik wil gehoorzamen. Maar zijn bevel wil ik opvangen met eigen ooren, uit zijn eigen mond. Het is Zijn wil, dat wij, oud eu eenzaam wordend, ous vast klampen aan Zijn schepping eu niet meer verhuizen. !?' K F. I) f: U I K V A N E ]?: l) K N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl