Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11 Sept. '20. No. 2255
REVOLUTIONNAIR VOETBAL TE ANTWERPEN
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaan
KUNSTHANDEL
JACK NIEKERKvlhChefGouptl&Co.
23 & 250 Lange Houtstraat, 's-Gravenhage
MEESTERWERKEN VAN DE
ije EEUWSCHE, HAAGSCHE
EN FRANSCHE SCHOOL
Bal"sjewiek
llllllllllllllllllllllüllmNIIIIINIIIIIIllll MIIIIIIIIIIIIIIM""l'llIIIIIMIIIIIIINlmlllllllMIIIIIIIIMIIIIIIII
CHINEESCHE GEDICHTEN
LÈTAI Pon (18e eeuw)
bewerkt door W. H. DE Roos
Der raven nacht-roep
Het eerste Lied
Langs de geele avondwolken,
Bij den slotwal, trekken raven
Rust-begeerig naar hun nesten.
Moede van hun verre-tochten,
Toeven ze^er en op de twijgen
poozend, krassen zij er klagend.
Aan heur weefstoel, in een wolk van
bloemen-bonte zij verschemerd,
weeft in 't slot de edel-vrouwe.
Slechts dit blauw-groen waas, een nevel,
Scheidt haar van het venster-open
Van den avond-roep der raven
En het speeltje praat niet langer,
Aan haar smachten naar den Liefste
Denkt zij droef, haar fel verlangen
Heel den nacht doorwaakt zij eenzaam,
Op verlaten peluw stroomen,
Als een regen neer heur tranen.
Het tweede Lied
Naar hun nesten op den toren,
Keeren raven met gekrijsch.
lllllllllllllllllllnmlllllllinl'llllllllllllll'l*"11"*1"""
IIIIIMII1II1IIIII
CADILLAC
Het Meesterstuk der Autotechniek
Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT
HARTEN, RUITEN, KLAVEREN,
SCHOPPEN
In geen levens- of kunstuiting komen zoo
de eigenaardige hoedanigheden van een volk
naar voren, als in zijn spelen en festiviteiten.
Daar, waar het juist gaat om de minst inge
toomde bevrediging van lusten en gevoelens,
komen ideeën en gedachten te voorschijn, die
anders veelal door conventie of mode worden
teruggedrongen. En toch, 't moge paradoxaal
lijken en zijn, toch is ook juist het spel door de
eeuwen heen, een van die zaken geweest, die
't meest aan de mode hun tol betaalden ;
toch doet juist daar de mode van een zeker
Duitsche kaart XXste eeuw
Eicheln VII
volk, een zeker tijdvak, zich zoo sterk gevoelen.
En wat is logischer, dan dat van alle spelen,
veranderingen, te voorschijn geroepen door
veranderde volksgeest of mode, 't sterkst te
voorschijn treden bij het spel, wat van den
beginne af aan, een van de sterkste
menschelijke hartstochten, de geldzucht, wakker riep,
bij het kaartspel?
De bedoeling van dit artikel is niet een his
torisch overzicht te geven van het kaartspel,
noch alle veranderingen na te gaan, die de
speelkaarten in den loop der tijden onder
gingen. Slechts een klein gedeelte van dit
laatste veld van beschouwing, zou ik hier
willen bezien, een gedeelte wat hoewel mis
schien niet van groot cultuur-historisch
belang toch n voor den historicus n voor
Si-Schi, 's Konings liefste, dronken,
Danst in Koning Wu's paleis.
Lied'ren van Wu,
Dansen van Tsu.
En niemand schijnt nog het feesten moe.
Zie! Reeds krimpt de purp'ren zon-helft
Op der heuv'len ver azuur.
En het water, onverhinderd,
Druppelt neer van uur tot uur,
Druppelt uit den gouden vaas van 't
Züver-pijlig water-uurwerk,
Voort dwingt het den zilvren wijzer
Langs zijn baan ? van uur tot uur.
Nu zie de herfstmaan heerlijk rijzen!
Dan, in den stroom, duikt ze^onverwacht.
Dra zal de dag in 't Oosten grijzen :
Wat rest van alle pracht ? .
Lente-gedachten
Nu glanst als groene zijde (alom het gras.
Laag hangt het groen getwijgt der
moerbeiboomen.
Dat mijn gemaal te keeren toch besloot:
Nu is mij lente zelfs nog droever tijd.
Eenzelvig mijd ik zoelen lente-winc,
Ach! wie zou heffen 't zijden bedgordijn?
Drinkgelag met den heremiet op
den berg
Omringd met bloemen! Drinken wij den wijn!
Eén kroes. Nu nog n kroes. De derde ook!
Ik dronken en gij dom'lig. Kom, ik ga!
Vriend, morgen keer ik, in den arm mijn luit.
De zilver-reiger
Een zilver-reiger! Rustig daalt hij neer,
Drijft licht nu boven 't herfstblauw van
den poel!
Verweesde rijpvlok zijgt zoo rustig niet.
Tevree van hart aanschouw ik dit en toef:
Op dichtbij eiland staat hij eenzaam, turend.
De Javasche Bank
Het, dezer dagen alhier aangekomen, ver
slag der Javasche Bank over het boekjaar
1919/20, is niet alleen belangrijk wegens de
daarin vermelde cijfers en gegevens omtrent
het bedrijf der instelling zelve, maar meer nog
wegens de talrijke wetenswaardige
bizonderheden omtrent het economische leven in Ne
derlandsen-Indië.
Wat het eigen bedrijf der Bank aangaat,
waren de resultaten over het afgeloopen boek
jaar uiterst gunstig. De netto-winst, die reeds
in het vorige jaar van nog geen drie millioen
tot / 4,400,000 was toegenomen, wijst eene
veide.e vermeerdering met ruim een millioen
aan, ondanks eene toename der
onkostenrekening met drie kwart millioen. Sedert de
wijziging van het octrooi in 1909 is de netto
winst van ? 1,316,000.?tot / 5,477,000.
geklommen of meer dan verviervoudigd. Het
dividend voor de aandeelhouders is dienten
gevolge van 10.7 pCt. over 1909/10 tot 30 pCt.
over 1919/20 gestegen, terwijl de uitkeering
aan de Koloniale Kas van nog geen vier ton,
in eerstgenoemd jaar tot bijna twee millioen
in het afgeloopen jaar toegenomen is. Een en
ander houdt natuurlijk nauw verband met
de toenemende welvaart van
NederlandschIndië, dank zij voornamelijk de gunstige om
standigheden, waaronder de
landbouW-industrie heeft kunnen werken.|
economische
toeomtrent niet veel verwachten.
Immers def uitgifte der 6 pCt. leening van
? 180 millioen kon alleen slagen door de hulp
der Javasche Bank, die zich bereid verklaarde
om aan Nederlandsch-Indische inschrijvers
90 % van de marktwaarde der 6 % obligatiën
voor te schieten tegen eene rente van 4£ pCt.
en zulks met de belofte om de rente gedurende
2 jaren niet te verhoogen. Van die hulp der
Javasche Bank werd dan ook een ruim gebruik'
gemaakt, daar van de ? 128 millioen Indische
inschrijvingen ca. ? 85 millioen of 2/3 bij de
Javasche Bank beleend werd. Gevraagd mag
worden, of het wel juist gezien is, op die wijze
de middelen van de circulatie-bank tot een
groot bedrag voor een geruime periode vast te
leggen en daarmede tegelijkertijd eene niet
wenschelijke rente-arbitrage in de hand te werken.
Opmerking verdient het daarbij, dat de
directie in haar verslag over 1917/18 deze wijze
van handelen scherp veroordeelde. Toen toch
schreef zij naar aanleiding van de emissie van
de5%-leening van ? 50 millioen: De Javasche
Bank had zich bereid verklaard om de stuk
ken van de nieuwe leening op gelijke voor
waarden als andere fwidsen dus zonder spe
ciale gunstige voorwaarden, in beleening te
nemen, en wel omdat het Indische Koloniaal
crediet thans als voldoende gevestigd kan wor
den beschouwd. Tegen eene rente van 4^ pCt.
bleef de Javasche Bank dus bereid om de stuk
ken der leening in onderpand te nemen,
daarbij elk geval op zichzelf beschouwende ten
einde zooveel mogelijk rente-arbitrage, waarvoor
de middelen van de Javasche Bank niet mogen
worden gebruikt, te voorkomen".
Dit was een volkomen juist standpunt. Maar
waarom thans daarvan afgeweken", vooral
waar het gevaar voor rente-arbitrage zooveel
grooter was. Immers bij deze 6 % leening
beteekent de faciliteit, dat 90 pCt. van het be
drag door de Javasche Bank gedurende twee
jaren tegen 4J- pCt. geleend zoude worden,
voor hen, die daarvan gebruik gemaakt heb
ben, een rendement van bijna 20 pCt. op de
10 pCt. aan eigen middelen, die zij in de lee
ning gestoken hebben. Voor elke obligatie
van ? 1000.?ontvangen zij toch / 60 rente
en moeten daarvan voor de / 900.?bij de
Javasche Bank opgenomen / 40.50 aan rente
betalen, zoodat zij van de / 100.?surplus
/ 19.50 rente trekken. Zoo iets, is dit een
prik,»kel tot ongewenschte rente-arbitrage,
waarTen aanzien van de
standen in Indië, wordt er in het verslag o. a. tpvoor de middelen van de Javasche Bank,
op gewezen, dat het bedrag der schulden van tvolgens de uitspraak van 1917/18, niet
geNederlandsch- Indiëper ultimo December~£[bruikt mogen worden.
1920 mag aangenomen worden ? 616,804,900 d En nog een grooter gevaar dreigt, wanneer
te zullen bedragen, waarvan / 412 millioen -^na verloop van twee jaren de faciliteit
opgeaan vaste leeningen en / 204 millioen*) aan '-heven wordt en er dan een sterken aandrang
komt om het bij de Bank beleende fonds aan
de markt te brengen. Het crediet van Neder
landsch-Indië, dat op intrinsieke merites hoog
verdient te staan, zoude door deze te kwader
ure verleende hulp wel eens ernstig benadeeld
kunnen worden, vooral wanneer het afloopen
van dezen beleenings-termijn mocht samen
vallen met de behoefte om de vlottende schuld
door eene nieuwe groote leening te
consolideercn.
Intusschen verdient het waardeering, dat
de directie der Javasche Bank onomwonden
het volle licht heeft doen schijnen over de
wijze, waarop de Indische leening onder
gebracht is. Het ware zeker te wenschen, dat
even openhartig het volle licht verspreid
werd over de wijze, waarop hier te lande van
de beleenings-faciliteiten der Nederlandsche
Bank gebruik gemaakt is bij de plaatsing der
crisis-leeningen.
En niet alleen ten behoeve van het Gouver
nement worden de middelen der Javasche
Bank in beslag genomen, maar het blijkt, dat
de toenemende moeilijkheid voor Gemeenten
en Gewesten om leeningen te plaatsen, zware
eischen aan de Javasche Bank stelt. In het
verslag wordt toch vermeld, dat de
regeevlottende schuld. Deze vlottende schuld is
echter gedekt door / 180 millioen aan nog te
innen belastingen en / 40 millioen aan voor
raad levensmiddelen.
Tegenover de sedert 1912 aangegane vaste
schuld van per saldo / 343;J millioen, staat een
bedrag aan kapitaalsuitgaven van / 483
milllioen, zoodat de vermeerdering van schuld
verre overtroffen wordt door vermeerdering
van bezittingen. Terecht mag de directie
der Bank er dan ook op wijzen, dat eene
schuldvordering op Nederlandsch-Indi
zeker te beschouwen is als eene uiterst soliede
belegging met een behoorlijk rendement. Deze
zienswijze volkomen beamende, komt het mij
evenwel voor, dat de directie wat al te opti
mistisch is, waar zij daarop laat volgen:
Aangezien in Nederlandseh-Indiëin de cul
tures niet alleen'in den iaatsten tijd overal
groote winsten worden gemaakt, maar dit
ook in de toekomst het geval zal zijn, mag
worden verwacht, dat een groot gedeelte van
die winsten blijvend zal worden belegd in
Staats-leeningcn van Nederlandsch-Indië".
Wij helpen het hopen, maar wat in het verslag
zelve wordt medegedeeld omtrent de deel
neming van Indisch kapitaal in de jongste
Nederlandsch-Indische leeningen, doet
daarvernement weder extra-voorschotten moest ver
strekken, ten einde de Gemeenten en Gewesten
buiten moeilijkheden te houden. In dit op
zicht althans is de houding der Nederlandsche
Bank, die stelling genomen heeft tegen het
toenemend herdisconteeren van gemeentelijke
accepten, hoe hard het ook schijnen moge,
beter te verdedigen.
Een aantal andere punten, in het verslag
vermeld, zullen mij wellicht later gelegenheid
geven, tot afzonderlijke bespreking. Er zijn
echter een paar punten, die ik thans ter loops
wensch aan te stippen.
Uit verschillende plaatsen van het verslag
blijkt, dat de directie der Javasche Bank
ingenomen is met het blijkbaar streven, om
den handel van Nederlandsch-Indiëzooveel
mogelijk los te maken van het intermediair
van instellingen en ondernemingen in het
moederland. Zoo wordt o. a. op pag. 19 gezegd,
dat Nederlandsch-Indiëna het sluiten van
den vrede zijne directe verbindingen met
Duitschland en Oostenrijk weder geopend
heeft. Stoomvaartverbindingen tusschen
Hamburg en Nederlandsch-Indiëdirect en
Triest en Singapore, maken het mogelijk om
Nederland en andere landen als transito uit
te schakelen". Op eene andere plaats lees ik :
Daarbij bleven de landen als Scandinavi
en Amerika, die vroeger gewoon waren te
Amsterdam, Hamburg en Londen ter markt
te gaan, hunne inkoopen direct bewerk
stelligen en het gevolg daarvan was natuur
lijk eene verlevendiging van het verkeer spe
ciaal van Nederlandsch-Indiëmet Amerika".
Elders, bij de bespreking van het artikel
thee, wordt o.a. gezegd, dat het te betreuren
zoude zijn, indien de markt aldaar niet meer
voor het reeds ingeburgerde Javathee-product
zou worden bewerkt. Zeker, propaganda ma
ken voor Indische producten in andere landen
is wenschelijk, maar de ondervinding, blijkens
de jaarverslagen van een aantal Indische
thee-ondernemingen opgedaan bij den directen
invoer van Java-thee tijdens den oorlog in
Amerika, is niet van dien aard geweest, om
dien aanvoer yaan te moedigen.
Het ligt aan mij niet te beoordeelen, in
hoeverre de houding van verschillende Neder
landsche instellingen, bij den handel op Indie
betrokken, wellicht aanleiding heeft gegeven
voor de betrokkenen in Indië, om zich van de
voogdijschap van het moederland te willen
losmaken, maar toch wil het mij voorkomen,
dat in beider belang eene zoodanige zucht tot
afscheiding niet wenschelijk is.
Bij de groote belangstelling, die tegen
woordig het hoofdproduct der Indische
landbouw-nijverheid, de suiker, ondervindt, zij
hier nog vermeld, dat in het verslag der
Javasche Bank o. a. het volgende wordt
aangeteekend :
Het is wel wenschelijk, om hier even de
aandacht er op te vestigen, dat een getaxeerde
oogst 1920 tegen een
gemiddeldenverkoopprijs van stelle / 50.?per picol eene opbrengst
van 1} milliard guldens, of na aftrek van
productiekosten in ruwe becijfering l milliard
guldens winst voor producenten en eigenaren
der fabrieken beteekent".
Op gezag van de directie der Javasche
Bank moeten deze cijfers wel als juist aan
genomen worden, maar toch schijnt het wel
wat overdreven dat, bij de ook in Indiësterk
verhoogde loonen en prijzen van materialen,
zelfs bij een prijs van / 50.?tachtig percent
van de opbrengst als zuivere winst mag be
cijferd worden.
j J. D. S A N T I L H A N O
iiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiim» tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiili
*) Dit cijfer schijnt wel wat laag geraamd,
daar blijkens de wekelijksche opgaaf in de
Staatscourant op 9 September reeds uit de
Rijkskas ca. 211 millioen aan Indiëvoorge
schoten is. J. D.
ring tijdelijk garantie verleende voor accepten
(der Gemeenten en Gewesten), die onder toe
zegging van herdisconteering tegen 3] pCt,
bij de verschillende banken in
NedcrlandschIndiëwerden ondergebracht. Die banken toon
den zich later ongenegen de accepten te ver
lengen, waardoor de Javasche Bank het Gou
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIMIII1IIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIII1IIMIIIIII1IIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII
den leek, interessant is. De verscheidenheid
in de kleuren der speelkaarten en de bena
mingen van die kleuren bij de verschillende
volken is zóó groot en het verband, te midden
van die verscheidenheid, zóó eigenaardig, dat
het wel verdient opgemerkt te worden.
Veronderstellende dat de lezer iets weet
van het ontstaan van het kaartspel ; hoe
dit, evenals het schaakspel, waarvan het een
variant is, van uit Aziëen N. Africa, tot ons
gekomen is, kunnen we dus beginnen met het
oudste en origineelste, bekende kaartspel,
waarvan Chatto, in zijn : Facts and
speculations on the origin and history of playing
cards, 1848" gewaagt. Dit kaartspel, wat'ook
Fransche kaarten. Zij hadden afgezien van ^
aantal en teekening de volgende 4 kleuren:?
Zwaarden (Spade), Bekers (Cope), Munten ^
(Denari) en Stokken (Bastoni). Waar dczel^
Trappolicr kaarten hun kleuren" aan ont-'*
leenden is niet bekend ; wel heeft Jo/r.V'
Breitkopf er emblemen in willen zien n.ni.^j
Zwaarden van den adelstand; bekers van de*!!
geestelijkheid (voorwaar een eigenaardige v
getuigenis van het leven der geestelijkheid'!
in die dagen !) munten van den burgerstand, il
onafhankelijk van elkaar en onafhankelijk
van de Bastoni, Denari, etc. der
Trappolierkaarten. Eén groote lijn, gaat door al deze
verschillende teekens ; de evolutie die in iedere
geestesuiting zich merkbaar maakt, heeft ook
hier de hand in 't spel.
En wel op de volgende wijze : De
Italiaansche teekens: Spade, Cope, Denari, en
Bastoni, werden in Duitschlandjtveranderd
in resp. Bliitter, Herzen, Schellen 'en Eicheln.
De bewijzen hiervan liggen voor de hand.
l Op de latere Trappolierkaarten komt de
Duitsche Piquetkaart XVIIde eeuw
Eicheln VII
nu nog in Hindostan gebruikt wordt, hadjo.a.
als kleuren : zwaarden, volle manen, kro'ien,
e.d. Hoe het kaartspel van uit Aziëin Europa
en wel het eerste in Spanje en Italiëis geko
men, valt niet met zekerheid uit te maken.
Wat wel vast staat is dat een spel op het
oogenblik alleen nog in Bohemen en in Hon
garije voorkomend, het z.g. Tarotspel, het
oudste spel van Europa is. Het bestaat uit
78 kaarten, t.w. 4 X 14 kaarten van opvol
gende numerieke waarden, 21 z.g. emble
matic cards", kaarten elk met een verschil
lende voorstelling van geen bepaalde kleur",
en l fou" of joker".
De kaarten, die hierna, in Italiëen
Spanje, in zwang kwamen vormen den grond
slag van de Juiidige, incest gebruikelijke,
Oude stel Trappolierkaart
Bastoni V 4
en stokken"van~deif"dienenden of
kneclitcnstand. l ' .- . , ?
f Hoe het ook zij, of Breitkopf inei ie ver gaat
of£ niet, zeker doen hij "en met hem anderen
als Liullet en Menestrier dit, wanneer zij van
de later ontstane Duitsche Piquet en Fran
sche kaarten in de kleuren" evenzoo em
blemen voor de verschillende standen willen
zien. En niet zuozeer hierin ligt hun dwaling,
als wel in het feit, dat zij zich het ontstaan van
de kleuren" der Duitsche kaarten-Blaüer
l lerzen, Schellen en Eicheln en der Fransche
?--Pique, Coeur, Carreau enTrefle--- denken,
uitsche^Trappolierkaart XVde eeuw
Spade voor als ten breed zwaard, de Cope als
een groote beker met voetstuk ; de Denari zijn
verschillende ronde munten, de Bastoni dikke,
knoestige takken. Een Duitsch Piquetspel
nu uit de XVde eeuw, draagt kleuren" wier
samenhang met de vorige duidelijk kenbaar
is, t.w. zwaarden, met breede punt, een suort
van bellers of kelken, naar beneden in een
punt uitloopend, schellen n.m. ronde z.g.
kattebel/etjes, en dikke knoestige eiken takken.
t. Later werd van de zwaarden alleen de punt
afgebeeld ; hieruit ontstonden de omgekeerd
hartvormige bladen ; de kelk werd gcstyleerd
en veranderde in een liarl ; op een Duitsch
spel van Ludw. Burger dragen de harten
poppenjallen een beker in de hand. De over
gang van munt naar schel is duidelijk, terwijl
een pars pro toto" afbeelding van eikel voor
eikenboom of tak ook niet zoo ver gezocht is.
k Van de Duitsche kleuren is dus nu de af
leiding van de Italiaanschc bewezen ; volgt
dus een verklaring van de Fransche kleuren.
f* De Duitsche Blatter werden hier eenvoudig
weg overgenomen, doch. . . . met de
Italiaansche naam pique-zwaard, zwaardspits
en zwart gekleurd. Harten bleven harten.
De ruiten kregen hun vorm naar sommige
oude Duitsche kaarten waar de Ital. munt
onder een zekere helling is afgebeeld ; ze
vormen dan een ruit" met afgerande hoe
ken. Dat eikels in klaveren veranderen is
niet zoo verwonderlijk als dit wel lijkt,
wanneer men weet dat ook de Duitschers al
i.p.v. eikels een Akoleiblad hadden, een blad
volkomen gelijkend op een 3-deelig klaverblad.
Bij de speelkaarten in Engeland is het al
heel eigenaardig gegaan. Het kaartspel kregen
de Engelschen n.m. geïmporteerd" door
enkele hunner soldaten, die onder
Hawkwood en andere kapiteins in de Italiaansche
en Spaansche oorlogen mee hadden gestreden.
Zij leerden daar het kaartspel kennen en
brachten bij hun terugkeer in hun vaderland
dus de Ital. Trappolierkaarten mede. In de
XVde en XVIde eeuw was echter de aanraking
tusschen Engelschen en Franschen zoo groot,
dat de Engelschen van de Iaatsten, het bij
hun gebruikelijke kaartspel overnamen, en
nu deed zich het verwonderlijke geval voor
dat de Fransche kleuren werden overgenomen,
doch voor sommige deze kleuren de Italiaan
sche namen behouden bleven. Want wat is,
Spadcs (pique-schoppen) anders dan het Spaan
sche Espada, het Ital. Spade ; en wijst niet
het Engel. Clubs (trëfle) voor klaveren terug
op het Ital. Bastoni?
Ook in Nederland worden wij bij het kaart
spel nog herinnerd aan de Spaansche-Itali
aansche afkomst, en de verandering der
kleuren ; bij het Hombre Spel heet n.m. klaver
aas : Basto, Schoppen aas : Spadille ; zuiver
de Spaansche woorden voor stok en zwaard.
Tot slot laten we hier nog een lijstje volgen
van de veranderingen die de kleuren" der
kaarten bij de verschillende volken hebben
ondergaan :
Ital. Duitsch Fransch Engelsch Nederl.
Spade Bliitter Piques Spades Schoppen
Cope Herzen Coeurs Hearts Harten
Denari Schellen Carreaux Diamonds Ruiten
Bastoni Eicheln Trcflcs Clubs Klaveren
(Akolei)
G. H. KNAP