Historisch Archief 1877-1940
25 Sept. '20. - No. 2257
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
DE AANSPORING DER TROONREDE TOT ZUINIGHEID
Teekenlng voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensle
17e Jaargang 21 Aug. 1920
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 1122, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEMNo.242
VAN DEN AUTEUR P. J. EIJPE,
HAARLEM
Stand Zwart: 2,8,10,12, 15,17,19,22/25,30.
Stand Wit: 21,26,28,32/35,39,42,43, 47,49.
Wit: 34-29,32-27, 26:37,37-31,47-42,33-29,
Zwart: 23:34,22-31, 17:26, 26:48,48:23,24:44,
49:7, 33:2!
2:11,
Men zal de oplossing van dit probleem op
het eerste gezicht gaan zoeken in de richting
21 ; 3, maar zeer spoedig bemerkt merrdat dit
tot niets leidt. De ontleding is dan ook goed
verborgen.
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No.243
VAN DEN AUTEUR S. VAN HEER
WAARDEN, COCKSDORP (TEXEL).
Stand Zwart. 1. 3. 6. 8. 9. 11. 19. 21. 25.
Stand Wit. 18. 22. 28. 30/33. 37. 48
Wit: 18-12, 31-26, 33-29, 22-18, 28-23,
Zwart : 25:34, 8:17, 34:23, 23:12, 17:28,
26:8, 32:3!
3:12,
Een logisch verklaarbaren laatsten zet van
zwart, immers de schijf op 30 is nu verloren.
Een vrij gemakkelijke oplossing.
PROBLEEM No. 244
VAN DEN AUTEUR P. J. EYPE, HAARLEM
Eerste publicatie
Zwart (9 schijven)
(Wit 9 schijven.)
Stand Zwart. 5. 7. 10. 12. 14. 17. 20.
Stand Wit : 23. 27./30. 32. 37. 39. 43.
PROBLEEM No. 245 VAN DEN AUTEUR
S. VAN MEERWAARDEN, COCKSDORP
(TEXEL)
Eerste publicatie
Zwart (9 schijven)
Wit (10 schijven)
Stand Zwart. 2. 4. 7. 10. 12.17. 29
Stand Wit. 20. 21. 25. 27. 31. 32. 36. S7.
39. 43.
Oplossing n ver 4 weken.
Goede oplossingen ontvangen van No. 242,
243, van I. Luteijn, Groede, J. Schröder,
den Haag, H. Wijnands, Adam.
CORRESPONDENTIE.
1. L. te O. Wij zullen Uw idee in overweging
nemen voor den volgenden wedstrijd.
Aan de prijswinners. De prijzen zijn 28
Augustus verzonden, maar tot heden ont
vingen wij twee berichten van ontvangst.
DIE NAAR INDiE GAAT
DOET HET BESTE OM
ZIJN UITRUSTING TE
KOOEEN IN .....
iiuiimiimtiii
De nieuwe kampioen is gehuldigd door bijna
alle aanwezigen, inzonderheid door het Be
stuur en leden der A. D. V. van Embden"'
waarvan hij lid is. Het Bestuur bood hem een
krans aan. Dinsdag 7 dezer is hij in het speel
lokaal van van Embden" gehuldigd en bij die
gelegenheid werden hem nog 2 bloemstukken
en een zakdambord overhandigd.
Moge L. Prijs dien titel een volgende maal
met dezelfde kan het zijn betere kracht
verdedigen, en hem behouden.
De symphatieke jonge man is het waard l
In de groepenwedstrijd die gelijktijdig plaats
vond, namen 14 leden van van Embden" deel.
Hiervan mochten 10 leden een prijs verwerven.
Naar wij meenen is zooiets nog nimmer
voorgekomen.
(Slot volgt)
De Neder 1. Maagd tot de Tweede Kamer:
Geef gij nu het voorbeeld en wees zuinig met den nationalen tijd."
WEDSTRIJD OM HET KAMPIOENSCHAP
VAN NEDERLAND
Onder buitengewone belangstelling heeft het
bestuur van de I. T. H. R. E. K. A. in het
Paleis voor Volksvlijt dezen wedstrijd
mogelijk gemaakt.
De toestemming van den Nederlandschen
Dambond was verkregen en de leiding ging
ook daarvan uit.
Naar wij vernemen zijn er mooie partijen
getpeeid.
De nog jonge veelbelovende speler L. Prijs
verwierf den titel rnet 13 van de 18 te be
halen punten.
OPLOSSING BIERPUZZLE.
Het bier werd betaald door degenen, die bij
inwisseling in het vreemde land een diagio
van 10 cents op hunne dollars dierven.
Men zou ook kunnen beredeneeren, dat de
bierdrinker zijn eigen bier betaalt; n.l. door
arbeidsprestatie zoude hij de kosten van het
bier verdienen./ Die arbeidsprestatie zoude
dan alleen bestaan uit het op en neerloopeu
resp. het uitdrinken.
Oplossingen zonden: H. de B. te Haarlem,
Mevr. : J. A. B.- W. te Laag-Keppel, A. C. te
Amsterdam, Mr. J. K. te Arnhem, G. v. d.
K. te Alblassendam, I. M. te Rotterdam, W.
A. N, te Amsterdam, J. O. R. Mevr : M. P.
te Vierhouten, T. N. ce S. te Rotterdam, en
G. G. V. te Alkmaar.
A. H. te Siti Ardja N. I. zond eene goede
oplossing van de puzzle van 20 Juni j.l.
W. A. Nieuwenhuizen te Amsterdam won
den puzzleprijs.
Genoemde heer wordt verzocht ons zijn
adres op te geven.
NIEUWE PUZZLE
PUZZLE MET CENTEN
Drie centen zoodanig te leggen, dat zij el
kander alle raken, is geen kunst; men legt ze
in een rondje en klaar is Kees. Met vier centen
hetzelfde te doen is ook niet moeilijk, want men
legt eenvoudig een cent er boven op.
Maar met vijf centen is het een heele toer.
Hebt n 't wel eens geprobeerd?
A.B. is zeer benieuwd naar de resultaten.
iiiiifiiiiiiiiiiiiirtiiiiiiiiNtiiiiiiiiiiiiiijffiiiiiiii'ifiiiiuiiifiii »iiiiiiifMiifififfifiiiiifffirfiiiiitfiiiiiiffir(iiiiftniiiffitiiiiifiiiiiiffiiiii
iiimfimmifmmmimmmiuiimium mimimrHiiimimmiiiiitiiiiilmiiimiimiiii
over l verbaasde, hoe ik, die zoo slordig en
onhandig was met handwerken, dat klaar
speelde ! Och, en Trees' aandoenlijke vreugde
toen ik haar vertellen ging van
Rudolf-enmij. Toen ik zei: Trees, jij bent de eerste,
buiten de naaste familie, die 't weten mag !
Luister eens, ik heb een nieuwtje : ik ben zoo
veel als aan 't verkeeren !"
P>?Wat zèg-de. Wat zeg-de? Goa-de-gij
itreiwen? Och-heer-toch, det ik da nog beleven
mag ! Esther, mijn lieveke," en toen kuste ze
me en schrikte tegelijkertijd van haar eigen
vrijpostigheid. Maar ik kuste haar terug,
pakte haar om haar middel en tolde met haar
in 't rond tot ze lachend en ademloos op 'n
stoel neerviel en me dreigde niet haar vinger :
Foei, foei, toch freule ! As die koale
Engeische madam dét 's zag, wa zou ze 'n lillik
gezicht zette !" En we schaterden 't allebei
uit.
En onwillekeurig dacht ik terug aan dien
Zondagmiddag, ruim twee jaar geleden, toen
Rudolf en ik voor 't eerst samen Trees be
zochten. Hoe haar begroeting : Wel, wel,
freule, is dat nou oewen mee-goander," Ru
lachen deed. Hij had met zijn knappe gezicht
en innemende manieren dadelijk haar hart
gestolen en 't streelde ons beider ijdelheid toen
Trees ons openlijk : ,,een schoon poar, allebei
zoo jonk en zoo blond," noemde. Helaas,
helaas, 't zou niet duren.... Een jaar later
had ik geen mee-goander" meer en ik kon
Trees niet zeggen waarom.... Ze vroeg ook
niets, de trouwe ziel, maar ze zag wel, dat ik
verdriet had, dat ik bleek en mager werd....
Ik ken m'n blij-leverke van vruger nie
meer," zei ze eens hoofdschuddend toen ik
haar een mandje pruimen kwam brengen en
even binnen bij haar zat. En over haar bril
heen zag ze me meewarig aan, legde de sok,
die ze stopte neer en vervolgde : M'n liet'
kind, 'k heb zóó veur oe gebeeë. As ge 't
kruis, dat oe is opgeleet, geduldig droagt, zal
ons Heer 't zeker nog goed met oe moake. Ge
zijt nog zoo jonk en 't leven is langk"....
en toen heeft ze me verteld van den simpelen
roman uit haar eigen jeugd. Hoe ze tegen den
wil van zijn ouders verkeerde" met den zoon
van een rijken boer, en hoe Cis haar bedroog
en met 'n ander mèske, da veul cente te wachte
had," kermis ging houden....
Later waren er nog andere jongens om
'r gekomen ; ook een weduwnaar, maar ze
Inad geene goesting meer orn te treiwen."
't Liefste zou ze naar 't klooster zijn ge
gaan, doch toen stierf plotseling haar moeder
en moest ze voor de jongere broers en zusters
zorgen, totdat die zichzelf konden redden.
Daarna is ze vijftien jaren lang bij ons op de
Sandhorst geweest als keukenmeid. Dat was
.de beste tijd uit haar leven, heeft ze dikwijls
gezegd en ook dat ze ,,'n goeien, onbezurgden
ouwen-dag had" met haar twee ongetrouwde
broers en Mieke, haar lievelingsnichtje.
Trees is net als tante Agnes : nooit aan
zichzelf kunnen toekomen. Altijd gingen de
belangen van anderen vóór de hare. Maar
was ze ten slotte ongelukkig geweest, vroeg ik
mezelf af? Iedereen, die haar kende, hield
van haar en de rust, die van haar uitging.
en die ze onbewust op anderen overbracht,
bezat ze toch zélf in de eerste plaats. Was ge
moedsrust eigenlijk niet 't meest
begeerenswaardige? Maar hoe moeilijk te behalen !eek
me die. Door hoeveel moest een mensen heen
om 't zoo ver te brengen, dacht ik, terwijl ik
neerzag op 't bleeke, vredige gezicht, dat iets
oneindig voornaams en verhevens had, zooals
't daar op 't kussen lag.
O, dit vasthouden, dit in me opnemen, om
't nooit te vergeten," zei ik tot mezelf.
Toen ineens sloeg Trees de oogen naar me op.
Esther," prevelde ze.
Is er iets? Kan ik iets voor je doen?" Snel
bukte ik me over haar.
Zoo'nen dorst," klaagde ze.
Aarzelend zag ik rand, maar Mitkc schoot
al toe uit de keuken met een glas en een
lepeltje.
Hier freule, hier is citruun-woater. 't Is 't
eenigste wa tante wil," zei ze, mij 't glas rei
kend en ze bleef toezien, hoe ik Trees een paar
maal voorzichtig wat met 't lepeltje tusschen
de lippen goot.
Dank oe, me-kind," glimlachte Trees.
Haar oogen vielen weer dicht en haar gezicht
kreeg dezelfde, rustige uitdrukking.
Behoedzaam zette ik 't glas neer op 't
tafeltje bij den Kruis-lieven-Heer, sloop toen
op mijn teenen de keuken in.
Ik zal nu maar gaan. Vanmiddag kom ik
nog wel eens kijken, hoor. 't Beste," fluisterde
ik en Peer, die juist binnentrad, ging mijn
plaats bij 't bed innemen.
8 Mei.
Vannacht is 't heel kalm met Trees
afgeloopen. Tante Agnes en ik gingen gister-middag
nog even kijken, maar ze was al bewuste.jos
en leek nauwelijks meer te leven en toen ik er
vanochtend na 't ontbijt heenfietste, waren de
luiken gesloten en was 't eigenaardige
doodssymbool dat Niek en ik als kinderen zoo
griezelig vonden - voor de stoep opgesteld :
een kleine, tusschen roode baksteeneu vast
gelegde stroobos, met zwart lint omwonden..
Bij 't plaggenvuur om de keukenschouw
vond ik Hannes, Peer en Mieke triestig
bijecngedoken, doodmoe van 't waken en 't droeve
gedoe. De spiegel en de schilderijkes" hingen
ten teeken van rouw, omgekeerd aan den muur.
Alleen voor de heiligen-beeldjes op 't
hoekkastje brandde een lichtje.
De wijkzuster en Hannes hadden Trees
vatiochtend-vroeg afgelegd. Ik wou haar zeker
nog wel 's zien, zei Peer en toen ik knikte,
opende hij plechtig de deur van 't opkamertje
en trad voor mij uit op de bedstee toe. Voor
zichtig sloeg hij 't laken weg, dat de roerloozc
gedaante overspreidde en daar lag Trees met
haar beste, witte muts op, keurig ingespeld,
een zwarten rozenkrans tusschen de plechtig
op haar borst gevouwen handen. Wijs en
verheven was de uitdrukking van het was
achtige gezicht. Was dit Trees, die we vroeger
gekend hadden? Het geleek iets hél anders,
zwo onbereikbaar ver, zoo niet meer van deze
aarde....
Ik voelde geen aandrang tot schreien. Bij
deze heilige rust paste geen enkel misbaar. . ..
Schoon leet ze doar, woar freule? Met zóó
non goeien mensch as zij was, zal
Ons-lievenHeer 't wel goed maken, woar," fluisterde
Peer.
Daar kan je gerust op zijn," zei ik zijn hand
drukkend.
Ik liet me overhalen nog even mee in den
kleinen kring bij 't vuur te zitten. Mieke schonk
me een, taske koffie" in en toen Hannes
vroeg, of ik toch ook meeging met de begrafe
nis overmorgen, had ik 't hart niet te weigeren,
hoewel ik er zeer tegenop zag.
10 Mei.
Vanochtend om half acht al ging ik te
voet naar 't sterfhuis. Het motregende en
een fijne nevelsluier lag over de velden. Het
was zwaar en drukkend in de lucht en mijn
regenmaiitel hinderde me. Er waren al een
stuk of tien menscheii toen ik binnentrad,
meest familie-leden, waaronder een paar vrou
wen in stadsche dracht. Ue andere vrouwen en
meisjes droegen de zwarte rouw-faiie over de
muts, zooals dat hier gebruikelijk is. Hannes en
Peer met strakke gezichten onder hun hooge
begrafenis-hoeden drukten me stom de hand.
Peer vooral had 't erg te kwaad. Mieke, blo
zend en behuild, geheel in 't zwart, op
krakende Zondagsche schoenen, schonk koffie
in voor degenen, die dat verlangden. Niemand
zei een woord, totdat er een jonge vrouw met
een Vlasblond jongske aan de hand binnen
trad, een enorme druipende paraplu voor zich
uitdragend.
Dat is Trien, Trieneke van 't Sas," hoorde
ik mompelen.
Dag oomes, dag Mieke ! Och-Heer-tocn,
wa'n lillik weer om onze goeie tante weg te
droage !" Meewarig schudde Trien de ooms en
Miekede hand, liet 't vlasblonde bedremmelde
Wullemke ook handen geven en bracht op
haar goedmoedige, wat luidruchtige manier
een einde aan de drukkende stilte, 't Gesprek,
hoewel gedempt, werd algemeen.
Och en zij-de-gij nou de jongste freule van
de Sandhorst? Goa-de-gij ook mee? Dat is
schoon van oe. Gij zijt freule Esther woar?
Och, tante Treeze placht dikmoals van oe te
spreke," begon 't vrouwtje tegen mij en ik
interesseerde me maar voor Wullemke op
mijn beurt, vroeg hoe oud hij was en of hij al
schoolging. . . .
L)e keuken en 't belendende vertrek ge
raakten nu vol volk en een bevriende
boerenkar, die de doode naar 't dorp zou rijden, hield
voor de hoeve stil, juist toen de groote
hangklok half negen sloeg. Toen trad Hannes naar
voren, opende de deur van 't opkoamerke",
waar de lijkkist stond, stak de kaarsen aan op
't tafeltje bij 't kruisbeeld en wenkte twee
buurmeisjes. Deze knielden bij 't trapje neer
en zeiden hardop de gebeden, waarbij alle
aanwezigen staande af en toe invielen. Ik
verstond er geen woord van, maar de ernst
waarmee 't gebeurde was aandoenlijk.
Daarna vroeg Hannes, of men de doode nog
zien wilde en iedereen tot kleine Wullemke toe,
die z.'n moeder stevig bij de hand vastklemde,
ging 't kamertje binnen om een laatsten blik
in de kist te werpen.
Ik zag hetzelfde wijze, wassen gezicht....
Alleen leek 't ouder, hél oud en
ver' weg....
Ben oogenblik later liepen we allen door
den motregen achter de boerenkar, die de kist
naar 't dorp voerde : de mannen met hun hooge
hoeden voorop, de vrouwen met hun zwarte,
laag-over-'t-hoofd-neerhangende falie erachter.
Aan 't begin van 't dorp zou de deftige
lijkkoets" de kist overnemen, want tante
kreeg een eerste-klas-begrafenis, vertelde
Trieneke van 't Sas me zachtjes onder 't
voortgaan.
Zoowaar stond een kwartier verder op den
weg de door twee paarden getrokken lijkwagen
gereed, met zilveren doodskoppenjen omfloerste
brandende lantarens aan de vier hoeken. Even
werd er halt gehouden om de kist over te
laden, 't pronkende rouwkleed met zilveren
kruis kwam er op te liggen en zóó trad de stoet
't dorp binnen, terwijl de kerkklok zwaar en
eentonig haar doffe slagen de lucht indreunde.
oeie, eenvoudige Trees! Hoe versteld zou ze
zelf gestaan hebben over den indruk, die haar
begrafenis maakte ! 't Heele dorp was
uitgeloopen, zooals dat alleen voor een bruid of
een doode plaats heeft....
in de kerk prijkte 't hoofdaltaar met zwart
fluweel en ontelbare waskaarsen flonkerden er,
evenals voor de zij-altaren en later aan
weerszijden van de kist, die onder plechtige
orgeltonen en gezang vóór ons uit, de kerk werd
binnengebracht.
Wullemke, met z'n moeder in de bank vóór
me gezeten, kon zijn jeugdig enthousiasme
over zóóveul keersen" niet bedwingen en
raakte telkens den tel kwijt.
Een vol uur duurde de plechtigheid. Toen
werd de doode gezegend, de kerk uitgedragen
en door de mooie koets stapvoets onder dreu
nend klokgelui naar 't kerkhof gevoerd.
Schier onafzienbaar was de rij van menschen,
die den stoet volgden. Er waren geen bloemen
en niemand zei een woord, maar allen trokken
plechtig langs de open groeve, waarin de kist
werd neergelaten, en sloegen een kruis.
De regen had opgehouden en toen ik met
Hannes, Peer en Mieke, die heete tranen stort
te, over den beslijkten binnen-weg naar de
hoeve terugkeerde, brak even een flauw zon
netje door.
De genoodigden voor het begrafenis-maal
volgden den grooten weg, zoodat wij even
vóór hen 't sterfhuis bereikten, waar débeide
buurmeisjes, die hadden voorgebeden, twee
lange tafels gedekt hadden, waarop brood met
kaas en koffie en bier voor 't manvolk gereed
stonden.
Ik bleef maar even. De dadelijk montere
stemming bij de gasten, nu 't akelige" achter
den rug was, stuitte me, al kon ik 't begrijpen
en al zou 't vertoon van
droefheid-die-er-nietwas, misschien nog hinderlijker geweest zijn..
Toen ik afscheid genomen had en juist het
paadje tusschen de korenvelden wou inslaan,
hoorde ik stappen achter me en omziende zag
ik Peer aankomen, hijgend en blootshoofds.
Freule, freule, wacht efkes!" klonk 't
ademloos.
Ik stond stil.
Wat is er Peer? Wat wou je van me?"
Nikske, nikske ! 'k Mot oe wa geve ! Hier,
dit pakske motte meenemen na huis toe. Doar
motte moar kijke wat er in zit. 't fs zooveul
as een herinneringske. Hier, vat oan,
astoeblieft," en hij duwde me 'n klein, in grijs pa
pier gewikkeld pakje in de hand.
Verwonderd en beklemd zag ik hem aan.
Is 't heusch voor mij?"
Joa't, joa't. Bij oe eiges thuis motte 't
moar ope doen. Hier nie!" 't Klonk zóó smee
kend, dat ik niets beters te doen wist, dan zoo
hartelijk mogelijk te zeggen :
Dank je wel, hoor Peer, Ik zal 't in eere
houden," en na hem de hand gedrukt te
hebben, liep ik door.
Toen ik even later, op mijn kamer 't papier
loswikkelde, hield ik een doosje in de hand vaiv
Zwitsersch houtsnijwerk : een cadeautje
voor Trees indertijd door moeder van haar
laatste reis meegebracht. Moeders portret
kort voor haar dood gemaakt, lag er in en op
een bijliggend strookje papier stond in Trees'
gebrekkig handschrift geschreven-:
Dit Doosje na mijn doot te ge/c an mijn
lief e Esther met de groetenis van Trees H agens.