De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 18 september pagina 5

18 september 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

18 Sept. '20. No. 2256 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Mevrouw O. Kapteyn?Muysken f Ook hier ter plaatse moge een enkel woord worden gewijd aan de nagedachtenis van mevr. Kapteyn-Muysken. Ongetwijfeld was zij een der . merkwaardigste vrouwen van ons land, en in ruimen kring bekend. Toch was zij, hoewel ook daar geen onbekende, niet eene der voor aanstaande figuren in de vrouwenbeweging. Als modern mensch, als iemand met groot ge voel voor rechtvaardigheid tevens, gevoelde zij voor het feminisme en steunde den strijd der vrouwen van harte gaarne, financieel en moreel. Maar een werkzaam aandeel van beteekenis heeft zij o.a. in den kiesrechtstrijd niet genomen. Vandaar dat slechts enkelen van ons zóó nauw met de overledene in con tact kwamen, dat het gemakkelijk zou vallen eene, zij het slechts korte, levensschets van haar te geven. Aan de welwillendheid van haar zuster en geestverwante, mevr. VaillantMuysken heb ik het dan ook te danken, hier een en ander over haar persoon te kunnen inededeelen. Mevr. Kapteyn werd geboren te Hillegom, waar haar vader burgemeester was. Haar op leiding genoot zij op de H. B. S. voor meisjes te Haarlem, doch zij studeerde niet aan een hooger onderwijsinrichting. Na haar huwelijk met den ingenieur Kapteyn vertrok zij al spoedig naar Engeland, waar zij 20 jaar heeft gewoond. Het verblijf daar te lande heeft grooten invloed gehad op haar ontwikkeling en levensbeschouwing. Haar sympathieën gingen toentertijd in de eerste piaats naar het litte raire; later kwam de sociologie een'grooter plaats innemen in haar denken en werken. Na hun vertrek uit Engeland woonde het echt paar Kapteyn te Zurich en eerst de laatste 12 jaren vertoefde de overledene in Holland, waar zij al spoedig bekend werd door haar ge schriften en in menigen kring als een hoog gewaardeerde redenaarster werd geacht. De eminentste mannen van haar tijd mocht zij onder haar vrienden tellen ; zoo o.a. Rnssel en Bernard Shaw. Hier in Holland was Dotnela Nieuwenhuis haar vriend en geestverwant, Mevr. Kapteyn-Muysken was in de eerste plaats een zeer onafhankelijke natuur, een enkele beweging telde haar onder haar practtische werksters, geen enkel isme" vond in haar een uitgesproken aanhangster, hoewel haar sympathie was aan den kant van de vrije socialisten, was zij toch niet bij die partij aangesloten ; alle partij-gedoe stuitte haar tegen de borst. In den aard van haar wezen was zij meer een contemplatieve natuur dan een vrouw van de practijk, maar bovendien een groote idealiste. Toch was mevr. Kapteyn ook een strijdlustige vrouw en zeker onverzoenlijk in haar strijd tegen alle imperialisme. Tot in de laatste jaren bleef die strijdlust haar bij, en zij stond met al hare belangstelling te midden van het tegenwoordige levensgebeuren. Vele moeilijkheden en zorgen, ook ten opzichte van haar kinderen hebben hare laatste levensjaren verzwaard, en maakten haar tot een oude, vermoeide vrouw. De geest van deze 65 jarige voelde zich echter het meest tehuis in de nieuwste denkbeelden van onzen zoo gecompliceerden tijd met zijn groote problemen op sociaal gebied ; en van uit dit oogpunt be schouwd bleef zij jong en mag men haar heengaan vooral als veel te vroeg betreuren. Behalve haar bekende werk ,,Affirmatie, Lij nen eener levensbeschouwing," verschenen nog van haar hand een bundeljopstellen onder den titel Oorlog en Geestesrichting en gaf de Wereldbibliotheek van haar uit een boekje Levensrichting", eveneens een verzameling opstellen. F. S. v A N B A i. i: N-K L A A u IIIIII1IIIIIIIIIIIIMUIIIIIII1IIIIIII1IMIIIIIIIMIIIIIIIII11IIIIIIIIIIII1IIIIMII11IIIII Tres Paristen.,. Schrikt niet, lezeressen van onze ru briek Voor Vrouwen", ik breng n niet in een intérieur waar ge u niet thuis voelt, noch in kennis met personen die u niet lijken. Ik laat u zien de gratie, de légance, het bekoorlijke van de Parisienne, het lachende, vroolijke in haar wezen, in haar toilet, dat uitstraalt naar buiten en ook ons, Hollandsche vrouwen met den zwaren, oer-degelijken aard boeit en aantrekt. Tres Parisien" is in de banaalste beteekenis genomen een mode-album, gewijd aan : la mode, Ie chic, l'élégance (Redactie en ad ministratie zijn Rue Halévy 8 Place de l'Opéra Paris). Maar wat alle banaliteit aan het boekje ontneemt, is, dat naast de redactie van Mlle Swell, de creaties der toiletten in handen zijn van kunstenaars. Ook de artis tieke leiding is toevertrouwd aan een man die van deze collectie kunstzinnige kleedingplaten heeft weten te maken een prentenboek van mooie vormen en kleuren, van sierlijke lijnen en bevallige figuren. Die- kunstenaar is O. Joumard. Jj La Silhouette du jour," wat zal ze zijn: la jupe bouffante? O certes, mais on crée gaiemerlt de souples enveloppements, beaucoup plus faciles a porter." Jane Lanvin lanceert die dracht. Jenny daarentegen creëert Ie plissétres fin, Ie gaufrage souple tout vibrant a la marche." Ze maken jong die toiletten. Een groote charme niet waar? Mlle Swell weet in haar voorwoord over Les légancesprintanières" hetkleeding vraag stuk en nog veel meer te behandelen. Zij babbelt over het nieuwste der groote modehuizen Worth en Poiret, en geeft raad over de keuze van stoffen en kleuren. Que les jeunes femmes avant quelques tendances a l'ernbonpoint se réjouissent! II est des grands de la couture qui ont songéa leur offrir des arrangements de tissus amincissants et jolis. Le mélange savant d'une teinte claire et d'une teinte sombre: celle-ci disposée tres en lignes et laissant merger des manches diff rentes du corsage permettent aux formes de s'estomper légamment." Ja, de mode weet op alles raad en weifelt ze, dan komen de scheppers van dit boek te liülp. Want het essentieele van de inhoud is ge legen in de twintig kleurteekeningen, als demonstratie der toiletten gegeven. Daar hebt ge: Pompon de sporting-girl." Je suis originale, certes, mais chic et c'est la I'essentiel." Ze draagt een zwart kort rokje met witte ruitverdeeling en groote ornamentplek ken: wit, groen, goud; een witte pittige korte cassaquïn {met hooge halskraag en baret in de kleuren van den rok. Papil Ion gaat naar de races" in haar pakje: rozerood, zwart-wit gestreept met wit en zandkleur onderkleed. Froufrou, de wufte, heeft rien de c!assique mais Ie tout est clélicieux" paarlgrijs met gegaufreerde strooken van wit gaze de soie. Oitane is in een kanariegelc japon, sleep diep blauw en zwart gevoerd, zwart fiuweeien lijfje, »Je vaincrai ce soir, je me sais belle." Frondeuse in haar tailleur rayéis adorablement moderniste." Tres Parisien niet waar? Verre winnen deze Fransche creaties het van de onmogelijke sil houetten, die de Vogue en andere Amerikaansche mode-periodieken ons te aanschou wen geven. Wat de Fransche kunstenaars ons toonen is gedistingeerd werk, doordacht met fijn gevoel en smaak, ontwerpen die prettig aandoen en ook bij ons den zin kun nen opwekken naar meer schoonheid, meer oorspronkelijkheid, meer blijheid in kleeding, al worden ze in alle, soms ietwat gewaagde onderdeelen, niet nagevolgd. Wat de Amerikanen ons in hun tijdschrif ten geven is buitenissig. Zij omlijnen hun scheppingen te wijd om die naar onze be hoeften te kunnen verengen. Ook Duitschland gaf jaren geleden zijn mode-boek. Alfred Mohrbutter schreef zijn ideeën over een nieuwe richting in de klee ding neer in een destijds zeer belang rijk werk : Das Klcid der Frau." Een 70tal foto's en kleurplaten naar kleedingontwerpen van H. van de Velde, Else Oppler, Anna Muthesius, Rudolf en Fia Wille, Peter Behrens, Alfred Mohrbutter en anderen vul den de tekst aan. Het waren frissche, ont werpen met het karaktervolle van 't nieuwe. Doch dergelijke boeken verouderen. D? vrouwendracht is wispelturig in uiting, bij de eene meer bij de ander minder, doch altijd is 't: souvent femme varie".... Tres Parisien" belooft bij het eerste Nr. waarin ik u een kijk gaf, te zijn een maand schrift. Laat ons hopen dat het als zoodanig stand kan houden op de hoogte waarop het is ingezet. Wie bezorgt Nederland een artistiek kleedingalbum bijv. als halfjaars-uitgave ? Ons zijn verscheidene kunstnijveren bekend, die de kleeding der vrouw van zooveel belang achten om er hun beste krachten aan te willen geven. Ook vrouwen-kunstenaressen heeft ons land op dit gebied genoeg. Vele teekenaars in ons vaderland ont werpen japonstoffen. Zijn zij tevreden als die gepatroneerde lappen, waarin zij iets eigens hebben gelegd, versne den worden tot nietszeggende modellen, waarin meestentijds de stof niet in 't minst tot haar recht komt ? Zou een artistiek kleedingbock ook daarin niet tegemoet kunnen komen? Indien de op zet even goed verzorgd is, als die van de Tres Parisien" en de inhoud geen propagandistisch-eenzijdig karakter draagt, dan zou o.i. Nederland in de vrouwendracht zeker een goed woord kunnen meepraten. Ei,is. M. ROG c, E »fifii»imi»i» icimiiimiiniiiiifiiiiifiiKifiiifiimriimfmmfiiiiikiitnmi Van Kinderen MlSKKNU De vader is iu 'n Zondagsteniming. Alles werkt mee: de zon die nog'niet téfel schijnt in z'n tuintje, in z'n kamer waarde ramen wijd openstaan, de zoete geur uit z'n tuintje naar boven die hij telkens opsnuift, 't suize len van de hoornen in z'n bunrmans tuin, 't kopje thee dat hem wordt boven gebracht. Hij is tevreden, hij fluit, hij zingt voor z'n spiegel, hij scheert zich. Z'n wangen worden IN DRENTE Een vurig jaar hadden we de Oostgrens langs geveden van Coevorden tot Ter Apel en gezien, hoe. daar snel en zeker het hooge veen wordt afgcpeld, om plaats te maken voor een Groningsch veenkoloniaal landschap. Thans wil den wij zien, wat er van liet overige Drente nog overblijft, van de eindelooze heide, met zijn stille plassen, zijn gvafheuvels en hunnebedden en van de oude schilderachtige dorpjes met lommerrijken brink en breede driften, waar langs het vee des avonds huiswaarts keert. Langs het verdronken Meppel kwanten \yij de provincie binnen en weldra rolden we voort over de uitstekende wegen, die tegen unordig haast tot elk uithoekje doordringen en het den ontginner zoo gemakkelijk maken. Hei kregen wij het eerste uur niet te zien, alleen grasland, nat en droog, een l lollaiutsch landschap bijna, liuav eeu klein walletje dieren daar, me( hianieu, een kveupeleikje en Ha/elaavs g.il inch nog een indruk van in den vreemde.Toen kwam Papillon Illustraties uit Tres Parisien Froufrou effen glad, ook dit geeft hem genoegen, 't Zijn allemaal vreugdetjes vluchtig en och, hoe ras weer vergeten ! ' Nu is hij zoo wat klaar en heeft ontelbare dingen in z'n hoofd, die hij wil uitvoeren. Eerst z'n hondje verzorgen, het hok op 't erf verschoonen. Hij ziet z'n stadstuintje nu als hét erf. Het hok nu eens ter dege luchten en schoonmaken, terwijl de zon om hem heen is. Dan wandelen met z'n hondje en natuurlijk met z'n jongetje. Z'n gedachten vliegen nu naar dat wat je niet hebt." Een meisje te hebben, zoo'n kindje van 'n jaar of 10 met lange zwier haren, kort rokje. Te wandelen met 't meisje en 't jongetje ! Hij zegt 't uit met 'n stem die luid klinkt in de slaapkamer, ook in de slaapkamer van 't jongetje. De tusschendeurstaat open. 't Jongetje zit ouk lekker van niet-zoo-vrocg-er-iiit te moeten omdat 't Zondag is! Hij hoort als vader zingt, hij hoort als vader fluit, zich inzeept en scheert en hij heeft z'n boek waarin hij niet leest. Telkens roept hij vader om dit of om dat. En vader in z'n zondagstemming roept terug: ,,ja, jong." Korte of lange antwoorden, nog is hem niets te veel! Nu leest 't jongetje even maar hij hoort vaders stem. Leuk zoo'n meisje dat met je uitgaat, mooi haar met 'n groote strik." Ja, hoort hij moeders stem, een meisje kan je aardig Meeden, een jurkje met steekjes. Ze gaan nu beiden door over 't meisje, dat ze niet hebben, 't Jongetje in bed heeft 't gehoord, 'n Meisje, vader wil liever 'n meisje. Hij voelt 't,hij als jongen hij telt niet. 't Is over 'n meisje dat vader praat, een meisje dat niet eens kan boksen.Bah, een meisje is nooit sterk. O, 'n meisje, hoe minacht hij op 't oogenblik 'n meisje. Vader gaat zingend de trap af. 't Jongetje blijft alleen. Vader vindt 'n meisje zoo aardig, zoo'n papkind ! Boos wordt hij, alles haalt hij in z'n hoofd, al 't leelijke wat hij van 'n meisje weet. Natuurlijk, vader wil liever 'n meisje dan 'n jongen. Bedroefd is hij, zachtjes alleen zit hij te huilen. Hij wil nu niet opstaan. De groote jongen wordt naar boven gestuurd. 't Is zoo stil, zou hij nog niet klaar zijn 't jongetje? Waarom ben je nog niet op, waarom huil je," vraagt de groote jongen? Vader wil me ruilen voor 'n meid." Al z'n minachting, al z'n haat zit in dat meid". 't Ergste heeft hij zich gedacht : Vader vindt 'n meisje veel aardiger. O, vader die oude potjes en borden opscltarrelt en ruilt, waarom zou hij geen meisje kunnen vinden en dat ruilen voor hem? De groote jongen lacht en zegt, dat 't niet zoo is. Hij kan hem niet overtuigen. Vader moet zelf boven komen. Hoe vlug loopt vader de trap op. Dadelijk is hij bij hem. Als vader nu lacht en hem voor de mal houdt, dat hij 't heusch zal doen, hem ruilen voor 'n lief mooi meisje, dan vindt hij alles goed. Gauw kleedt hij zich aan en gaat wandelen met vader en t hondje. Gelukkig /onder meid ! E. T i i: u i . H o n K K 7. v. \ i. Damesvergadering Rustig komen ze binnen, met tweeën, met drieën, soms alleen. Dooi' een in 'l zwart gekleed dienstmeisje worden de dames in een groote kamer gelaten, waar een kring stoelen klaar staat. Het meu bilair is smaakvol en er hangt een geur van fijne parfum. De jeugdige huisvrouw ontvangt. Zij is een mooi vrouwtje, blond, met heldere, donkere oogen, een zacht gezicht en wat aar zelende, beschaafde manieren. Er wordt vergadert over een regeling be treffende een uitdeelitig van voedsel en kleeren aan arme schoolkinderen. [n eenvoudig, zwart zijden costmnn zit de gastvrouw met de andere bestuursleden voor de kring en pvesideert. Ze weet den toon te vatten. Haar glimlach bedaart de rumoerig heid van een te hevig debat, haar rustige, wat zacht-heesche stem brengt vrede. En af en toe weet ze een grapje. De kinderen hadden gewaagd wat mama doen ging en ze had gezegd, schooltje spelen" Een van de aanwezigen, een kleine, leelijke wouw in slordige regenjas, met een schriel, vertrokken, gezichtje, is de dwars-drijfster, die het met niemand eens is, die ieder besluit tegenhoudt met lange, haastige, redeneeringen Dat geeft dan weer aanleiding tot scherpe antwoorden en misnoegd gefluister. Tot, net op eeu oogenblik dat verschillende dames door elkaar spreken, de presidente vergeefs stille verzocht en tie vergadering een minder vreedzaam verloop schijnt te nemen, in de naaste kamer, het schreien van een heel klein kindje klinkt. Dat is ais een wonder. Ev valt plotseling een stilte en er wovdt omgezien naav de gesloten deuv, de gezichten verzachten zich in een glim lach, de woorden blijven steken, en de pre sidente veert op en vraagt even blozend : Dames mag ik even, n oogenblik maar-" En dan wovdt ev vriendelijk gelachen en geknikt en nog eens omgezien. Dan is de be langstelling voor 't kleine kindje achter de gesloten deur grooter dan voor hef nteesf urgente punt van de vergadering. En als de presidente teruggekomen, na de wagen over 't kindje vriendelijk beantwoord te hebben, de attentie tevugleidt naar het on derwerp dat zooveel wrijving gaf, dan is de tegenstand gebroken. Het verloop der vergadering is rustig en vredig, terwijl baby in zijn roze wiegje slui mert, onwetend hoe zijn klein, driftig stemme tje, de onrustige gemoederen kalmeerde. A .N N il-: BOSCH III IIIIIIIIMIII HUI III Illtllllllllllllllllllllllllllllll Vrouwenbelangen De Gemeente Amsterdam wii de zuigelingenvevzorging ernstig ter hand nemen en B. en W. nebben daartoe vet gaande voorstel len ingediend, die de oprichting van 5 consullatiebureaux en een melkkeuken beoogden. Volgens sommigen zal deze wijze van zuigelingenzovg de gemeente op te groote financieele lasten brengen en is een zoo groote uitbreiding in verband met het lage sterfte cijfer in Amsterdam ouk niet geboden. In elk geval kunnen wij ev rustig op zijn, dat het waagstuk ernstig overwogen wordt. Toch meent de Afd. Amsterdam v. d. Ned. Ver. tot bevordering van de belangen van vevpleegsters en verplegers Nosokomos" in een adres den gemeenteraad op de wenschelijkheid te moeten wijzen om voor het huis bezoek geen ongeschoolde krachten, maar ge diplomeerde verpleegsters aan te stellen. Ondanks het advies van de gezondheids commissie, die een zoo groote opzet voor gemeentelijke zuigelingenzorgnietnoodig vond, werd het voorstel van B. en W. tot het op richten van 5 consultatiebureaux, n welke keuken, verzorging van het kind en controle op die verzorging, met 17 stemmen aange nomen. Het arbeidsvelüder vrouwen verruimt zich langzaam maar zeker. Niettegenstaande deze zekerheid kunnen de vrouwen geen oogenblik hare waakzaam heid verminderen, want altijd dreigt het ge vaar van geringschatting en achteruitzetting van hare arbeidsprestaties. Dit blijkt weer eens ter dege uit de houding van den minister van financiën tegenover de vrouwelijke adjunct-accountants bij den dienst der belastingen. Deze minister toch beweerde in zijn antwoord aan het lid v. d. 2eKamer, Mw.Groeneweg, op een desbetreffende vraag, dat de vrouwen ais adjunct-accountant werkzaam, niet voldoende krachtige persoonlijkheden bleken voor boekenonderzoek tegen den zin van belasting-plichtigen : dat de physieke gesteldheid der vrouw haar ongeschikt maakte op bepaalde tijden het inspanning vereischende boekenonderzoek te verrichten." De in dienst zijnde vrouwelijke adjunct-accounfants, verbaasd en verontwaardigd over deze, door geen bewijzen gestaafde meening, overtuigd, dat deze uiting van een zoo hoog geplaatste haar in haar vooruitzichten zal benadeelen, hebben den minister gevraagd, haar hare tekortkomingen mede te deelen, of haar in 't openbaar te rehabiliteeren. Drie maanden na haar verzoek kwam het antwoord inhoudende,dat over haar geen on gunstige rapporten waren uitgebracht, en dat de minister voor rehabilitatie geen reden vond. De Ned, Unie v. Vrouwenbelangen heeft in een adres haar af keuring over de houding van den minister te kennen gegeven. Dat nog niet elke partij tot het Vrouwen kiesrecht was bekeerd wisten wij wel, maar dat een kerkelijke partij de vrouwen aanspoort tot verzet tegen de wet en dus tot revolutie, is zeker wel iets ongewoons, en de kerkelijke partijen, die de anti-revolutiewet zoo drin gend van noode vonden, hebben zeker wel niet gedacht, dat hare broederen de noodzakelijk heid van een dergelijke dwangwet het eerst zouden bevestigen. In een vergadering van de StaatkundigGereformeerde Partij, onder voorzitterschap van Ds. Kersten uit lerseke te Middelburg gehouden werd, in zake Vrouwenkiesrecht besloten, de vrouwen aan te raden niet naar de stembus op te gaan, daar dit in strijd ge acht wordt met de beginselen van de partij. Ik zou wel eens willen weten of de partij vele vrouwen onder hare leden telt en of die tot dit besluit medewerkten? Ruimer denkt het Provinciaal Collegejvan Toezicht, daar het aan de kerkvoogdijen een wijziging van het algemeen reglement heeft voorgesteld, in dien zin, dat ook aan vrouwe lijke lidmaten het kies- en stemrecht worde toegekend ! Eindelijk ook daar een doorbreken van het licht. Ook uit het buitenland komen berichten, die wijzen op ruimere inzichten in zake de vrouwenemancipatie. )n Mecklenburg- -Schwerin opent een vrouw als presidente van het parlement den landdag. In Berlijn wordt nu ook de Beurs voor vrou wen toegankelijk gesteld, en zal de eigenares van een graan- en fouragehandel zich daar wijden aan den goederenhandel. In Italiëis door de commissie uit de kamer een voorstel aangenomen, waardoor de echt scheiding, welke in Italiëniet was toegestaan, mogelijk wordt. Te Cambrigde wordt door de meisjes-stu denten een heftig protest gevoerd tegen de uitsluiting der meisjes, waar de universiteit weigert aan vrouwen graden te verleencn. In Duitschland neemt het aantal vrouwe lijke studenten in buitengewone mate toe. In 1915 studeerden er 2914 verdeeld over de verschillende facultieten, thans is dit aantal 8100. (Seen wonder waar, mede door den oorlog het te veel aan vrouwen zooveel grooter is geworden, haar huwelijkskansen zooveel ge ringer en haar bestaansstrijd zooveel zwaar der. iiamililiiiliiiiiiiii :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWflREN E. J. VRN 5CHA1CK BOOTHSTRflflT UTRECHT iiiiiiiiuiimiiiiimiii midden door zeer nat hooiland een bruin, breed, boordevol stroomend water en dat was al echt Drente, het oude. Een eindje verder pas seerden we de Smilde of Drentsche hoofdvaart, een van de vier of vijf groote krassen, die hier over de kaart getrokken zijn. Nog een kwartiertje later ploeterden we in een guurregenbuitje door het rulle pad van een zandverstuiving, die onnatuurlijk was vastgelegd door ecu mislukte ontginning. Bedijken en ontginnen is zoowat het mooiste, wat een Nederlander doen kan en wij laten ons te genwoordig heusch niet onbetuigd. Op menige plaats in Drente zijn ook zeer verblijdende re sultaten te aanschouwen, rijke akkers, groene weiden, fraaie bosschcn. Maar nog al dikwijls zijn ontginningen beproefd op terreinen, die er lieelemaal niet voor geschikt waren en zoo was het nu hier op deze zandverstuiving. Ik durf niet te gissen, hoeveel het wel gekost zal hebben, eer de grond genivelleerd en ge~ gveppcld was, bezaaid met hipine, beplant met dennetjes, die daar nu schraal en schuch ter stonden in afwachting van de /waniziektcu of insectenplagen, die hun den genadeslag zullen toebrengen. Sommige verheffen ter nanwernood hun toppen boven het heidekruid, dat zich reeds allerwegen heeft gevestigd, ook in cte breede boschpaden, naast de lange reek sen v.m de /and/egge, die lie/.ii; is hel vcvluveu lei veil) Ie hevuvcvcn. Vooruil naav rcdils schijnt hel bosch hel c v te gedijen, daar is het groen zoo hoog, dat wij* er niet over heen kunnen zien naar de gele zanden, die nog niet in de ontginning zijn be trokken. Doch het zijn «een dennen, door menschenhanden aangebracht, maar reusach tige struiken van echte oorspronkelijke jene verbes, den conifeer bij uitnemendheid van onze heiden en in het bijzonder van mize zanüvevstuivingen. Nergens in Nederland heb ik ze mooier en grooter gezien dan hier. Toen ik als kleine jongen in Brabant leerde van dien profeet, die lag te nisten in de scha duw van een jenevevbes, had ik er wel eens aan getwijfeld of hij wel schaduw genoeg zou kunnen vinden, naast zoo'n struik want nntlcr een jeneverbes kun je natuurlijk niet komen. De/e Drentsche jeneverbessen echter geven zelfs bij zomenniddagzoii nog schaduw genoeg, zon hoog zijn ze. En dicht als een muur, alleen omhoog wuiven vroolijk de nieuwe twijgen, sierlijk gekruld. Ze zitten vol met blauwe en zwarte bessen, die straks door de kraanvogels zullen worden gegeten en de hemel weet, hoe die lijsters de harsrijke zaden zullen verteren. Oude, iloode twijgen wijd in het rond wijzen ev op. dat het jeneverbeshosch zich vroeger veel verder over de zanddninen heeft uitge strekt, maar het heeft plaats moeten maken voor die dennetjes, l leeft tle ontginncr de/e leu/eu gespa.nil, omdat hij opzag legen de inneih' om ze uil Ie voelen of was het uit een gevoel \an piéleil V Wij hopen iiel laatste. Toch schijnen er minder te staan dan twee jaar geleden en bij navraag blijkt dan ook, dat de jeugd uit een naburig dorp (eet age est saus pitié) hier hout is konten moven voor psaachvuurtjes. Intnsschen behooren die vuurtjes ook tot Oud-Drente. Thans vragen wij ons af, of bij het opgeven der ontginning de jeiieverbessen hun verloren terrein weer /.ouden herwinnen. De kans daar op is groot genoeg, want reeds nu vinden wij kiemplantjes en de bessenvoorvaad op deze /eer gezonde planten is buitengewoon over vloedig. Hier komen geen schapen, daardoor missen we de grillige vervormingen, die de jeneverhes elders ondergaat door vraat; de meeste struiken zijn gaaf en groot en hebben een houding van cypvessen. Dal was daar heel aardig bij die jeneverbessen en de oude zandverstniving er naast, hoe wel ook al gemaltraiteerd door demcnschen,gaf mooie vormen te zien van verwoesting en wederopbouw, van de worsteling van enkele planten tegen zandbombardeinent en wind stoot. In de meeste van die Drentsche zandstnivingen we zouden er nog vele zien krijgt men den indruk ,dat op den duur ook /onder den mensch het natuurlijk plantenkleed de st ui ving beteugelt. Nog een eindje verder en we staan in ineev v!.m kuiehooge weelderig bloeiende hei mei hiev en daar gvoole en kleine, /eer ge/i»nle gvove dennen, natuurlijk en schilderachtig gegroe peerd. Ook is er een meertje, tamelijk groot met bloemrijke oevers en groei van riet en biezen en grauwgroene zeggen. H r liggen een den op het water en langbeenige vvaadvogels vliegen jodelend op van hef oe.verzand. bat is allemaal prachtig mooi en ongerept, maar vijfhonderd meter verder liggen weev heele reepen hei afgeplagd en kaalgostoven. Dan weev een paar mooie stukjes, daarnaast ruw uitgeveende putjes, vervolgens een reep slecht grasland en stoppelveld, dan weev mooie hei en aanleg van bosch,goed en slecht, een won derlijke mengelmoes. Een groot deel van de Drentsche heidegronden is zoo verbrokkeld en geparodieerd en hoort aan honderden eige naren, die elk hun eigen landje behandelen naar eigen zienswijze, behoefte en werklust, maar de uitkomst voor het landschap is meest al bedroevend. De oase met het meertje en de bloemen, de hooge hei en de prachtdenncn behoort sedert eenigcn tijd aan de Vereeiiiging tot Behoud van Natuurmonumenten, die daarmede haar intree deed in de meest eer biedwaardige en schilderachtige provincie van Nederland, ik moet ev bijvoegen : de meest be dreigde en die het minst in staat is, om zich zelf te helpen. Hier moet alweer heel Nederland aan te pas komen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl