De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 25 september pagina 5

25 september 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

25 Sept. '20. No. 2257 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND opgewekt te houden met geestdrift voor haar J taak en lust tot ontspanning. Mogen vele jonge vrouwen hulp en vreugde ontvangen van deze nieuwe onderneming, zoodat het een echt Tehuis wordt, next best" van het eigen thuis. i T i N E A. Kleeding van de maand Teekening van Annie Homan Home The Dutch Home for Working Women" wordt hier bedoeld, een nieuwe instelling, die 2 October 1920 door den Nederlandschen gezant wordt geopend in 55 Buckland Crescenf, London N.W. 3. Reeds sinds lang was het noodig in deze groote stad een tehuis voor werkende en werk zoekende jonge vrouwen op te richten, een veilig plekje voor haar, die er gewoonlijk weinig verdienen, er weinig vrienden hebben en er hard moeten werken. Tot nu toe waren ze aangewezen op de boarding-houses" ; maar wie de goedkoopere soorten onder deze pen sions kent, weet ook, hoe de daar vertoevende meisjes te kort komen, allereerst aan voedsel, zoodat ze vaak daardoor alleen haar werk op den duur niet kunnen volhouden. Verder de zindelijkheid! Waar deze ontbreekt, wordt het leven ook moeilijk. En dan last not least de prettige omgeving. Waar zulk een groote factor voor opgewektheid wordt gemist, is het werk soms dubbel zwaar. En dit is geen denkbeeldig bezwaar in een groote stad als Londen, waar men in de me nigte opgaat, waar niemand zich met een ander bemoeit, waar men ziek kan zijn zonder dat iemand het merkt, en waar men zelfs kan sterven, zonder dat er meer notitie van wordt genomen, dan alsof men uit de stad ging. 't Klinkt wat vreemd, maar het is de diep treurige waarheid. Wie weinig kan betalen loopt te Londen deze kans. Daarom werd er in de Nederlandsche, Kolonie reeds lang de behoefte gevoeld aan een Tehuis voor jonge Nederlandsche vrouwen, die in verschillende betrekkingen aldaar werkzaam zijn of er werk trachten te vinden. Want het arbeidsveld is ruim, maar men moet tijd en geduld hebben om het eerst, wat men noemt uit te zingen", d.i. men moet kunnen rondzien en afwachten. Maar hierbij is goede voorlichting zeer veel waard. Het bestuur der nieuwe vereeniging The ?Dutch Home for Women" is steeds bereid in dezen met raad en hulp te dienen. Die vereeniging is kort geleden tot stand gekomen uit twee reeds bestaande vercenigingcn, den Vriendschapsbond", die te Londen wonende of komende jonge vrouwen en meisjes met raad en bijstand ter zijde staat, en de Nederlandsche Vrouwen Vereeiiiging". Voorzitster van liet Dutch Home Bestuur is : Mevrouw H. Baart de la Faille ; secretaresse : Mevrouw L. de Oraaff; penningmeesteresse : Mevrouw A. Vettewinkel. De vereeniging heeft vervolgens de hand kunnen leggen op een groot mooi heerenhuis in de buurt van West Hampstead, doormiddel van finantiëelen steun, ook uit Nederland. In het huis zijn een eetzaal, conversatie-kamer, lees- en schrijfkamer, spreekkamer en vele zitslaapkamers, groot en klein, in 't geheel voor ongeveer 24 meisjes. Verder een wasch- en strijkkamer waar de inwonenden haar eigen kleinigheden, blouses, kraagjes enz. kunnen wasschen, daar de fijne wasch buitenshuis zoo duur is; en een naaikamcr met een naai machine, waar ze het een en ander kunnen knippen en verstellen. Voor goecle voeding en 's winters verwarming zal worden gezorgd ; de pensionsprijs is, ondanks dit alles, laag. De zit-slaapkamers hebben vaste waschtafels, die overdag door middel van een houten blad er over heen tot lessenaars kunnen wor den ingericht ; de bedden zijn feitelijk divans. Elk heeft er dus een aardige kleine kamer, waar ze zich, moe van 't werk, heerlijk kan te rugtrekken.' leder is er dan ook geheel vrij ;. maar toch, men zal er niet als enkeling alleen willen leven. Het Home immers werd opgericht als, men zou haast kunnen zeggen, protest tegen de groote eenzaamheid, waaraan men in Londen te gronde kan gaan. Van de bewoonsters wordt dan ook verwacht, dat ze genoeg ge meenschapsgevoel hebben het Home tot een aangenaam verblijf voor uilen te maken. Saamgehoorigheid is het motto. ([De directrice, Mejuffrouw A. van der Plaats, hoopt alles te doen om hare gasten gezond en opIIMIIIIIIIIIHIII llllimillllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIi Van Vrouwelijk Doen en Denken Er is een opvallend verschijnsel waar te nemen. Wat redenaties en raadgevingen van deskundigen nooit hebben vermogen te be werken, dat wordt nu in betrekkelijk korten tijd bewerkstelligd door de dienstbodennood : De vereenvoudiging van de huishouding. En daartoe heeft ook heel veel meegewerkt een derde in den bond : de oorlog, voor ons met andere woorden: de distributietijd. Die maakte ons huishouden zoo gecompliceerd en omslachtig, ons vak van huisvrouw zoo veel moeilijker, dat we allen om het hardst naar rust verlangden en er in ons een drang begon te leven om alles zoo eenvoudig mogelijk in te richten. Toen wierp de dienstmeisjesschaarschte het laatste schepje op het vuur. In gezinnen, waar de weelde heusch geen hoogtij viert, werden vaste waschtafels en stofzuigers aangeschaft; inplaats van nieuw zeil te koopen werden de vloeren gebeitst. De koks hebben het razend druk om het steeds vermeerderend aantal klanten te bedienen. Nu men liever de / 300 a ? 400 per jaar aan loon uitspaart (+de rest, wat de kost betreft), en geen dienstbode houdt,leef t men goedkooper, indien men van den kok" eet, dan wanneer in huis gekookt wordt in deze dure tijden. Daar komt nog bij, dat kooken veel tijd vereischt en de huisvrouw dus zeer gebonden is. Ik weet niet hoe het in andere steden is, maar de vrouw is in den Haag erg uithuizig; ik geloof dat die bacil in de stad rondzweeft en bijna iedereen aan tast, die hier woont. Maar er is ook een keer zijde aan die vereenvoudiging. Er is het gevaar voor gemakzucht van de huisvrouw, die 't waschwater maar laat wegloopen, die niets doet aan de kamers en alleen maar l x per 14 dagen zuigt", die man en kinderen ake lige geëmailleerde of soms gebarsten steenen busschaaltjes voorzet, omdat 't overstorten en schotels warmen zoo'n werk is, en wijl er dan minder valt af te wasschen. Nu de vrouwen geen bedienden meer hebben die ze kunnen bevelen, en zelf de handen uit de mouwen moeten steken, wordt het in menig huishouden minder precies, maar ook .... minder poëtisch. De gezellige wit-geborduurde kleedjes mist men, omdat 't wasschen te veel tijd en moeite kost, het dekken van den middagdisch wordt tot het allernoodigste beperkt, omdat anders al dat zilver moet onderhouden worden. En zoo werpt men tot op zekere hoogte met het badwater het kindje weg en jaagt men mét de overbodigheid ook de gezelligheid uit huis. Ik geef dadelijk toe, dat de gezelligheid met een eeuwig dravende en jachtende huis vrouw, die eigenlijk, nooit heeft gedaan" ver te zoeken is, maar het zijn daarentegen juist de kleinighede,n, die ons leven warmte en poëzie geven. Een enkele bloem in een blinkend vaasje een kleedje over een tafeltje, een schaaltje met wat vruchten op het buffet, een helder randje langs de kastplanken, een glad geboenden vloer met een eenvoudig karpet of een felkleurige mat, er zijn honder derlei kleinigheden, die een huisje gezellig maken, dingen die niets kosten, dan alleen wat tijd en zorg, en dit is, de drawback" van onze vereenvoudigingsmanie op huishou delijk gebied, dat we dreigen in het andere uiterste te vervallen, dat we ons huishouden gaan beschouwen als een plicht, die behoort te worden afgedaan, iets waaraan je nu een maal niet ontkomen kunt, doch waarvan we ons willen afmaken met zoo min mogelijk moeite in den kortstmogelijken tijd. We moesten eigenlijk nooit vergeten dat de zorg van het huishouden het vak is van de gehuwde vrouw en dat het hiermee is, gelijk met alles wat we doen. Was liet niet Carlyle die het heeft gezegd : What is wortli to be dune, is wortli tu bc done well". ti. C. v. u. M. Eenvoudige najaarsjapon van goudbruin velvet. Zwarte lakrietn. Wite kraag en mouwopslagen. Groene strik met witte moezen. iiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiintiiniiii (iiiitiiiiuiiiiiiiiiimiiiiiiiiifiiiiiii Biedermeier Onlangs werd ergens thee geschonken in kopjes, zooals men ze zelden meer te zien krijgt: wit porselein in den vorm van een groote, openstaande tulp, op een voetje, met een glad verguld randje en dito oortje, en beschilderd met een parsemévan vergeetmij-nietjes. Zeker nog eeu erfstuk uit uw grootouders huishouden?" werd aan de gastvrouw ge vraagd. En de kopjes werden met groote at tentie bekeken. De n vond /.e alleraardigst ; en eeu ander leuk, en oen derde curieus ; tot eindelijk iemand zei. Echt Biedermeier !"? Dit woord wekte eeivklaps algcmeune nieuws gierigheid. Wie was toch die Biedermeier? Was dat een fabrikant uit den tijd van die kopjes? Of een of ander toonaangevend persoon op modegebied uit die dagen? Och neen. Niets van dat al. En ook als re presentant van de naar hein genoemde mode heeft hij persoonlijk nooit bestaan ; hij is een fictie, een literaire schepping. In 1870 namelijk gaf een Zuid-duitscher, Ludvvig Eichrodt, bij wijze van grap, een bun deltje gedichten iu zeer gevoelig-makkeu trant uit, getiteld Kiedermeiers Liederlust,en, volgens des auteurs omschrijving, gevloeid uit de pen van een Zwabischeu dorpsschoolmeester. Die liederbundel amuseerde de lezers, maar raakte weldra in 't vergeetboek ; tot eensklaps, bij het begin dezer eeuw, de naam van den gefingeerden dichter weer opdoemde ter ka rakteriseering van een kunstperiode van grootouderlijk karakter. Zooals het meer gaat, was men gaan inzien dat die oude lui van zeventig en tachtig jaar geleden nog zoo Oom niet geweest waren als een op hen volgende, oppervlakkig-oordeelende, generatie wel eens had gemeend. Wat muziek betrof, had men hun smaak altijd wel geëerd, want die viel samen met de vereering der Duitsche klassieken. Indien al geen schilders, zoo waren er toch destijds teekenaars van beteeDrinkt SIPKES' Limonades. Smaken zuiver en verfrisschend. kenis geweest. En hun huisraad, hun meubelen, hun smaak in duizend kleinigheden werd plot seling door 't nageslacht weer in genade aan genomen. Die brave (?biedere") huisvaders en moeders van tusschen 1815 en 1848 hadden wel aardige dingen om zich heen gehad. En ziet, door dat woord bieder" haakte daar bij toeval, ergens, de naam van Eichrodt's lyrischen dorpsschoolmeester aan. De uitdrukking Biedermeierstijl" kwam meer en meer in gebruik. In 1906 gaf G. H. Borchardt. zijn in den ,,Biebermeiertijd"spelenden roman JeUchen Gebert" uit. En daarna deed hij een goeden greep, door onder den titel Das Bie dermeier" een boekje te schrijven, waarin, begrijpelijk en bevattelijk, allerlei verschijn selen zijn samengevat, die, schijnbaar op zich zelf staand, allen met dit onderwerp verband houden. 1). Ten onzent lagen de toestanden wel eenigszins anders. Maar ook hier waren, gedurende eenige tientallen van jaren, de iievelingsstukken onzer grootouders en oudooms en oud tantes in den ban geweest. Zij waren ouderwetsch", en dat is het ergste wat een ding kan overkomen. Maar te hunner tijd zijn zij nu antiek" geworden ; en dat is, omgekeerd, juist het voordeeligste wat een ding overkomen kan. Onder de pressie van de publieke opinie werden zij, tot verbazing van motten en spin nen, uit hun schuilhoekeii te voorschijn ge haald. De handelaars in antiquiteiten profiteeren er van en de eigenaars hebben plezier. QEERTRUIDA CARELSEN 1) Berlin, Deutsches Verlagshaus, Bong & Co. 1913. KIEKJES PLAATSVER v ANUSTE R Haar bestaansmiddel was mij tot heden onbekend gebleven. Waar leefde zij van, de jonge vrouw,die daar zoo heel alleen woonde op een toch wel heel modern ingerichten kippentil in Duinoord, in de bladen ook wel aangeboden onder Fransche woord verpakking van onbegrijpelijke onbegrijpe lijkheid : van pied a terre? Tot ik heel toe vallig hoorde van den rol, dien zij in den oor logstijd speelde, in den consenten!ijd, in den N.O.T. en N.U.M, tijd, toen alleen liet uit de sloot halen van oude koeien iemand al rijk maakte. Kijk geworden was zij in dien tijd niet. Zij leefde echter toch van haar rente. Van de rente van haren OAV. tijd arheid. Zij had in die dagen op haar pied a terre met een rubberhandelaar kennis gemaakt. Het was in den winter en het schuitje smokkelwaar lag in de haven, waar angstig reeds op het water de ijskristallen zich begonnen fe zetten om de rubberschuit, die toch weg moest naar het vreemde land, Ku naarmate hef ijs zich te zetten begon, zette zich in des handelaars kleine ziel de vrees voor het gevang, dat hem wachtte als ontdekt werd de inhoud van de smokkelschuit. Dan ging zijn rste-klasse firmanaam besmeurd worden met. zwendel en smokkelarij en dat moest tot eiken prijs voor komen worden door de juffrouw van de pied a terre, zijne goede kennis in de weinige oogenblikkeii, als hij na een barren tocht in den nacht door allerlei bars aanlandde iu de welverzorgde, gezellige geriefelijkheid liarer kleine behuizinge vol imitatie kleinkunst moois. Zij wist raad, maar heel duren raad voor hem en haar. Als bij ontdekking zij eens op trad als de eigenaresse van de ingevroren nibberschuit, clan was hij gered, en ging zij naar de plaats, waar ons geacht kamerlid Braat alle communisten ver-wensclit van ons maatschappelijk leven: naar de bajes En zoo geschiedde : zij werd zijne plaats vervangster in den nood, waarvan beiden een rfeng(üeerden maken. Zijn goede handelsnaam bleef in eere en hare naam als juffrouw van de pied a terre kon wel tegen eeu stootje van twee maanden zitten, ergens in stille afzon dering in een cel. Zij redde zijnen naam en verzekerde zich, dank zij zijne mildheid, maar behoorlijk ge contracteerd, een dadelijk ingaande invaliditeitsrente, en daarvan leeft zij nu ). N. J. n r, R o fi N' VAN ALLES WAT Raadgevingen voor de huishouding HOUTWERK. Op geverniste, geboende of gepolitoerde meubelen ontstaan soms witte vlekken, wanneer men er warme schalen of andere heete voorwerpen heeft opgezet. Met natgemaakte sigarenasch, die men op de vlekken eenigen tijd laat liggen, verdwijnen die vlekken geheel, als men ze met een boven 't vuur zwart gemaakte kurk, flink wrijft. Daarna wascht men er de asch af met koud water, en droogt de plaats goed af met den zeemlap. Dan wrijft men de plekken glanzend met een wollen doek in petroleum gedoopt. MEUBELEN MET LEDER poetst men op met terpentijn en wollen lappen, e vlekken, die er op zijn, kan men eerst met azijnwater er af maken. Na den schoonmaak wordt het leder opgewreven met tot schuim geklopt eiwit. Dof leder met een mengsel van azijn en olie. Daarna langdurig opwrij ven met droge doeken. GELAKTE MEUBELEN verdragen geen benzine, noch terpentijn, dit lost de lakopiafwasschcn magmenzeookniet;simpel met een vochtigen doek vlug afnemen en droogwrijven, 't best met fluweelen stofresten. Men ontvlekt ze met zemelwater. BAMBOEMEUBELEN reinigt men met zout water en een zachten borstel, daarna moet men ze flink opwrijven met wollen of flu weelen lappen. HOUTWORM IN MEUBELEN. De gaatjes bestrijke men met petroleum of benzine. Men moet dit eenige malen herhalen totdat de worm verdwenen is; dan vult men de gaatjes met was (in de kleur van het hout). Ook in muizengaten heeft een lapje in ben zine gedoopt goed effekt. iiiimiiiiiuiiiiiiiiimiiimi IN DRENTE Nu ging het naar het hartje van de pro vincie. Aanvankelijk was weer alles groenland en een keer of drie passeertien we on/.e boor devolle rivier met liet kuffiebniine veemvater, slappe koffie. Toen rezen we wat en er kwamen stoppelvelden met randjes hei en bramen aan den greppelkant en kuiltjes, waar stikstofbegeerige akkerkruiden uit dt gan/.evoetfamilie manshoog waren opgeschoten. Het was een kille, gure. Septemberdag en we hadden het nog al tochtig in onze open wagen, maar op eens werd het heel behaaglijk. We waren beland in een nieuw bosch, zoowat vijf en twin tig jaar oud, loofhout en naaldhout dooreen, nog a! ruim geplant en met mooien ondergroei en bonte paddenstoelen. Dat zag er buitengewoon prettig en gezond uit en er lag ook een kampje in, dat men onbeplant gelaten had ; daar stond veel hooge. bez.etnbrem, die nu voor de tweede maal bloeide en rijkelijk ook, zooals zoo vele planten in September doen. Er trokken meezen troepjes door het hout en een paar groene spechten^ schaterden luid ; het was, alsof zij de meer-] derjarigheid van dit mooie nieuwe boschje proclameerden. Hier won de econoom het van den natuur- en antikiteiten-vereerder. Toen zaten we weer in den wind en kregen weer stoppels te zien en grasland en hei, steeds meer hei en die was op enkele plekken bol en groenig, daar werd liet al veilig. Op sommige plekken vertoonden zich ook veenputten en zwarte turfhoopjes vertelden ons dat de keuterboer nog werkte aan zijnbrandstoffenyoorraad voor den komenden winter. En toen wandelden we de wagen ging vooruit en zou ons later wel oppikken door eeu aan tal kleine dorpjes mcl vreemde namen en dut was dan het echte oude LUeiitc,.. Ue lange hu ./.en,woning en stal aaneengebouwd,stonden in alle richtingen omtrent den hoofdweg, zon der duidelijke scheiding van erven en 't was niet uit te maken, tot welk huis de groepjes van wilgen, populieren en esschen behoorden, die het dorp kleedden. Een enkel nieuwbakken huis met pannendak stond nuchter en ar moedig te midden van de hooggenokte rieten daken, groen van mos. Die waren zoo oud, dat zij geen menschenwerk meer leken, maar eer een merkwaardige uitwas van heide en veen. Inderdaad groeiden op sommige van die daken dezelfde mossen, die het hoogveen helpen vormen. Maar mettertijd worden ze toch vernieuwd en wc zagen rietdekkerswerk, veel kunstiger, dan wij het in Holland gewoon zijn. En nog meer dan de boerderijen zelf wekten de bijgebouwen onze bewondering, de wugenschureu en turflundsjes met kunstig getimmerte van baikenwerk en dekking en bekleeding van riet en biezen, zoo vreemd soortig, ilaf men zich ik weet niet hoever in den vreemde zou wanen. Wij verlieten het laatste dorp langs de drift, een breede grazige zandweg, elie verliep in de heide, laag en kaal eu hoomloos, afgeplagd en afgegraasd. Naar links een begroeide hoogte, klaarblijkelijk een oude zandverstinving, deels natuurlijk vastgelegd, deels nog in actie. Er was niet veel aan gemorreld, ten minsle de kant', dien wij naderden, rees met een mooi gebogen lijn uit de vlakke hei, als een golf uit cle zee. De punt was mei siruikhci begroeid, daar vloog een dikke korhaan uit omhoog, prachtig in de veeren, lilauwzwart met wit. Een eind verder streek hij neer, verwonderd Uc. Waaiden dat hij er zoo goed af kwam. O, wat. was die zandverstiiiving mooi, jeneverbesscn in alle grootte en vormen, l lier komt het schaap nog dikwijls genoeg, maar niet zoo vaak of er "konden nog jonge jeneverbessen opslaan; we zagen ze in menigte. Maar onder de oudere waren er, die heel wat te verduren hadden gehad en daardoor in de meest fantastische vormen besnoeid waren. Hetzelfde gold voor il e kreupeleiken en berken, laag van stam eu dik aan den voet, eeuwenoude worstelaars. En ze hadden nog te kampen, want in het hart van de heuvelreeks had de wind /.ich ingebeteu en geulen uitgeschuurd, struiken ondermijnd, nieuwe richeJs opgeworpen, waar draadfijiie plantjes weer begonnen waren, hem paal en perk te stellen. De verstuiving lag in den vorm van een haak en in den hoek van de haak blonk een pias met. een zoom van zeggen en biezen en eeu vochtige omlijs ting, waar blauwe gentianen bloeiden eu gele arnica. We zouden opgetogen geweest zijn, indien we niet ontdekt hadden, dat een paar jaar geleden deze plek nog veel en veel mooier geweest is. Toen stonden er ook nog dennen, van die echte waaidennen, de breede kronen vlak langs den grond geblazen. Twee waren er overgebleven, maar tientallen waren er omgekapt en weggevoerd, alleen de wortel stronken, driekwart meter in middellijn ge tuigden van de schennis, allemaal door den drang der tijden. Aan de noordzijde waren de akkers tot aan de verstuiving genaderd en ieder jaar gaat de ploeg een eindje verder, tot e boomen hem stuiten. Een oude lijsterbes beschermde nog een driehoekig stuk bloemrijke heide. Als de boom valt, gaat ook dat stuk er aan. Ook hier is weer veel onzekerheid van grens en bezit ; zoo'n woest liggend stukje heeft van alle kanten eu op alle manieren te lijden. Maar mooi is het en_wel waard, dat zijn positie geregeld wordt. t, Aan het eind van de haak vonden we onzen wagen en die bracht ons naar nog weer zoo'u wonderlijk dorpje, dat: vroeger beroemd was om zijn drift, een zandweg, meer ctau vijfen twintig meter breed, aan weerszijden bewald, eu begroeid met eeuwenoude eiken, veel CADILLAC Het Meesterstuk der Autotechniek Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT Aan wie heenging Is het voor u nu alles heen ? En draagt ge niet den vreemden last Der dagen meer, noch 't zacht geween Van lente, die een schaarsche gast Zich toont op beidende aarde, AI fluistert zij langs wachtende ooren Met teere, schemer-blauwc goedheid Vertroosting, voor wie peinzend staarden Naar levensglans, reeds lang verloren. Is het voor u nu alles heen? TONY t)E RIDDER INGEZONDEN Kerstfeest op Zee Willen de dames, die belangstellen in zee lieden, en tijd ertoe hebben, weer beginnen aan een hand werk je voor de Kerstkisten der in November en December uit Amsterdam en Rotterdam vertrekkende zeeschepen, die niet vóór Kerstmis terug kunnen zijn ? Ook boeken, kalenders en feuilletons---alles liefst met een begeleidend briefje aan den onbe kenden ontvanger, zijn zér welkom. Tot Kerstmis toe houden we ons ervoor aanbe volen, doch den l sten November hopen we de dan reeds ontvangen geschenken in het Tehuis te Rotterdam voor belangstellenden tentoon te stellen. Verdere inlichtingen worden gaarne verstrekt door de laatste ondergeteekende. Mej. H. BÜHKE, P.C. Hooftstr. 85,A'dam. Jonkvr. MINNII-: OIOT, Tehuis voor Zee lieden, Vecrhaven 17, Rotterdam. ! Bestelt ROZEN, PLANTEN, \HEESTERS, ZADEN, recht-| i streeks bij de ; noERHEw voorheen B. RUYS DEDEMSVAART mooier dan de Middachter allee. Wel, dat heele zaakje is gekapt en er heeft geen haan naar gekraaid. Toen zei on/.e geleider, dat hij ons toch nog voor den avond een mooi stuk Drente zon laten zien, eerst mooi natuurlijk heboscht golvend zand, daarachter de paarse hei, een gezicht ver en gestoffeerd met tuniuli en vrij liggende hunnebedden. Alleen was er een kersversclie harde weg midden door iieen aangelegd, maar die maakte dan ook, dat wij er vlug en gemakkelijk konden komen. Het was al avond, toen we daar stilhielden en we zagen het bosch en de heide, du tumuli en de hunnebedden en ook een traditioneele kudde schapen, compleet met herder en hond. Maar we zagen ook nieuwe boerderijtjes, die de hei kwamen beknibbelen en in liet mooiste gedeelte van het bosch was gekapt en gegraven, daar waren allerlei keeten neer gezet, senü-pernianent, en groote tentvloeren. Nooit heb ik zoo duidelijk gevoeld dat Neder land maar ongeveer 3öooo vierkante kilo meter groot is en dat er haast zevenmillioeii menschen wonen. Het zou voor die menscheii zoo goed zijn, als wij een half percentje van uien bodem, ongerept kouden houden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl