Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
I& Seph '20. No. 225o
beoordeeling te staan van de belanghebbende
partijen zelve, de werkgevers en arbeiders,
georganiseerd tot onderlinge samenspreking
en bekleed met de macht tot handelen."
Hoezeer het inslaan van dezen weg voor
de Overheid-werkgeefster wenschelijk en drin
gend was, bewijst wel dat ik in genoemd
geschrift nog uitvoerig'polemiseerde met den
heer Wibaut, die in het soc. dem. orgaan
de Gemeente" tegen de medezeggenschap
der werklieden was opgekomen, daarbij
betoogende en dit een eisch van democratisch
bestuur noemende, dat de bestuurstaak van
den gekozen gemeenteraad de regeling der
arbeidsvoorwaarden van het personeel in
gemeentedienst moet omvatten. Ik meende
evenwel (t.a.p. blz. 205), dat blijkens deze
beschouwing de toenmalige stelselmatige ^ont
houding der socialisten van deelname aan
de bsstuurstaak zich wreekte in een gemis
aan practischen kijk op de openbare bestuurs
inrichting. Een meening, welke weldra juist
bleek te zijn, want nauwelijks was de heer
\V. twee jaar lid van het dagelijksch bestuur
der hoofdstad of hij verdedigde in den Raad
een voordracht, strekkende om de nu ook
hem gebleken te knellend geworden
raads'bemoeiing eerlang 2) opzij te zetten en door
^georganiseerd overleg met de
werkliedenor;ganisaties, waarbij aan de laatste inderdaad
-medezeggenschap zou worden toegekend, te
"vervangen. En onlangs, bij de behandelng
van de voordracht, die tot het in den aanhef
van dit artikel genoemde raadsbesluit leidde,
verklaarde de heer Wibaut dan ook (Gemeente
blad blz. 1039): Burgermester en Wet
houders meenen, dat het veel beter is, te
komen tot een loonregeling, die de vrucht is
van overleg met de organisaties van
gemeentewerklieden dan een loonregeling, zooals vroe
ger gold, die werd opgelegd." Dat de Raad
hierbij iets" van zijn bevoegdheid prijsgeeft,
gaf hij onomwonden toe.
Op deze episode uit de voorgeschiedenis
van het besluit, dat ons hier bezighoudt, ben
ik even ingegaan opdat man er een laatste
waarschuwing in moge opmerken voor de
ramp, die ons vaderland zal treffen, als de
ingediende Rechtstoestandswet" tot stand
mocht komen. De minister Heemskerk, die
indertijd zelf als wethouder gedurende negen
tien vergaderingen van den Gemeenteraad
het thans nog bestaande Atruterdamsche
werkliedenreglement in ontwerp verdedigde
(meri leze daarvoor de 645 pagina's van het
Gemeenteblad !) denkt blijkbaar nog met ge
noegen aan het succes, dat die discussie
hem bezorgde, maar heeft van de ellende,
die dat reglement gedurende een twaalftal
jaren heeft opgeleverd, niets meer meege
maakt. Al die ellende, zoowel in de diepte
als in de breedte verveelvoudigd, zal hij nu
met zijn wetsontwerp op de rechtspositie van
ambtenaren (waaronder ook werklieden ^wor
den verstaan) het Rijk, de Provinciën en alle
Gemeenten op den hals halen en daarmee
een gezond openbaar bedrijfsbeheer feitelijk
onmogelijk maken , juist op het oogenblik
dat de Gemeente Amsterdam gereed stond
zich van den last 3) van haar werklieden
reglement eindelijk te verlossen. Immers,
de voorbereidende arbeid voor de bij het
Raadsbesluit van October 1916 bedoelde
totale herziening van dat reglement, was
volbracht. Het nieuwe reglement zou de
instelling bevatten van een Centrale Com
missie", die volgens de daaromtrent in het
reglement gegeven aanwijzingen, de geheele
regeling van rechtspositie en arbeidsvoor
waarden voortaan zelf en?behoudens cassatie
en budgetrecht buiten alle bemoeiing van
den Raad kon volbrengen. B. en W. ver
klaarden evenwel, zich van de indiening eener
daartoe strekkende, voordracht vooralsnog te
hebben onthouden, wijl zij meenden eerst een
nadere beslissing nopens de
rechtstoestandswet te moeten afwachten.
Intusschen kon eene nieuwe loonregeling
daarop onmogelijk wachten en was de on
houdbaarheid van de vaststelling daarvan
door den Raad wel boven die van alle andere
regelingen gebleken. Daarom werd alvast
voor dit punt medezeggenschap van de
werkliedenorganisaties voorgesteld en door den
Raad aangenomen. De bestaande, uitsluitend
uit werklieden-leden samengestelde
adviseerende Centrale Commissie werd dus voor dit
doel gereorganiseerd. Maar ook slechts uit
sluitend voor dit doel! Hoewel hare samen
stelling en werkwijze nu op volledige
regeiiMMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nederl. Munt
Hollandm moo*t gowlido sigaar
ling der rechtspositie en arbeidsvoorwaarden
berekend zijn, is haar geen andere taak op
gedragen ; over alle andere regelingen dan
de loonbepaling blijft zij slechts een
adviseerend en B. en W. of de Raad het regelende
orgaan. Dat uit deze tweeslachtigheid moei
lijkheden zullen voortvloeien, kan
gereedelijk worden verwacht..
Gelijk boven werd opgemerkt,heeft de Centrale
Commissie nu die haar in zake het loon op
gedragen taak met succes vervuld; binnen
een tijdsverloop van 8 dagen was in haar
midden over een nieuwe regeling overeen
stemming verkregen. Na deze proef
waar het over zulk een netelig onderwerp
en onder zulke bezwarende omstandigheden
ging, mag men wel zeggen : na deze zware
proef zijn haar samenstelling en werkwijze
gebleken deugdelijk te zijn. Zij wordt ge
vormd door vertegenwoordigers van twee
partijen, het gemeentebestuur en de werk
lieden. Het gemeentebestuur wordt vertegen
woordigd door 2 leden van het college van
Burgemeester en Wethouders, die het poli
tieke element uitmaken; voorts uit een drie
tal hoofden van gemeentelijke diensttakken,
die het badrijfstechnische element uitmaken
en uit den directeur van het Arbeids-Bureau,
schrijver dezes, die het sociaal-organisato
rische element uitmaakt. Tezamen 6 leden.
De werklieden worden vertegenwoordigd door
2'. afgevaardigden van de afdeeling Amster
dam van elk der 5 landelijke organisaties van
Overheids-personeel; tezamen dus 10 leden.
Deze afgevaardigden behoeven zelf geen be
stuurder der plaatselijke afdeeling te zijn;
van de bevoegdheid om leden van het hoofd
bestuur der landelijke organisatie aan te
wijzen is gebruik gemaakt. Categorale orga
nisaties, d.z. organisaties die slechts werk
lieden van een bepaalde categorie als leden tel
len, zijn dus niet vertegenwoordigd ; hun spe
ciale belangen moeten en kunnen dgor de
vertegenwoordigers der algemeene organi
saties worden in het oog gehouden.
De twee gro-epen van vertegenwoordigers,
die van het Gemeentebestuur en die van de
organisaties, vormen ieder een complex, dat
n stem uitbrengt. Zijn die beide stemmen
gelijkluidend, dan komt de regeling tot stand;
is overeenstemming onmogelijk, dan moet de
Raad de beslissing geven. De stem van de
vertegenwoordigers van het Gemeentebestuur
wordt door de leden van het college van
B. en W. bepaald ; de directeuren adviseeren
hen daarbij. Evenzoo adviseert ook de door
den Raad benoemde Commissie van Bij
stand voor de Arbeidszaken", welker leden
echter advies moeten uitbrengen zonder de
vergaderingen der Centrale Commissie (waar
van zij de njtulen ontvangen) te hebben
bijgewoond en nadat de onderhandelingen
daar zijn beëindigd. Bij het bepalen van de
gemeenschappelijke stem der arbeidersor
ganisaties is aan elke organisatie invloed toe
gekend in verband met haar ledental; niet
echter volkomen in evenredigheid tot dat
ledental. De situatie is thans zoo, dat de beide
groote organisaties (?syndicalisten" en mo
dernen") samen de stem kunnen bepalen;
zijn zij het echter samen niet eens, dan moet
elk hunner 2 der drie andere organisaties
(?neutralen", Christelijken" en Katholie
ken") meekrijgen om de meerderheid en daar
mee de" stem te kunnen vormen. Men zal 't
er echter zooveel mogelijk op aanleggen het
allen eens te worden. Zeer veel draagt daartoe
bij het voorschrift van het Reglement van
Orde omtrent het houden van vóór- of
tusschenvergaderingen van de leden, die tot een
groep behooren. Dit reglement van orde is
door de Commissie zelve vastgesteld en zal
weldra (met bijvoeging van het Raadsbesluit
tot organisatie der Commissie) voor belang
stellenden verkrijgbaar zijn. Ik mag daar
naar dus verder verwijzen.
Op de door de Centrale Commissie aangeno
men nieuwe loonregeling zelve, ben ik in
het bovenstaande niet ingegaan. Slechts zij
vermeld, dat die regeling is vastgesteld ten
minste voor den tijdsduur van l jaar, zoodat
we voor het loopende en het volgende jaar
van verdere loonacties (die in de laatste tijd
zich zoowat om de 3 maanden herhaalden)
verschoond zullen blijven. De regeling snoet nu,
naar den eisch van het Raadsbesluit van 21
Juli, nog formeel door den gemeenteraad wor
den bekrachtigd. Dat dit niet meer dan een
formaliteit is, zag de Raad destijds zelf wel
in. Hij besloot daartoe echter hoewel prof.
Krabbe die ter zake advies had uitgebracht,
dit uitdrukkelijk onnoodig verklaarde, in
dien de Raad maar het cassatierecht behield
om tegemoet te komen aan hun, die vaststel
ling alleen door de Centrale Commissie in
strijd met de Gemeentewet achtten. Natuurlijk
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERINQ
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiitmiimiiiiimii
moet de Raad de gelden voor.de uitvoering
toestaan en als hij daartegen bezwaar heeft,
zal een niéuwe regeling op lager peil moeten
worden vastgesteld. Voor andere regelingen,
die geen geldelijke gevolgen hebben of waar
voor de benoodigde gelden zich op de begroo
ting 'zijn toegestaan, zou de formaliteit
van bekrachtiging door den Raad slechts tot
verhooging van de mindering. En geheel
onnoodig! Ging de Raad aan die regelingen
uitvoerige duscussies wijden of weigerde hij,
zonder zelf tot wijziging te kunnen besluiten,
goedkeuring aan regelingen waarover partijen
in de C.C. het reeds eens geworden waren,
dan zou hij immers aan zijn eigen, hem ont
lastende instelling, alle leven ontnemen. Dat
die instelling levensvatbaar is en voor lang
leven voorbestemd, dan schijnt mij echter nu
wel zeker. Dat de Regeering of anders de
Tweede kamer dit nu nog intijds moge inzien
door in plaats van de Rechtstoestands wet
een dergelijk Rijksorgaan als het hier bespro
ken gemeentelijke in het leven te roepen."
A. 7.9.20
J. VAN H E T T I N G A T R O M P
1) ,,Het Sociale Arbeidscontract; beschou
wingen over de bemoeiingen van de Overheid
met arbeidsvoorwaarden in verband met de
praktijk van het Amsterdamsche Werklieden
Reglement." Amsterdam, Uitgevers en Druk
kers-Mij. F. van Rossen.
2) Ten onrechte wordt veelal de meening
gehuldigd dat reeds door de aanneming van
die voordracht, in October 1916, mede
zeggenschap aan de organisaties werd toe
gekend. De voordracht behelsde nog slechts
de uitnoodiging om te gelegener tijd een regle
mentsherziening met die strekking aan de
orde te stellen, nadat de organisaties zich op
het vervullen van die taak hadden voorbereid.
Deze voorbereiding zou bestaan in het kennen
van vertegenwoordigers der organisaties voor
de toepassing van het bestaande eventueel
nog op de gewone manier te wijzigen regle
ment.' Bij dat, sedert bij diverse Gemeenten
en het Rijk nagevolgd, z.g. georganiseerd
overleg hebben de organisaties slechts
adviseerende bevoegdheid. Dat men met dit
hooren" der organisaties niet zou kunnen
volstaan en geenszins het gestelde doel, de
ontlasting der vertegenwoordigende colleges,
zou bereiken, stond dus van te voren vast.
3) Een voorbeeld! De in het reglement
voorgeschreven rechtsgang veroorzaakte, dat
eerst een maand of vijf na de eerste staking
der gemeentewerklieden (die van Juli 1919)
kon worden begonnen met het doen onder
gaan der in het reglement daarvoor mogelijk
gestelde straffen, terwijl sommige werklieden
die straf pas ondergingen, toen zij reeds aan
de tweede en derde staking (Aug. '19, Juni '20)
hadden deelgenomen. De voorgenomen straf
oplegging voor de tweede staking werd opge
geven toen 5 maanden na het delict nog geen,
voor de berechting bevoegd, scheidsgerecht
aanwezig was; de aanhangig gemaakte wij
ziging van het werkliedenreglement was toen
nog niet tot stand gekomen. .Thans is de
derde staking reeds weer 3 maanden achter den
rug en moet het scheidsgerecht nog aan de
behandeling beginnen. D; Rechtstoestands
wet maakt strafoplegging aan of ongevraagd
ontslag van ongeschikt personeel practisch
geheel onmogelijk.
MI iiiiiiiiiiiiiiimiiiii iliiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiin iiiiiiiiin
wordt door 21.OOO artsen erkend
als het beste versterkingsmiddel
voor Zenuwen en Lichaam.
UIT HET AMERIKAANSCHE
POLITIEKE LEVEN
IV
PARTIJWEZEN
De Yankees staan er voor bekend, dat zij
er zich op beroemen in alles, men kan het
zoo gek niet denken, den Europeanen de loef
af te steken. Er moge dien tengevolge wel eens
aanleiding bestaan voor een kritischen be
woner van de Oude Wereld in bepaalde ge
vallen te betwijfelen, o>f het nu heusch waar
is, wat hem omtrent Arnerika's records door
een burger uit het land van Uncle Sam
verteld wordt, op n terrein kunnen de
Vereenigde Staten zich zonder de minste tegen
spraak nummer n noemen. Nergens ter
wereld is men zoover in de mechanische ont
wikkeling van het partijwezen als daar te
lande !
De taktiek,aan te wenden door de mannen,
die in de groote politieke organisaties aan de
touwtjes trekken, beheerscht het gansene
staatkundig leven. Beginselen en bekwaamheid
der te kiezen personen plegen bij een stembus
actie slechts in zeer beperkte mate een rol
te spelen.
Als men een candidaat voor het President
schap gaat stellen ik wees daar reeds op ?
zijn het tal van gansch andere factoren,
die gewicht in de schaal leggen. Naast de pro
pagandistische talenten van den eventueelen
candidaat, naast de vraag uit welken Staat hij
afkomstig is (een twijfelachtige Staat, met
veel stemmen in het kiescollege, is natuurlijk
als regel het meest in trek), vinden de partij
bonzen het gemeenlijk geraden iemand naar
voren te brengen, die niet in de eerste plaats
een groote persoonlijkheid is, dus ook vele
vijanden telt. Middelmatigheden,
allemansvrienden: daar valt volgens het oordeel der
kenners het beste mee te werken. Dat de
kiezers maar half tevreden zullen zijn met
zulke weinig beteekenende candidaten en
zij zich eerder voor politieke sterren van de
eerste grootte zouden warm maken, behoeft de
partijleiding zich niet erg aan te trekken.
Immers de partijorganisatie is zoo machtig,
dat zij heusch wel de massa meekrijgt, ook al
gaat het er om een candidaat min of meer van
den tweeden rang in het zadel te heffen. Als
makke schapen volgen de burgers de aanwij
zingen van de partijbazen gewoonlijk
tenminste. Dit alles moest er dan ook wel toe
leiden, dat werkelijk voorname staatslui
slechts zelden tot President der Unie werden
gekozen (wat niet wegneemt, dat menigmaal
een tevoren weinig op den voorgrond tredende
politicus een bekwaam staatshoofd bleek),
al dient hier onmiddellijk aan toegevoegd,
dat er de laatste decennia misschien weer een
stijging in het peil der Presidenten te
constateeren valt. Naarmate men zich trouwens losser
zal gaan werken van de beroepspolitici
en daar valt ongetwijfeld neiging voor te
bekennen neemt de kans toe, dat de
primi inter pares, niet langer buitenaf gehouden
dank zij het werk van de politikasters, de
hoogste posten in den lande zullen bekleeden.
De beroepspolitici, de bosses, ze zijn
produkten van het Amerikaansche staatkundige
leven, zoo berucht als de bonte hond. Zoo
ergens de politieke keuken] er onfrisch uit
ziet, dan in het Yankeeland. En toch, het is
goed tegen een al te minachtend oordeel over
de Amerikaansche praktijken te waarschuwen.
Zeker, het geknoei heeft er menigmaal
allerbedenkelijkste afmetingen aangenomen en
een gemeenschap als Tammany Hall vindt
wellicht in heel Europa haar weerga niet. Doch
....laten we liet maar eerlijk bekennen,
slechte politieke praktijken komen overal
voor. Wanneer iemand ten onzent openlijk
Amerikaansche verkiezingspraktijken aanbe
veelt, dan huiveren we van verontwaardiging
over zulk een zedeloos denkbeeld en we prij
zen ons dankbaar, dat wij niet zijn zooals zij,
de Yankees! Maar ondertusschen knijpt menig
een in de Oude Wereld de kat in het donker
der politieke keuken. Het is waar, het gaat
alles niet zoo brutaal-open als in Amerika en
ook niet op zoo groote schaal. Doch ik geloof
niet zoover bezijden de waarheid te zijn als
ik hier durf spreken van een verschil tusschen
Europeesche en Amerikaansche politieke zeden,
meer van gradueelen dan van qualitatieven
aard. Bovendien, de kinderlijke lust tot over
drijven, die den Amerikaan nu eenmaal eigen
is, heeft tengevolge gehad, dat hij zelf de
laagheid van het politiek gehaspel in zijn land,
nog al eens op humoristisch spottende wijze
beschreven, heeft aangedikt.
Al dat geknoei kan men echter in de Unie
meer perfect, meer tut in onderdeden
georAAN JANTJE
's Morgens water, 's middags water,»
's Avonds water, altijd water.
Water drinken is je ware,
Weg met Cats en oude klare!
'/ Is zoo deftig, 't is zoo fijn
Van de blauwe knoop te zijn.
Jantje van de Oude Groene
Is een vriendelijke guit.
In zijn wonderlijke Kladschrift
Deelt hij Speenkop lesjes uit.
Jantje heeft een grooten hekel
Aan den thee-wellusteling.
Hij bespot de droge broeders
En hun water-nuttiging.
Hulskamp, Lucas Bols en Hoppe
Vindt hij borrel-kunstenaars.
Van der Vijver en van Nelle
LapLJiij aan zijn waterlaars.
Door de stokers en de branders
En door al wat distilleert
Wordt dit bitterende Jantje
Als een kameraad geëerd.
Jantje, Jantje ga niet verder
Raak zoo jong niet aan de prop.
Luister naar den wijzen Speenkop;
Ga toch aan de blauwe knop.
Jantje, denk toch aan Hoog-Hullen,
Laat je raden, leg je droog;
Laat ons klinken op de vriendschap.
Kom, liet waterglas omhoog!
J. H. SPEENHOFF
lllllllllllllllllllllllllllllllllllflllllllllllllllllll Illlllllll llmlIMIHMI
DEVO
Gourlgo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
HolL Sigarenfabrlik UTRECHT
ganiseerd, en, dat valt niet te ontkennen,
brutaler en in heel wat grooter aanvang
waarnemen. Daarom alleen reeds loont het
ongetwijfeld de moeite een schets van het
Amerikaansche partikwezen te geven!
Vooraf intusschen iets over de partij-histo
rie waardoor zich juist het best het eigen ka
rakter van het, ik zou haast zeggen,
beginsellooze Amerikaansche politieke leven van onzen
tijd dit op den achtergrond blijven van
en gebrek aan' staatkundige principes vormt
wel een belangrijk verschil met hetgeen
Europa ten dezen te aanschouwen biedt ?
laat verklaren.
Toen de vrijgevochten, eermalige Britsche
koloniën zich een kleine 150 jaar geleden een
eigen constitutie wilden scheppen,waren allen
het er roerend over eens, dat de
republikeinsche staatsvorm het meest verkieselijk was.
Maar omtrent de verhouding der verschillende
gewesten onderling viel minder eenstemmigheid
te bespeuren. En zoo vonden er diepgaande
debatten plaats in de Conventie te
Philadelfia, waar de Grondwet geboren moest
worden. Aan den eenen kant de aanhangers
van de vrijheid, zoover mogelijk doorgevoerd,
niet alleen voor den individu, maar ook voor
eiken Staat, die deel zou uitmaken van de Unie.
En lijnrecht tegenover hen, de mannen, die
alle heil zagen in een sterk centraal gezag, met
vele bevoegdheden bekleed. De eerste jaren
van het bestaan der Unie mocht de strijd nog
niet zoo scherp gevoerd worden, al heel gauw
was het gedaan met de broederlijke min.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiitiiiiiimi
Wie durft er spreken van
Frankrijk's'Jisolement? 't Is juist omgekeerd : Frankrijk
waakt voor den wereldvrede! 't Was de
Temps" die dezer dagen dit trotsche woord
schreef en een zelfde toon klinkt in de ver
klaringen welke Millerand na zijn gesprek
met Giolitti in Aix wereldkundig heeft ge
maakt. En waarlijk voor het oogenblik tri
omfeert de Fransche politiek over die van
Italiëen Groot-Brittanje en de Entente staat
weer hecht aaneen op het fundament van
de Fransche, van Clemenceau's, staatkunde,
die niet weten wil van toenadering tot
Djitschland, niet van toenadering tot Rusland, maar
zich vastklampt aan het verdrag van
Versailles en die de waarborgen tegen de gevaren
der toekomst uitsluitend vinden wil in de
macht van het Fransch-Britsch-Italiaansche
bondgenootschap.
Aldus werd Genève uitgesteld, dat het ver
volg had moeten worden op Spa, een nieuwe
stap in de richting van Duitschland's op
neming in de volkerensamenleving. En zoo
ook werd Kamenef uit Londen naar Moskou
teruggezonden met een reprimande over de
wijze waarop hij de Britsche gastvrijheid
misbruikt heeft, en daarmee het pas begonnen
Engelsch-Russische overleg afgebroken. De
koersverandering van Londen en Rome is dus
volkomen en als men niet nog een stap verder
gaat en nu ook maar, zooals Parijs deed,
Wrangel erkent, dan is dat vermoedelijk ten
eerste omdat dit tegenover de stemming der
arbeiders onwenschelijk zou zijn en ten tweede
omdat over 'n paar maanden of weken de
koers zeer goed opnieuw gewijzigd kan worden.
Ja, dit blijft waarschijnlijk, want de Britsche
en Italiaansche regeerders warden, of zij willen
of niet, op den duur gedrongen in de richting
van toenadering tot de vijanden van vroeger
en het zijn slechts de omstandigheden van
't oogenblik die hen nopen voorshands met
de Fransche diplomaten mee te varen.
Inderdaad is 't voor het oogenblik in Frank
rijk heeljwat beter gesteld dan in Italiëen
Engeland en al hoeft men volstrekt niet aan te
nemen, dat de semi-revolutie die in Itali
woedt of het geweldige arbeidersconflict dat
in Engeland dreigt, mér het gevolg zou zijn
van de tosnaderings-politiek tot Rusland dan
bijvoorbeeld de aardbeving die Italiëdeze week
teisterde, het ligt voor de hanldat de Fransche
pers en de Fransche staatslieden dit wel doen.
Dat hebt ge nu van uw coquetteeren met de
heeren in Moskou, zegt m M d «r, het brengt
u niets van het hout e:i het graa'i waar
ge u al blij mee maakte, iruar allee.i onrust en
ellende; Rusland heeft niets adders uit te
voeren dan propaganda. Deze stem ning
overheerscht thans in de Europeesclve kabinetten
en zij brengt de bijkans uiteengeslagen Entente
bijeen op de oude basis.
Natuurlijk weten wij niet, wat er op stuk
van zaken tusschen Millerand en Giolitti in
Aix besproken en besloten is, evenmin als wij
vernomen hebben, wat de bejaarde Italiaan
sche premier en Lloyd George in Luzern be
klonken. Het communiquédat de conferentie
besloot was vol groote woorden en nietszeg
gend, maar de strekking niettemin in zoover
duidelijk,dat de meningsverschillen
dieFrankrijk en Italiëbijna tot volledige tegenstanders
gemaakt hadden voorloopig op den achter
grond zijn gedrongen en er een gedragslijn
voor de eerstkomende weken is vastgesteld
waarmee beide regeeringen, en vermoedelijk
ook de Britsche accoord gaan. In die gedrags
lijn behoort dan het uitstel van de conferen
tie in Genève, zekerlijk een concessie van
Britsen-Italiaanschen kant aan de Fransche
diplomatie, en het is slechts een zwakke
troost dat Lloyd George en Giolitti als hun
meening te kennen gegeven zouden hebben
dat Duitschland en Oostenrijk het volgend
jaar lid van den Volkenbond mugen worden.
Want voor er een jaar om is, kan er veel gebeu
ren.
In Italiëblijft intusschen de situatie onver
anderd, d.i. onveranderd ongunstig en als we
ons even voorstellen, dat het hier bij ons zoo
zou zijn als thans daar, dan moeten wij zeggen,
dat dit en revolutie of anarchie niet veel scheelt;
de voornaamste fabrieken in de grootste steden
zijn in de macht der arbeiders en het staats
gezag doet niets om een einde te maken aan
dezen, met de geldende rechtsorde in zoo vol
slagen strijd zijnden toestand, dan
confereeren en bemiddelen. Misschien is de regee
ring werkelijk niet tot iets anders in staat,
omdat de soldaten zouden weigeren te schieten
of omdat de spoorwegmenschen de troepen
niet zouden vervoeren, misschien ook durft
de regeering het niet aan, omdat ze vreest dat
dit liet sein zou zijn tot een volslagen revolutie.
In elk geval de toestand duurt nu reeds een dag
of tien onveranderd voort en de arbeiders ge
ven niet toe.
Afgezien hiervan echter schijnt het maat
schappelijk leven in Italiëzijn gewonen gang
te gaan en nijgen wij berichten van Itali
aansche correspondenten vertrouwen, dan
is dit alles toch meer een economische dan een
politieke beweging en moeten wij deze be
zetting van fabrieken meer beschouwen als
een staking in het kwadraat Italianen grij
pen nu eenmaal gaarne naar krachtige mid
delen dan als een poging om het staatsgezag
omver te werpen.
Minder ernstig, maar toch dreigend genoeg
is de toestand in Engeland. Nog altijd wordt
het publiek gerustgesteld met berichten, dat
er achter de schermen onderhandeld wordt en
dat de andere arbeiders de mijnwerkers niet
in staking zullen laten gaan. Maar intusschen
nadert de fatale datum van 25 Sept. snel en
een oplossing laat zich niet zien. De eerste
bemiddelingspogingen van de regeering zijn
mislukt en op dit oogenblik Woensdag
morgen hebben wij nog niet vernomen dat
Lloyd George zijn oude reputatie van be
middelaar in arbeidsconflicten bevestigd heeft.
Integendeel dreigt een tweede conflict zich
bij dat der mijnwerkers te voegen : de
electriciteitsarbeiders willen staken en daarmee
licht- en transport-bedrijf tot stilstand bren
gen, en men kan begrijpen wat dit beteekenen
zou, als tegelijkertijd de mijnwerkers anderen
industrieën hun voedsel onthouden.
De opeenstapeling dezer gevaren hebben
gaandeweg in Engeland een gevaarlijke stem
ming gewekt, een stemming als er in de Euro
peesche politiek heerschte vlak voor het uit
breken van den oorlog : het moet nu maar eens
uitgevochten worden tusschen kapitaal en
arbeid ! En die stemming is in hooge mate aan
gewakkerd door wat de Daily Herald",
het arbeiders-orgaan gedaan heeft. De re
dactie van dit blad heeft zijn lezers meege
deeld, dat zij een som van 75 000 pond cadeau .
kan krijgen uit Moskou en dat, als zij dit geld
niet aanneemt, de abonnementsprijs verhoogd
moet worden ; zij vraagt nu aan haar lezers of
zij dit geld moat aannemen, ja of neen. Dit
heeft de stemming in hooge mate geprikkeld,
want de ,,Daily Herald" is geen communis
tisch orgaan, al'toont het meer sympathie voor
het Sovjet-beginsel en de Sovjet-republiek
dan de gemiddelde Engelschman. Maar als
het blad nu die 75 000 pond aanneemt, dan
wordt het natuurlijk wel tot op zekere hoogte
een bolsjewistenblad en daarmee verandert
dan de strijd der arbeiders die door het blad
gesteund worden vanzelf van karakter.
Natuurlijk is de verontwaardiging in de pers
zeer groot en het is niet onmogelijk, dat de
Daily Herald" zich zelf en de arbeidersbe
weging veel kwaad doet door er zelfs maar over
te denken geld aan te nemen van vreemde
lingen, en dan nog wel vreemdelingen die hun
schulden aan de Engelschen niet betalen wil
len. Bovendien heeft iemand uitgerekend, dat
75 000 Engelsche ponden een bedrag aan roe
bels vertegenwoordigd van zeer vele tien
tallen millioenen en dat derhalve als de Daily
Herald" dit aanneemt, wel doorvoede en
goed"betaalde Britsche arbeiders geld aannemen
waarmee de Russische regeering haar hon
gerige arbeiders zou kunnen voeden. Derge
lijke overwegingen leggen natuurlijk vee! ge
wicht in de schaal.
Of nu ten slotte de Daily Herald" het geld
zal aannemen, staat nog te bezien, maar dat er
in ernst over gedacht wordt, bewijst hoe fel de
verhouding tusschen arbeid en kapitaal in
Engeland geworden is en het maakt dat we
niet zoo heel gerust zijn over den afloop der
pogingen om de groote staking af te wenden.
Intusschen blijft het in Ierland even troe
bel ; de hongerstakende burgemeester van
Cork wordt niet vrijgelaten en dagelijks le
zen we bulletins in de Engelsche bladen, dat
zijn einde schielijk nadert.
Het militaire verdrag tusschen Frankrijk
en Belgiëis een beklonken zaak. Het is hier
niet de plaats om er uitvoerig over te schrijven
en bovendien kennen wij den inhoud niet.
Trouwens het verdrag zaj niet gepubliceerd
worden in zijn geheel en naar het schijnt ook
niet worden meegedeeld aan den Volken
bondsraad. De letter van het volkenbonds
verdrag wordt hierdoor niet overtreden, de
geest zeker wel en er blijkt opnieuw uit hoe
weinig waarde men aan Franschen kant aan
den Bond hecht: wij weten dat Clemenceau het
bij wijze van concessie aan Wilson's idealisme
in het verdrag heeft opgenomen als een on
schadelijk ding, waarvan toch wel niets zou
komen, en Millerand heeft de staatkunde van
zijn voorganger ook in dit opzicht voortgezet,
met den Volkenbond wordt geen rekening ge
houden. Het Fransen-Belgisch militair ver
bond nu heet defensief te zijn en Belgi
niet tot militaire krachtsinspanning te ver
plichten, maar wij weten wat dit alles
beteekent en men kan niet anders dan aanne
men, dat hierdoor de Fransche en de Belgische
defensie in waarheid n geheel gaan uitmaken.
Het spreekt vanzelf dat dit ook voor ons van
groot gewicht is.
J, C. V A N O V E N