De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 25 september pagina 10

25 september 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 25 Sept. '20. - No. 2257 DE MELK-DICTATOR. Niet de regeering, maar wij hebben te beslissen !" (Verslag eener melkboeren-vergadering). Teektning voor de Amsterdammer" van Jordaan De boer (Louis XIV): I.'État.... Da' bin ikke!" iHiliimilimiiiiiiiimiiMliimiiiimmi «i iM"«mimiiiiiiiiiiiiiimiMiiimimiimimiiHmiiiiiimiiiiimmiiiiiiiiiiiiir n IIIIIIIIIIIIIIIIIIIH KUNSTHANDEL JACK NIEKERKvlhChe}Goupil&Co. 23 & 250 Lange Houtstraat, 's-Gravenhage MEESTERWERKEN VAN DE i?e EEUWSCHE, HAAGSCHE EN FRANSCHE SCHOOL HOFSTAD EN HOFSTEDELINOEN September. Ons plichtleventje is weer be gonnen. De jongens zijn vol goede studieplannen naar Delft en Leiden vertrokken, Willy helpt moeder de vrouw weer getrouweJijk in 't huishouden sinds ze thuis is. Mies zal moeten gaan werken voor haar eindexamen H. B. S. ,,Goddank het laatste jaar op dat rothok"," zegt ze. Onze tegenwoordige jonge dames houden er een eenigszins kernachtige woordenkeus op na, gevolg van de veel geroemde co-educatie. De ondergeteekende is eveneens teruggekeerd tot zijn dagelijksche stadswandelingen, ten einde de faits et gestes" van onze Hofsteedsche inboorlingen nauwkeurig te observeeren. We zijn met de vacantie uit" geweest, na tuurlijk! Welke raszuivere hofstedeling gaat in de vacantie niet uit", indien hij zich ten minste respecteert? En we zijn't waard! We voelen ons eens los van alles, vrij van alle hofsteedsche conventie, ontwrongen aan den dagelijkschen dwang : dit kan je niet doen, en'dat kan je niet laten. Hagenaars zijn heel andere mcnschen op reis dan anderen, je herkent ze dadelijk en overal. Ze komen in 't meest landelijke hotel letje van den Achterhoek of de Veluwe met hooggehakte schoenen en zijden kousen, met snoezige" voile toiletjes aan de table d'höte. De mannen nemen hun wit flanellen broeken en dito schoenen met slobkousen van Scheveningen mee en de verlakte pumbs" voor 's avonds. Maar na een paar dagen verandert dat wel. De zijden kousen liggen na de eerste wande ling al vol gaten in de waschzak en de linnen riemschoentjes, die dadelijk grijs van stof zien, worden al gauw verwisseld voor de schoe nen met lagere hakken, die eigenlijk bestemd waren voor leelijk weer. Na 3 dagen worden de dorpsche schoenwinkels bezocht terwille van sterke wandelschoenen, en Mies bezon digde zich zelfs aan een paar sandalen. Toen Willy daar bedenkelijk haar neus voor optrok, dreigde Mies : Als je er n woord over zegt, ga ik er in den Haag mee naar school." Durf je niet," plaagde Willy. Hè, wat geestig," smaalde Mies terug. Sst", kwam ik vermanend met vaderlijk gezag tusschenbeide. Zoo doorkruisten wc dan per fiets en ad pedes de Veluwsche bosschen, baadden pootje in het Uddeler meer, alsof we in Scheveningen waren, trokken geen mooie toiletten of lakschoenen aan voor het diner", maar de dames verfrischten zich in een schoone witte blouse en wij wipten in een ander colbertje. We dachten niet aan den Haag en hare steedsche hoffelijkheden, en toen we eens door Nunspeet wielerden en daar in het hotel" met de witte tui nmeubelen de menschen poes-mooiopgedirkt zagen zitten achter hun pousse-caf tafeltjes niet dezelfde vervelende en verveelde gezichten alsof ze nog in de steden waren, toen deed ons die verzameling menschen een beetje belachelijk aan, die temidden van de mooie natuur de mondainiteit meebrachten en niet voelden hoeveel ze er mee bedierven. Zoo hebben wc veertien dagen genoten en met ons vele anderen. En toen we op den laatsten Zaterdag in Augustus huiswaarts keerden in de overvolle treinen, was 't grap pig om te zien hoe allen de natuur probeerden mee te nemen naar hun steedsche huizen. Behalve de populaire rieten koffertjes, waar duizende reizigers mee sjouwden, liepen De Rij kspostspaarbank In 1919 Een paar maanden vroeger dan we het de laatste jaren gewend zijn geweest, is het ver slag der Rijkspostspaarbank over 191'.) ver schenen. Deze vluggere behandeling heeft aan de zakelijkheid van het verslag geen af breuk gedaan. Integendeel komen er thans voor het eerst enkele zeer belangwekkende gegevens en staten in voor, waarop ik meer iu het bizonder de aandacht wenseh te ves tigen. In het hoofdstuk Financiëele Uitkomsten" wordt, als gewoonlijk, aangegeven het bedrag, dat de instelling meer aan rente op hare be leggingen verkregen heeft dan zij aan rente op de inlagen heeft moeten betalen of (het geen op hetzelfde neerkomt) op de boekjes heeft moeten bijschrijven. Aan rente werd ontvangen f 11,470,124.26, uitgekeerd f 7.575,250, zoodat per saldo een rentewinst van f 3.903.874.26 gemaakt werd, zijnde c.a. 34 pet. van de gekweekte en meer dan 50 pet. van de uitgekeerde rente. Feitelijk is de rente winst echter nog f 379,693.-?hooger, daar de winst bij uitloting tot dit bedrag in werke lijkheid eene verkapte rentewinst is. Daarte genover staan evenwel de onkosten van het bedrijf, die voor 1919 op f 1.088,500. geraamd worden. Deze beide posten in aan merking nemende, kom ik tot het resultaat, dat de Rijkspostspaarbank qua bedrijf, in 1911) een netto-winst heeft opgeleverd van : Rcntewinst f 3,903,874.2(5 Winst bij uitloting 379,693.01-' Af : Onkosten f 4,283.567.275 ,, 1.688.500. Saldo bedrijfs-vvinst f 2.595.007.27?'? Dit gunstig resultaat is in hoofdzaak te danken aan de omstandigheid, dat, terwijl de Rijkspostspaarbank aan hare inleggers 2.64 pCt. (en in werkelijkheid nog iets minder wegens het verwaarloo'/.en der rente over pos ten, die niet een volle halve maand staan en over de fracties van guldens) vergoedt, zij in 1919 4.68 pet. aan rente op de balanswaarde harer beleggingen gemaakt heeft, dus ruim 2 pCt. meer. De onkosten absorbeerden echter c.a. % pCt. van de balanswaarde der beleg gingen, zoodat er per saldo een netto-marge van c.a. \}4 pCt. overblijft, een nog altijd respectabel winstpercentage. Zooals echter algemeen bekend, worden de mooie winsten uit het zuivere beleggingsbedrijf, niet alleen geheelfverslondeu dooi- de afschrijvingen op de boekwaarde der beleg gingen wegens koersverlies, maar daardoor ettelijke malen overtroffen. In dat opzicht was 1919 al een bijzonder ongunstig jaar, daar voor koersverlies op beleggingen niet minder dan f 23,293,1544 moest worden afgeschreven of meer dan het dubbele van het tot nu toe ongunstigste jaar, 1914, toen het koersverlies f l 1,265,114 be droeg. Nog sterker komt deze factor uit, wanneer men ziet, dat in de 38 voorgaande, sedert de oprichting der Bank verloopen, jaren het per saldo aan koersverlies, na aftrek vau koerswinst in enkele jaren, c.a. f 43 millioen beliep, dus in 1919 meer dan de helft van het totaal der 38 voorafgaande jaren. Deze cijfers ontleen ik aan een der zeer te waardeeren nieuwigheden in het verslag, waar op ik hiervoren doelde. Voor het eerst komt er namelijk in voor een uitgewerkten staat van de waardewijzigingen en van de bedrijfsresultaten ,in elk der 39 jaren sedert de oprichting der Bank. In de eerste 15 jaren, toen het saldo te goed der inleggers nog betrekkelijk gering was en nauwelijks f40 millioen bedroeg, waren het voor het meerendeel koerswinsten, die aan het einde van het jaar geboekt konden worden. De eenige uitzondering van beteekenis in die jaren was 1890, het jaar der Baring-crisis, toen een verlies van f 739.520 moest geboekt worden op een saldo te goed van c.a. f21 millioen. Die schade werd echter in de vol gende vier jaren ruimschoots ingehaald, toen, onder den invloed van het wantrouwen tegen min of meer riskante beleggingen, de eerste klasse beleggingen over de geheele wereld tot ongekend hooge prijzen stegen en o.a. ten onzent Integralen c.a. 95 pet. noteerden. Van toen af zette echter eene geleidelijke, maar vrij constante daling van het koersniveau der eerste klasse beleggingswaarden in, die slechts een enkelen maal duw een klein herstel onderbroken werd, wanneer de voorafgegane daling wat al Ie snel vau slapel gcloopen was. Sedert hel uitbreken van den oorlog in |<i|.| ging de teruggang, in vecsneld lempu en In-J.S.MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAH?R'DAH DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiii ze ook nog met half verlepte bosjes bloeiende hei in hun volle handen. Truien, jumpers en regenjassen waren de overal geziene dracht. Velen zaten blootshoofds in den trein en toon den, niet vrij van zekeren trots,hun door de zon gebrande gezichten.Mies liep op haar onafschei delijke sandalen en Willy had haar vos" zelfs in den koffer gestopt. We zaten met allemaal bepakte menschen in buiten-toiletten" en je vondt 't heelemaal niet gek, dat je met elkaar praatte als goede bekenden, dat je onder elkaar een zak met pruimen leeg at en de pitten uit 't portierraampje smeet. Maar voorbij Utrecht kwam je weer in de cultuur"-streek. Met de dennen, de hei en den zandgrond verdween je gevoel van vrijheid weer. Op de perrons zag je weer zijden kousen, hooge hakken, nauwe mantelpakken, correct gesneden demi-saisons en Jagershuis-regenjassen. We zeiden niets, maar zwegen wel sprekend. Mies keek stiekem af en toe naar haar sandalen en mijn vrouw vond dat ze 't eigenlijk zonder haar mantel te koud had. Bij Gouda trok Willy haar glacéhandschoenen aan en Piet stofte zijn bestoven laarzen af. Toen we in den Haag uit den trein stapten, wou ik me als behulpzaam huisvader met de valiezen belasten, maar Hugo riep een witkiel en zei wat kortaf tegen me : dat we daar toch onze menschen voor hadden". Op 't stationsplein weifelde ik even tusschen lijn 12, die ons naar Duinoord kon brengen, of de Rivière-Express alias : het stoomtrammetje dat langs het ververschingskanaal rijdt, maar moeder hakte den knoop door en zei : Nee een auto; we zien er vél te schandalig uit". Zoo zijn we dan veilig en ongezien in onze schandaligheid" thuis gekomen. Den volgen den dag waren wij weer Hègsch" unto the bigbone en nu weten we niet beter of we zijn nooit anders geweest. Zóó profiteert een Haegenacr van z'n vacantie. g| NUCHTERLINC minimum i i mi nniii.ni i mini EEN 'ERNSTIGE BESCHULDIGING TEGEN DE REGEERDERS VAN HAMSTERDAM Reeds" lang" liepen er geruchten?omtrent enkele regeerders van de Amstelstad, wegens handelingen welke het daglicht niet mochten zien ; de praatjes waren het eerst opgedoken in den Haag, naar aanleiding van eene ge vangenneming. Wel was deze eerst geheim gehouden, doch spoedig lekte er iets uit van de bekentenissen van den gearresteerde; de verhalen werden vergroot, verspreidden zich rot in Amsterdam en de beschuldigingen maakten weldra een onderwerp van gesprek uit, zoowel "op de beursfals op straat. Dit werd er niet minder op, toen er eenige brochures verspreid werden, die of de be schuldigingen aandikten, of deze trachtten te ontzenuwen en het bekend werd, dat het Hof zich met de zaak bemoeid had, terwijl de regeering de behandeling op de lange baan scheen te willen schuiven. Wat was nu de aanleiding, dat de namen van enkele leden van onze stadsregeering zóó over de tong gingen? In Februari 1(589 was te Philippine een man gevangen genomen, die vergezeld was van een vrouw in manskleercn. De Majoor Hendrick Everaerts had hem aan een voorloopig verhoor onderworpen en daarna opgezonden naar den Graaf van Homes, Gouverneur te Sluis, die het onderzoek voortzette en de zaak belangrijk genoeg achtte om deze aan de Algemeene Staten te berichten. Bij Secrete Resolutie van 2 Maart 1689 van Hoog Mogenden werd beslist, dat de gevangene met de bij hem gevonden papieren, moest worden overgebracht naar den Haag en ter beschikking gesteld van den Raad van State. De arrestant had n.l. verklaard, dat hij in opdracht van de regeercnde burgemeesters van Amsterdam een schrijven had overge bracht aan den Koning van Frankrijk, om diens hulp te verzoeken tegen den Stadhouder. Het was dus niets minder dan een beschuldidiging van landverraad tegen de Amsterdamsche regeerders; immers sedert 1688 was de Republiek in een oorlog gewikkeld met Frank rijk. De man, die zulk een zware beschuldiging had geuit, werd in de Gevangenpoort opge sloten en den 25en Maart aan een eerste ver hoor onderworpen. Het bleek nu, dat de gevangene Jan Jansz. alias Jan Hol heette, geboren was te Hedel en schoenlapper in de Meijerij van den Bosch. Bij zijne arrestatie waren de volgende stukken op hem gevonden : een ongeteekende brief in het Fransch, gedagteekend 3 Februari 1689, een eigenhandige brief van den Franschen Minister Louvois, een reisroute met dezelfde hand geschreven, eene ordonnantie aan de Fransche Post meesters om den houder van die ordonnantie paarden te bezorgen, geteekend door Louvois, en een brief aan de la Neufville, Gouverneur van Duinkerken. Bij die eerste ondervraging en ook bij de volgende verhooren op 3 en 7 April 1689 deed de gevangene nu het volgende verhaal, buiten pijne en banden van ijsere." In de Kerstmisweek van 1688 had hij zich, met een aanbevelingsbrief voor de Burge meesters van Amsterdam van Jhr. Daniel van Wijngaarden, Heer van Werkendam en Lid van de Ridderschap van Holland, naar die stad begeven, om hun zijn plan voor te leggen, n.l. om de stadsgrachten van versch water te voorzien. De brief werd aan een bode van de Burgemeesterskamer afgegeven, maar na een kwartier gewacht te hebben ontving hij de mededeeling, dat men voor zijn z.g. uit vinding bedankte. Op een avond toen hij wilde vertrekken en hij zich bevond bij de eerste steenen brug buiten de Utrechtsche poort, sprak hem een als heer gekleed persoon aan met de vraag of hij de man was, die een aanbevelingsbrief aan de Burgemeesters had gegeven. Nadat hij deze vraag bevestigend had beantwoord, verzocht genoemde heer hem mede te gaan en werd hij in een huis gebracht waar eenige personen bijeen waren, die hem vroegen of hij een eed van geheimhouding wilde doen, indien men hem een belangrijke opdracht gaf. Hol zou toen gezegd hebben hiertoe bereid te zijn, indien het iets goeds was. Hij ontving toen den last een brief aan den Gouverneur van Rijnberk, Baron Berentzau te brengen en n aan den Koning van Frankrijk, geadresseerd aan Louvois. Er waren bij dit onderhoud drie heeren aanwezig, waarvan er n zeide Appelman te heeten en aan wien het huis scheen toe te behooren. De beide anderen kende hij niet; zij waren wel zoo lang als Appelman en in het zwart gekleed met man tels om, terwijl hij meende hen op het stadhuis te hebben gezien. Hol legde, volgens zijn relaas, toen den ver langden eed af, ontving de brieven en eenig reisgeld en bovendien de belofte 100 Rijks daalders te zullen krijgen, boven zijne on kosten, indien hij bij terugkomst brieven mede bracht. Hij meende dat er geen kwaad in stak en verklaarde toch alles aan de Staten te hebben willen mededeelen, z.oodra hij zijn opdracht had vervuld. Den Ien Januari 1689 verliet hij Amsterdam. Te Rijnberk aangekomen, bemerkte hij dat de gouverneur wel wist van wie de brieven kwa men en er wel meer scheen te ontvangen. Deze gaf hem een paar van zijn eigen stevels en een goed onthaal en deed hem door een kornet en vier dragonders naar Ordingen begeleiden en verder naar Nuyts en Bonn. Van Bonn ver trok hij met de post zonder geleide naar Montroyal, Charlonie, Metz, Verdun, Chalons, Parijs en Versailles. Tot Bonn had hij als reis geld 17 a 18 rijksdaalders ontvangen en verder te Montroyal 8 pistolen, terwijl hij overal met geld en geleide werd voortgeholpen, uit achting, zooals hij veronderstelde, voor zijne lastgevers. *Te Versailles bij Louvois toegelaten, scheen deze wel te weten van wie de brief kwam. Hol vertaalde voor den secretaris van den mi nister den inhoud in liet l loogduitsch, die droeg in de 5 oorlogsjaren te zamen ruim f 22 millioen, om echter in 1919 het toppunt te bereiken met een verlies van nog ruim een millioen meer dan dat der voorafgaande vijf, oorlogsjaren, tezamen. ja In dezen belangwekkende!! staat, voor del publicatie waarvan men de directie der Bank ; erkentelijk moet zijn, worden ook de bedrijfs- j resultaten in elk der 39 jaren, sedert de op richting der Bank verloopen, opgegeven. 'J Deze geven een geheel ander beeld en toonen ten duidelijkste aan, dat de Rijkspostspaar bank in haar bedrijf als deposito-bank op bijna onafgebroken vooruitgang kan wijzen. 'De eerste zes jaren (1881-1880) leverden nog verliezen op omdat, zooals bij alle be ginnende zaken, de onkosten niet gedekt kon den worden door de rente-winst op het ge ringe opereerend kapitaal, dat in 1880 nog geen 9 millioen bedroeg. Vau toen af begon het bedrijf echter winst op te leveren en, met uitzondering van enkele, kleine onderbrekin gen, in gestadig toenemende .mate. In 1893 overschreed de bedrijfswinst voor het. eerst een ton, om echter in de beide volgende jaren snel terug te loopen tot f 34.000, blijkbaar als gevolg van den toen heerschenden lagen rente stand. Ofschoon heel natuurlijk, verdient het toch opmerking uit den staat te zien, dat juist in het jaar, dat de bedrijfswinst sterk afnam (1894) de boekwinst op de beleggingen het voor het onder de toenmalige omstandigheden zeer hooge cijfer van f 11/2 millioen bereikte. Juist het tegenovergestelde van hetgeen thans het geval is, mul. /eer hooge bedrijfs winsten maar daartegenover veel belangrijkere boekverliezen op de belegde kapitalen. Het moge paradox schijnen, maar toch komt het mij voor dat voor de beoordeeling van eene instelling als de Rijkspostspaarhank als bedrijf, het voortdurend vooruitgaan van de bedrijfswinst vau meer beteekenis is dan de tot zekere hoogte fictieve wijzigingen in de waarde der beleggingen. Koerswinst wordt bij instellingen als de Rijkspost toch nooit gerealiseerd. Het zoude wellicht in de jaren van hoogen koersstand onzer N.W.S. een daad van wijze koopmanschap geweest zijn dat be/it te realisceren en tijdelijk, al zij het met eenige rentederving, het geld op korten termijn te beleggen. Te begrijpen is het echter, dat de toenmalige beheerders daarvoor terugik'insücvt en zich niet aan critiek wilden bloot stellen in een tijd, toen hooggeleerde econo misten beloogden, dat de rentestaiid voorfdurend moesl blijven dalen. Eveneens /oude het ut.i. llums ecu lUutd van goede koopman schap zijn van het lage prijsniveau, (resp. hooge rentestand) gebruik te maken om de inlagen bij de Rijkspost nog verder te stimuleereu dan zij nu reeds van nature doen en den midden-kostprijs van de bestaande be leggingen te verlagen en daardoor kans op koerswinst in de toekomst te openen. Eene optelling van de in bedoelden staal opgenomen cijfers wijst aan, dat in de 39 jaren sedert de oprichting der Bank de be leggingen per saldo eene waardeverminderimg van ruim t (50 millioen aanwijzen, terwijl in die jaren een netto bedrijfswinst van f 21 millioen behaald werd. Er blijft dus per saldo een ver lies van f 4ömillioen over, waarvoor de Slaat der Nederlanden als garant gedebiteerd is. In de balans komt een cijfer van f 40 millioen voor, maar dat verschil is (blijkbaar een ge volg van de omstandigheid, dat de Slaat ook diverse andere poste'n o.a. de gebouwen rekening ad. :' i millioen) voorgeschoten heeft. Reeds vroeger heb ik er op gewezen, dat het mij minder oordeelkundig voorkomt, dat de Rijkspostspaarbank, terwijl zij hij zeer hooge koersen een zeer aanzienlijk bedrag aan integralen en drie percents geaccumuleerd heeft, zij dien aankoop bij de verlaagde koersen geheel gestaakt heeft. Zelfs blijkt uil de gege vens omtrent de Staatsschuld-boekjes, dat de Rijkspost feitelijk een deel van haai' voor raad aan drieën met verlies van de hand doet. Immers werd in 1919 de ruim f 5 miliiocn, die op deze schuldboekjes bijgeschreven werd, geheel uit den eigen voorraad afgegeven en niet in de markt gekocht, hetgeen in werkelijk heid neerkomt op een verkoop van dat be drag aan de houders der boekjes tot voor de Bank verliesgevende prijzen. Een tweede, zeer belangwekkende nieuwig heid, die in het verslag met al te grooie be scheidenheid zonder er speciaal de aandacht op te vestigen is opgenomen, is de atzonderlijke vermelding van het rendement percen tage van de beleggingen rullens uankt>i>;'>i'irij*, naast de tot nu toe alleen gevolgde opgave vau het rendement volgens balanswaarde. Daaruit blijkt o.a. dal, terwijl het totaal der beleggingen in 1919 volgens de balanswaarde 4.08 pet. rendeerde, het rendement op de prijzen, die de Bank er werkelijk voor betaald heeft, slechts 3.9(5 pet. gexteest is. In dit licht gezien, is de winst van gekweekte rente boven uitgekeerde renle en onkosten niet zou bui tengewoon hoog als zij schijnt, wanneer men alleen lel op de l hans zon/eer gcdcprcchcrde boekwaarde. ik mij u.u de hunulcijl'cis \.iii hei daarna den brief in het Fransch weergaf. Hij bleef nu vier dagen te Versailles en Parijs en werd op last van Louvois in een herberg onderdak gebracht, waar een van de secre tarissen van den minister hem steeds gezel schap hield, om te beletten dat hij met iemand sprak. Bij het overgeven van de missive had hij gezien, dat Louvois een papier uit zijn les senaar nam, waarop eenige zegels in rood lak, die deze vergeleek met het cachet, waar mede de brief was dichtgemaakt. Hij noemde den minister den naam van Appelman en verklaarde den inhoud van het schrijven niet gekend te hebben vóór hij het moest vertalen. Het epistel luidde ongeveer als volgt : Al soo wij een afkeer hebben van die vervloekte schelmcrije, die de prins van Orangien met de andere Staeten van Hollant begaen on trent de saecke van Engelant, die Sijn Majt. wel bekent is, soo bidden wij Sijn Majt. dat hij ons de behulpige hand wil bieden op de manier die wij hier aan Sijn Majt. te kennen geven." De Koning moest n.l. met een sterk leger Nijmegen en Gravc tegelijkertijd belegeren en verder over de Veluwe aanmarcheeren op Utrecht en doorrukken naar Amsterdam. Hem zouden spionnen worden tegemoet gezonden, terwijl er gezorgd zou worden, dat het werven van manschappen in de Nederlanden zooveel mogelijk vertraagd werd. Bij Nijmegen moesten de Fransche troepen gelegerd wor den aan de zijde van den berg boven de stad, terwijl een toren bij de Heselpoort, waarin een munitie-magazijn gevestigd was, onder vuur diende te worden genomen. Indien de aanval half April plaats vond, zou alles gereed zijn. Verdere bijzonderheden zouden worden medegedeeld zoodra het ant woord van den Koning was ontvangen. De brief was onderteekend door J. Apesz en Henr. de Laet. Louvois gaf hem kort daarop een missivezonder adres terug, met last die aan Appelman te overhandigen en wenschte hem goede reis. Bij zijn tweede verhoor vulde Hol zijn ver haal aan met de mededeeling, dat hij bij te rugkomst te Amsterdam tusschen 8 en 11uur 's morgens op de voorzaal van het stadhuis moest wandelen vóór hij de brieven aan het huis van Appelman bezorgde. Voorts bekende hij, dat de missive, geschreven met de hand van Louvois, welke men bij de arrestatie bij hem gevonden had, dezelfde was als die hem te Versailles ter hand was gesteld. Deze begon aldus -. On a fait t mi te la considération que vous pouvez desirer, sur ce que contient vostre lettre, et on vent bien vous aider a secouer Ie jong qni vous accable, lors qu'ort sc.aura plus particulièrement quels efforts vous pouvez faire, pour seconder de vostre costéceux, qui employeront leurs forces et leurs moyens a vous restablir dans vostre ancienne Liberté!" De schrijver wilde verder zoo spoedig mogelijk weten hoe sterk de partij der ontevredenen was en nadere bij zonderheden over de plannen, ten einde ge zamenlijk maatregelen te kunnen beramen om te slagen. Het geheim zou goed bewaard blij ven, terwijl bovendien mededeelingen aan den koerier waren verstrekt hoe men moest verhinderen, dat de zaak ruchtbaar werd. De brief was zonder adres of onderteekening, opdat niemand den schrijver of geadresseerde zou kennen. Werd de koerier gevangen genomen, dan moest hij zeggen dat de brieven bestemd waren voor den Franschen gezant in Denemarken, waartoe aan Hol een pas was; verstrekt op naam van een franschen koerier. (Stut i'!).'«!) FR r,i-: W ITT Hu BI: KT s BATENBURG 4 FOLMER Den Haag ?:? Huijgenspark22.j SPECIALITEIT: rERHUIZIHEEN ONDER GARANTIE-:- -:- ?:? -:? -:- ?:? ?:- ?:? BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS verslag moet bepalen tot verwijzing naar de min of meer uitvoerige uittreksels in de dag bladen, wenseh ik hier alleen uit het al gemeen r:.suméin den aanhef van het verslag het volgende over te nemen : De gunstige resultaten door de Rijkspost spaarbank sedert 1915 verkregen, werden dit jaar nog overtroffen. De vooruitgang in liet aantal in omloop zijnde spaarbankboekjes was; weliswaar in vroegere jaren, in 1899 en in 1904 tol en mei 1907, grootcr, doch het aan in leggers verschuldigde saldo-tegoed sleeg van l' 242 millioen op f 2(>8 millioen en vermeerder de derhalve mei f 20 millioen of II1;,,, terwijl de vermeerdering van 1918, de grootste fot dusver behaald, l' 19 miliioen bedroeg. l lel totaal verschuldigde tegoed, met in begrip van de reéele waarde der op Staalsschüldbockjes ingeschreven bedragen, sleeg \an 1203 millioen lot 1288 millioen. De omzet op spaarbankboekjes is gestegen van f 197 o]) f 250 millioen, o l' mei 3(1",,, in aantal posten van 3.085.789 op 3.572.091 ol mei bijna 10",,. Opmerking verdient, dat vooral in de groolc steden Amsterdam en Rotterdam de inlagen belangrijk hooger waren dan de terugbeta lingen, l lel voordeelig saldo bedroeg voor Am sterdam l'(i.081.480, en voor Rotterdam f 2.081.(tol. Terwijl het gemiddelde saldo tegoed per boekje voor het geheele Rijk geste gen is van f 133.07 op l' 1-12.10 en alzoo toe genomen i:- met f 9.O3, waren deze cijfers dan ook voor Amsterdam van t'9(5.49 op f 113.44, toeneming f 10.9;'), voor Rotterdam van f l 18.70 op Ki4.o4, toeneming f 15.34.'' Ten slot te zij hier als eene eigenaardige coïncidentie medegedeeld, dat tegelijk met het verslag der Rijksposlspaarbank ons een Aiuerikaansche mail bereikt, waaruit blijkt, dal aldaar door invloedrijke financiers eene verhooging van de rentevergoeding op de inlagen bij de Anierikaansche Postspaarbank bepleit wordt. Alen meent daarin een middel te zien om aanzienlijke bedragen naar 's Rijks kas te trekken en de kapitaalbehoeften van hel Rijk groolendeels te financieren' door de te verdachten, grootere inlagen der Post spaarbank. In een volgend artikel stel ik mij voorop dit onderwerp terug te komen, maar reeds nu moet ik opmerken dai de toestanden aldaar en in l'.uropu met betrekking tot het spaar bankwezen zoo geheel verschillend zijn, dat \\al voor de een ra.id/.i.im schijn!, voor den .mder daarom nog, nii-l aan ie bevelen zoude zijn. l- D. S \ \ i l i, H A N 11

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl