De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 25 september pagina 2

25 september 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 25 Sept. '20. No. 2257 biljetten of schatkistpromessen en verpan ding of beleening van producten van onder nemingen van het Land ; d. de ontwerpen van algemeene verorde ningen, welke aan de ingezetenen persoonlijke militaire lasten opleggen; e. zoodanige andere onderwerpen, als door den Koning bij algemeene verordening worden aangewezen. In hetzelfde artikel (131) van het R. R. wordt voorts nog bepaald, dat de Volksraad de belangen van Nederlandsch Indiëen zijn ? ingezetenen kan voorstaan bij den Koning, bij de Staten-Oeneraal en bij den GouverneurGeneraal. Men zal op het eerste gezicht uit het boven staande allicht niet de gevolgtrekking maken, dat het in de bedoeling heeft gelegen, van den Volksraad een macht van beteekenis in den Indischen staat te maken en het jonge lichaam op weg te zenden met een buidel, gevuld met belangrijke bevoegdheden. Óók nog niet, wanneer men in art. 4 der Indische Comp tabiliteitswet leest, dat de ontwerpen der be grooting, den Volksraad ter beoordeeling toegezonden, door dezen, met mededeeling van zijn gevoelen, worden teruggezonden aan den Gouverneur-Generaal, die de begrooting overeenkomstig dat gevoelen voorloopig vast stelt. Immers, noch .minister, noch StatenGeneraal, zijn verplicht met dat gevoelen rekening te houden. Toch heeft de uitkomst anders geleerd en is de Volksraad reeds dadelijk geworden tot een lichaam van groote beteekenis in de staats inrichting van Nederlandsch Indië. En wel om twee redenen. / Ten eerste leert een nadere beschouwing van bovenstaande, tamelijk sobere opsom ming, dat daarin een uitgestrekt arbeidsterrein ligt verscholen ; inzonderheid leidt de behan deling der koloniale begrooting en het uit brengen van advies daarover tot mogelijk heden zonder tal, omdat het ontwerp dier begrooting zoowel het algemeene beleid der Regeering weerspiegelt, als de uitvoering daar van, op elk gebied, in bijzonderheden aangeeft. Tweemaal 's jaars (éns in het vóór-, ns in het najaar) houdt de Volksraad een zitting, waarin die begrooting, resp. een steeds in omvang toenemend supplement daarop, de hoofdschotel der agenda uitmaakt. Tweemaal 's jaars bestaat dus de gelegenheid, het Regeeringsbeleid tébespreken, inlichtingen er over te vragen, en naar bevind van zaken, opgebrachte posten te wijzigen en nieuwe posten op te brengen, die, wij zagen het zoo even, onveranderd hun weg vinden naar het Plein in den Haag. Voorts is het recht om de belangen van Nederlandsch Indiëen zijn bewoners voor te staan bij Kroon, StatenGeneraal en Landvoogd niet anders dan een recht van petitie, waardoor de Volksraad .alle mogelijke onderwerpen binnen den kring van zijn bemoeiingen kan brengen. De tweede reden ligt in het zelfbewustzijn en de cordaatheid, die van het eerste oogen blik het optreden van den Volksraad hebben gekenmerkt. Zonder eenige scholing of er varing op politiek gebied; zonder eenig ander hulpmiddel dan een matige ramingspost op de begrooting van zijn geboortejaar, heeft hij dadelijk de wegen gevolgd en de werkme thoden gekozen, die bij formeele Parlementen gebruikelijk zijn. En zoowel tegenover eene Regeering, die daarop niet in allen deele ver dacht was, als in een samenleving, welker verwachtingen allerminst hoog waren ge spannen, heeft hij zich daardoor onmiddellijk en stormenderhand een positie weten te veroveren, waarvan noch wetgever, noch begiftigde, ooit had gedroomd. Een positie waarin hij zich des te gemakkelijker heeft kunnen handhaven, omdat hem van de zijde van den eerste geen ernstige tegenstand, van die van den laatste uiteraard slechts krach tige ruggesteun werd geboden. Een en ander ongetwijfeld als een gevolg van de omstan digheid, dat optreden en werkwijze van den Volksraad, behalve door de beide bovenge noemde eigenschappen, ook door een be hoorlijke mate van degelijkheid werden gekenmerkt. Was het oorspronkelijk de bedoeling, dat voorjaars- en najaarszitting samen niet meer dan een tiental weken in beslag zouden nemen, het bleek al spoedig, dat door die werkwijze de behandeling der begrooting allén reeds een langeren duur vereischte. Waar voorts naast de begrooting allerlei andere aangele genheden, deels door de Regeering, deels door de leden ter sprake gebracht, de aan dacht yereischten, was de Volksraad in het eerste jaar van zijn bestaan niet minder dan vier, in het tweede jaar zelfs vijf maanden bijeen. Enkele dier aangelegenheden mogen hier kortelijk worden genoemd om de beteekenis van den Volksraad beter in het licht te stellen. Dat de Regeering den Volksraad een voor ontwerp voor een aigemeenen maatregel van bestuur tot regeling van den dienstplicht voor Inlanders en met hen gelijkgestelden" ter beoordeeling toezond, was een uitvloeisel der voorschriften van het Regeerings-ReglementDit was niet het geval met tal van andere ontwerpen, o.a. betreffende een Arbeidsre geling voor Banjoewangi, een Assistenten regeling ter Oostkust van Sumatra, het Hoofd geld voor de Buitengewesten, het Indisch Bezoldigingsstelsel, de instelling van Kamers van Landbouw, die.van Regentschapsraden, allemaal zaken en daaronder van het groot ste belang , waarin de Regeering, ofschoon daartoe ten volle bevoegd, geen beslissingen wilde nemen alvorens het oordeel van den Volksraad te hebben vernomen en met hem een (veelal vruchtbare) gedachtenwisseling te hebben gevoerd. Uit den boezem van den Volksraad zelven zijn, onder meer, naar voren gebracht de vraagstukken betreffende de scheiding van Kerk en Staat, de Heerendiensten, de Parti culiere Landerijen, de Erfopvolging der Re genten, de Poenale Sanctie, de Voedselvoorziening.de Suikervoorziening, waarbij dan zijn te voegen de talrijke wenschen, belichaamd in moties of neergelegd in amendementen op de begrootingsontwerpen. De leden van den Volksraad vormen een zeer heterogeen geheel. Onder de inlandsche leden zijn de meesten van Java afkomstig, doch ook Atjeh, Midden- en Zuid-Sumatra, Amboina en de Minahassa zijn vertegen woordigd, terwijl naast mannen van vorstelijken bloede, anderen van zeer eenvoudigen huize een plaats vinden. Onderde Europeesche leden vindt men zoowel ambtenaren van hooger en lager rang, als Invloedrijke perso nen op het gebied van landbouw, nijverheid en scheepvaart, en wederom anderen, die be paalde richtingen op maatschappelijk of po litiek gebied vertegenwoordigen. Eindelijk zijn er twee Chineesche leden en n Ara bisch lid. Bestond aanvankelijk eenige vrees, dat bij een zoo bonte samenstelling de onderlinge samenwerking en waardeering zou te wenschen overlaten, dat men elkander niet goed zou kunnen of willen begrijpen, en dat, als gevolg van een en ander, de Volksraad minder goed aan zijn doel zou beantwoorden, de praktijk heeft aangetoond, dat deze vrees ten eenenmale ongegrond was. Hoe, bij de vele stem mingen, de groepeering van vóór- en tegen standers bij eenig onderwerp ook moge zijn geweest, een tegenstelling,, gebaseerd op ver schil van ras of van landaard is nooit aan den dag getreden. Vooral aan onderlinge waar deering, dien onmisbaren factor voor het beVPAAGTs SI-FA-KO s ia ARC. H Hot voopnatmmsto Serlemork IIIIIIIIIIIIIIHII < reiken van goede uitkomsten, heeft het tot heden niet ontbroken. In dit opzicht is reeds de eerste zitting, zoowel voor de leden, als voor de buitenwereld, een openbaring ge weest, die algemeen met voldoening als zoo danig is erkend. Zooals daarstraks reeds terloops werd op gemerkt, heeft de Indische Regeering den Volksraad in de gelegenheid gesteld het hoogste peil van ontwikkeling en invloed te bereiken, dat binnen de, door den wetgever gestelde grenzen mogelijk was. Zij heeft daarbij steeds gestreefd naar samenwerking en voortdurend contact, het laatste o.a. door de vorming van de zoogenaamde Schakel commissie, die is samengesteld uit de drie afdeelingsvoorzitters en de voormannen der verschillende partijen (samen acht personen), welke commissie ook buiten de zittings perioden kan bijeenkomen, met de Regeering, die zich op die bijeenkomsten meestal doet vertegenwoordigen, ten allen tijde in ge dachtenwisseling treedt en vooral nuttig werkt ten aanzien van de voorbereiding en de be spoediging der behandeling van nieuwe aan gelegenheden. Verder heeft de Regeering zich bereid verklaard, schriftelijke vragen van de leden in ontvangst te nemen en, voor zooverre Haar dat mogelijk is, te beantwoorden, ter wijl eindelijk verschillende faciliteiten, zooals vrij vervoer op de Staatsspoorwegen, werden verleend aan leden, die, in verband met hun mandaat, zich plaatselijk van het een of ander op de hoogte wenschen te stellen.. De vergaderingen van den Volksraad wor den bijgewoond door een daartoe aangewezen hoofdambtenaar, in den regel den betrokken Departementschef, die namens de Regeering toelichtingen verstrekt betreffende het on derwerp, dat in behandeling is. Betreffen die toelichtingen het algemeene regeerings-beleid of andere zaken, die niet een bepaald De partement aangaan, dan worden zij gegeven door den Regeeringsgernachtigde voor alge meene zaken", een nieuwen ambtenaar, wiens betrekking eerst ten vorigen jare, en voor loopig tijdelijk, werd ingesteld. De algemeene verwachting is, dat de Volks raad van steeds grooter beteekenis zal worden in de staatsorganisatie van NederlandschIndië, dat hem steeds ruimer bevoegdheden zullen worden toegekend en dat hij ten slotte tot een formeel parlement zal uitgroeien. Over het tempo, waarin dit groeiproces zal plaats hebben, bestaat uit den aard der zaak veel verschil van inzicht. NEDERLAND IN AMERIKA ORANGE CITY 1870?1920 In de eerste helft der 19e eeuw begon de uit tocht van duizenden West-Europeanen naar Noord-Amerika, teleurgesteld in hunne ver wachtingen, dat na de Napoleontische oor logen betere levensvoorwaarden zich in Europa zouden ontwikkelen. Het waren niet alleen de Argonauten der ellende", die door eene steeds grooter wordende werkeloosheid in steeds grooter getale hun geboortegrond verOELOF pITROEN KALVERSTRAAT 1 Amsterdam OPGERICHT 1850 TELEFOON 658 N. DEN HAAG - PLAATS 23 firma M. J. GOUDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud. Zilver en Horloges en Uitsluitend eerste kwalftait N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERLNG -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 H lieten. Ook vele meer of minder gegoeden wer den Europa moede, mede door de te langzame ontwikkeling van burgerlijke en kerkelijke vrijheid. Dat ook Nederland aan dezen exodus deel nam, behoeft geen verwondering te baren. Ook hier heerschte gebrek aan werk, terwijl de lasten zwaar waren. De toenemende armoede, in een tijd, waarin zich een streven naar weel deriger leven openbaarde, deed de ontevre denheid toenemen. Politieke en kerkelijke wantoestanden droegen hiertoe bij. Zoo werd het Nederlandsche volk rijp voor de landver huizing, welke zich onder invloed van het na burige Duitschland, als massaverschijnsel het eerst in onze Oostelijke provinciën deed gelden. Verlieten reeds in 1835 gegoede Gro ningers hun gewest, ernstiger werd het vertrek van vele landbouwers en handwerkslieden uit de Geldersche grensgemeenten Winterswijk, Nede e. a. De landverhuizing breidde zich thans van dorp tot dorp steeds meer naar het Westen uit. Toen besloten eenige predikanten der Af gescheidenen althans aan den uittocht hunner geloofsgenooten leiding en bestuur te geven. Te eerder, waar zij in deze verhuizing God's hand zagen om te ontkomen aan de toenemen de ellende : het oordeel Gods over het zoo zon dige Nederland. Niet alleen echter was stof felijke vooruitgang het ideaal dezer Christe nen. Men hoopte tevens in het verre Westen grooter mate van godsdienst- en onderwijs vrijheid te verwerven, dan het vaderland aan bood. Ja, reeds dacht men aan prediking van God's Woord onder de Heidenen. Aldus kreeg deze verhuizing eene hoogere, geestelijke be zieling, welke nog in onze dagen een zoo eigen karakter geeft aan de koloniën der Afgeschei denen. Typisch is het voor de Nederlandsche volks verhuizing van dien tijd, dat zij in zoo sterke mate georganiseerd en onder geestelijke lei ding plaats had. Daardoor ontstonden in het Westen der Vereenigde Staten, afgezien van eenige kleinere settlements", een viertal grootere centra, welke tot in onzen tijd aantrekkingspunten voor vele Nederlandsche landverhuizers zijn gebleven. Zoo vestigden de Afgescheidenen onder hun predikanten A. C. van Raalte e. a. zich in de bosschen van Michigan, waar zij onder tallooze moeilijk heden, ja onder naamloos lijden, een aantal nederzettingen bouwden, waarvan de stad Holland de voornaamste werd. Hun meer ge goede geloofsgenooten onder Ds. H. P. Scholte zetten zich neer op de prairieën van midden lowa en bouwden er hun Pella. De Domini caner Pater van den Broek trok zich het lot der arme Nederlandsche Roomsch-Katholieken aan en deed bloeiende R. K. koloniën ontstaan op de bosch- en prairiegronden nabij de Fox River in Wisconsin. Tenslotte : vele gegoede Noord-Hollanders trokken onder den onderwijzer Pieter de Jong naar de prairieën van Illinois, waar High Prairie, later Roseland genoemd, het middelpunt van eenige welva rende dorpen werd. 1) Men paste zich onder veler lei ontbering aan bij bodem, klimaat en bevol king, al ging het ten koste van vele offers, ook van menschen. Ondanks het feit, dat Pella van deze Neder landsche colonies sans drapeau" het meest westelijk ligt, werd de grond hier al spoedig zoo duur, dat men met 't oog op de toekomst, naar goedkooper gronden begon uit te zienVele vergaderingen werden belegd om tot de stichting van eene nieuwe Hollandsche kolo nie te komen. Een Hollandsen toerist, in die dagen te Pella vertoevend, woonde een dezer bijeenkomsten bij van torsene Groningers en Friezen, bij wie een onverzettelijke wil en rondheid van karakter op het gelaat te lezen staan, flinke Zeeuwen en Hollanders, die nog het oude Bataafsche type behouden hebben" en merkt verder op : ,,het is alsof het krach tigste en gezondste deel van onze natie in lowa gevestigd is." Deze mannen waren het , w. o. velen die in 1847 en 1848 alle moeilijkheden van den pionier hadden leeren kennen, die besloten, opnieuw alle ellende van het fron tier life" te trotseeren en verder westwaarts te trekken. Een kommissie kocht namens de trekkers tal van staatslanden in het NoordWesten van lowa, in het nog slechts dun be volkte Sioux County. Daarheen wendden zich nu in het jaar 187Ügroepsgewijze vele PellaLEVENSLANG Levenslang had hij gekregen Voor zijn inbraak en zijn moord, En hij had zijn harde vonnis Met een grijnslach aangehoord. Zonder zich<er aan te storen Wat er met hem werd gedaan, Was de rauwe jonge zeebonk In zijn stille cel gegaan. Toen hij zoo de eerste maanden Wezenloos gezeten had En geluiden ging herkennen Uit de verre, vrije stad, Kwam verlangen naar de kroegen En zijn meiden in hem op En zijn stierenbloed ging bonzen Door zijn bleeke zeemanskop. Toen begon hij te gevoelen Dat het was voor levenslang. Toen pas maakte door zijn onmacht De gevangenis hem bang. En dan graaide hij zijn knuisten Voor een moord op een cipier Of hij zakte in elkander Als een afgemarteld dier. Jaren sleet hij op de werkzaal, Angstig bevend ploos hij touw En hij ging den dag vergeten Dat het anders worden zou. En zijn oogen werden doffer En zijn lijf kromp in elkaar En hij schrok niet in zijn waschblik Van zijn arme, grijze haar. En geen dag zou er meer komen Voor wat troost en diep berouw, Als hij buiten bij zijn menschen Even aanspraak vinden zou. Eerst na jaren, lange jaren. Kwam het einde van zijn straf; Toen pas ging zijn celdeur open, Want zijn lijk moest naar het graf. Laat er medelijden komen Als er boete is gedaan. Laat die zwakke, stille stakkers De gevangenis uit gaan. Zoo te kwellen is onwaardig, Grijsaards martelt men niet af; Zalken afgestompten stumpers Spaart men deze beestenstraf. J. H. S P E E N H O F F DEVO Gourigo Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'a HolL SlgarenfabrUk UTRECHT iiMiimiiMmiMmiiiimmmmmiiiiiiiitiiiiiiiiilmit iiiiiiniiiiiiiiiii kolonisten met hun gezinnen, daar groeven zij zich voorloopig een woning in den prairiegrond. Daar ook bouwden zij dat jaar de eerste woningen een schoolgebouw en een timmermanshuis van een nieuwe stad, welke Al is het aftreden van den acuut neurathenischen" Paul Deschanel als president der Fransche republiek geen wereldschokkende gebeurtenis, toch, indien morgen, Donderdag, inderdaad Millerand met de hooge waardig heid wordt bekleed, dan is dit voor de poli tiek van Frankrijk en daarmee van heel Eu ropa zeker niet van belang ontbloot. Millerand heeft, gelijk gebleken is, zeer vaste overtui gingen omtrent wat heilzaam en schadelijk is voor zijn land en hij kan en zal ongetwijfeld door de keuze van kabinetsformatems invloed blijven uitoefenen op de Fransche politiek. In welke richting die invloed zal werken, weten wij eveneens : geen toenadering tot Duitschland of Rusland, maar stipte uitvoe ring der vredesverdragen, steunend op de mili taire macht der Entente. Natuurlijk zal hij niet bij machte zijn deze gedragslijn te blijven volgen indien de omstandigheden dit nog moei lijker maken dan nu reeds het geval is, in zijn nieuw ambt, evenmin als in zijn tegenwoor dig, maar wel zal hij zoo lang mogelijk afwij king daarvan tegenhouden, en in zoover is het wel degelijk van belang dat hij de onzekere positie van president van den ministerraad heeft verruild tegen de vaste van staatshoofd der republiek. Een gerucht wil, dat Poincarézijn eerste minister-president zal zijn, een ander zegt dat het Briand zal wezen. Is het eerste juist dan blijkt reeds terstond in hoe sterke mate de overwinningspolitiek onder het nieuwe pre sidentschap gevolgd zal worden, want Poin caréis de meest overtuigde voorstander van de taktiek der sterke hand tegenover de verslagen vijanden. Hem tot minister-president te kiezen zou bijna gelijk staan met een demon stratie tegenover Lloyd eorge, wiens staat kunde door Poincaréin zoo menig pers-artikel scherp is gegispt. Briand's optreden als pre mier zou zeker zulk een ver-strekkende be teekenis niet hebben ; hij, de plooibare, die eenmaal in Frankrijk's binnenlandsche poli tiek streefde naar bevrediging en verzoening" zou veeleer de man wezen, om naar gelang van den drang der omstandigheden de Ententemachtspolitiek gaandeweg te laten plaats ma ken voor een staatkunde naar den trant van Lloyd eorge en iolitti. Overigens heeft Millerand zelf het zijn opvolger gemakkelijk gemaakt, want dank zij zijn samenkomst met Giolitti in Aix is zoo juist de Entente bevestigd op den grondslag der Fransche taktiek en al bromde de liberale pers in Engeland 'n weinig daarover, uit niets blijkt, dat Lloyd George op dit oogenblik oppositie voert. Wel heeft blijk baar de erkenning van Wrangel vlak na de samenkomst in Hythe de persoonlijke ver houding tusschen beide staatslieden bedorven, maar dit is geen bezwaar meer als Millerand naar het Elysée verhuist en nu Lloyd George er in dit tijdsgewricht toch niet over denken kan voort te gaan met toenaderingspogingen tot Rusland, terwijl de conferentie van Genève voor onbepaalden tijd is uitgesteld, nu is de baan vrij voor een hernieuwde bezegeling van Ent en t e-vriendschap. |a, niet het ideaal der Engclsche liberale en arbeiders-pers van toenadering tot SovjetRusland is het voorshands gedaan. Eerst was het de overwinning van de Polen, die de nei ging bij de Britsche regeering om de kloof te overbruggen, sterk verminderde, en daarop kwamen de onthullingen over de communis tische propaganda van Kamenef en de om kooperij van de Daily Herald" finaal een einde maken aan alle pogingen in deze richting, zoodat nu zelfs de radicale bladen er niet meer van reppen. Het is Kamenef inderdaad niet gelukt zich schoon te wasschen van de beschul diging dat hij zijn belofte om geen invloed te oefenen op den binnenlandschen toestand op zeer onwaardige wijze gebroken heeft en al kan hij gelijk hebben, als hij zegt, dat desondanks de Britsche regeering gaarne van zijn bemid deling gediend geweest zou zijn, als de Russen waren blijven overwinnen, dit disculpeert hem allerminst en het blijft zeer verklaarbaar en gerechtvaardigd, dat onder deze omstandig heden de Engelsche regeering niets te doen wil hebben met de onbetrouwbare en onoprechte machthebbers in Moskou. Met dat al.... machthebbers zijn zij en al kan president Wilson zich de weelde veroor loven hen buiten de samenleving te stellen, en de Entente-regeeringen om te weigeren met hen in contact te treden, haar beschermeling en kampioen in het Oosten van Europa, Polen, kan dit niet en begint vandaag vredesonderhande lingen in Riga, vermoedelijk gesteund door en ruggespraak houdend met de Europeesche beschermheeren, die aldus indirect toch weer in contact komen met de Russen. Of er iets terecht zal komen van de onderhandelingen? Men kati daaromtrent nog immer niet anders dan zeer sceptisch gestemd zijn, als men be denkt hoe aarzelend beide partijen naar Riga zijn opgegaan, hoe de Polen nog immer voort gaan met overwinningen te behalen, al zijn liet dan plaatselijke - dezer dagen werd juist Doebno weer veroverd terwijl van Russischen kant telkens weer berichten komen over plannen voor een tegen-offensief. De Polen moeten wel is waar naar vrede verlangen, want in hun land wordt nu al zes jaar lang bijna onafgebroken gevochten, en de regeering in Moskou moet 't ook niet onwelkom zijn/jiaar westelijke grens veilig te weten en haar troe pen te kunnen gebruiken.... tegen Wrangel en misschien wel in Perzie en K'ein-Azie, maar aan den anderen kant staat, dat oorlogvoeren voor volken die er zoo allerdroevigst aan toe zijn als Polen en Russen heiden, blijk baar het laatste mogelijke blijft, voorts dat de Polen misschien nog hoop hebben op omver werping van het Sovjet-regime dank zij hun aanval gecombineerd met dien van Wrangel en een opstand die in de Oekrajine is uitgebro ken, en eindelijk, dat wat wij weten van de voorwaarden waarmee de Russen voor den dag willen komen altijd nog zoo hemelsbreed verwijderd zijn van wat de Polen kunnen aan vaarden, dat het succes van deze vredespogingen hoogst twijfelachtig is. Wel hebben de Polen blijk gegeven van goed politiek overleg in zake Litthauen, dat immers vóór enkele weken zeer stellig pro-Russisch en anti-Poolsch was, en waarmee sinds eenige dagen onderhandeld wordt in Kalvaria. Of schoon voor 't oogenblik deze ónderhande lingen geschorst zijn wegens de onmogelijk heid om het eens te worden over een grensquaestie, heeft men toch de beste hoop op succes, want men heeft liet wijze hesluit ge nomen, de moeilijkheden over te leggen aan den volkenbondsraad die daarover juist dezer dagen in Parijs vergadert. De zaak is natuur lijk, dat de vrede tusschen Polen en Litthauen een groot Entente-belang is en dat er van het westen uit sterke druk wordt geoefend op beide partijen om het eens te worden. Niet geheel gerust schijnt men in leidende Entente-kringen over een anderen vorm van vreedzaam overleg die zich in het Oosten vol trekt onder den naam van de kleine Entente" bij welke voorloopig aangesloten schijnen te zijn : Roemenië, Tsjeclio-Slowakye en Servi en waartoe ook Polen zich aangetrokken moet voelen, alsmede.... Bulgarije. Uitgezonderd deze laatste zijn dus alle deelnemers vrienden der roote Entente en deze Kleine Entente scheen aanvankelijk vooral tegen Hongarije gericht te zijn, maar desondanks zijn sommige persorganeif in Frankrijk niet goed over haar te spreken en nog veel minder is dit de Italiaansche pers, want een bond waarvan de Zuid-Slaven deel uitmaken, is in zakedeAdriatische quaestie begrijpelijkerwijze tegen Itali gericht. Wat den hiniienlandschen toestand in Itali betreft, daar komt eenig licht in de duisternis. Giolitti heeft de leiding der onderhandelingen tusschen fabrieksarbeiders en fabrikanten op zich genomen en daarbij heeft hij op de laatsten een zeer sterken druk uitgeoefend. Eigenlijk gezegd heeft hij hen vrijwel gedwon gen tot ernstige concessies, ja in beginsel tot erkenning van het medezeggenschap der arbeiders in de leiding der fabrieken. Boven dien schijnt er onder de arbeiders zelf een contra-beweging tegen de communistische actie ontstaan te zijn, en grootendeels, omdat de .arbeiders in de gesocialiseerde of gecommuniseerde fabrieken veel harder moesten werken en onder veel strenger tucht stonden dan vroeger en omdat de fabrieksraden groote moeite beginnen te krijgen met 't vinden van geld om de loonen te betalen. Zoo ontstaat er van heide zijden drang tot een vergelijk en sommige fabrieken schijnen op dit oogenblik reeds ontruimd, ofschoon de strijd nog niet is beslecht. Met dat al blijft het gebeurde een ernstig en dreigend teeken, want de houding der regeering bewijst hoezeer zij beducht is voor een omverwerping der politieke orde als de tengels wat al te strak gehouden worden. In het Britsche arbeiders-conflict is op het oogenblik van ons schrijven de situatie zeer onzeker. Het besluit der mijnwerkers om Zaterdag a.s. in staking te gaan is nog altijd niet herroepen ; toch heeft men nog hoop dat het zoover niet komen zal. Lloyd eorge heeft toch nog zijn reputatie van stakings bezweerder eer aangedaan, want dadelijk na zijn terugkomst uit Zwitserland zijn de onderhandelingen hervat en bleek er aan regeeringszijde met groote handigheid ge manoeuvreerd te worden. De mijnwerkers moesten hun eisch tot verlaging van den kolenprijs laten vallen en aldus werd de quaestie teruggebracht tot een simpel loonconflict, waarin de mijnwerkers begrijpelijker wijze veel minder op steun en sympathie van kameraden en publiek kunnen rekenen dan wanneer zij mede in staking gegaan waren om den kolenprijs naar omlaag te krijgen, vooral omdat de regeering niet nagelaten heeft er op te wijzen dat de mijnwerkers tot de best betaalden en minst werkenden in Engeland behooren. Daarop is toen ook weer een beweging tegen de staking onder de mijnwerkers zelf ontstaan en de staking begint nu een gewaagde onderneming te worden. Niettemin blijft de hoofdman Smillie een zeer dreigende houding aannemen en verzekeren dat er nog niets is gebeurd wat de staking kan afwenden. n bemoedigend feit is bij dit alles te constateeren: 't is aat als de staking afgewend wordt het zal zijn op grond van afspraak, die o.m. bevat dat mijnwerkers, patroons en regeering overleg zullen plegen over middelen om de kolenproductie te verhoogen, want het is een zeer zwak punt voor de arbeiders, dat de kolen-productie ondanks de loonsverhoogingen of misschien ten gevolge daarvan? verminderd is. Of de gruwelijke aanslag op de beurs in New-York, die aan velen het leven gekost heeft, in verband heeft gestaan met een dergelijk misdrijf te Genua, dus of men hier staat voor een wijdvertakte terroristische beweging tegen de tempels van het kapitalisme over heel de wereld? Er valt nog niets van te zeggen, want het onderzoek te New-York heeft op het oogenblik van ons schrijven nog niets anders dan vage aanwijzingen aan het licht gebracht. Tot slot : het ontwerp voor een Interna tionaal Gerechtshof in den Haag is tot stand gekomen en zal aan den Volkenbond worden aangeboden. Het is een met groote bekwaam heid en beleid saamgestelde regeling, waarin de beste waarborgen welke men zich voor 't oogenblik denken kan neergelegd zijn voor de toepassing van een Recht . .. dat nog eerst in staat van wording is. Wij staan hier nog voor een luchtkasteel. Moge het eenmaal werkelijkheid zijn. J. C. VAN O v E \

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl