De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 11 september pagina 5

11 september 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

l 11 Sept. '20. - No. 2255 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND SOPHIA AUGUSTA AüRIANA LOPEZ SUASSO?DE BRUYN Naar het geschilderd portret in het Stedelijk Museum Het Amsterdamsche Museum Lopez Suasso 14 September 1895 14 September 1920 Aan de uiterste wilsbeschikking van een vrouw, Mevrouw Sophia Augusta Adriana Lopez Suasso?de Bruijn, dankt Amsterdam het Stedelijk Museum, dat den 14den dezer voor vijf-en-twintig jaar geopend werd. Haar man en zij hadden beiden hun verza melingen, hij van Nederlandsche speciaal Hollandsche munten ; zij verzamelde van alles, doch voornamelijk zilveren speelgoed. Zoo kundig en met oordeel echter als haar man (die in 1872 overleed) te werk ging, zoo onoor deelkundig ging zij te werk; niet alleen alles verzamelde zij en bergde zij ongeordend weg, maar mooi en leelijk, antiek en modern, wat gaaf was en wat geschonden was, was haar welkom. Een heele uitbreiding kreeg haar collectie, toen zij den inboedel opkocht van het aan den Amstelveenschenweg gelegen Broekerhuis, vroeger Museum, thans als atelier in gebruik bij de firma Hirsch <fi Co. Op den dag van haar overlijden, den 4den Maart 1890, vermaakte zij, na den dood van de bij haar inwonende zusters alleen, en kinder loos, overgebleven, bij testament alles wat zij bezat aan de Gemeente Amsterdam, onder. bepaling dat niets zou worden verkocht, maar dat aües?voor het publiek tegen betaling van een gulden per persoon tentoon- en toegankelijkzou worden gesteld, bij wijze van museum, onder den naam Sophia Augusta Stichting",' op zoodanige wijze en zoodanigen tijd als door het Stedelijk Bestuur van Amsterdam zal wor den geregeld." De gedenksteen in de vestibule van het gebouw maakt hiervan melding in de volgende bewoordingen: MDCCCXCIV. Door de schenking van Vrouwe S. A. A. de Bruijn, Douairière Lopez Suasso, die hare verzame lingen en haar vermogen vermaakte aan de Gemeente Amsterdam, ten einde de Sophia Augusta Stichting tot stand te brengen, en door de bijdragen der kinderen van den heer C. P. van Eeghen, oprichter der Vereeniging voor Hedendaagsche Kunst, kon dit gebouw worden gesticht." De familie van Eeghen droeg./150.000 bij in de kosten van den bouw. Een tweede gedenksteen geeft nog de vol gende bijzonderheden : Saxa Loquuntur. Voorbereid door Mr. O. van Tienhoven, Burgemeester van Amsterdam, werd het besluit tot het bouwen van dit Museum door den Gemeenteraad van Amster dam genomen op 2 December 1891. Met den bouw werd begonnen op 12 November 1892. De inwijding geschiedde door Mr. S. A. Vening Meinesz, Burgemeester van Amsterdam, op 14 September 1895. A. W. Weissman, Bouw meester." De eerste directeur van het Museum, Mr. J. E. van Someren Brand, die veel over Am sterdam geschreven heeft, meest onder het, pseudoniem Mr. Eduard van Tsoe Meiren, heeft van de stichtster en haar zusters de volgende aardige beschrijving gegeven : Het is nog niet zoo heel langgeleden," dit werd geschreven in 1900 dat een zonderling eigen rijtuig door Amsterdam rondreed, zóó ouderwetsch, dat er waarschijnlijk geen tweede van dien bouw zou te vinden zijn geweest. In het voorste gedeelte van het voertuig, onder de uitstekende kap, zaten op een breede bank, heel gemoedelijk, de koetsier en de palfrenier, die een groene livrei droegen. De palfrenier soesde, de koetsier mende. Rijden,volgens de regelen der kunst, deed hij niet. In het rijtuig zaten drie oude dames, allereenvoudigst ge kleed, te dommelen. Ware het rijtuig over den tramweg gereden, zij zouden misschien door den schok wakker geschrikt zijn en daarom gebeurde dat nooit. Daaromtrent had de koetsier, Jacob heette hij, uitdrukkelijke be velen. Wie getroffen werd door het ongewone van dit verouderde rijtuig en iets naders wilde weten van de stemmige, grijze vrouwtjes die er zich in lieten rondtoeren, zou van de meeste Amsterdammers niet de minste of geringste inlichting gekregen hebben. De dames be wogen zich niet in wat men de waereld" belieft te noemen, maar leefden stil en afge zonderd in een ouderwetsch huis op den Kloveniersburgwal, naast de O manhuispoort. Zij waren zusters, naar het schijnt afkomstig van een echt Zuid-Hollandsch, misschien wel Leidsch geslacht, dat gedurende de Fransche overheersching achteruit was gegaan. Eene van haar, de eigenlijke vrouw des huizes, Sophia Adriana de Bruijn, was weduwe." Van het schilderen van haar portret door Thérèse Schwartze is niets gekomen, een schilderij naar een daguerreotype door deze schilderes ontving zij n dag voor haar dood en hangt, met andere familieportretten, in het Museum. Toen dit geopend werd kon men bezich tigen de schilderijen der Vereeniging voor Hedendaagsche Kunst, die uit het RijksMuseum waren overgebracht, en de Driejaarlijksche Tentoonstelling van Schilderijen. Van de Sophia Augusta Stichting, die slechts een klein deel van het gebouw in beslag neemt, was nog niets te zien ; alles lag nog in wanorde»», door elkaar en lang heeft het geduurd voor in dezen chaos orde is gekomen. Eerst den l sten Augustus 1900 is deze afdeeling voor het publiek opengesteld, tegen den door de erflaatster vastgestelde/1 toegangsprijs van n gulden per persoon ; het overige gedeelte van het Museum is gratis te bezichtigen. j] Op het oogenblik zijn in het gebouw onder gebracht, behalve de Sophia Augusta Stichting"en de verzameling der Vereeniging voor Hedendaagsche Kunst: De Historische Galerij-de' Vos,de Historische Verzameling der Schutterij/ Van Vrouwelijk Doen en Denken De weelde-belasting! Zou er ooit wel een belasting zijn uitgevonden, die de vrouwen zwaarder zal treffen dan juist deze, want is Jt niet juist de vrouw, die vooral aan weelde" hecht? O, ik bedoel niet de vrouwen die koopziek en verkwistend zijn, die om 't oude ge zegde te gebruiken overdag moeten hebben wat ze 's nachts droomen, maar de vrouw, zoozeer gewend te geven, zij, die zich juist mér nog dan de man kan offeren, als 't moet, zij hangt ook meer aan kleine weelden van 't leven. Vooral de vrouw, die op dit gebied niet is verwend. Vele rijken der aarde kennen de weelde" van de weelde niet. Ik heb eens een rijke vrouw hooren beweren, dat ze niets om haar auto gaf", dat ze eigenlijk veel liever liep. Maar ze denkt er niet aan, hoeveel arme huismoedertjes ze een heerlijken dag zou kunnen bezorgen met n autoritje. Ik heb een andere vrouw, echtgenoote van een hooggeplaatst ambtenaar hooren zeggen, dat ze in haar positie allén hare kleêren kon koopen in Maison de Paris" of bij Kunne, maar ze verlangde weieens terug naar den tijd, toen ze van een op uitver koop gekocht lapje een blousje voor haar doch tertje naaide. De blijde trots van het eigen werk ontbrak haar nu. Dergelijke weelde geeft geen genot, maar de kleine weelde, de goedkoope weelde in het huisgezin waar geen rijkdom heerscht, is een wel telkens terugkeerend genot en ook noodig als tegenwicht in den soms moeilijken strijd om. 't bestaan. Dat gaan we nu missen als de belasting van minister de Vries er door komt. Want er wordt in die belasting veel als weelde aan gemerkt, w'at door den nood der tijden noodzakelijkheid_ is geworden. Ik zal niet alles opnoemen'; de kranten hebben er vol van gestaan. Heeft minister de Vries er onder een kopje thee met zijn vrouw weieens over gepraat, wat in een gewone burgerhuishouding zoo ongeveer als weelde is aan te duiden? !k vrees van niet. Ik weet 't wel niet zeker, maar gezien de hoogst eigen aardige opsomming van belastbare voor werpen krijg ik sterk den indruk, dat wij hier alleen met mannelijk, dus eenzijdig beleid te doen hebben, en dat is alweer heel jammer. In de moeielijke oorlogsjaren, heeft de vrouw getoond toch heusch haar vak van huisvrouw wel te verstaan, en had nu ook zij wel eens geraadpleegd mogen worden. Behalve de weelde poppetjes, voor wie 't wel goed is, dat ze leeren wat het zegt matig te leven, zullen de meeste vrouwen 't wel eens zijn, dat zeer zeker onder hooge belastingdruk moeten gebracht worden: Bont, zijde, reukwateren (behalve eau de cologne), alle geparfumeerde poeders, veeren, (reigerveeren onbetaalbaar hoog, als men de invoer of verkoop niet kan ? verbieden), alle alcohol houdende dranken, behalve die voor geneeskundig gebruik, alle sigaren en sigaretten. En zoo kan ik nog de Medisch-pharmaceutische Verzameling met ?? de Bberhaave-zaal, de Luyken-verzameling-;' Van Eeghen, die gediend heeft voor het groote werk over den etser-dichter en zijn zoon, en de verzameling van den Neder). Bond van Horlogemakers. Eenige zalen zijn disponibel voor het houden van tijdelijke tentoon stellingen. De eerste directeur was, zooals wij reeds schreven, Mr. J. E. van Someren Brand, die in November 1904 overleed en opgevolgd is door den tegenwoordigen directeur, den heer C. W. H. Baard. De architect, de heer A. W. Weissman, wiens portret in een der zalen hangt, heeft, om voor de inrichting en de verlichting van het gebouw van de gegevens en fouten van andere musea partij te kunnen trekken, verschillende buitenlandsche in oogenschouw genomen. Over de verlichting der zalen zijn dan ook niet is gebruik gemaakt enkel van motieven, ontleend aan de Nederlandsche flora en fauna. Geheel voltooid, wat de decoratie betreft, is het gebouw nog niet: aan den voorgevel zijn pas in vier nissen beelden aangebracht, de vier andere nissen van dien gevel en de nissen van de overige gevels zijn nog leeg. ^x.-* Ditmaal ga ik dan eens keuvelen over wat men aan den overkant van de zee, noemt The Bachelor's girl's valet". Laten we 't hier noe men De rechterhand, van 't alleen-wonende meisje." Zeker ! de moderne vrouw kan alles," heeft een pienteren hersenpan, uithoudingsvermogen, en weet van aanpakken. Maar de moderne, jonge, ongehuwde vrouw, die bijvoorbeeld met een vriendin op kamers woont en den heelen dag buitenshuis arbeidt, is ook iemand, die niet alle blijheid en vreug den dezes levens van zich heeft afgezet. Heeft zij den heelen dag al haar energie aan haar werk gegeven, dan staan haar handen en haar gedachten er niet altijd naar, om de luttele vrije uren 's avonds aan 't stoppen van kousen, aan 't stukjes inzetten etc. etc. te wijden. Dan is er verlangen naar ontspanning, naar een goed boek, naar een uur aan de piano, of een paar uur naar een lezing of concert. Aan dat verlangen naar begrijpelijke ont spanning had de eerste Bachelor's girl's valet' in Amerika haar officieuze benoeming te danken. Weldra kwamen er meer van deze rechterhanden, en waarom zouden ze ook ten onzent niet opduiken? Als ik u de voorgeschiedenis van de Eerste Amerikaansche vertel en haar eerste werk, zult ge zien, dat zoo'n Rechterhandje ook ten onzent het noodige wel zou vinden om te doen. Het tooneel verbeeldt: een groot huis met huur-kamers. Op de beneden-kamers woont een kinderloos echtpaar, waarvan de man den geheelen dag naar zijn kantoor is, 't vrouw tje heeft veel tijd, wanhopend veel tijd om te denken : Wat zou ik kunnen uitrichten om mij zelf 's middags nuttig te maken? Een mensch kan niet altijd wandelen, of lezen, of een Vriendin op thee vragen",?en talent voor iets houd ik er niet op na ! Boven op de tweede etage, is het een andere wereldje. Het wereldje van twee zusters, die beide den geheelen dag ijverig op een bureau aan 't stenografeeren zijn en aan 't tik-tikken. En die bezigheid maakt, dat zij thuiskomend, dikwijls te vermoeid zijn of te weinig tijd hebben om aan haar garderobbe de noodige zorg te besteden, zoo, dat die niet altijd keurig genoeg blijft, om onmiddellijk ten dienste te staan". Wanneer een kieedingstuk op 't laatste nippertje moest aangetogen worden, om mee uit te gaan naar dansfuifje, of concert, of mee thuis te blijven" voor de ontvangst op thee van eenpiekepuntig-critischkijkende vriendin. Kom eens moe, om half zeven thuis van je werk," zuchtte een der nijvere zussen, en durf dan nog eens te wenschen, dat je om acht uur netjes uitgedost in een schouwburg zal zitten. Eerst moet je haastig eten, en dan.. ontdek je natuurlijk, dat er een steek gevallen is in je avondkous", dat het koord van je theater-tasch aan zijn eerewoord hangt. Of, indien je thuis blijven wilt, en snakt naar een rustig uur lezen in je gcnoegelijken stoel, bemerk je, dat je dat uur eigenlijk juist zoudt moeten besteden aan het verstellen van een blouse, of van 't uitwasschen van borstels en sponzen, of 't uitstrijken van je beste pak!" Neen! Het feit van de alleenwonende vrouw, het jong meisje, die voor haar brood werken, heeft andere toestanden in de wereld gebracht. Er zijn twee mogelijkheden : of zulk een ar beidend meisje of vrouwtje moet genoegen nemen met een stil en huiszittend leven, buiten haar gewone arbeid om, of zij moet er iemand op nahouden, die zorg draagt voor de dingen van haar dagelijksch leventje, precies zooals een heer Celibatair er die op nahoudt. Maar.... om thans nog eens op de dames van het. voornoemde huis terug te komen. Een schoonmaakster verschijnt er geregeld om het ruwe werk te verrichten, een paar maal in de week. Doch waar ter wereld zouden de heeren Celibatairs bestaan, die gelijk deze meisjes doen : er op uit gaan en het eigen ontbijt koopen, de eigen kleêren wasschen, de eigen kousen stoppen? ??De ongetrouwde man woont meestal op kamers, waar hij ver zorgd wordt, zooals dat met een alleenwonend meisje zelden 't geval is. Of wel, hij betaalt een huishoudster, die zijn huishouden bestuurt op echte vrouwelijke manier. Het is een erkend feit, dat er geen verbe tering van den toestand voor 't werkende meisje mogelijk is, zoolang niet mannen en vrouwen op de zelfde wijze gesalarieerd wor den. Te dikwijls komt het nu voor, dat 't p Reeds meermalen vertelde ik hier ter*'arbeidende meisje, ook thuis nog door arbeidt plaatse iets over een nieuw beroep voor del [en haar gezondheid schaadt door gebrek aan Vrouw, in Amerika. " llontspanning. met kennis van oordeel, met kennis van de behoeften aan aan kleeding en voedsel werd opgesteld, indien mannen n vrouwen, die ernstig en met verstand naar eenveud streven, samen werkten, zon stellig een systeem te vinden zijn, dat de schatkist vele duizende guldens rijker maakt en de menschen in hun eisenen en levensstandaard vele graden gematigder. Het is een feit, dat les nouyeaux riches" een zeer laakbare en ergerlijke luxe tentoon spreiden, maar het is evenzeer een feit, dat deze weelde-belasting zoo niet hoofdzakelijk dan toch te zwaar zou drukken op les nouveaux pauvres", op hen, die een zekere standing" ophouden, die betere dagen ge kend hebben, die zich veel weelde ontzeggen, om wat zij van vroeger bezitten niet heele maal te verliezen. Als beginsel is deze belasting goed. Als systeem deugt ?.e niet, en het is hiermee als niet ieder moeielijk werk. Vingt fois sur Ie métier remettez votre ouvrage." E. C. v. D M. niiiiitiii iiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiniiiiimiii Babbeltjes EEN NIEUW EN AARDIG BEROEP VAN ALLES WAT Ons Kookboek GEVULDE TOMATEN EN KOMKOMMERS. Neem 2 groote en rechte komkommers, waarin niet te veel pitten zijn. Snijd ze in de lengte door, haal de pitten eruit en snijd de punten, die wel eens bitter zijn, weg. Kook ze half gaar in water met zout, maar zorg, dat ze niet te slap' worden, anders breken zij. Leg ze daarna in een braadslede. Vul iedere helft met een lange rol varkensgehakt, aangemaakt op de gewone wijze. Plaats in dezelfde braadslede 8 uitgeholde, groote, rauwe toma ten eveneens niet gehakt gevuld. Giet een weinig water of jus op den bodem van de braadslede en voeg daarbij de kapjes die van de tomaten zijn gesneden en datgene, wat bij het uithollen uit de.tomaten is gekomen. Bestrooi alles met paneermeel, leg er flinke stukjes boter of gesmolten jusvet op en laat het in den oven mooi bruin en gaar worden. Neem alles voor het opdoen voor zichtig uit de slede en schik het op een lang werpige schaal; de komkommers in het mid den, de tomaten er omheen. Voeg de jus, die gevormd is, er bij. M. L. - B. uiiiiilltiiiliiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiiiiiltiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiii Wat deden de eerste Benoemsters van de Rechterhand?Zij redeneerden: Wij verdienen goed, en wij wenschen onze jeugd en onze gezondheid en onze levensbelangstelling te bewaren, door onze energie te geven aan dingen, aie de moeite waard zijn. Wij besluiten dus, iemand te zoeken, die voor onze persoon lijke behoeften zorgt: die onze kleêren in orde houdt, onze japonnen opperst en verzorgt, die lintjes rijgt in ons ondergoed, onze kousen stopt en onze handschoenen wascht, enzoovoort." ??Het vrouwtje dat zoo-gaarne-haar middag nuttig besteedde," op de eerste ver dieping maakte toevallig kennis met onze meisjes.... en zij had haar werk, en de meisjes de gezochte rechterhand. Veel te doen was er niet, want de garderobe van een stenografiste is niet luxueus", maar er waren in de buurt andere flats" met andere b. b. b. h. h. meisjes, en ook aan haar kon de vriendelijke Rechter hand nuttige kleine diensten bewijzen, door geregeld de kleinigheden der garderobe te inspecteeren. Resultaat : de business-girls", die over de hulp der Rechterhand beschikken zien er thans zoo keurig verzorgd uit als maar mogelijk is. De laden der kleerkasten zijn modellen van netheid, de haarborstels worden twee maal in de week gebaad", en de schoenen geregeld geïnspecteerd en indien noodig naar den schoenmaker gestuurd. De fijne, broze blouses worden zorgvuldig in huis gewasschen, inplaats van naar de waschvrouw gezonden te worden, of den jongen dames zelf een vrijen middag te rooven ! Wat dunkt u er van, zou Vrouw Rechter hand ook in Nederland geen terrein vinden, voor haar verzorgings-enthousiasme", dat haar buitendien een aardige inkomst kan bezorgen?.... YVONNE DE TESSAN lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIMIflIllllllllllllllllllllllllllI De tuig en de avond Roerloos de tuin in avondzwijgen Een vijvertje een enkle boom En bloemen, die naar nacht heenneigen.... Het leven stü, ??stil als een droom. En kleine wolkjes, rose-teeder Dragen een mijmering van licht Door 't parelmoeren luchtgeveder.... Dan sluit het leven de oogen dicht. T o NY DE RIDDER * | B Drinkt SIPKES' Limonades. Smaken zuiver en verfrisschend. daar nu al maal geen terbessen. iiniidiiiiiiiiiiiimiii»»»»»"""»»"»»""»""»»1""1"»1""1""1""1""""1"111"1""""11""11"""" """" HiiiiiiiiimiiinmniiiiHiiiimnm jaren op gelet weg mee. Het De mijne zijn en weet er nog heelebegint al met de lijs in het eind van Juli reeds heelemaal kaal gevreten, de vruchten zijn dan nog nauwelijks rijp, de bladeren nog tamelijk frisch en met het contrast is het dus DE WILDE BESSEN Een plantkundige zal u vertellen, dat er ook heel wat steenvruchten bij zijn en nog andere soorten, maar zoo heel nauw kunnen we dat niet nemen. De volksmond spreekt nog wel van bottels en bramen en plaatselijk kennen wij nog wel den naam jaap" voor vruchten van den meidoorn, maar overigens noemen wij alles wat kleurig is en sappig kortweg bes. Meer dan een half jaar lang kunnen wij ons in hun pracht verheugen en al of niet ons verdie pen in hun lotgevallen en beteekenis. Een jaar of twintig geleden meenden wij daar al les af te weten, dat werd je allemaal precies verteld in Schmeil's leerboeken, zoo plausiebel, zoo kant en klaar af, dat alle verdere studie tamelijk wel overbodig leek. Gelukkig zijn er altijd nog menschen, die zich niet zoo gemakkelijk laten afschepen en die hebben niet nagelaten, om te wijzen op de velerlei afwij kingen en zelfs tegenstrijdigheden, die onver klaard moesten blijven. Het hoofdleerstuk van die dagen was, dat de vruchten zulke schitterende kleuren hebben, om de vogels te lokken en dat ter wille van de meerdere duidelijkheid de kleur van de vrucht een contrast vormde met die van het gebladerte in den herfst: blauwe pruim tegen geel loover, roode aardbei of framboos tegen groen blad. De middelsoort scholier vond dat heel prachtig, dat het Leven zoo in overeen stemming bleek met de elementaire physica. Nu is het zeker en stellig, dat de vogels die vruchten moeten zien, om ze te vinden. Maar er zijn er, die hun ontbijt al zoeken in de heel vroege morgenschemering en dan is er van kleuren en contrasten nog niet zoo heel veel merken. Later op den dag komt daar meer van terecht en dan hebben wij ons al heel spoedig te verbazen over de schijnbare stelselloosheid waarmee onze vrienden te werk gaan. Ik heb Meidoorn in vrucht 1:0*0 van . Bosch volkomen in orde. In andere deelen van het land blijven ze echter onaangeroerd tot laat in den herfst, als e bladeren zelf ook rood en bruin zijn, of zelfs tot den winter, wanneer de roode vruchttrossen hangen aan bladerlooze twijgen. Dit verschil in behandeling lijkt mij saam te hangen met de verspreiding der vogels, in het bijzonder met den trek van de jonge lijsters en spreeuwen. Tegelijk met de lijsterbes moet ik de meidoorn noemen. Die heeft in het begin van September goede rijpe vruchten, die behoorlijk rood afsteken tegen het groene gebladerte. In den regel wordt er dan echter door de vogels niet naar getaald. Verder in den tijd gaan de bladeren verkleu ren en het is niet te gelooveu, wat al tinten zoo'n gewone meidoorn al tot zijn be schikking heeft. Hij is daar nog lang niet ge noeg voor geprezen. Dat kan ook plaatselijk zeer verschillen. Soms wordt een heele struik heldergeel, soms oranje of vuurrood, een ander maal vinden wc alle drie die kleuren aan de zelfde plant, aan hetzelfde blad en afgewisseld met leerbruin of kastanjekleurig. De vruchten, die zelf van lichtgeel tot diep donkerrood kun nen zijn, gaan voor ons oog daar dikwijls in verloren, maar de vogels weten ze evengoed te vinden, als ze maar honger hebben. Zeer dikwijls echter blijven de japen aan de struik, lang nadat de bladeren zijn gevallen, voedsel voor de wintergasten. Maar het is mij toch ook al gebeurd, dat mijn mcidoornvruchten er aan moesten gelooven in de eerste week van September. Ook hier is dus geen gemakkelijke, algemeen geldige regel te stellen. Nog een zeer leerzaam geval is de hulst. Hoc trekken de roode bessenklonters de aandacht tusschen de glanzige groene bladeren en het blijft den heelen winter zoo. Hoe vaak ook blijven de bessen den heelen winter onaan geroerd. Dikwijls heb ik gedacht, dat de rijp heid der vruchten voor de vogels niet samen valt met de eetbaarheid of smakelijkheid, juist zooals voor ons de sleepruimpjes pas genietbaar worden als er vorst overgegaan is. In het bijzonder omtrent de hulst was ik die meerling toegedaan, totdat ik het ook al weer beleefde, dat een hulstenhaag in October door doodgewone merels werd leeg geplunderd, De Ueldersche roos verkeert in hetzelfde geval. Die hecit zijn contrastkleuren maar zeer korten tijd, want nauwelijks zijn de bessen rijp, of ook de bladeren gaan verkleuren in ongeëvenaarde pracht van purper en schar laken. Als de bessen hun glans niet hadden, zouden ze in het geheel niet in het oog vallen. Meestal blijven Je bessen aan den boom tot in het voorjaar en dan zijn ze dus den meesten tijd zonder achtergrond van gebladerte, doch ook alweer worden ze al dikwijls genoeg in September en October gegeten, zelfs gedu rende de weken, dat ze half verscholen zijn in het roode herfstblad. Als de roode kardinaalsmutsvruchten af steken tegen groen gebladerte, dan zijn ze nog lang niet rijp en tegen den tijd dat zij rijpen, worden de bladeren zelf ook rood of ook wel geel of purper, want die kardinaalsniuts is ook alweer zoo'n grilligere!. Ten slotte trekt de bladerlooze struik in den winter de meeste bezoekers. Als de donkerblauwe bessen van de Salornonszegcl contrasteeren met de gele bladeren, kijkt er meestal geen vogel naar om, dat komt pas later, wanneer de bladeren zijn afgevallen. Bij de klimop is van contrast in het geheel geen sprake ; het kost ons zelfs cenige moeite om de zwartige bessen te zien tusschen het donkere gebladerte, vooral wan neer het vriest en juist dan komen de duiven, de lijsters, zelfs de waterhoentjes er op af. Is er dan heelemaal geen regel, geen aan passingsverschijnsel? Ik zal mij wel wachten, dit te beweren. Misschien heeft de roode kleur een groote aantrekkelijkheid voor de vogels, want ook de bloemen, die zij bestuiven, zijn meest rood. Maar met dit eene vcrondersteliinkje komen wij nog lang niet klaar en wij zullen nog heel wat moeten wandelen en waarnemen en experimenteeren, eer dat de schoone harmonie in het herfstleven van die ren en planten ons duidelijk wordt. Voor n ding ben ik bang. Wellicht be staat er op het oogenblik geen overeenstem ming tusschen den vruchtenvoorraad en het aantal der consumenten. Te weinig vogels. JAC. P. T Hij s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl